Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Woensdrecht

Verordening tot 5e wijziging Algemene plaatselijke verordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWoensdrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening tot 5e wijziging Algemene plaatselijke verordening
Citeertitel5e wijziging Algemene plaatselijke verordening gemeente Woensdrecht
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

5e wijziging Algemene plaatselijke verordening gemeente Woensdrecht

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-12-20235e wijziging Algemene plaatselijke verordening gemeente Woensdrecht

14-12-2023

gmb-2023-542717

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening tot 5e wijziging Algemene plaatselijke verordening

De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering bijeen op 14 december 2023;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2023;

gelet artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat:

  • -

    de inwerkingtreding van de Omgevingswet leidt tot diverse technische wijzigingen van de APV;

  • -

    het wenselijk is om de militairen van de Koninklijke Marechaussee aan te wijzen als toezichthouders op de APV;

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de 5e wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Woensdrecht:

Artikel 1 Wijzigingen verordening

De Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Woensdrecht wordt als volgt gewijzigd:

A.

Artikel 1:1 Definities komt te luiden:

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    bebouwde kom: Het gebied binnen de grenzen die zijn vastgesteld op grond van artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994;

  • -

    beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

  • -

    bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

  • -

    bouwwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

  • -

    gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • -

    handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen;

  • -

    openbaar water: wateren die voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn;

  • -

    openbare plaats: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties;

  • -

    rechthebbende: degene die over een zaak zeggenschap heeft krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht of zakelijk recht;

  • -

    weg: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994.

B.

Artikel 1:2 komt te luiden:

Artikel 1:2 Beslistermijn

  • 1.

    Het bevoegde bestuursorgaan beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen acht weken na datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan de termijn voor ten hoogste acht weken verlengen.

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

C.

Aan artikel 1:4 wordt een derde lid toegevoegd, luidende:

Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

D

Aan artikel 1:5 wordt een tweede lid toegevoegd, luidende:

Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing

 

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

E.

Artikel 1:6 komt te luiden:

Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing

1. De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd als:

a. ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

b. op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;

c. de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

d. van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen of gedurende een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn; of

e. de houder dit verzoekt.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

F.

Van artikel 2:1 wordt het tweede lid vervangen en komt te luiden:

Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden

 

  • 2.

    Degene die op een openbare plaats

  • a.

    aanwezig is bij een voorval waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te  ontstaan; 

  • b.

    aanwezig is bij een gebeurtenis die aanleiding geeft tot toeloop van publiek waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan; of 

  • c.

    zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing; 

    is verplicht op bevel van een ambtenaar van politie of een militair van de Koninklijke Marechaussee zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen. 

G.

Artikel 2:10, lid 7 en 8 worden vervangen en komen te luiden:

Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie

7. Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

8. Op de aanvraag om een vergunning, niet zijnde een omgevingsvergunning, is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

H.

Artikel 2:10, lid 9 komt te vervallen.

I.

Artikel 2:11 wordt vervangen en komt te luiden:

Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg.

1. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegde bestuursorgaan een weg aan te leggen, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, aard of breedte van de wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg.

2. Het verbod is niet van toepassing voor zover in opdracht van een bestuursorgaan of openbaar lichaam werkzaamheden worden verricht.

3. Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

J.

Van artikel 2:12 wordt lid 3 vervangen en komt te luiden:

Artikel 2:12 Omgevingsvergunning voor het maken, veranderen van een uitweg.

3. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

K.

Artikel 2:21 wordt vervangen en komt te luiden:

Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting

1. De rechthebbende op een bouwwerk is verplicht toe te laten dat op of aan dat bouwwerk voorwerpen, borden of voorzieningen ten behoeve van het verkeer of de openbare verlichting worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door hoofdstuk 10 van de Omgevingswet.

L.

Van artikel 2:28 wordt lid 2a vervangen en komt te luiden:

Artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichting

2. a. De burgemeester weigert de vergunning als de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met het omgevingsplan.

M.

Van artikel 2:29 wordt lid 6 vervangen en komt te luiden:

Artikel 2:29 Sluitingstijd

6. Het eerste en het derde lid zijn niet van toepassing op situaties waarin bij of krachtens de Omgevingswet is voorzien.

N.

Van artikel 2:60 wordt lid 1 vervangen en komt te luiden:

Artikel 2:60 Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren

1. Het is verboden op door het college ter voorkoming of beëindiging van overlast of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren: a. aanwezig te hebben;

b. aanwezig te hebben anders dan met inachtneming van de door het college in het aanwijzingsbesluit gestelde regels;

c. aanwezig te hebben in een groter aantal dan in het aanwijzingsbesluit is aangegeven.

O.

Artikel 2:71 wordt vervangen en komt te luiden:

Artikel 2:71 Definitie

In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

P.

Van artikel 3:9 wordt het derde lid vervangen en komt te luiden:

Artikel 3:9 Straatprostitutie

3. Met het oog op de in artikel 3:13, tweede lid, genoemde belangen kan door politieambtenaren en militairen van de Koninklijke Marechaussee aan personen die zich bevinden op de wegen en gedurende de tijden bedoeld in het eerste lid, het bevel worden gegeven zich onmiddellijk in een bepaalde richting te verwijderen.

Q.

Aan artikel 4:1 wordt de volgende definitie toegevoegd:

Artikel 4:1 Definities

- Activiteitenbesluit milieubeheer: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

R.

Van artikel 4:1 wordt de volgende definitie vervangen en komt te luiden:

Artikel 4:1 Definities

- inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;

S.

Van artikel 4:5 wordt lid 2 vervangen en komt te luiden:

Artikel 4:5 Onversterkte muziek

Voor de duur van 3 uur in de week is onversterkte muziek, vanwege het oefenen door muziekgezelschappen zoals orkesten, harmonie- en fanfaregezelschappen, in een inrichting gedurende de dag- en avondperiode uitgezonderd van de genoemde geluidsniveaus in het eerste lid. Als versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is dit artikel niet van toepassing.

T.

Artikel 4:6 wordt vervangen en komt te luiden:

Artikel 4:6 Overige geluidhinder

1. Het is verboden buiten een inrichting op een zodanige wijze toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt.

2. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod.

3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de provinciale omgevingsverordening.

U.

Artikel 4:13 wordt vervangen en komt te luiden:

Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen en dergelijke.

1. Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of beëindiging van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:

a. onbruikbare of aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voer- of vaartuigen of onderdelen daarvan;

b. bromfietsen en motorvoertuigen of onderdelen daarvan;

c. kampeermiddelen als bedoeld in artikel 4:17 of onderdelen daarvan, voor zover het plaatsen of aanwezig hebben daarvan geschiedt voor verkoop of verhuur of anderszins voor een commercieel doel; of

d. mestopslag, gierkelders of andere verzamelplaatsen van vuil, een verzameling ingekuild gras, loof of pulp of ingekuilde landbouwproducten, afbraakmaterialen en oude metalen.

2. Het college kan bij de aanwijzing nadere regels stellen.

3. Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

V.

Artikel 4:17 wordt vervangen en komt te luiden:

Artikel 4:17 Definitie

In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

W.

Van artikel 4:18 wordt lid 1 vervangen en komt te luiden:

Artikel 4:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen

1. Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het omgevingsplan is bestemd of mede bestemd.

X.

Van artikel 5:5 wordt het tweede lid vervangen en komt te luiden:

Artikel 5:5 Voertuigwrakken

2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of het Besluit activiteiten leefomgeving.

Y.

Van artikel 5:6 wordt het derde lid vervangen en komt te luiden:

Artikel 5:6 Kampeermiddelen en andere voertuigen

3. Het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening.

Z.

Van artikel 5:18 wordt het tweede lid vervangen en komt te luiden:

Artikel 5:18 Standplaatsvergunningen en weigeringsgronden

2. Het college weigert de vergunning wegens strijd met het omgevingsplan.

AA.

Van artikel 5:20 wordt het eerste lid vervangen en komt te luiden:

Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen

  • 1.

    Artikel 5:18, eerste lid, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

BB.

Van artikel 5:23 wordt het eerste lid onder a. vervangen en komt te luiden:

Artikel 5:23 Organiseren van een snuffelmarkt

1. Het is verboden een snuffelmarkt te organiseren:

a. wegens strijd met het omgevingsplan;

CC.

Van artikel 5:32 wordt het derde lid vervangen en komt te luiden:

Artikel 5:32 Crossterreinen

3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingswet, afdeling 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving, de Zondagswet of het Besluit geluidproductie sportmotoren.

DD.

Van artikel 5:33 wordt het derde en vierde lid vervangen en komt te luiden:

Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden

3. a. ten dienste van politie, koninklijke marechaussee, brandweer, geneeskundige hulpverlening en van andere krachtens artikel 29, eerste lid, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 door de minister van Verkeer en Waterstaat aangewezen hulpverleningsdiensten.

4. Het verbod is voorts niet van toepassing: a. op wegen die gelegen zijn binnen de in het eerste lid bedoelde gebieden of terreinen; b. binnen de bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als toestel.

EE.

Van artikel 5:34 worden het eerste en het vijfde lid vervangen en komen te luiden:

Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken.

1. Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

5. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1˚ of 3˚, van het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.

FF.

Aan artikel 6:2 wordt een vierde lid toegevoegd en komt te luidden:

Artikel 6:2 Toezichthouders

Onverminderd het eerste en tweede lid zijn de militairen van de Koninklijke Marechaussee, bedoeld in artikel 141, onder c, Wetboek van Strafvordering, eveneens belast met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften.

Artikel 2 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 december 2023,

 

de raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter

 

Hoogerheide, 19 december 2023