Organisatie | Noord-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening Grondwateronttrekkingsheffing 2024 |
Citeertitel | Verordening Grondwateronttrekkingsheffing Noord-Holland 2024 |
Vastgesteld door | gemandateerde functionaris |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Grondwaterheffingsverordening Noord-Holland 1998.
artikel 220 van de Provinciewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 11-12-2023 | 2114115/2114113 |
Provinciale Staten van Noord-Holland
gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van 31 oktober 2023;
gelet op artikel 13.4 letter b van de Omgevingswet en artikel 220 van de Provinciewet;
overwegende dat de huidige Grondwaterheffingsverordening dient te worden gewijzigd vanwege de inwerkingtreding van de Omgevingswet;
De verordening Grondwateronttrekkingsheffing 2024 vast te stellen
Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam “grondwateronttrekkingsheffing” wordt een directe belasting geheven wegens het onttrekken van grondwater als bedoeld in artikel 13.4,b Omgevingswet.
Heffingplichtig is de houder van een inrichting of werk, bestemd tot het onttrekken van grondwater, die gedurende het heffingsjaar of een bepaalde periode daarvan grondwater onttrekt.
De ambtenaar als bedoeld in artikel 227a, tweede lid, onder b, van de Provinciewet verstrekt op verzoek of uit eigen beweging een aangiftebiljet aan de heffingplichtige.
Naast de vrijstellingen zoals opgenomen in artikel 8.3 van het Omgevingsbesluit, wordt geen heffing opgelegd indien de onttrokken hoeveelheid grondwater minder dan 25.000 kubieke meter per heffingsjaar bedraagt.
Een onjuiste heffingsaanslag kan door de ambtenaar als bedoeld in artikel 227a, tweede lid, onder b, van de Provinciewet ambtshalve worden verminderd.
Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de grondwateronttrekkingsheffing.
Gedeputeerde Staten zijn bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, welke zich bij de toepassing van deze verordening mochten voordoen.
De grondwaterheffingsverordening Noord-Holland 1998, laatstelijk voor wat betreft het tarief gewijzigd bij besluit van Provinciale Staten van 16 december 2019, wordt ingetrokken op 1 januari 2024 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.