Nota Omgevingskwaliteit voor zonnepanelen in beschermd stads- en dorpsgezicht

STAPPENPLAN Zonnepanelen in het beschermde stads- en dorpsgezicht

De gemeente is zuinig op haar beschermde stads- en dorpsgezicht en wil duurzame energie stimuleren. In deze gebieden zijn de belangrijke pleinruimtes en stadsstraten een bepalende factor. Kerken, stadsboerderijen en andere markante gebouwen, evenals panden met bijzondere dakvormen of dak- bedekking, lenen zich niet altijd voor een plaatsing van panelen. Het uitgangspunt is dat er rustige vlakken mogelijk zijn met een beperkte zichtbaarheid, zodat de panelen het aanzien van het beschermde stads- en dorpsgezicht niet gaan domineren. Op de (digitale) kaarten kunt u precies zien in welke categorie uw pand valt en wat de mogelijkheden zijn.

Werkwijze en procedure:

• 1.

  Voor de plaatsing van zonnepanelen in het beschermde stads- en dorpsgezicht is altijd een omgevingsvergunning nodig. Bekijk wat de indieningsvereisten zijn. Kijk onder de kaart wat de criteria zijn en of er advies nodig is van de gemeentelijke adviescommissie (GAC), stadsbouwmeester (SBM) of dat een ambtelijke sneltoets volstaat;

• 2.

  In de infographic kunt u zien welke afweging gemaakt wordt voor uw type gebouw of woning;

• 3.

  Voor alle opties overlegt u een legplan en geeft u het type zonnepanelen aan. Voor een grondopstelling laat u ook zien hoe dit wordt ingepast op de kavel;

• 4.

  Op de digitale kaart van de gemeente, staat aangegeven wat de (on)mogelijkheden voor uw pand zijn.

1 Monumenten

Monumenten zoals kerkgebouwen, musea, stadsboerderijen of andere bijzondere gebouwen hebben een uitgesproken vormgeving. Hier zijn geen eenduidige principes voor maar zal per casus maatwerk nodig zijn. Deze plannen gaan altijd naar de gemeentelijke adviescommissie (monumenten).

2 Platte daken

De gemeente kent een aantal modernere gebouwen met platte daken. Als de panelen voldoende afstand tot de dakrand hebben en daarmee niet zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte is een dakopstelling een goede mogelijkheid.

3 Erven 

De gemeente kent een aantal karakteristieke erven. Panelen op grote dakvlakken of wolfseinden van karakteristieke boerderijen zijn niet wenselijk. Ondergeschikte schuren zijn wel geschikt.

Op sommige plekken is een kleine grondopstelling mogelijk.

4 Straten en pleinen

Ootmarsum kent een aantal karakterstieke straatwanden en pleinwanden die in hoge mate bijdragen aan de structuur van het beschermde stads- en dorpsgezicht. Het uitgangspunt vormt plaatsing van panelen waar deze minder invloed hebben op deze structuurlijnen. Daarnaast zijn er

diverse stadsboerderijen, die relatief los staan gesitueerd waardoor de grote dakvlakken op veel plekken zichtbaar zijn. Zij zijn erg belangrijk voor het straatbeeld en daarom zijn hier beperktere mogelijkheden. Op de kappenkaart is per pand/straatwand aangegeven wat er mogelijk is.

Kappenkaart beschermde stads- en dorpsgezicht Ootmarsum

Beleid- Uitgangspunten en criteria

In de kansrijke gebieden is er een ambtelijke sneltoets mogelijk. Indien het plan hier niet aan voldoet, of bij twijfel, kan er worden opgeschaald naar de stadsbouwmeester. Deze kan het plan indien no- dig weer opschalen naar de gemeentelijke adviescommissie. Dit beleid vervangt voor dit specifieke onderdeel, het plaatsen van zonnepanelen, binnen dit specifieke gebied, het beschermde stads- en dorpsgezicht van Ootmarsum, de welstandsnota. Alle overige aspecten uit de welstandsnota zoals de gebiedsgerichte criteria voor bebouwing en algemene regelingen zoals de excessenregeling en alge- mene criteria blijven onverminderd van toepassing voor dit gebied.

Kappenkaart beschermde stads- en dorpsgezicht Het Stift Weerselo 

Beleid- Uitgangspunten en criteria

In de kansrijke gebieden is er een ambtelijke sneltoets mogelijk. Indien het plan hier niet aan voldoet,

of bij twijfel, kan er worden opgeschaald naar de stadsbouwmeester. Deze kan het plan indien no- dig weer opschalen naar de gemeentelijke adviescommissie. Dit beleid vervangt voor dit specifieke onderdeel, het plaatsen van zonnepanelen, binnen dit specifieke gebied, het beschermde stads- en dorpsgezicht van het Stift Weerselo, de welstandsnota. Alle overige aspecten uit de welstandsnota zoals de gebiedsgerichte criteria voor bebouwing en algemene regelingen zoals de excessenregeling en algemene criteria blijven onverminderd van toepassing voor dit gebied.

Criteria zonnepanelen op het dak

Criteria Categorie: Kansarm

(beoordeling Stadsbouwmeester)

• ∎

  Zonnepanelen zijn ondergeschikt aan het bebouwingsbeeld;

• ∎

  Zonnepanelen op hellende daken zijn vanaf de achtergevel naar voren geordend en zeer beperkt zichtbaar vanaf de openbare ruimte. Als richtlijn wordt aangehouden een afstand van drie meter tot de voorgevel;

• ∎

  Zonnepanelen op hellende daken liggen binnen het dakvlak, onder de projectie van de nok;

• ∎

  De panelen worden geplaatst per dakvlak, in aaneengesloten vlakken, in eenvoudige geometrische vormen (rechthoek/vierkant/strook);

• ∎

  Toepassen ‘all-black’ panelen is het uitgangspunt, panelen in de kleur van het dakvlak is een pré. (bij twijfel type in overleg met de stadsbouwmeester);

• ∎

  Zonnepanelen op platte daken (van hoofd- en bijgebouwen) zijn toegestaan wanneer ze niet zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte;

• ∎

  Bij nieuwbouw zijn zonnepanelen toegestaan bij volledige integratie in het dakvlak, waarbij de zonnepanelen visueel een geheel vormen met de dakbedekking.

Criteria Categorie: Kansrijk en Beeldondersteunen

(ambtelijke toets -> opschalen SBM)

Hellend dak

• ∎

  Geplaatst in dezelfde hellingshoek als het dak;

• ∎

  aangebracht op de bestaande dakbedekking;

• ∎

  Aaneengesloten geplaatst in een eenduidig patroon;

• ∎

  Minimaal 200 cm afstand tot de voorgeveldakrand;

• ∎

  Minimaal 50 cm afstand tot de achtergeveldakrand, mits deze niet prominent zichtbaar is vanaf de openbare ruimte, anders geldt een afstand van 200 cm);

• ∎

  Minimaal 50 cm afstand tot de nok;

• ∎

  Minimaal 50 cm afstand tot overige elementen op het dak zoals dakdoorvoeren, dakramen etcetera;

• ∎

  Minimaal 20 cm afstand tot de goot;

• ∎

  1 type en 1 formaat per dakvlak.

Checklist Categorie: Neutraal

(ambtelijke toets -> opschalen SBM)

Platte daken

• ∎

  hoogte panelen = afstand tot dakrand.

Hellend dak

• ∎

  Minimaal 50 cm afstand tot voorgevel, dakrand, goot en overige zoals dakdoorvoeren, dakramen etceera. elementen op het dak.

Criteria zonnepanelen grondopstelling

Algemeen

Voorkeur is om de zonnepanelen eerst te plaatsen op een dakvlak van een bijbehorend bouwwerk (schuur) en als dit niet lukt op een hoofdgebouw op een niet zichtbare plek. Indien dit niet mogelijk is,

is plaatsing op de grond in een veldopstelling onder voorwaarden mogelijk. De groen gearceerde gebieden op de kaart geven zoekgebieden weer waarbinnen een kleinschalige veldopstelling mogelijk is. De stadsbouwmeester kan helpen bij de invulling daarvan. Daarbij gelden de volgend criteria.

Criteria

• ∎

  Alleen kleinschalige opstelling (ca. 12 panelen) en waarbij de omvang van de opstelling in goede verhouding is tot de schaal van de omgeving en/of de tuinaanleg;

• ∎

  Zo verdekt mogelijk opgesteld ten opzichte van de openbare ruimte, bijvoorbeeld achter een (bestaande) haag;

• ∎

  Zo laag mogelijk geplaatst (eventueel verdiept) met een flauwe hellingshoek van maximaal circa 15 graden en geen panelen boven elkaar;

• ∎

  Helder patroon (bijvoorbeeld rechthoekig), passend bij de inrichting van de tuin (als ‘moes’ in de moestuin);

• ∎

  Toepassen ‘all-black’ panelen en onderdelen in het zicht donker van kleur uitvoeren;

• ∎

  Geen hekwerken of installaties toevoegen;

• ∎

  Eventueel kan door de gemeente gevraagd worden om een extra inpassing van de panelen. Bijvoorbeeld met beplanting.

Nb: Een veldopstelling is in principe alleen mogelijk binnen het bebouwingsvlak in het bestemmingsplan.