Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerde

Beleidsplan bestaanszekerheid 2024-2027

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerde
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsplan bestaanszekerheid 2024-2027
CiteertitelBeleidsplan bestaanszekerheid 2024-2027
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening bijzondere bijstand 2015 en Beleidsplan vangnetregelingen 2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-12-2023nieuwe regeling

11-12-2023

gmb-2023-544566

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsplan bestaanszekerheid 2024-2027

 

1. Algemeen

1.1. Inleiding

Op 15 december 2014 heeft de raad het Beleidsplan vangnetregelingen 2015 en bijbehorende verordeningen vastgesteld. Met ingang van 1 januari 2018 heeft het college Aanvullende beleidsregels bijzondere bijstand vastgesteld. In dit beleidsplan worden de vangnetregelingen zoals de bijzondere bijstand en de minimaregelingen geëvalueerd en het beleid waar nodig geactualiseerd.

 

We hebben aan de hand van de ontwikkelingen, de beoordelingen van de medewerkers in de uitvoering van het Steun- en informatiepunt STIP, het bereik en gebruik van de huidige vangnetregelingen beoordeeld of de verschillende regelingen nog passend zijn en/of bijstelling nodig of gewenst is. Dit heeft tot de beleidswijziging geleid ten opzichte van een Tegemoetkoming Premie Zorgverzekering voor Chronisch zieken en gehandicapten. Deze tegemoetkoming wordt vanaf 2024 geïndexeerd. Uit onder meer de cijfers over het gebruik kunnen we concluderen dat de vangnetregelingen aansluiten op de behoefte van de gebruikers. Dit is, naast de continuïteit van het beleid, reden om de lijn van de vangnetregelingen zo veel mogelijk te bestendigen waar dit nog passend is. Uiteraard kijken we daarbij naar de mogelijkheden om (nog beter) aan te sluiten bij andere gemeentelijke domeinen om te komen tot een integrale en structurele aanpak van de oorzaken en de gevolgen van armoede.

 

In hoofdstuk 2 geven we een beschrijving van armoede in brede zin maar ook van de situatie in de gemeente Heerde. In hoofdstuk 3 vindt u de kaders waarbinnen dit beleidsplan past. In hoofdstuk 4 kijken we naar een aantal regelingen zoals die zijn uitgevoerd. In hoofdstuk 5 vindt u het beleid dat op basis van dit beleidsplan tot stand komt. Informatie die ondersteunend is, maar wel belangrijk, hebben we in een bijlage opgenomen.

 

1.2. Verantwoording

Hoewel we trachten met dit plan zo actueel mogelijk te zijn, realiseren we ons dat dat in de huidige economische situatie, waarin er steeds nieuwe regelingen ontstaan, ogen gericht op de ontwikkelingen en de Rijksoverheid om daar waar nodig tussentijds beleid te ontwikkelen. De samenleving verandert immers steeds sneller en het sociaal domein is erg in ontwikkeling.

 

1.3. Beleidsplan Bestaanszekerheid

Armoede is van alle tijden. Juist in tijden van economische welvaart, wordt armoede in Nederland steeds schrijnender. Armoede betekent vaak niet alleen financiële tekorten, maar ook sociale verarming.

 

Landelijke opgave

Bestaanszekerheid is een sociaal grondrecht dat is vastgelegd in de Grondwet. De overheid moet ernaar streven sociale grondrechten voor haar inwoners te verwezenlijken. Het bestrijden van armoede is daar onderdeel van.

 

In het coalitieakkoord van de demissionaire regering zien we dat terug: ‘We nemen maatregelen om het aantal kinderen dat in armoede opgroeit in vier jaar tijd te halveren en hanteren daarbij een eenduidige, realistische, relatieve definitie van armoede. We herijken elke vier jaar het sociaal minimum om vast te stellen of dit toereikend is om van te leven en mee te doen in de samenleving.’ Het is nog te vroeg om resultaten van deze toezegging te verwachten, daarnaast is het niet zeker of ook de volgende regering dezelfde doelstelling zal omarmen.

 

Aanpak armoede op lokaal niveau

Als gemeente kunnen we, door het ontwikkelen van beleid, bijdragen aan bestaanszekerheid voor de mensen die dat nodig hebben. Beleid voor bestaanszekerheid gaat verder dan ‘regulier’ armoedebeleid of minimabeleid. Dat richt zich veelal op inkomensondersteuning en bevorderen van participatie aan het sociale leven en deelname aan sport en cultuur.

 

Andere mogelijkheden zijn bijvoorbeeld inwoners perspectief bieden en ruimte voor ontplooiing met als doel participatie en financiële zelfredzaamheid. Of inwoners de kans bieden mee te doen binnen de eigen mogelijkheden.

 

Bestaanszekerheid in de gemeente Heerde

Voor volledige bestaanszekerheid is de Rijksoverheid aan zet. Lokaal richten we ons op de gemeentelijke opdracht: die luidt dat we ons beleid, dienstverlening en vangnetregelingen op orde willen hebben. Op het gebied van beleid hebben we vanuit het kaderdocument verschillende uitvoeringsplannen ontwikkeld, die zich elk richten op een deelgebied van bestaanszekerheid. Zoals bijvoorbeeld het helpen bij het vinden van een passende arbeidsplek, het ondersteunen bij armoede en schulden, ondersteunen bij laaggeletterdheid, etc. Voor een uitgebreidere lijst verwijzen we u naar hoofdstuk 5.1 Beleidslijn 1: een integrale aanpak. Om bestaanszekerheid op de juiste wijze te kunnen borgen is het van belang dat de formatie op orde is met gekwalificeerde medewerkers. Zo hebben we in 2022 en 2023 extra formatie toegevoegd aan Steun- en informatiepunt Stip om alle aanvragen en contacten met inwoners goed te laten verlopen. Bij het op orde houden van de vangnetregelingen zorgen we ervoor dat we actueel en flexibel zijn. Als het nodig is passen we de vangnetregelingen tussentijds aan. Dat hebben we gedaan bij de Aanvullende beleidsregels bijzondere bijstand in 2018, en later bij Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo), de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK), de energietoeslag en het Noodfonds Energietoeslag.

2. Armoede

Armoede kent meerdere definities. In de enge zin gaat het om een tekort aan financiële middelen. In de brede zin van het woord gaat het ook om sociale uitsluiting. Denk aan mensen die geen geld hebben voor activiteiten, geen opleiding hebben, vaak in een minder goed geïsoleerd huis wonen en vaker gezondheidsproblemen hebben. Deze mensen kunnen zich vaak moeizaam zelf redden. Het Sociaal en Cultureel Planbureau(SCP) heeft in 2019 een onderzoek uitgevoerd dat interessante inzichten opleverde:

 

  • Armoede is vaak langdurig;

  • Kans op armoede het grootst voor de jongsten én alleroudsten in de bevolking;

  • Werkende armen vormen bijna een derde van de volwassenen in armoede;

  • Eenoudergezinnen en alleenstaanden tot 65 jaar zijn vaker dan gemiddeld arm;

  • Alleenstaande moeders met minderjarige kinderen zijn vaker arm dan alleenstaande vaders;

  • Kinderen zijn naar verhouding vaak langdurig arm;

  • Kinderen uit een groot gezin zijn vaker arm;

  • Kinderen uit bijstandsgezinnen zijn vaker arm dan volwassenen met bijstand;

  • Bijstandsontvangers lopen het grootste risico op armoede;

  • Migranten vormen bijna de helft van de volwassen armen;

  • Migranten uit vluchtelingenlanden zijn het vaakst arm;

  • Autochtone Nederlanders lopen het minste armoederisico;

  • Boven de 80 jaar neemt het aandeel armen weer toe (relatief hoge zorgkosten);

  • Arme pensioenontvangers zijn vaak ‘blijvers’ in armoede.

(Bron: Introductie | Armoede in kaart: 2019 - SCP)

 

In het nieuw in te richten armoedepact brengen we deze inzichten onder de aandacht en onderzoeken we de beleidsmogelijkheden op deze gebieden.

 

2.1. Armoede in Heerde

Bij het in beeld brengen van de armoede in de gemeente Heerde gaan we uit van de beschikbare cijfers van het CBS. We realiseren ons dat de situatie anno 2023 anders is.

 

Armoede is een subjectief begrip. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) spreekt daarom niet van ‘arme huishoudens’, maar van ‘huishoudens met een laag inkomen en risico op armoede. In onderstaande grafieken geven wij de situatie in de gemeente Heerde weer. Deze grafieken zijn gebaseerd op de cijfers van het CBS.

 

De lage inkomensgrens

De lage inkomensgrens betreft een vast bedrag dat voor alle typen huishoudens een gelijke koopkracht vertegenwoordigt.

 

Langdurig laag inkomen

Als het CBS spreekt over langdurig dan wordt hiermee langer dan één jaar bedoeld.

In deze grafiek zien we dat het aantal huishoudens met een inkomen onder de 120% van de bijstandsnorm in 2021 is afgenomen, ten opzichte tot 2013, tot 6,9%. Dit zijn 535 gezinnen. Huishoudens die voldoen aan de lage-inkomensgrens zijn gestegen van 3,2% in 2020 naar 3,3% in 2021. Dit zijn 256 gezinnen.

 

Figuur 1 Huishoudens met langdurig laag inkomen

 

In deze grafiek zien we het aantal gezinnen met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm per regio. We zetten hiermee de cijfers van de gemeente Heerde in perspectief ten opzichte van andere gemeenten/regio’s. Groningen en Utrecht zijn de provincies met de hoogste en respectievelijk laagste percentages. In de grote steden zijn relatief meer gezinnen met een laag inkomen dan in de kleinere gemeenten

 

Figuur 2 Laag inkomen per regio

 

In deze grafiek zien we dat het aantal kinderen dat in een huishouden met een laag inkomen leeft, in de gemeente Heerde, eerst is afgenomen maar in 2021 weer is toegenomen. Uitgaande van 4098 jongeren van 0-19 jaar (bron: CBS bevolkingsstatistiek, waarstaatjegemeente.nl) leven ca. 200 kinderen in een huishouden met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm. 147 kinderen leven in een gezin met een langdurig laag inkomen. Voor het verstrekken van Kledingpassen uit het Kindpakket houden we in 2023 rekening met 235 kinderen van 0 tot 18 jaar, die komen uit een gezin met een inkomen onder de inkomensgrens van 120% van de bijstandsnorm.

 

Figuur 3 Armoede bij kinderen in de gemeente Heerde

 

2.2. Ontwikkelingen

Er zijn veel ontwikkelingen die direct of indirect invloed hebben op de bestaanszekerheid. De Russische inval in Oekraïne in 2022 zorgde voor veel financiële problemen. Nadat het kabinet deze financiële problemen heeft geprobeerd te repareren in 2022, was de situatie in 2023 beter. Het kabinet is in juli 2023 gevallen en de vraag is wat dit betekent voor de plannen van demissionair minister Schouten. De regering heeft in 2022 de Commissie sociaal minimum ingesteld die met een aantal aanbevelingen is gekomen.

 

Er ontstonden voor veel mensen financiële problemen door de oorlog in Oekraïne

Een direct gevolg van de oorlog in Oekraïne en de internationale sancties tegen Rusland is dat gas, elektriciteit en voedsel in 2022 flink duurder zijn geworden. De gevolgen voor mensen, gezinnen en bedrijven waren ernstig. Financiële problemen leidden tot meer schulden, faillissementen, gezondheidsproblemen en kinderarmoede. Steeds meer mensen in Nederland hadden moeite met het betalen van hun huur, boodschappen, zorgpremie of energierekening. Daarom kwam het kabinet in 2022 met een ongekend fors maatregelenpakket van ruim 18 miljard euro, vooral ten behoeve van de lage en middeninkomens. Maar zelfs daarmee konden niet alle prijsstijgingen voor iedereen volledig worden gecompenseerd.

 

Het kabinet viel op 7 juli 2023

Intussen is op 7 juli het kabinet gevallen en demissionair geworden. Woensdag 22 november 2023 zijn er verkiezingen.

 

Zondag 9 juli publiceerden de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en Unie van Waterschappen een open brief aan de Eerste en Tweede Kamer, waarin zij schrijven: 'Stilstand is echt onverantwoord.' In de brief noemen de drie partijen een aantal onderwerpen waarop vooruitgang geboekt moet blijven worden, waaronder de bestaanszekerheid voor burgers.

 

“De koopkracht herstelt in 2024”, zegt het Nibud

Financieel gezien is 2023 voor de meeste huishoudens een jaar van bijkomen en herstellen van de plotseling hoge uitgaven in 2022. Het omvangrijke compensatiepakket van de overheid zorgt ervoor dat veel huishoudens er dit jaar op vooruit zijn gegaan ten opzichte van 2022. Dat concludeert het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) na het maken van nieuwe koopkrachtberekeningen.

De meeste Nederlandse huishoudens hebben dankzij loonstijgingen en verhoging van de bijstand en het minimumloon in 2024 meer te besteden dan in 2023. Het verdwijnen van de energietoeslag betekent echter een koopkrachtdaling voor de huishoudens met de laagste inkomens.

 

De koopkracht herstelt na eerdere forse daling dankzij stijgende lonen met 1,9 procent in 2024. Dat blijkt uit voorspellingen van het Centraal Planbureau (CPB). Het aantal mensen in armoede stijgt zonder aanvullend beleid tot 5,7 procent van de bevolking en 7 procent van de kinderen in 2024. Het Nibud heeft al eerder aangegeven dat, als er niets gebeurt, meer mensen in armoede raken. Dat is een zorgwekkende ontwikkeling.

 

De miljoenennota 2023 en bestaanszekerheid

Het kabinet trekt €2 miljard extra uit voor armoedebestrijding. Hiervan gaat maar een klein deel naar gemeenten:

 

  • Gemeenten krijgen in 2024 opnieuw € 50 miljoen voor vroegsignalering en bijzondere bijstand;

  • Er komt in 2024 geen Energietoeslag. Dat is volgens het Nibud een aderlating voor de laagste inkomens;

De €2 miljard die het kabinet uittrekt gaat vooral naar landelijke regelingen:

 

  • Verhoging arbeidskorting met €115;

  • Verhoging kindgebonden budget voor het eerste kind met € 750, en voor het tweede kind en verder met € 883 euro per jaar;

  • Eigen bijdrage huurtoeslag wordt verlaagd met € 416. Dit betekent voor minimuminkomens een stijging van €30 tot €50 per maand;

  • Bevriezing van de afbouw van de dubbele heffingskorting in de bijstand. Het was ooit de bedoeling om de dubbele heffingskorting vanaf 2012 in 20 jaar af te bouwen, maar sindsdien is de afbouw meerdere keren bevroren, net als nu weer dus. Door de afbouw groeit het verschil met het minimumloon;

  • Het kabinet reserveert max. € 60 miljoen voor de heropening van het Tijdelijk Noodfonds Energie in de komende winter. Het prijsplafond verdwijnt;

  • Het kabinet trekt €166 miljoen uit voor gratis schoolmaaltijden;

  • De incidentele verhoging van de zorgtoeslag vervalt in 2024. De maximale zorgtoeslag bij een minimuminkomen gaat daardoor €20 tot €30 per maand omlaag.

De Commissie sociaal minimum

De Commissie sociaal minimum bestaat uit elf leden die allen deskundig zijn op het gebied van de sociale zekerheid, sociaaleconomische, fiscale en juridische vraagstukken. De Commissie is in juli 2022 ingesteld na een aangenomen motie van Tweede Kamerlid Omtzigt. De opdracht van minister Schouten was te onderzoeken wat verschillende huishoudtypen nodig hebben om rond te kunnen komen en mee te kunnen doen aan de maatschappij, en om onderzoek te doen naar het stelsel.

De Commissie adviseert om de balans tussen Rijk en gemeenten en tussen gemeenten onderling te herstellen langs vier lijnen: de basis moet op orde zijn, doe landelijk wat landelijk kan, harmoniseer de voorwaarden voor lokale regelingen en wees terughoudend met het belasten van gemeenten met nieuwe taken.

 

De Commissie signaleert dat het rijk de afgelopen decennia meer verantwoordelijkheden bij gemeenten heeft neergelegd. Mensen zijn daardoor meer afhankelijk geworden van hun gemeente om rond te komen. Ten aanzien van de rolverdeling tussen Rijk en gemeenten doet de Commissie de aanbeveling om lokale regelingen, zoals de gemeentepolis, waar mogelijk te centraliseren. De Commissie raakt hiermee aan fundamentele vraagstukken in de inrichting van het stelsel van inkomensondersteuning.

 

Het demissionaire kabinet heeft het programma Vereenvoudiging inkomensondersteuning voor Mensen (VIM) opdracht gegeven voor het opstellen van lange termijnscenario’s voor een vereenvoudigd stelsel van inkomensondersteuning. In het opstellen van deze scenario’s wordt de verhouding tussen centrale en decentrale inkomensondersteuning meegenomen.

De door de Commissie geconstateerde verschillen tussen gemeenten, en de gevolgen daarvan voor inwoners, vormen een belangrijk punt van aandacht. De vraag hoe hiermee om te gaan is een grote vraag waar zorgvuldig naar gekeken moet worden. Er is destijds bij de decentralisatie bewust voor gekozen om gemeenten in specifieke situaties maatwerk te laten leveren in aanvulling op het landelijk vastgestelde sociaal minimum en hen hierbij beleidsvrijheid te geven, aangezien zij dicht bij de burger staan. Tegelijkertijd kan ongelijkheid in gelijke gevallen ongewenst zijn. Dit vraagstuk zal moeten worden bezien in het geheel van de verantwoordelijkheidsverdeling tussen rijk en gemeenten.

 

Demissionair minister Schoutens plan voor armoede en Schulden

Met de ‘Aanpak geldzorgen, armoede en schulden’ is de demissionaire minister bezig met een meerjarige aanpak die in het bijzonder als doel heeft een halvering van het aantal kinderen dat opgroeit in armoede in 2025, en een halvering van armoede en problematische schulden in het algemeen in 2030. Het is op dit moment onduidelijk hoe deze plannen worden voortgezet.

 

De Participatiewet wordt aangepast

In het rapport ‘Participatiewet in balans’ zijn de uitkomsten van een zeer uitgebreide beleidsanalyse beschreven. De conclusie van de beleidsanalyse is helder: de Participatiewet is momenteel uit balans. Door verschillende ontwikkelingen is er op dit moment sprake van een ongelijke verhouding tussen (a) de als beperkt ervaren ondersteuning, (b) het strenge sanctieregime en (c) de complexe inrichting van de bestaanszekerheid. Daardoor verkeren mensen in onzekerheid, wordt werkhervatting bemoeilijkt en ervaren burgers wantrouwen bij hun contact met de overheid. Elementen die daarbij onder meer een rol spelen zijn de strikte vormgeving van het vangnetkarakter en de focus op directe arbeidsinschakeling. De minister wil de balans herstellen. De komende jaren wordt hier verder aan gewerkt.

 

Lokale ontwikkelingen

Op het moment dat de situatie daarom vraagt, ontwikkelen we in de gemeente Heerde tussentijds beleid. In 2019 is er een plan van aanpak armoedebestrijding en schulddienstverlening vastgesteld. Als gevolg van dit plan hebben we ons daarna aangesloten bij Startpunt Geldzaken van het Nibud. Hiermee geven we inwoners de mogelijkheid geldplannen aan te maken om zo beter inzicht in inkomsten en uitgaven te krijgen. We hebben ons aangesloten bij de Nederlandse Schuldhulproute (NSR)/Geldfit en hebben we een saneringskrediet mogelijk gemaakt. In 2021 hebben we het beleidsplan schulddienstverlening vastgesteld en zijn we gestart met de vroegsignalering van schulden. Ook hebben we het mogelijk gemaakt dat mensen in de bijstand een gift konden ontvangen zonder hiervoor gekort te worden op de uitkering.

 

In 2022 is er een energietoeslag van €800,- verstrekt. Later is deze verhoogd naar € 1.300,- Het CBS gaat ervan uit dat 543 huishoudens recht hadden op de energietoeslag (cijfers 2020). In november hadden we al aan 579 huishoudens de energietoeslag verstrekt. Dit is een bereik van ca. 100%. In april 2023 hebben we een energietoeslag van € 500,- verstrekt aan huishoudens die in 2022 een laag inkomen hadden. In oktober/november 2023 hebben we een energietoeslag van € 800,- verstrekt aan de inwoners die in 2023 een laag inkomen hadden.

 

Ook is er in oktober 2022 met terugwerkende kracht een tijdelijk noodfonds energietoeslag vastgesteld door het college. Dit fonds is beschikbaar voor alle inwoners die hun energierekeningen niet meer kunnen betalen en geen mogelijkheden hebben om nog meer kosten te besparen of meer inkomen te verwerven. Ook de middeninkomens komen hiervoor in aanmerking. Dit noodfonds is verlengd tot 31 december 2023.

 

Nadat de gemeente al eens bijeenkomsten had georganiseerd over armoede en schulden in 2019 en 2021 hebben verschillende vrijwilligersorganisaties dat gezamenlijk gedaan in 2023. Hieruit zijn twee werkgroepen voortgekomen die een gezamenlijke huisvesting van Kledingbank De Cirkel en andere partijen onderzoekt en een werkgroep PR & Communicatie. De gemeente werkt zoveel mogelijk samen met deze werkgroepen en de vrijwilligersorganisaties.

 

2.3. Armoedebeleid

Armoedebeleid is meer dan een sociaal vangnet. Het beleid rondom armoede heeft een directe relatie met veel andere beleidsterreinen binnen het sociaal domein. Armoede heeft gevolgen voor meerdere leefgebieden van inwoners zoals de toegang tot de arbeidsmarkt, maatschappelijke activiteiten en de gezondheidszorg. Bestrijding van armoede vraagt om een integrale aanpak en werkwijze. Dit betekent ook dat we bij beleidskeuzes op andere terreinen rekening houden met de gevolgen van beleidskeuzes voor inwoners met een laag inkomen. De ondersteuning in het inkomen is een specifieke taak van de overheid. Het landelijke inkomensbeleid moet voorzien in een adequate inkomensvoorziening voor de meest voorkomende uitgaven. De gemeente moet zich verre houden van algemene inkomenspolitiek, de gemeente mag dus geen geld verstrekken zonder dat hier kosten tegenover staan. Uitzonderingen zijn de wettelijke regelingen van de categoriale bijstand, die worden verstrekt in de vorm van een aanvullende zorgverzekering of een bijdrage in de premie van een dergelijke verzekering. In de gemeente Heerde kennen we de gemeentepolis waar de gemeente een bijdrage aan verstrekt en de Tegemoetkoming zorgverzekering voor chronisch zieken en gehandicapten die ambtshalve (automatisch) mag worden verstrekt. Ook de energietoeslag valt onder de categoriale bijstand.

 

Het gemeentelijke beleid is bedoeld om, via maatwerk, huishoudens die te maken hebben met hogere uitgaven, te ondersteunen. Gemeenten zijn hiervoor volgens het rijk “door hun positie dicht bij de burger het beste in staat om de doelgroep te bereiken en maatwerk te leveren”. De vangnetregelingen zijn hiervoor bedoeld. Ze stimuleren daarmee participatie voor inwoners met een laag inkomen en ondersteunen bij het dragen van specifieke hoge kosten. De vangnetregelingen worden gevormd door het minimabeleid en de bijzondere bijstand. Ter bestrijding van armoede en schulden pakken meer organisaties een rol. We waarderen deze initiatieven en ondersteunen deze want de gemeente kan dit complexe probleem namelijk niet alleen oplossen. In de samenwerking met de organisaties is soms sprake van een subsidierelatie zoals Stichting Leergeld Noord Veluwe, de Voedselbank en Grip op de Knip/Schuldhulpmaatje voor de bestrijding van armoede en schulden.

3. Visie en kaders

In dit hoofdstuk hebben we de visie opgenomen alsmede de kaders uit het coalitieakkoord en het kaderdocument sociaal domein. Tenslotte leest u hoe Steun- en informatiepunt Stip de dienstverlening vorm geeft.

 

3.1. Visie Bestaanszekerheid

Elk gezin en elk kind dat in de gemeente Heerde in armoede leeft is er een te veel! Dat is het uitgangspunt waarvoor wij ons inzetten. Omdat wij als gemeente de armoede niet kunnen oplossen - dit is een taak van de Rijksoverheid - richten wij ons op onze gemeentelijke rol binnen het bevorderen van bestaanszekerheid. Dit betekent dat we de dienstverlening van Stip, het beleid en de vangnetregelingen op orde willen hebben. Bij de dienstverlening van Stip denken we aan de bezetting en professionaliteit (integrale aanpak, maatwerk, laagdrempeligheid en de menselijke maat); we streven naar een financieel robuust en actueel beleid. De vangnetregelingen moeten actueel en effectief zijn. Deze effectiviteit blijkt uit het feit dat mensen er ook echt door geholpen zijn. Wederzijds vertrouwen is hierbij de basis. Vertrouwen in de inwoner die misschien af en toe een foutje maakt en die we dan helpen om deze te herstellen. En we werken eraan dat de inwoner vertrouwen kan hebben in ons, door een eerlijke boodschap en een duidelijke afstemming van woord en daad. We willen alle bijstandsgerechtigden toeleiden naar een passende plek, als het kan naar een betaalde baan.

Het bevorderen van bestaanszekerheid willen we samen doen met alle organisaties in de Heerder samenleving, in een armoedepact. We sturen op een integrale aanpak die via het kaderdocument en verschillende uitvoeringsprogramma’s vorm krijgt. We volgen de lokale, regionale en landelijke ontwikkelingen en stemmen hierop ons beleid af. We monitoren voortdurend of ons beleid nog volstaat en of we verbeteringen kunnen aanbrengen, zoals nu met onder andere het indexeren van de premie zorgverzekeringen voor chronisch zieken en gehandicapten, de gemeentepolis en de levensgebeurtenissen. Waar nodig ontwikkelen we tijdelijk beleid zoals bijvoorbeeld met het tijdelijk noodfonds energietoeslag. We besteden veel aandacht aan communicatie naar de inwoners, naar de vrijwilligers en professionals in het werkveld, naar de Adviesraad Sociaal Domein en naar de raad.

 

3.2. Het coalitieakkoord: samen leven, samen doen

In het coalitieakkoord is de volgende tekst opgenomen:

 

“Wij steken een helpende hand uit bij armoede

Niemand kiest ervoor om arm te zijn. Maar door allerlei oorzaken – stijgende energieprijzen, hoge inflatie – kan iemand toch in de schulden raken. En vervolgens ook de aansluiting bij de samenleving kwijtraken. In Heerde willen we mensen niet zien als een nummer of als een kostenpost. Daarom kijken we bij het verstrekken van bijstand naar de mens. We zoeken samen naar passend werk. Of we helpen hem of haar om een bijdrage te leveren aan de eigen buurt of gemeente. Bij de vraag om de kwijtschelding van schulden, zorgen we voor maatwerk.”

 

3.3. Het Kaderdocument Sociaal Domein

Als gemeente bieden we passende ondersteuning op het gebied van werk en inkomen. Dit varieert van een algemeen preventief aanbod tot het aanbieden van een maatwerkvoorziening. Het doel van preventie is te zorgen dat mensen samenredzaam blijven of worden door hun eigen kracht te vergroten. Ook heeft preventie als doel om het ontstaan van problemen te voorkomen of in een zo vroeg mogelijk stadium op te sporen. Zo kunnen we erger voorkomen. Als preventie niet voldoende is, kunnen we een maatwerkvoorziening bieden. Dit is ondersteuning die is afgestemd op de persoonlijke situatie. We vinden het belangrijk dat deze ondersteuning kwalitatief goed is en blijft. Ook bieden we een passend aanbod van zowel preventieve als maatwerkvoorzieningen, zodat we alle inwoners met een hulpvraag zo goed mogelijk kunnen helpen. Voor de periode 2024-2027 geven we binnen dit thema aandacht aan een aantal opgaves. We bieden passende ondersteuning en stimuleren dat iedereen naar vermogen mee kan doen. We ondersteunen bij armoede, schulden en bij laaggeletterdheid om bestaanszekerheid te bevorderen.

 

 

Wat zijn onze ambities?

De komende jaren werken we aan de volgende ambities:

  • We optimaliseren de vangnetregelingen voor inwoners zoals het minimabeleid, bijzondere bijstand en het Kindpakket.

  • We gaan in gesprek met de inwoners over deze regelingen. Hierdoor krijgen we een beter zicht op de effectiviteit ervan.

  • Het beleid voor het Kindpakket, zoals dat afgelopen jaren is ingezet, continueren we.

  • Hierbij hebben we bijzondere aandacht voor de ontwikkeling en het mee (kunnen) doen van kinderen.

 

3.4. Steun- en informatiepunt Stip

De uitvoering van de gemeentelijke diensten op gebied van bestaanszekerheid ligt bij Steun- en Informatiepunt Stip. Een integrale aanpak, maatwerk, laagdrempeligheid en de menselijke maat zijn belangrijke pijlers waarop Stip de dienstverlening baseert.

 

Pijler 1: de integrale aanpak

In een samenleving waarin complexe problematiek steeds meer aandacht vraagt, biedt Stip een integrale aanpak, waarbij het principe "een gezin, een plan, een regisseur" wordt toegepast. Complexe problemen van een gezin worden in samenhang aangepakt met oog voor de onderlinge verbanden tussen problemen en behoeften.

 

De gezinsregisseur fungeert als een aanspreekpunt voor het gezin en coördineert de geboden hulp. Dit zorgt voor een gestroomlijnde communicatie en een effectieve aanpak van de problematiek, waarbij het gezin zelf ook meer regie houdt over hun eigen situatie.

 

Pijler 2: we passen maatwerk toe

Om tot een doeltreffend plan te komen, past Stip maatwerk toe. Geen twee gezinnen zijn immers hetzelfde, en elk gezin heeft specifieke behoeften en uitdagingen. Door maatwerk te bieden, wordt er optimaal ingespeeld op de individuele situatie van het gezin. Dit vergroot de kans op duurzame oplossingen en een verbeterde leefsituatie voor het gezin.

 

Een belangrijk hulpmiddel dat Stip hanteert bij het doorbreken van complexe problematiek is de doorbraakmethode. Deze methode is erop gericht om samen met het gezinssysteem te zoeken naar creatieve oplossingen die blijvend bijdragen aan meer eigen regie en vermindering van problematiek en afhankelijkheid van hulpverlening. Uiteraard binnen de wettelijke kaders. Door out-of-the-box te denken en creatieve oplossingen te verkennen, kunnen hardnekkige problemen op een vernieuwende wijze worden aangepakt. Dit draagt bij aan het vergroten van de effectiviteit van de geboden hulp.

 

Pijler 3: De toegankelijkheid

Door laagdrempelig te zijn, wordt het voor gezinnen makkelijker om hulp te zoeken. Geen ingewikkelde procedures of bureaucratie, maar een duidelijke en begrijpelijke ingang voor ondersteuning. Dit verlaagt de drempel voor gezinnen om hulp te vragen en zorgt ervoor dat problemen tijdig worden opgepikt en aangepakt.

 

Pijler 4: de menselijke maat

Elk gezin wordt benaderd met begrip, respect en empathie. Hulpverleners hebben oog voor de mens achter de problematiek en luisteren naar de behoeften en wensen van het gezin. Deze persoonlijke benadering zorgt voor vertrouwen en een betere samenwerking tussen gezinnen en hulpverleners.

Bij het beoordelen van de aanvragen wordt vastgesteld wat nodig is en wat wettelijk is toegestaan. Soms is er een reden om af te wijken van wat wettelijk toegestaan is.

De menselijke maat is op de langere termijn doelmatig en zelfs de sleutel om onze gezondheidszorg en het sociale domein betaalbaar en toegankelijk te houden. En werken volgens de menselijke maat betekent ook niet dat iedereen altijd zijn zin krijgt. Niet elke behoefte hoeft bevredigd te worden met publieke middelen.

4. De vangnetregelingen

4.1. Minimabeleid

Inleiding Minimabeleid

Het minimabeleid heeft als doel mensen te behoeden voor armoede en armoede-effecten. Dit vloeit voort uit de verplichting van de overheid om mensen met een laag inkomen te ondersteunen. Dat is een sociaal grondrecht, opgenomen in artikel 20 van de grondwet.

De gemeente voert de minimaregelingen uit. Welke regelingen dat zijn, kan per gemeente verschillen. Elke gemeente bepaalt ook zelf aan welke eisen inwoners moeten voldoen en wat de hoogte is van een financiële tegemoetkoming. Hoewel het beleid en de regels kunnen verschillen, komen de regelingen in de praktijk behoorlijk overeen.

 

Minimabeleid is niet gebaseerd op de Participatiewet. Het zijn interventies die de raad of het college willen inzetten. Soms op basis van initiatieven van het Rijk of de beschikbare middelen en een andere keer op basis van de noodzaak die het college ziet in de samenleving.

De minimaregelingen die we in de gemeente Heerde kennen zijn de activiteitenbijdrage en het Kindpakket.

4.1.1. Het Kindpakket

Bestrijding armoede bij kinderen: het doel

In Nederland groeien nog altijd teveel kinderen op in armoede. Hierdoor zijn bijvoorbeeld schoolreisjes of zwemlessen niet voor alle kinderen vanzelfsprekend. Opgroeien in armoede heeft serieuze gevolgen voor de ontwikkeling van een kind. Gelijke kansen voor alle kinderen, dat is wat we als gemeente willen bereiken. Daarom hebben we het Kindpakket ingericht.

Kinderen uit gezinnen met een inkomen onder de inkomensgrens kunnen gebruik maken van het Kindpakket.

 

Bestrijding armoede bij kinderen: een terugblik

Jaarlijks ontvangen we vanuit het gemeentefonds een bedrag ter bestrijding van armoede bij kinderen. Het bedrag varieert van € 55.212,- in 2017 tot € 39.898,- in 2020. In 2022 bedroeg het bedrag € 45.046,-. Om dit budget goed te besteden hebben we het Kindpakket ingericht.

 

Het Kindpakket

 

 

Het Kindpakket wordt uitgevoerd in samenwerking met Stichting Leergeld Noord Veluwe. Het Kindpakket bestaat uit een regulier deel, de zgn. “leergeldformule”, en uit enkele acties. Via de leergeldformule ondersteunen we schoolgaande kinderen met middelen op gebied van onderwijs, cultuur, sport en welzijn zoals een laptop, fiets, lidmaatschap van een culturele of sportvereniging, etc. Verstrekkingen uit het Kindpakket zijn altijd in natura. Bij de acties kunt u denken aan een kledingpas, een zomerpakket en een decemberactie. Deze acties doen we in samenwerking met Stichting Leergeld Noord Veluwe, het Interkerkelijk Diaconaal Overleg (IDO), en de Jan Nienhuisvereniging. Ook ontvangen alle jongeren in de gemeente Heerde die 18 jaar worden het Nibudboekje “Geldwijzer bijna 18”.

De inkomsten vanuit het gemeentefonds zijn te beperkt om het hierboven beschreven voorzieningsniveau voor het Kindpakket in stand te kunnen houden. In het verleden konden we deze acties inzetten doordat de raad middelen beschikbaar stelde bij de resultaatbestemming bij het vaststellen van de jaarrekening. In 2023 hebben het IDO en de Jan Nienhuis vereniging bijgedragen. Daarnaast is het van belang dat Stichting Leergeld Noord Veluwe voldoende capaciteit heeft om deze acties te kunnen uitvoeren. Dit beleid wordt voortgezet binnen de financiële mogelijkheden van de gemeente.

 

In hoofdstuk 5.3.4 Bestrijding armoede bij kinderen hebben we, als nieuw beleid, opgenomen dat we in gesprek willen met ouders en kinderen om te onderzoeken of ze tevreden zijn over de gemeentelijke dienstverlening.

4.1.2. Activiteitenbijdrage

Activiteitenbijdrage: het doel

Met de activiteitenbijdrage ontvangen inwoners van de gemeente Heerde met een inkomen dat lager is dan 120% van de bijstandsnorm, een tegemoetkoming voor kosten waardoor ze kunnen (blijven) deelnemen in de samenleving. Met de activiteitenbijdrage kunnen inwoners bijvoorbeeld een keuze maken uit de volgende kosten: abonnementen, contributies, lidmaatschappen en entreegelden. Maar ook kosten voor sportkleding en openbaar vervoer.

 

Activiteitenbijdrage: een terugblik

De activiteitenbijdrage is een openeindregeling. Dat betekent dat er geen limiet op het gebruik is anders dan de voorwaarden die door de gemeente gesteld worden. De regeling is vastgelegd in een verordening. De activiteitenbijdrage bedraagt in 2022 € 180,- per gezinslid per jaar. Dit bedrag wordt elk jaar per 1 januari geïndexeerd.. Met de activiteitenbijdrage kunnen mensen (blijven) deelnemen in de maatschappij en het voorkomt dat mensen in een sociaal isolement raken.

 

 

In deze grafiek ziet u dat de kosten sinds 2020 zijn toegenomen. Naast het feit dat de kosten hoger worden doordat het bedrag jaarlijks wordt geïndexeerd, is ook het gebruik van deze regeling toegenomen. We hebben de activiteitenbijdrage in 2022 aan 407 inwoners uitgekeerd. We verwachten dat de stijging te maken heeft met een teruglopende economie en dat we daardoor meer mensen spreken en in deze gesprekken de regeling vaker onder de aandacht brengen.

 

4.2. Bijzondere bijstand

Bijzondere bijstand: het doel

Het doel van de bijzondere bijstand is dat inwoners die een laag inkomen hebben, ondersteund worden als ze bijzondere en noodzakelijke kosten hebben. Voor deze bijzondere bijstand hebben we een beleidsregel opgesteld. Vanuit de Participatiewet en jurisprudentie worden een aantal eisen gesteld voor het verstrekken van bijzondere bijstand. De kosten moeten noodzakelijk zijn en bijzonder. De belanghebbende kan de kosten niet zelf betalen en er zijn zeer dringende redenen(artikel 16 PW). In de beleidsregel bijzondere bijstand wordt dit verder toegelicht.

 

Bijzondere bijstand: een terugblik

In deze grafiek ziet u het verloop van de kosten van de bijzondere bijstand.

De kosten zijn de laatste jaren redelijk stabiel gebleven. Voor meer informatie verwijzen we u naar de jaarlijkse monitor sociaal domein.

 

 

In de afgelopen jaren hebben we meerdere (tijdelijke) beleidsregels ontwikkeld die gebaseerd waren op de bijzondere bijstand. Zo hebben we Aanvullende beleidsregels bijzondere bijstand in 2018 ontwikkeld, en later de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo), de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK), de energietoeslag en het Noodfonds Energietoeslag.

 

Bij nieuw beleid hebben we in hoofdstuk 5.3.3 Bijzondere bijstand opgenomen dat we in gesprek willen met inwoners om te onderzoeken of ze tevreden zijn over de gemeentelijke dienstverlening. Daarnaast wordt de premie zorgverzekering voor chronisch zieken en gehandicapten geïndexeerd (zie 5.3.1 De tegemoetkoming premie zorgverzekering (TPZ) wordt geïndexeerd)

4.2.1.Tegemoetkoming premie zorgverzekering

Tegemoetkoming premie zorgverzekering: het doel

Voor mensen die een laag inkomen hebben, kan het moeilijk zijn om de premie van de zorgverzekering te betalen. Zeker als ze chronisch ziek zijn of een handicap hebben.

De gemeente vindt dat iedereen zich goed moet kunnen verzekeren, ook mensen met een laag inkomen. Daarom geeft de gemeente speciaal voor chronisch zieken en gehandicapten met een minimuminkomen een tegemoetkoming in de premie zorgverzekering. Dit is een financiële ondersteuning van € 240,- per jaar. Als de inwoner al een bijdrage ontvangt voor de collectieve zorgverzekering (de gemeentepolis) dan wordt dit in mindering gebracht op het uit te keren bedrag.

 

Tegemoetkoming premie zorgverzekering: een terugblik

In 2021 hebben 196 huishoudens gebruik hebben gemaakt van deze regeling. De totale vergoeding hiervoor was € 52.560.

 

Deze tegemoetkoming wordt geïndexeerd, zie ook 5.3.1 Tegemoetkoming premie zorgverzekering.

4.2.2. Collectieve zorgverzekering (Gemeentepolis)

Een Gemeentepolis is een zorgverzekering via de gemeente waarin je woont. De Gemeentepolis is speciaal voor mensen met hoge zorgkosten en een inkomen onder de inkomensgrens.

 

Gemeentepolis: het doel

Het doel van de Gemeentepolis is om inwoners met hoge zorgkosten een betaalbare zorgverzekering te bieden met een breder aanbod. Hierdoor hopen we zorgmijding te voorkomen.

 

Gemeentepolis: een terugblik

Met ingang van 2022 hebben we de overstap gemaakt van Menzis naar Aevitae. De reden was dat Menzis eenzijdig het contract heeft opgezegd. Menzis wilde zich meer richten op hun kernwerkgebied waarvan de gemeente Heerde geen deel uitmaakt.

De gemeente draagt financieel bij aan deze zorgverzekering. Bij het overstappen naar Aevitae heeft de gemeente Heerde de bijdrage gelijkgetrokken met de bijdragen van de gemeente Hattem. Deze bijdrage wordt bekostigd vanuit de bijzondere bijstand. We hebben de inwoners herhaaldelijk geïnformeerd per brief over deze overstap. We hebben alle mensen nog eens telefonisch benaderd en we hebben inloopspreekuren gehouden om de inwoners te ondersteunen bij het overstappen. Een aantal inwoners is niet overgestapt naar Aevitae maar heeft een andere keuze gemaakt.

 

In hoofdstuk 5.3.5 Gemeentepolis hebben we als nieuw beleid opgenomen dat we inwoners benaderen die langdurige betalingsachterstanden hebben bij de zorgverzekering.

5. Beleid

Dit beleidsplan heeft tot doel om het beleid te herijken waar dat nodig is, de beleidsstukken zoals de beleidsregel bijzondere bijstand en de verordeningen te actualiseren en daar waar nodig nieuw beleid in te zetten. Daarnaast volgen we de komende jaren een aantal verschillende beleidslijnen om de bestaanszekerheid te bevorderen.

 

  • Beleidslijn 1: Een integrale aanpak

  • Beleidslijn 2: Plannen van de rijksoverheid

  • Beleidslijn 3: Lokaal bevorderen van bestaanszekerheid

  • Beleidslijn 4: Communicatie

5.1. Beleidslijn 1: een integrale aanpak

Op basis van het kaderdocument sociaal domein zijn verschillende uitvoeringsprogramma’s ontwikkeld waarmee de bestaanszekerheid vanuit verschillende thema’s wordt bevorderd. Zo zijn er bijvoorbeeld programma’s op de volgende onderdelen:

  • Vrijwilligers te ondersteunen;

  • Vergroten kansengelijkheid in het onderwijs en kinderopvang;

  • Psychisch kwetsbare inwoners te ondersteunen;

  • Nieuwkomers duurzaam te laten integreren;

  • Stimuleren dat iedereen naar vermogen mee kan doen en als het mogelijk is helpen bij het vinden van een passende arbeidsplek;

  • We ondersteunen bij armoede en schulden;

  • We ondersteunen inwoners met laaggeletterdheid.

Voor meer informatie verwijzen wij u naar de betreffende programma’s.

 

5.2. Beleidslijn 2: de plannen van de Rijksoverheid

Zoals al gememoreerd in hoofdstuk 2 heeft de rijksoverheid grote ambities op het gebied van bestaanszekerheid. De aanpak geldzorgen, armoede en schulden en de wijziging van de participatiewet zullen leiden tot acties van het college. Alle acties zijn nog onvoldoende duidelijk waardoor we hier op moment van schrijven geen compleet beeld kunnen geven. Het college volgt de ontwikkelingen op de voet en zal daar waar wenselijk en nodig, actie ondernemen.

 

Doelstellingen aanpak geldzorgen, armoede en schulden

Het kabinet heeft de ambitie om te streven naar bestaanszekerheid. Deze ambitie is vertaald naar drie kwantitatieve doelstellingen voor de aanpak van geldzorgen, armoede en schulden:

  • Een halvering van het aantal mensen in armoede in 2030 (t.o.v. 2015);

  • Een halvering van het aantal kinderen dat in armoede opgroeit in 2025 (t.o.v. 2015);

  • Een halvering van het aantal huishoudens met problematische schulden in 2030 (t.o.v. 2015). Dit draagt tevens ten dele bij aan de doelstelling om het aantal mensen in armoede te halveren.

Deze ambities sluiten aan bij de Duurzame Ontwikkelingsdoelstelling (SDG = Sustainable Development Goals) van de Verenigde Naties om armoede te beëindigen.

 

Wijziging Participatiewet van ‘waar heb je recht op?’ naar ‘wat heb je nodig?’

De analyse in het rapport ‘participatiewet in balans’ van het ministerie van Sociale Zaken, laat zien dat de Participatiewet uit balans is. Bestaanszekerheid, verplichtingen en vangnetkarakter vormen al sinds de jaren ‘60 de basis voor de bijstand. Het regime van terugvordering en sanctie is begin jaren ‘90 dominanter in de wet opgenomen. Arbeidsinschakeling heeft eind vorige eeuw, begin deze eeuw een prominentere plek in de wet gekregen. Met de Fraudewet (2013) zijn handhaving en sanctionering strenger geworden en sinds de inwerkingtreding van de Participatiewet (2015) is het aantal verplichtingen voor bijstandsgerechtigden toegenomen. Denk aan de taaleis en de kostendelersnorm.

 

5.3. Beleidslijn 3: lokaal bevorderen van bestaanszekerheid

Naast alle landelijke regelingen ontwikkelt de gemeente Heerde, op basis van de kadernota sociaal domein, een uitvoeringsprogramma waarin de concrete acties worden vermeld. Dit is het uitvoeringsprogramma 7.2 ondersteunen bij armoede en schulden. Dit uitvoeringsprogramma heeft een looptijd van twee jaar. Onderstaand hebben we een greep uit de concrete acties opgenomen. Het college behoudt zich het recht voor om van dit programma af te wijken als we dit door allerlei ontwikkelingen wenselijk of noodzakelijk achten.

5.3.1. De tegemoetkoming premie zorgverzekering (TPZ) wordt geïndexeerd

Inwoners uit de gemeente Heerde, met een inkomen onder de inkomensgrens van 120% van de bijstandsnorm, die chronisch ziek zijn of gehandicapt, kunnen een tegemoetkoming krijgen voor de premie zorgverzekering. Dit is een vast bedrag van € 240,- per jaar per (meerderjarig) persoon. Als de inwoner gebruik maakt van de collectieve zorgverzekering van de gemeente (gemeentepolis) en de bijdrage van de gemeente aan die polis lager is, dan wordt het restant van € 240,00 uitgekeerd.

 

De TPZ is een vorm van categoriale bijstand. Dat betekent dat, als een inwoner aan de voorwaarden voldoet, dit bedrag ambtshalve(automatisch) kan worden uitgekeerd. Het bedrag van € 240,- is vanaf 2014 niet verhoogd. Vanwege de huidige economische situatie wil het college ook deze bijdrage meenemen in de indexering.

 

Omdat de voor u liggende stukken worden vastgesteld nadat er een forse verhoging is geweest van het minimumloon en bijstand in 2023 wordt de indexering van 2023 bijgeteld bij de indexering van 2024. Dus een dubbele indexering in 2024. Gemiddeld is de hoogte van een indexering tussen de 1% en 2% per jaar.

 

Het indexeren van de TPZ leidt naar verwachting niet tot extra kosten. Het aantal deelnemers van deze regeling neemt al jaren af waardoor de meerkosten van de indexering naar verwachting worden gecompenseerd doordat er minder deelnemers zijn.

5.3.2. Pilot Armoedepact

Armoedebestrijding verandert van gezicht. Naast inkomensondersteunende voorzieningen komt het accent steeds meer te liggen op terugdringen van sociale uitsluiting, eenzaamheid, kansenongelijkheid en de structurele oorzaken van armoede. Steun door particulieren en instellingen zoals kerken, fondsen, vrijwilligersorganisaties en stichtingen wordt gelet op deze bredere ambitie steeds relevanter. Sommige gemeenten zoeken toenadering tot en aansluiting bij particuliere initiatiefnemers met een zogeheten armoedepact. Met dit pact worden ambities en afspraken uitgesproken om samen bestaanszekerheid te bevorderen. Ook willen we via dit pact in beeld krijgen hoe we de laagdrempeligheid kunnen behouden danwel bevorderen. Tot slot kan dit pact een bijdrage leveren aan vroegsignalering van problematische schulden.

 

Een kwartiermaker is onontbeerlijk

Om een succes te maken van een armoedepact is het wenselijk een kwartiermaker in te zetten. De komende twee jaren kan de beleidsadviseur Participatiewet Inkomen deze rol vervullen met maximaal vier tot acht uur per week naast de reguliere taken. Voorlopig brengt dit geen extra kosten met zich mee.

 

In 2025 evalueren we het pact en besluiten we of we er mee verder gaan.

5.3.3. Bijzondere bijstand

We brengen de vangnetregelingen onder de aandacht van de inwoners zodat zij weten van het bestaan en er gebruik van kunnen maken als dat nodig is. Dit is een voortzetting van het huidige beleid.

 

We willen in gesprek met de gebruikers van de vangnetregelingen om te onderzoeken of deze voldoen of moeten worden geoptimaliseerd.

5.3.4. Bestrijding armoede bij kinderen

Het beleid is om het Kindpakket budgetneutraal uit te voeren. Omdat het budget van deze rekening per jaar verschilt, zal elk jaar opnieuw worden gekeken wat de mogelijkheden zijn. Hierbij zijn de subsidie aan Stichting Leergeld en de verstrekking van een kledingpas vaste uitgangspunten.

We willen in gesprek met de gebruikers van het Kindpakket om te onderzoeken of het Kindpakket voldoet of kan worden geoptimaliseerd.

5.3.5. Gemeentepolis

Sommige inwoners hebben betalingsproblemen bij hun zorgverzekering. Als deze betalingsproblemen structureel worden, kunnen ze geen gebruik meer maken van de aanvullende zorgverzekering en krijgen ze de wanbetalersstatus. Zij komen dan terecht in de wanbetalersregeling van het Centraal Administratiekantoor (CAK). Dit kan voor deze inwoners een probleem zijn omdat ze dan meer zorgkosten hebben, waardoor het risico van zorgmijding aanwezig is.

Wij gaan onderzoeken of we deze inwoners kunnen helpen en wat daar dan voor nodig is om uit deze wanbetalersregeling te komen.

 

We willen de Gemeentepolis meer onder de aandacht brengen van de inwoners die de tegemoetkoming premie zorgverzekering ontvangen. We verwachten dat het kiezen van de juiste Gemeentepolis in sommige situaties voordeel kan opleveren voor deze inwoners.

5.3.6. Levensgebeurtenissen

Armoede kan allerlei oorzaken hebben. Denk aan levensgebeurtenissen en onverwachte gebeurtenissen zoals een scheiding, de coronacrisis, stijgende energieprijzen, toenemende inflatie, faillissement, persoonlijke factoren zoals een chronische ziekte, psychische problemen of een licht verstandelijke beperking. We gaan onderzoeken of we de juiste ondersteuning bieden bij de verschillende levensgebeurtenissen.

 

5.4. Beleidslijn 4: communicatie

Het college besteedt veel aandacht aan communicatie. Voorlopig herkennen we hierin vier doelgroepen:

 

  • de inwoners van de gemeente Heerde;

  • de vrijwilligers en de professionals in het werkveld;

  • de Adviesraad Sociaal Domein;

  • de raad.

De inwoners van de gemeente Heerde

We trachten de inwoners zoveel mogelijk te bereiken door publicaties in de Schaapskooi, sociale media, flyers met de verschillende regelingen en organisaties waar inwoners terecht kunnen en de nieuwsbrief Werk & Inkomen. De teksten zijn altijd geschreven op B1-niveau.

 

Daarnaast proberen we zoveel mogelijk met inwoners in gesprek te komen om hun mening en hun ondersteuningsbehoefte te horen.

 

De vrijwilligers en de professionals in het werkveld

Alle ontwikkelingen en publicaties delen we met deze doelgroep via de nieuwsbrief “Samen tegen armoede”. Ook hebben we een overzicht, op de website en in een flyer, met de verschillende vrijwilligersorganisaties in de gemeente waar ze naar kunnen doorverwijzen voor de juiste ondersteuning.

 

Via bijeenkomsten en overleggen zijn we in gesprek met vrijwilligers. Vrijwilligersorganisaties die zich bezig houden met het bevorderen van bestaanszekerheid willen we verbinden in een armoedepact.

 

De Adviesraad Sociaal Domein (ASD)

De ASD vragen we om een advies wanneer er nieuw beleid wordt ontwikkeld.

 

De raad

Het college vindt het belangrijk om de raad tijdig en volledig te informeren. Dit doen we via de middelen die ons ter beschikking staan binnen de bestaande structuur. Wij vinden de monitor sociaal domein het juiste middel om de raad verslag te doen van de resultaten. Een enkele keer, wanneer de situatie daarom vraagt, zullen wij de raad informeren via een memo actieve raadsinformatie. Als extra zullen we de nieuwsbrief ‘Samen tegen armoede’, waarin nieuws en publicaties over minimabeleid zijn opgenomen, aan de raad verstrekken.

Bijlage: Overzicht beleidsstukken Armoedebestrijding

 

De beleidsstukken Armoedebestrijding worden vorm gegeven door een aantal documenten:

 

Overzicht beleidsstukken Armoedebestrijding

Oud document

Nieuw document

Omschrijving

Vaststellen door

Beleidsplan vangnetregelingen 2015

Beleidsplan Armoedebestrijding 2023- 2026

Een algemene beschrijving van het beleid, inclusief een terugblik en eventuele beleidswijzigingen (dit document)

raad

Verordening individuele inkomenstoeslag 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag 2023

Beschrijft de regelgeving met betrekking tot het verstrekken van inkomenstoeslag

raad

Verordening activiteitenbijdrage 2015

Verordening activiteitenbijdrage 2023

Beschrijft de regelgeving met betrekking tot het verstrekken van de activiteitenbijdrage

raad

Aanvullende beleidsregels bijzondere bijstand 2018

Beleidsregels bijzondere bijstand 2023

Beschrijft de gemeentelijke beleidsregels op gebied van bijzondere bijstand waar nodig.

college

Verordening bijzondere bijstand

Vervalt, zie beleidsregels bijzondere bijstand 2023

Wordt opgenomen in de Aanvullende beleidsregels bijzondere bijstand 2023

n.v.t.

Verordening individuele studietoeslag

Vervalt

Is nu wettelijk geregeld

n.v.t.