Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nuenen, Gerwen en Nederwetten

Besluit aanwijzing autobranche op bedrijventerrein Eeneind I en II als vergunningplichtig (2023)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNuenen, Gerwen en Nederwetten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit aanwijzing autobranche op bedrijventerrein Eeneind I en II als vergunningplichtig (2023)
CiteertitelBesluit aanwijzing autobranche op bedrijventerrein Eeneind I en II als vergunningplichtig (2023)
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling geldt gedurende een periode van drie jaar.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene plaatselijke verordening gemeente Nuenen c.a. 2020

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-12-2023nieuwe regeling

12-12-2023

gmb-2023-543219

1029163

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit aanwijzing autobranche op bedrijventerrein Eeneind I en II als vergunningplichtig (2023)

De burgemeester van gemeente Nuenen

 

gelet op:

  • -

    het bepaalde in artikel 2.40a, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening Nuenen c.a. 2020;

  • -

    de (tussen)uitspraak van 3 augustus 2022 en de (eind)uitspraak van 24 mei 2023, van de rechtbank Oost-Brabant (zaaknummer SHE 21 / 2976 BESLU);

GEZIEN

 

  • -

    de Dataset van het Integraal Bedrijventerreinen Informatie Systeem (IBIS);

  • -

    het ondermijningsbeeld Nuenen (2015);

  • -

    het “Verbeterprogramma, Eeneind 2019-2023”;

  • -

    de bestuurlijke rapportage “Eeneind” van de Politie Eenheid Oost Brabant, district Helmond, Basisteam Dommelstroom (18 maart 2020);

  • -

    het memo “Actuele sfeerrapportage” (7 juni 2021);

  • -

    het vertrouwelijke rapport “Konik 2.0” van de Taskforce – RIEC1 Brabant-Zeeland en de daaraan voorafgaande rapportage “Konik 1.0” en “Konik 2.0”;

  • -

    de memo “Analyse bedrijven Eeneind I en II” (16 november 2023);

  • -

    de bestuurlijke rapportage “De Huufkes XX” van de Politie Eenheid Oost Brabant, district Helmond, Basisteam Dommelstroom (21 augustus 2022);

  • -

    controlerapport handhaving “De Huufkes XX (5 september 2023);

  • -

    het vertrouwelijke memo “De Huufkes XX” (16 november 2023);

  • -

    het onderzoek TBML – Automotive, van het Financieel Expertise Centrum (FEC);

  • -

    het nationaal dreigingsbeeld georganiseerde criminaliteit (2017).

OVERWEGENDE DAT:

 

  • -

    artikel 2:40a, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening Nuenen c.a. 2020 (APV) de burgemeester de bevoegdheid geeft om in een gebied een of meer bedrijfsmatige activiteiten aan te wijzen als vergunningplichtig als naar het oordeel van de burgemeester in dat gebied de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid door de bedrijfsmatige activiteit onder druk staat;

  • -

    de burgemeester met toepassing van deze bevoegdheid op 19 november 2020 (gepubliceerd op 30 november 2020) de autobranche op het bedrijventerrein Eeneind I en Eeneind II in Nuenen heeft aangewezen als vergunningplichtig door middel van het “Aanwijzingsbesluit aanwijzing autobranche op bedrijventerrein Eeneind I en II als exploitatievergunningplichtig 2020” (Gmb. 2020, 314259);

  • -

    de rechtbank Oost-Brabant in de uitspraak van 24 mei 2023, zaaknummer SHE 21 / 2976 BESLU, laatstgenoemd aanwijzingsbesluit heeft vernietigd vanwege een motiveringsgebrek en de burgemeester heeft opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van wat in deze uitspraak is overwogen, waaronder dat volgens de rechtbank niet is uitgesloten dat de burgemeester het aanwijzingsbesluit alsnog deugdelijk kan motiveren;

  • -

    dit besluit (mede) strekt ter uitvoering van de laatstgenoemde uitspraak;

  • -

    de burgemeester constateert dat de autobranche op de bedrijventerreinen Eeneind I en Eeneind II (nog steeds) een ernstig gevaar in zich heeft voor (ondermijnende) criminaliteit en daardoor de leefbaarheid, openbare orde en veiligheid in het betreffende gebied onder druk zet;

  • -

    gemeente, politie en Belastingdienst de afgelopen jaren diverse signalen hebben ontvangen en observaties hebben gedaan waaruit naar voren komt dat op de bedrijventerreinen Eeneind I en Eeneind II het naleefgedrag ondermaats is, dat daarmee de leefbaarheid, openbare orde, veiligheid en ordening in het fysieke domein onder druk staan en het gebied kwetsbaar is voor criminaliteit. Het gaat onder meer om illegale bewoning, planologisch strijdig gebruik en (ernstig) criminele activiteiten;

  • -

    uitzonderlijk veel bedrijven op Eeneind I en Eeneind II in de autobranche actief zijn: 36% van de op Eeneind I gevestigde bedrijven en op Eeneind II 30%, waardoor aannemelijk is dat de aanwezigheid van deze bedrijven in deze branche bijdraagt aan de kwetsbaarheid van Eeneind I en II voor ondermijnende criminaliteit;

  • -

    in tegenstelling tot de andere (risico)branches op de bedrijventerreinen Eeneind I en II de autobranche ook oververtegenwoordigd is in verschillende soorten incidenten en vormen van criminaliteit. Van de op Eeneind I gevestigde autobedrijven is 19% (1 op 5) bekend bij de politie. Op Eeneind II geldt dat voor 31% (1 op 3) van de autobedrijven;

  • -

    deze bekendheid bij de politie de exploitanten van de autobedrijven betreft of de betrokkenheid bij die bedrijven van personen met criminele antecedenten, of die onderwerp zijn (of geweest zijn) van strafrechtelijke onderzoeken. Dit blijkt o.a. uit het vertrouwelijke rapport “Konik 2.0” van de Taskforce – RIEC Brabant-Zeeland en de daaraan voorafgaande rapportage “Konik 1.0”, alsook de bestuurlijke rapportage “Eeneind” van de Politie Eenheid Oost Brabant, district Helmond, Basisteam Dommelstroom (18 maart 2020), maar ook uit diverse rapportages, controlebevindingen, mutaties meldingen en andere gegevens betreffende individuele bedrijven;

  • -

    de politie (landelijke eenheid), de Belastingdienst en (gemeentelijk) toezichthouders tussen 2017 tot en met heden bij verschillende bedrijven op Eeneind I en II ook daadwerkelijk strafbare feiten hebben geconstateerd, dan wel vermoedens van strafbare feiten en/of bedrijven in de autobranche in verband brengen met het plegen van strafbare feiten;

  • -

    het concreet gaat om antecedenten en het onderwerp zijn van of betrokken zijn in (landelijke) opsporingsonderzoeken op het gebied van diefstal, drugs-, gewelds-, fraude-, economische- en zedendelicten. Nog begin oktober 2023 zijn bij een bedrijfsverzamelgebouw op Eeneind II, naast personenbusjes met daarin aangebrachte verborgen ruimtes waarin een vuurwapen was opgeborgen, tevens een manspersoon aangehouden die blijkens “encrypted messages” een nauw contact bleek te zijn van de wereldwijd gezochte ‘Bolle Jos’. Dit blijkt onder meer uit het vertrouwelijke memo “De Huufkes XX”. Daarnaast blijkt uit waarnemingen dat van diverse ondernemingen in de autobranche op Eeneind I en II de levensvatbaarheid niet verklaard kan worden, gezien de afwezigheid van of hooguit zeer geringe activiteiten bij deze bedrijven (zie memo “Actuele sfeerrapportage” van 7 juni 2021);

  • -

    vorenstaande informatie de gehele autobranche op Eeneind I en II betreft, in die zin dat niet gezegd kan worden dat slechts één type autobedrijf er in het bijzonder uitspringt als het gaat om het criminaliteitsbeleid. De clustering van bedrijven op Eeneind I en II in de autobranche draagt eraan bij dat malafide activiteiten worden ontplooid, vanwege o.a. ketenwerking en omdat bedrijven werkzaamheden voor elkaar verrichten. Er zijn binnen de autobranche op Eeneind I en II in de loop der jaren ondernemingen van hetzelfde elan aangetrokken. Er is daarnaast vrijwel geen autobedrijf aanwezig dat één specifieke activiteit verricht. Individuele autobedrijven verrichten meerdere activiteiten, zoals de handel in en reparatie van auto’s. Het is bovendien eenvoudig voor bedrijven om, door een wijziging van de inschrijving in het handelsregister, van het ene type autobedrijf in het andere type te veranderen, reden waarom niet wordt volstaan met de aanwijzing van één specifieke autobranche-activiteit;

  • -

    het fenomeen binnen de autobranche op Eeneind I en II niet op zichzelf staat, omdat ook landelijk blijkt dat de autobranche kwetsbaar is voor de invloed van ondermijnende criminaliteit, waaronder voor het witwassen van crimineel geld. Dit komt mede omdat de branche criminelen de mogelijkheid biedt bijvoorbeeld anoniem een auto te huren of leasen, andere bedrijven kunnen worden gebruikt voor het maken van heimelijke opbergruimten, autowasbedrijven kunnen fungeren als dekmantel voor de aanschaf en verwerking van chemicaliën voor de synthetische drugsindustrie, etc. Daarnaast is de waarde van producten moeilijk objectief vast te stellen, gaan er in de autobranche grote sommen contant geld om, kan omzet eenvoudig worden gemanipuleerd en zijn er weinig tot geen toetredingseisen. Ook anderszins kan de autobranche eenvoudig worden gebruikt als een dekmantel voor malafide activiteiten of om ondermijnende activiteiten te ontplooien. Uit een onderzoek van het Financieel Expertise Centrum (FEC) – onderzoek TBML-automotive – blijkt dat opvallend veel autobedrijven jaarlijks honderden miljoenen aan eurobiljetten afstorten bij banken, via waardetransporteurs. Het onderzoek is onderdeel van het Nationaal Plan aanpak witwassen (2019);

  • -

    de zeer hoge concentratie van autobedrijven in een gebied met nagenoeg geen toerisme, de resultaten van de RIEC-analyses, de politiebevindingen, bevindingen van toezichthouders en het landelijk fenomeen ten aanzien van criminogene factoren in de autobranche, op Eeneind I en II tot gevolg hebben dat ter plaatse de leefbaarheid, de openbare orde en de veiligheid door de autobranche onder druk staan, maar ook de economische ontwikkeling wordt verstoord;

  • -

    dit zich concreet manifesteert doordat op de bedrijventerreinen de economische aantrekkingskracht voor bedrijven laag is, veel leegstand heerst, er een laag naleefgedrag bestaat op allerhande terreinen (o.a. bouwen, milieu, afval en parkeren), er gevoelens van onveiligheid heersen bij bewoners en ondernemers en – meer in algemene zin – sprake is van verpaupering en verloedering van de algehele uitstraling;

  • -

    dit laatste wordt bevestigd in de Dataset van het Integraal Bedrijventerreinen Informatie Systeem (IBIS), waaruit blijkt dat bedrijventerrein Eeneind één van de 16 bedrijventerreinen is in Nederland – Nederland telt in totaal 3.884 bedrijventerreinen – die hebben te kampen met maatschappelijke veroudering, hetgeen mede omvat sociale veiligheid en andere aspecten van leefbaarheid. Ook komt dit naar voren in het ondermijningsbeeld Nuenen (2015);

  • -

    de openbare orde, veiligheids- en leefbaarheidsproblematiek op Eeneind I en Eeneind II een daadkrachtige interventie noodzakelijk maken;

  • -

    dit laatste wordt onderkend en is uitgewerkt in het “Verbeterprogramma Eeneind 2019-2023”, waarin de gemeente een brede strategie heeft ontwikkeld om door middel van ruimtelijke, maatschappelijke, sociaaleconomische en andere maatregelen, de vitaliteit van Eeneind I en II te vergroten. Het programma moet, door inzet van een instrumentenmix (waaronder de vergunningplicht) ertoe leiden dat in het gebied meer en gevarieerdere bedrijvigheid ontstaat, en dat met name dat de kwaliteit van ondernemers en daarmee ook de kwaliteit van het gebied als zodanig, versterkt worden;

  • -

    het aanwijzingsbesluit daarmee onderdeel is van een grotere verbeteropgave van de bedrijventerreinen, zowel maatschappelijk, veiligheidstechnisch, planologisch als sociaaleconomisch;

  • -

    de noodzaak van het specifieke instrument aanwijzingsbesluit tevens wordt gevoed omdat de Driehoek+ mij op 22 juni 2023 (nogmaals) heeft geadviseerd bestuurlijke instrumenten in te zetten ter zake van de autobranche op Eeneind I en II, om verdere inbedding van criminaliteit binnen deze branche in dit gebied te weren;

  • -

    het invoeren van een vergunningplicht een drempel opwerpt voor ondernemers die een discutabele bedoeling hebben en voor de vestiging van nieuwe ondernemers op de bedrijventerreinen Eeneind I en II;

  • -

    gebleken is dat met minder ingrijpende middelen – met name het telkens individueel toepassen van bestuursrechtelijke en strafrechtelijke interventies – niet hetzelfde resultaat kan worden bereikt, omdat deze middelen achteraf plaatsvinden en daarmee te laat komen om werkelijk doeltreffend te zijn. Van het aanwijzingsbesluit gaat naar ondernemers een algemene preventieve werking uit die niet bereikt kan worden met individuele repressieve maatregelen;

  • -

    bij dit laatste ook meeweegt dat het invoeren van de vergunningplicht voor Eeneind I en II moet bijdragen aan bewustwording van ondernemers om niet (onbewust en onbedoeld) criminele activiteiten te faciliteren en aan het beiden van betere mogelijkheden voor (gemeentelijk) toezicht en handhaving. Verleende vergunningen kunnen bijvoorbeeld worden uitgedragen als een kwaliteitskeurmerk. De vergunningplicht draagt tevens bij aan het tegengaan van oneerlijke concurrentie door malafide ondernemers en de daarmee gepaard gaande bedreigingen voor de economische ontwikkeling, de openbare orde, veiligheid en leefbaarheid op de bedrijventerreinen Eeneind I en II en heeft op die manier een positieve uitwerking op het ondernemersklimaat;

  • -

    het aanwijzingsbesluit strekt tot de bescherming van de leefbaarheid, de openbare orde, de veiligheid en ook het stedelijk milieu op Eeneind I en II en daarmee gerechtvaardigd is om dwingende redenen van algemeen belang;

  • -

    tegenover deze dwingende reden van algemeen belang de belangen staan van de individuele ondernemers in de autobranche die aan het aanwijzingsbesluit en daardoor voor hen geldende vergunningstelsel moeten voldoen, doch dat die belangen niet opwegen tegen de belangen die met het aanwijzingsbesluit worde gediend;

  • -

    daarbij wordt betrokken dat het aanwijzingsbesluit de exploitatie van bedrijven op Eeneind I en II in de autobranche niet onmogelijk maakt en ook niet beperkt of bemoeilijkt, doch de facto slechts een administratieve verplichting inhoudt. Niet is immers gezegd dat geen vergunning zou kunnen worden verkregen. Ondernemers die onder het aanwijzingsbesluit vallen hebben dat in belangrijke mate zelf in de hand;

  • -

    daarnaast slechts een beperkte financiële belasting op de ondernemers die het betreft drukt, in verband met kosten die gemoeid zijn met het indienen en in behandeling nemen van een vergunningaanvraag;

  • -

    het aanwijzingsbesluit er juist toe strekt integere en betrouwbare ondernemers in het gebied in de autobranche te steunen in hun bedrijfsvoering, door malafide concurrentie te weren en zo nodig te (doen) stoppen, ten behoeve van een veilig en leefbaar ondernemersklimaat voor de autobranche in dit gebied;

  • -

    er (vooralsnog) geen aanleiding bestaat om een vergunningplicht ook in andere gebieden in de gemeente Nuenen voor de autobranche in te voeren, omdat in andere gebieden (en in andere branches) (vooralsnog) niet, althans niet in de mate waarin dat plaatsvindt op Eeneind I en II, sprake is van een onder druk staande leefbaarheid of openbare orde en veiligheid door die bedrijfsmatige activiteit. Dit laat onverlet dat op een ander moment ook andere branches en/of andere locaties kunnen worden aangewezen als vergunningplichtig op het moment dat daartoe blijkens onderzoeksbevindingen de noodzaak ontstaat;

  • -

    er inmiddels wel aanleiding is, naar aanleiding van de bevindingen van een verricht onderzoek in november 2023 naar het enige autobekledingsbedrijf op Eeneind I en II, om de activiteit “autobeklederij” van het toepassingsbereik van het aanwijzingsbesluit uit te zonderen, omdat hierbij geen criminogene c.q. ondermijnende activiteiten zijn geconstateerd en vanwege dit zeer specifieke bedrijfstype (waarvan niet de verwachting bestaat dat dit bedrijfstype binnen afzienbare tijd op de bedrijventerreinen zal worden uitgebreid);

  • -

    de duur van het aanwijzingsbesluit drie jaar zal bedragen, mede omdat het eerdere aanwijzingsbesluit de facto geen effectieve werking heeft gehad omdat hangende de gerechtelijke procedure meerdere ondernemers geen prikkel voelden om een vergunningaanvraag te doen, terwijl van gemeentewege niet stevig kon worden doorgepakt op daadwerkelijke maatregelen vanwege de onzekerheid over de uitkomst van de procedure. De rechtbank heeft het eerdere aanwijzingsbesluit in de tweede jaar van haar werking vernietigd. Dat besluit had een looptijd van vijf jaar. De resterende looptijd is nog drie jaar;

  • -

    geen overgangstermijn wordt geboden als bedoeld in artikel 2:40a, veertiende lid, van de APV, omdat dit aanwijzingsbesluit strekt tot herstel van het eerdere aanwijzingsbesluit van 19 november 2020, waarin reeds een overgangstermijn was opgenomen en de zich nadien gevestigde bedrijven – voor zover aan de orde – reeds bekend waren met het aanwijzingsbesluit.

BESLUIT:

Artikel I

De volgende straten op bedrijventerrein Eeneind I en II aan te wijzen als gebied waarbinnen het verboden is om zonder vergunning van de burgemeester de in artikel II genoemde bedrijfsmatige activiteiten uit te oefenen:

  • -

    De Tienden;

  • -

    De Huufkes;

  • -

    Gulberg;

  • -

    Collse Hoefdijk;

  • -

    Collse Heide;

  • -

    Collseweg;

  • -

    Eeneind;

  • -

    Den Binnen;

  • -

    Stationsweg;

  • -

    Kruisakker.

Artikel II

Binnen het gebied dat benoemd is in artikel I de volgende bedrijfsmatige activiteiten aan te wijzen waarvoor het verboden is deze uit te oefenen zonder vergunning van de burgemeester:

  • -

    autoverkoop;

  • -

    autoverhuur;

  • -

    auto-lease;

  • -

    autoschoonmaak;

  • -

    autoreparatie;

  • -

    auto-opslag;

  • -

    autosloop;

  • -

    autospuiten;

  • -

    autoschadeherstel;

  • -

    handel in en montage van auto-onderdelen; en

  • -

    met alle voorgaande activiteiten verband houdende activiteiten binnen de autobranche, met uitzondering van de activiteit autobeklederij.

Artikel III

Deze aanwijzing geldt gedurende een periode van drie jaar.

Artikel IV

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking hiervan.

Nuenen, 12 december 2023

De burgemeester van gemeente Nuenen,

M.J. Houben MBA

Niet eens met het besluit?

Dan kunt u hiertegen rechtstreeks hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, omdat dit besluit strekt tot vervanging van het Aanwijzingsbesluit aanwijzing autobranche op bedrijventerrein Eeneind I en II als exploitatievergunningplichtig 2020 (Gmb. 2020, 314259). Ik wijs op artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

 

Wat u kunt doen in spoedeisende gevallen

Als u hoger beroep instelt blijft het besluit gelden. Kunt u aantonen dat het besluit grote gevolgen voor u heeft? Dan kunt u in spoedeisende gevallen de voorzieningenrechter bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen maatregelen te treffen. De voorzieningenrechter kan dan beslissen dat het besluit nog niet mag ingaan. Dit kan alleen als u ook hoger beroep heeft ingesteld. Het aanvragen van een voorlopige voorziening is niet gratis. U betaalt hiervoor griffierecht.

 

Wilt u een voorlopige voorziening aanvragen? Stuurt u dan een brief naar de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.


1

RIEC: Regionale Informatie- en Expertise Centrum.