Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Helmond

Verordening wegslepen voertuigen Helmond 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHelmond
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening wegslepen voertuigen Helmond 2024
CiteertitelVerordening wegslepen voertuigen Helmond 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening wegslepen voertuigen Helmond 2023.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 173, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

07-11-2023

gmb-2023-543226

82L

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening wegslepen voertuigen Helmond 2024

De raad van de gemeente Helmond;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 september 2023;

gelet op de het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 173, tweede lid van de Wegenverkeerswet en het Besluit wegslepen van voertuigen;

 

besluit:

vast te stellen de Verordening wegslepen voertuigen Helmond 2024;

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • b.

    wet: de Wegenverkeerswet 1994;

  • c.

    besluit: het Besluit wegslepen van voertuigen;

  • d.

    voertuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, onder al RVV 1990;

  • e.

    motorrijtuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c van de wet;

  • f.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van Helmond;

  • g.

    vrachtauto: wat hieronder verstaan wordt in artikel 1, onder ao RVV 1990;

  • h.

    wegen: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid onder b van de wet.

Artikel 2. Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld

Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voor zover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

Artikel 3. Plaats bewaring van voertuigen en openingstijden

  • 1.

    Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen het daarvoor bestemde gedeelte van de gemeentewerf van de gemeente Helmond, Beemdweg 10, 5705 BJ te Helmond.

  • 2.

    De openingstijden van de in het eerste lid bedoelde bewaarplaats zijn de openingstijden van bureau van de Gemeente Helmond, afdeling Veiligheid en Naleving, Weg op den Heuvel 39, 5701 NV Helmond, zijnde:

    • -

      van maandag t/m vrijdag 10:00 uur tot 12:00 uur;

    • -

      van 14:00 uur tot 16:00 uur en op zaterdag van 10.00 uur tot 12.00 uur.

Artikel 4. Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

  • 1.

    Voor zover een voertuig niet wordt overgebracht naar een plaats van bewaring als bedoeld in het vorige artikel bedragen de voorrijkosten:

    • a.

      € 80,72 exclusief BTW voor voertuigen tot 3500 kg;

    • b.

      € 83,28 exclusief BTW voor vrachtauto’s vanaf 3500 kg.

  • 2.

    De kosten voor het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats bedragen:

    • a.

      € 81,27 exclusief BTW voor voertuigen tot 3500 kg;

    • b.

      € 178,45 exclusief BTW per uur vermeerderd met € 0,65 exclusief BTW per kilometer voor vrachtauto’s vanaf 3500 kg;

    • c.

      € 65,44 exclusief BTW per uur als toeslag voor vrachtauto’s vanaf 3500 kg. na 18:00 uur en op zater-, zon- en feestdagen.

  • 3.

    De kosten van het bewaren en afgeven van een voertuig bedragen:

    • a.

      Bewaarkosten:

      • 1.

        € 58,01 exclusief BTW voor het eerste etmaal of een gedeelte daarvan voor alle voertuigen;

      • 2.

        In voorkomend geval vermeerderd met:

        € 11,60 exclusief BTW voor elk volgend etmaal of een gedeelte daarvan voor alle voertuigen.

    • b.

      afgiftevergoeding:

      • 1.

        € 40,45 exclusief BTW voor voertuigen tot 3500 kg;

      • 2.

        € 50,22 exclusief BTW voor voertuigen boven 3500 kg.

  • 4.

    De kosten voor het bekendmaken van de beschikking tot overbrenging en inbewaringstelling voor zover het voertuig door de rechthebbende niet binnen 48 uur is afgehaald bedragen: € 17,41 exclusief BTW.

  • 5.

    De kosten van het taxeren en verkopen van een voertuig bedragen:

    • a.

      € 63,81 exclusief BTW voor de taxatie;

    • b.

      € 73,13 exclusief BTW voor de verkoop;

  • 6.

    De taxatie als voornoemd zal worden gedaan door een beëdigd (register)taxateur.

  • 7.

    De regels ten aanzien van betalen, administreren en bewaren van voertuigen zijn in bijlage 1 bij deze verordening vastgelegd.

  • 8.

    De kosten van wegslepen en in bewaring stellen zijn niet verschuldigd, indien:

    • a.

      niet tot overbrenging en inbewaringstelling had mogen worden overgegaan;

    • b.

      de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan, van dien aard waren dat de kosten redelijkerwijs niet verschuldigd zijn, of

    • c.

      aannemelijk is dat het voertuig tegen de wil van de rechthebbende is gebruikt en hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 9.

    De rechthebbende toont het genoemde onder 8a, b of c aan door een afschrift van het vonnis of uitspraak. Een dergelijk afschrift wordt door de griffie van de rechtbank waar de zaak is behandeld ter beschikking gesteld.

  • 10.

    De in de verordening vermelde bedragen zijn exclusief de eventueel opgelegde of op te leggen boetes, naheffingen e.d.

  • 11.

    Indien niet tot overbrenging en inbewaringstelling had mogen worden overgegaan, wordt de rechthebbende na het afhalen van het voertuig in alle redelijkheid financieel gecompenseerd. Indien het voertuig ten tijde van de overtreding in gebruik was bij een ander dan de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald, treedt die ander voor de toepassing van deze schadeloosstelling in plaats van de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald.

  • 12.

    Indien aantoonbaar is dat tijdens de overbrenging en bewaring schade aan het voertuig is toegebracht, is de gemeente gehouden deze schade te vergoeden.

Artikel 5. Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een (geldig) kenteken

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, als bedoeld in artikel 130, vierde lid, 164, zevende lid, en 174, eerste lid van de wet, zijn de artikelen 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6. Nadere regels

Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

Artikel 7. Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftelijk stuk, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige rechthebbende bekendgemaakt.

Artikel 8. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald in ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 7:

    • a.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in het geval van toezending daarvan, binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    • b.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen dertig dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid genoemde termijn.

Artikel 9. Kwijtschelding

Bij de invordering van deze rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10. Intrekkingsbepaling en overgangsrecht

De “Verordening wegslepen voertuigen Helmond 2023”, vastgesteld bij raadsbesluit van 10 november 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening wegslepen voertuigen Helmond 2024.

 

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 7 november 2023.

De raad voornoemd,

de voorzitter

de griffier

BIJLAGE 1  

 

Regels ten aanzien van betalen, administreren en bewaren van voertuigen (uitwerking artikel 4, zevende lid)

 

De administratieve afhandeling van een gesleept voertuig wordt verricht door de afdeling Veiligheid en Naleving van de Gemeente Helmond. Hier dient de betaling plaats te vinden voor het slepen, bewaren en eventueel de bekendmaking van een voertuig.

 

De afdeling Veiligheid en Naleving of de afdeling Wijkbeheer en Exploitaties van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer houdt het bewaringsregister bij conform het gestelde in het “Besluit wegslepen van Voertuigen” (Koninklijk Besluit van 5 juli 2001, houdende nadere regels ter uitvoering van de in de Wegenverkeerswet 1994 vervatte wegsleepregeling).

 

 

TOELICHTING BEHORENDE BIJ DE VERORDENING WEGSLEPEN VOERTUIGEN HELMOND 2024

 

A.Toelichting algemeen

 

Het uitvoeren van de wegsleepregeling behoort tot de competentie van het college van burgemeester en wethouders (hierna te noemen: het college). Het wegslepen van een voertuig moet worden gezien als een bijzondere vorm van bestuursdwang. In de Awb zijn algemene regels gesteld over de toepassing van bestuursdwang. Deze regels zijn voor een groot deel ook van toepassing op het wegslepen van voertuigen. In de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) wordt een aantal bepalingen uit de Awb niet van toepassing verklaard. Tegen besluiten tot het wegslepen van voertuigen staat op grond van de Awb bezwaar en vervolgens beroep open.

 

Uitgebreide werking

Voor 2002 mochten op grond van de oude WVW op de weg staande voertuigen alleen worden weggesleept in het belang van de veiligheid op de weg, de vrijheid van het verkeer of het vrijhouden van invalidenparkeerplaatsen. Met de herziening van de WVW in 2002 en de inwerkingtreding van het daarop gebaseerde Besluit wegslepen van voertuigen is het laatstgenoemde criterium uitgebreid. Er zijn immers meer locaties denkbaar waar fout parkeren als zeer hinderlijk wordt ervaren zonder dat de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer direct in het geding is. Direct optreden tegen dergelijke fout geparkeerde voertuigen kan in bepaalde gevallen zeer wenselijk zijn. Hierbij kan worden gedacht aan het onbevoegd parkeren op laad- en loshavens, taxistandplaatsen, marktterreinen, voetgangersgebieden en dergelijke. Deze wegen en weggedeelten moeten eerst nader worden aangewezen in een gemeentelijke verordening voordat gemeenten gebruik kunnen maken van deze bevoegdheid. Overigens kan een voertuig niet zonder meer worden weggesleept wanneer aan een van de genoemde criteria wordt voldaan. Degene die met de uitvoering van de wegsleepregeling is belast, dient per geval na te gaan of in dat specifieke geval het wegslepen van het desbetreffende voertuig absoluut noodzakelijk is. Het wegslepen van een voertuig dat om 4.00 uur ‘s nachts in strijd met een van de genoemde criteria is geparkeerd, zal doorgaans als niet of minder urgent moeten worden beschouwd. In zo’n geval kan het opmaken van een proces-verbaal door een opsporingsambtenaar doorgaans volstaan.

 

Verhouding Wet-Mulder en bestuursdwang

Wanneer een voertuig fout geparkeerd staat en wegsleepwaardig is, zijn er in principe twee naast elkaar bestaande manieren om hiertegen op te treden. Allereerst door politie en justitie op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wet-Mulder) via het opmaken van een proces-verbaal. Daarnaast door het uitvoeren van bestuursdwang (lees: het laten wegslepen en bewaren van dat voertuig) door het college. Voor 2002 bestond er een onlosmakelijk verband tussen beide vormen van optreden. Voordat tot het wegslepen van een voertuig kon worden overgegaan, moest altijd eerst een proces-verbaal op grond van de Wet-Mulder worden opgemaakt. Indien het desbetreffende proces-verbaal werd geseponeerd of wanneer vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging door de rechter volgde, dienden ook de kosten van het wegslepen en bewaren van het voertuig te worden terugbetaald. In de huidige wegsleepregeling is deze koppeling losgelaten. Het opmaken van een proces-verbaal op grond van de Wet-Mulder, voordat tot het wegslepen van een voertuig kan worden overgegaan, is niet meer vereist, maar kan nog steeds wel samengaan. Opgemerkt wordt dat het wel noodzakelijk is om de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen wanneer alleen gebruik wordt gemaakt van de bestuursdwangbevoegdheid. Voor eventuele latere bezwaar- en beroepsprocedures op grond van de Awb is het verstandig de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen in een schriftelijk document en bij voorkeur vergezeld te laten gaan van een foto die de feitelijke situatie weergeeft. Een eventueel sepot, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging door justitie, respectievelijk de rechter naar aanleiding van een proces-verbaal is niet zonder meer een reden om ook de kosten van de bestuursdwang terug te betalen. Het college maakt in een eventuele bezwaarprocedure een zelfstandige afweging.

 

 

Verordening

In artikel 170 e.v. WVW is het kader aangegeven waarbinnen het college gebruik kan maken van zijn bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen. Hoewel de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet is neergelegd, kan het college pas goed van deze bevoegdheid gebruik maken wanneer de gemeenteraad in een verordening nadere regels heeft gesteld over de toepassing van deze bevoegdheid, zoals in artikel 173, tweede lid van de wet wordt voorgeschreven. In deze verordening dienen in elk geval regels te worden gesteld over:

  • 1.

    de aanwijzing van de plaats(en) waar de weggesleepte voertuigen worden bewaard;

  • 2.

    de berekening van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het wegslepen en bewaren van voertuigen;

  • 3.

    de eventuele aanwijzing van wegen en weggedeelten waar op grond van artikel 170, eerste lid, onder c WVW voertuigen mogen worden weggesleept.

Aangezien in artikel 173, tweede lid van de wet wordt aangegeven dat de nadere regels bij gemeentelijke verordening moeten worden gesteld, kunnen de hiervoor genoemde onderwerpen niet worden gedelegeerd aan het college. De uitwerking van de nadere regels van de verordening kan wel door het college geschieden.

 

Wegsleepwaardige overtredingen

Op grond van het huidige artikel 170, eerste lid WVW 1994 kunnen voertuigen waarmee én een verkeersregel wordt overtreden én waarvan de verwijdering noodzakelijk is in verband met het belang van de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer of het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen zonder meer worden weggesleept.

 

Tot slot zij nog gewezen op het bepaalde in artikel 170, zesde lid WVW 1994. Hierin wordt bepaald dat een voertuig niet kan worden weggesleept indien de rechthebbende het voertuig verwijdert voordat met de overbrenging wordt begonnen. In de wet wordt niet expliciet aangegeven wanneer met de overbrenging wordt begonnen. In de dagelijkse praktijk wordt ervan uitgegaan dat pas met de overbrenging wordt begonnen wanneer het voertuig zich in de takels van het wegsleepvoertuig bevindt. Indien de rechthebbende zich eerder bij zijn voertuig meldt, mag het voertuig niet meer worden weggesleept. Wel zal de rechthebbende alle aan de voorbereiding van de overbrenging verbonden kosten dienen te vergoeden, waarbij met name kan worden gedacht aan de voorrijkosten van het sleepvoertuig en administratieve kosten.

 

 

B.Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze bepaling is een aantal begrippen omschreven dat diverse malen in deze verordening terugkomt. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving.

 

Onderdeel d. Voertuig

Het begrip ‘voertuig’, zoals in artikel 1, onder al RVV 1990 is omschreven, is ruim. Hieronder vallen niet alleen motorvoertuigen, maar ook fietsen en bromfietsen, invalidenvoertuigen, trams en wagens. Al deze voertuigen vallen derhalve onder de werking van deze wegsleepverordening. Ook in de Algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008 (APV) is een bepaling opgenomen over de verwijdering van fietsen en bromfietsen van de openbare weg (zie artikel 5.1.11). Deze bepaling is aanvullend op wat de wegenverkeerswetgeving beoogt te regelen. In artikel 5.1.11 van de APV spelen namelijk andere belangen (motieven) een rol, zoals de openbare orde en veiligheid, het uiterlijk aanzien en de openbare gezondheid.

 

Onderdeel e. Motorrijtuig

Het begrip ‘motorrijtuig’ is apart omschreven omdat artikel 5 van deze verordening alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.

 

Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van hetvrijhouden van wegen en weggedeelten

Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeenten aangewezen voor zover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

 

Zoals hiervoor in het algemene deel van de toelichting is gememoreerd, is de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet zelf geregeld. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeven geen wegen en weggedeelten te worden aangewezen. Van deze bevoegdheid kan op alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente gebruik worden gemaakt. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten kunnen op grond van artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c, en artikel 173, tweede lid, aanhef en onder c WVW 1994 bij gemeentelijke verordening wegen en weggedeelten worden aangewezen. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is nader aangegeven om welke soorten van wegen en weggedeelten het kan gaan, zoals onder andere gehandicaptenparkeerplaatsen, taxistandplaatsen, laad- en loshavens, parkeerplaatsen voor vergunninghouders, voetgangersgebieden en dergelijke.

 

Voor de volledigheid wordt nog eens opgemerkt dat een parkeerovertreding, zoals in deze bepaling bedoeld, op zich niet zonder meer voldoende is om over te gaan tot het wegslepen en in bewaring stellen van een voertuig. Per geval zal tevens moeten worden beoordeeld of de specifieke parkeerovertreding het wegslepen en in bewaring stellen van het desbetreffende voertuig ook rechtvaardigt. Indien bijvoorbeeld een voertuig midden in de nacht op een laad- en loshaven wordt geparkeerd terwijl alle winkels en bedrijven dicht zijn, zal het normaal gesproken niet weggesleept mogen worden.

 

Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

De inhoud van deze bepaling spreekt voor zich. Vanwege de redactie van artikel 173, tweede lid WVW 1994 moet(en) de plaats(en) van bewaring van voertuigen door de gemeenteraad worden aangewezen. Delegatie aan het college is overigens niet mogelijk. In onvoorziene omstandigheden is het denkbaar dat de burgemeester op grond van zijn bijzondere bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde tijdelijk ook andere terreinen aanwijst als plaats van bewaring van voertuigen.

De openingstijden kunnen wel nader door het college worden vastgesteld omdat ze niet expliciet genoemd zijn in artikel 173 WVW 1994. Hier is gekozen voor opname van de openingstijden in de verordening zelf. Het voordeel hiervan is dat alle relevante informatie geclusterd wordt en een belanghebbende burger niet elders hoeft te zoeken naar de openingstijden. Enig nadeel is dat als de openingstijden wijzigen er een wijzigingsbesluit moet worden genomen door de raad.

 

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

In artikel 13 tot en met 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten van kosten die verbonden zijn aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, in rekening kunnen worden gebracht. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten die direct verband houden met het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, maar ook om kosten die verbonden zijn aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendoms-overdracht om niet of vernietiging van voertuigen, inclusief de taxatie van deze voertuigen, renteverlies, WA-verzekering en dergelijke.

 

In de onderhavige regeling worden de bedragen vermeld zodat het voor iedereen inzichtelijk is op welke wijze de kosten worden berekend. In het derde lid van deze bepaling, waarin de kosten van bewaren en afgeven van voertuigen worden geregeld, wordt het begrip ‘etmaal’ gebruikt. Het etmaal, zoals hier bedoeld, begint op het moment van in bewaring nemen van een voertuig en eindigt 24 uur later.

 

Wat betreft de wijze van betalen, administreren en bewaren als bedoeld in het zevende lid wordt verwezen naar de vigerende Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen gemeente Helmond.

 

Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een (geldig) kenteken

Naast de in artikel 170, eerste lid WVW 1994 bedoelde gevallen zijn in deze wet nog twee gevallen genoemd, waarin het noodzakelijk kan zijn om een voertuig te laten wegslepen en in bewaring te laten stellen. Achtereenvolgens wordt hier gedoeld op:

  • het niet afgeven van zijn rijbewijs, wanneer dit is ingevorderd, omdat iemand zijn motorrijtuig heeft bestuurd terwijl hij onder invloed was van drogerende stoffen of alcohol en dergelijke (zie artikel 130 en 164 WVW 1994);

  • de situatie dat een motorrijtuig niet beschikt over een (geldig) kenteken, terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuig niet direct te achterhalen is. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan voertuigwrakken die geen kenteken meer hebben of aan situaties dat er sprake kan zijn van het ‘knoeien’ met kentekens in geval van autodiefstal.

Wanneer in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in bewaring genomen, is er geen sprake van uitoefening van bestuursdwang. Artikel 170, eerste lid WVW 1994, waarin de bestuursdwangbevoegdheid is geregeld, is dan ook niet van toepassing verklaard in de genoemde gevallen. In feite gaat het om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt.

Wel heeft de wetgever voor deze gevallen diverse bepalingen uit hoofdstuk X. Bestuursdwang van de WVW 1994 (artikel 170 e.v.) van overeenkomstige toepassing verklaard.

 

Artikel 6Nadere regels

Deze bepaling spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 7Inwerkingtreding

Deze bepaling spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.