Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Boekel

Verordening op de heffing en de invordering van leges Boekel 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBoekel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges Boekel 2024
CiteertitelLegesverordening Boekel 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Deze regeling vervangt de Legesverordening Boekel 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 156, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet
  5. artikel 7 van de Paspoortwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-12-2023nieuwe regeling

14-12-2023

gmb-2023-542703

Z/050593 AB/032872

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Boekel 2024

De raad van de gemeente Boekel;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 november 2023

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

Vast te stellen de:

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES BOEKEL 2024 (LEGESVERORDENING BOEKEL 2024)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • d.

    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • e.

    stukken, nodig voor het in ontvangst kunnen nemen van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, lonen, bezoldiging en andere dergelijke periodieke uitkeringen;

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen veertien dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

    • a.

      van zuiver redactionele aard zijn;

    • b.

      een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

      • 1.

        paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

      • 2.

        paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

      • 3.

        artikel 1.16 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

      • 4.

        artikel 1.22, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

      • 5.

        artikel 1.24 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De Legesverordening Boekel 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 3.

    De in artikel 2.1, vierde lid, van de tarieventabel genoemde NEN 2580:2007 wordt wegens aard bekendgemaakt door terinzagelegging op het gemeentehuis van de gemeente Boekel.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Boekel 2024.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Boekel, gehouden op 14 december 2023.

de griffier

Mr. J.I.M. le Comte

de voorzitter

C.J.M. van den Elsen

Bijlage Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Boekel 2024

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

 

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

 

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetting geregistreerd partnerschap in huwelijk

1. Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op:

a.

Maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 uur en 18.00 uur:

€ 415,00;

b.

Maandag tot en met vrijdag voor 9.00 uur en na 18.00 uur:

€ 747,00;

c.

Zaterdag tussen 9.00 uur en 18.00 uur:

€ 747,00;

d.

Zaterdag voor 9.00 uur en na 18.00 uur:

€ 1.486,00;

e.

Zondag of op een algemeen erkende feestdag:

€ 1.486,00.

2. Indien wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 5 van het Reglement burgerlijke stand gemeente Boekel is het sluiten van een huwelijk of een partnerschap kosteloos.

3. Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk met beperkte ceremonie:

€ 191,00.

Artikel 1.2 Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetting geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis of op tijdelijke trouwlocatie

1. Voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek wordt het tarief in artikel 1.1 verhoogd met:

€ 193,00.

2. Voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op een daartoe tijdelijk aangewezen locatie wordt het tarief in artikel 1.1. verhoogd met:

€ 193,00.

Artikel 1.3 Aanwijzen van een permanente trouwlocatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het aanwijzen van een permanente trouwlocatie, ingevolge artikel 63, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek:

€ 590,00.

Artikel 1.4 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

€ 105,00.

Artikel 1.5 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 44,00.

Artikel 1.6 Annuleren of wijzigen datum

1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren:

a.

tot één maand voor de gereserveerde datum:

€ 49,00;

b.

één maand of minder voor de gereserveerde datum:

€ 74,00;

c.

indien de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand een gesprek heeft gehad dan wel op huisbezoek is geweest, in afwijking van sub a en b:

€ 170,00.

2. In afwijking van lid 1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor een kosteloze huwelijksvoltrekking of registratie van het partnerschap te annuleren:

€ 25,00.

3. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk of de getuigen te wijzigen

€ 25,00.

Artikel 1.7 Trouwboekje of partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje:

€ 39,00

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.8 Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een nationaal paspoort:

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,87;

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,42;

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,87;

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,42;

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,87;

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,42;

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 63,42.

Artikel 1.9 Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 75,80;

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 40,92;

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 36,93.

Artikel 1.10 Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.8 en 1.9, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 57,09;

b.

voor het bezorgen van een in de artikelen 1.8 en 1.9 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.8 en 1.9 en onder a genoemde bedragen:

€ 18,01.

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.11 Rijbewijzen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 51,11.

Artikel 1.12 Modaliteiten

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.11 wordt:

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 39,65;

b.

bij een aanvraag in verband met vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met:

€ 29,00.

2.

De verhogingen genoemd in het eerste lid zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd.

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een schriftelijke aanvraag voor het verstrekken van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen per inlichting

€ 18,00.

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.13 Definities

1.

Voor de toepassing van artikel 1.14 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

2.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

Artikel 1.14 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 20,00;

b.

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

1.

voor 100 verstrekkingen:

€ 349,00;

2.

voor 500 verstrekkingen:

€ 1.273,00;

3.

voor 1.000 verstrekkingen:

€ 1.714,00;

c.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):

€ 20,00.

Artikel 1.15 Verstrekking van aangehaakte gegevens

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 20,00;

b.

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

1.

voor 100 verstrekkingen:

€ 349,00;

2.

voor 500 verstrekkingen:

€ 1.273,00;

3.

voor 1.000 verstrekkingen:

€ 1.714,00.

Artikel 1.16 Schriftelijke verstrekking

In afwijking van de artikelen 1.14 en 1.15 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50.

Artikel 1.17 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 30,00.

 

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.18 Afschriften van bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

een afschrift van de gemeentebegroting:

€ 19,20;

b.

een afschrift van de jaarstukken:

€ 23,60.

Artikel 1.19 Abonnement op bestuursstukken

1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op de raadsagenda, de raadsvoorstellen, concept-besluiten en notulen, exclusief porto:

€ 47,00.

2. Indien een abonnement wordt afgesloten in de loop van een kalenderjaar, wordt het tarief voor het resterende gedeelte van het kalenderjaar naar tijdsgelang vastgesteld.

 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.20 Informatie uit registers

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

a.

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen, per adres of object:

€ 26,00;

b.

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet:

€ 52,00.

Artikel 1.21 Informatie uit adressenbestanden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

a.

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres:

€ 7,00;

b.

het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie:

€ 7,00;

c.

het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat:

€ 7,00.

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.22 Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ 41,35;

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 20,00;

c.

tot het afgeven van een bewijs van in leven zijn:

€ 20,00;

d.

tot het afgeven van een verklaring van Nederlanderschap, niet bestemd tot reispapier:

€ 20,00.

 

Paragraaf 1.8 Bijzondere wetten

Artikel 1.23 Leegstandwet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 95,00;

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

€ 60,00.

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.

Artikel 1.24 Wet op de kansspelen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

a.

voor één kansspelautomaat:

€ 56,50;

b.

voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50;

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00.

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd worden.

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de APV gemeente Boekel:

€ 307,00.

Artikel 1.25 Telecommunicatiewet

1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

€ 486,00;

a.

als het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met:

€ 10,00;

b.

als het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met:

€ 10,00;

c.

als met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, per uur verhoogd met:

€ 107,00;

blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld

d.

als de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, per uur verhoogd met:

€ 107,00;

blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld

e.

als met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2. Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, d of e, is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

3. Indien het werkzaamheden van niet ingrijpende aard betreft, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van de melding:

€ 58,00.

4. Indien het betreft de melding voor een proefsleuf wordt het legesbedrag conform lid 1 verrekend met de leges voor de melding waartoe deze proefsleuf dient, indien en zodra de melding wordt ingediend.

5. Indien het spoedeisende werk werkzaamheden dan wel calamiteiten betreft, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van de melding:

€ 58,00.

 

Paragraaf 1.9 Diversen

Artikel 1.26 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 17,00;

b.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 2,00;

c.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 67,00;

d.

kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 0,10;

2.

in formaat A3, per bladzijde:

€ 0,20;

3.

in formaat A2 of groter, per bladzijde:

€ 0,40;

4.

in formaat A4 of kleiner, in kleur, per bladzijde:

€ 0,40;

5.

in formaat A3, in kleur, per bladzijde:

€ 0,80;

6.

in formaat A2 of groter, in kleur, per bladzijde:

€ 1,60.

 

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

 

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

4.

Onder bruto vloeroppervlakte wordt verstaan het oppervlak van alle tot een bouwwerk behorende binnenruimten gemeten volgens NEN 2580:2007. Dit is de som van alle ruimtes op alle verdiepingen gemeten in vierkante meter (m²) op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die het bouwwerk omhullen.

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

vooroverleg;

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.11.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.12.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Vooroverleg

1.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van een vooroverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief per uur vanaf twee uur:

€ 106,00.

2.

Indien het bevoegd gezag in het kader van het vooroverleg advies dient te vragen, wordt het tarief bedoeld in het eerste lid verhoogd met de kosten van dit advies.

3.

Het op grond van het eerste en tweede lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

4.

Als de aanvraag ziet op het indienen van een principeverzoek bedraagt het tarief:

€ 529,00.

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

1. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, zijnde het verbouwen of nieuwbouwen van een woning of andere woonfunctie, bedraagt het tarief per bouwwerk, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

indien de bruto vloeroppervlakte kleiner is dan 100 m², voor elke m²:

€ 13,50;

met een minimum van:

€ 119,50;

b.

indien de bruto vloeroppervlakte groter is dan of gelijk aan 100 m² maar kleiner dan 550 m²:

€ 1.350,00;

voor elke m² bruto vloeroppervlakte vanaf 100 m² vermeerderd met:

€ 9,40;

c.

indien de bruto vloeroppervlakte groter is dan of gelijk aan 550 m²

€ 5.580,00;

voor elke m² bruto vloeroppervlakte vanaf 550 m² vermeerderd met:

€ 8,34;

met een maximum van:

€ 250.000,00.

2. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, zijnde een bijgebouw bij een woning, zoals een garage of berging, bedraagt het tarief per bouwwerk, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

indien de bruto vloeroppervlakte kleiner is dan 150 m², voor elke m²:

€ 8,05;

met een minimum van:

€ 119,50;

b.

indien de bruto vloeroppervlakte groter is dan of gelijk aan 150 m²:

€ 1.210,00;

voor elke m² bruto vloeroppervlakte vanaf 150 m² vermeerderd met:

€ 5,20;

met een maximum van:

€ 250.000,00.

3. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, zijnde het verbouwen of nieuwbouwen van stallen, loodsen, champignonkwekerijen, bedrijfshallen of andere industriefuncties met uitzondering van open en prefab agrarische loodsen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

indien de bruto vloeroppervlakte kleiner is dan 360 m², voor elke m²:

€ 4,94;

met een minimum van:

€ 299,00;

b.

indien de bruto vloeroppervlakte groter is dan of gelijk aan 360 m², maar kleiner is dan 1760 m²:

€ 1.778,50;

voor elke m² bruto vloeroppervlakte vanaf 360 m² vermeerderd met:

€ 3,16;

c.

indien de bruto vloeroppervlakte groter is dan of gelijk aan 1760 m²:

€ 6.232,00;

voor elke m² bruto vloeroppervlakte vanaf 1760 m² vermeerderd met:

€ 2,07;

met een maximum van:

€ 250.000,00.

4. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, zijnde het verbouwen of nieuwbouwen open of prefab agrarische loodsen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

indien de bruto vloeroppervlakte kleiner is dan 650 m², voor elke m²:

€ 2,51;

met een minimum van:

€ 298,50;

indien de bruto vloeroppervlakte groter is dan of gelijk aan 650 m², maar kleiner is dan 2900 m²:

€ 1.640,50;

voor elke m² bruto vloeroppervlakte vanaf 650 m² vermeerderd met:

€ 1,97;

indien de bruto vloeroppervlakte groter is dan of gelijk aan 2900 m²:

€ 6.085,00;

voor elke m² bruto vloeroppervlakte vanaf 2900 m² vermeerderd met:

€ 1,58;

met een maximum van:

€ 250.000,00.

5. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, zijnde het verbouwen of nieuwbouwen tot een bijeenkomstfunctie, gezondheidsfunctie, logiesfunctie, onderwijsfunctie, celfunctie, kantoorfunctie, sportfunctie of winkelfunctie, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

indien de bruto vloeroppervlakte kleiner is dan 100 m², voor elke m²:

€ 14,98;

met een minimum van:

€ 179,50;

indien de bruto vloeroppervlakte groter is dan of gelijk aan 100 m², maar kleiner is dan 500 m²:

€ 1.498,00;

voor elke m² bruto vloeroppervlakte vanaf 100 m² vermeerderd met:

€ 10,28;

indien de bruto vloeroppervlakte groter is dan of gelijk aan 500 m²:

€ 5.667,50;

voor elke m² bruto vloeroppervlakte vanaf 500 m² vermeerderd met:

€ 9,14;

met een maximum van:

€ 250.000,00.

6. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, zijnde een overkapping, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

indien de bruto vloeroppervlakte kleiner is dan 600 m², voor elke m²:

€ 2,64;

met een minimum van:

€ 119,50;

indien de bruto vloeroppervlakte groter is dan of gelijk aan 600 m²:

€ 1.581,00;

voor elke m² bruto vloeroppervlakte vanaf 600 m² vermeerderd met:

€ 1,76;

met een maximum van:

€ 250.000,00.

7. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, zijnde het verbouwen of nieuwbouwen van een kas, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

indien de bruto vloeroppervlakte kleiner is dan 2500 m², voor elke m²:

€ 0,78;

met een minimum van:

€ 298,50;

indien de bruto vloeroppervlakte groter is dan of gelijk aan 2500 m²:

€ 1.922,50;

voor elke m² bruto vloeroppervlakte vanaf 2500 m² vermeerderd met:

€ 0,47;

met een maximum van:

€ 250.000,00.

8. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, zijnde een constructieve wijziging van een bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 298,50.

9. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, zijnde een silo, zonnepaneel, wijziging in de brandcompartimentering of teeltondersteunende voorziening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 119,50.

10. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, zijnde een tijdelijke wooneenheid, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 286,50.

11. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, zijnde een dakkapel op een bestaand gebouw, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 76,00;

met een minimum van:

€ 119,50.

12. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, zijnde een gevelwijziging, bedraagt het tarief per m¹ gevel, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 36,50;

met een minimum van:

€ 119,50.

13. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, zijnde een dakkapel op een bestaand gebouw, bedraagt het tarief per muur of wand, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 76,00;

met een minimum van:

€ 119,50.

14. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een overige bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief per m² oppervlakte, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2,07;

met een minimum van:

€ 119,50.

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 394,00;

1.

als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

€ 207,00;

2.

als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het dorpsgezicht, verhoogd met:

€ 448,00;

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 450,00;

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit met kleine wijziging:

€ 736,00;

d.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 4.899,00.

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.230,00.

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed 

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de Erfgoedverordening Boekel 2019 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 492,00;

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 548,00;

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 4.997,00.

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Boekel 2019 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

a. als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

b. als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Paragraaf 2.5 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.9 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per uur:

€ 105,00.

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.6 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 486,00.

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 486,00.

3.

Het op grond van het eerste of tweede lid verschuldigde bedrag wordt verhoogd indien:

a.

het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf met:

€ 10,00;

b.

het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf met:

€ 10,00;

c.

met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, per uur met:

€ 107,00;

blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld

4.

Als een begroting als bedoeld in het derde lid, onderdeel c, is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

5.

Indien het werkzaamheden van niet ingrijpende aard betreft, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van de melding:

€ 58,00.

6.

Indien het betreft de melding voor een proefsleuf wordt het legesbedrag conform het eerste tot en met het derde lid verrekend met de leges voor de melding waartoe deze proefsleuf dient, indien en zodra de melding wordt ingediend.

7.

Indien het spoedeisende werk werkzaamheden dan wel calamiteiten betreft, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van de melding:

€ 58,00.

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

  • a.

    aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

  • b.

    indrijven van voorwerpen,

  • c.

    ophogen van de grond, of

  • d.

    verharden van de grond,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in het omgevingsplan:

€ 394,00;

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 4.899,00.

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 2.13 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 394,00;

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

€ 448,00;

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 450,00;

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 4.899,00.

 

Paragraaf 2.7 Overige activiteiten

Artikel 2.14 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

1. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de APV gemeente Boekel in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 390,00.

2. Indien bij de aanvraag bedoeld in het eerste lid een rapport wordt overgelegd, waaruit blijkt dat de houtopstand geveld dient te worden wegens ziekte of omdat deze dood is, bedraagt het tarief:

10%

van het tarief van de in het eerste lid bedoelde leges.

Artikel 2.15 Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 518,00;

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 394,00;

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 4.899,00;

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 217,00.

 

Paragraaf 2.8 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.16 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 69,00.

Artikel 2.17 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in artikel 2.16, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 69,00.

 

Paragraaf 2.9 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.18 Gelijkwaardige maatregel 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 69,00;

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 69,00;

c.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a of b, bedraagt het tarief, per uur:

€ 69,00.

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.10 Overige tarieven

Artikel 2.19 Wijzigen omgevingsvergunning

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

Artikel 2.20 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 237,00.

Artikel 2.21 Beoordeling aanvullende gegevens

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen:

€ 423,00.

Artikel 2.22 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.28 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

Artikel 2.23 Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 6.124,00.

Artikel 2.24 Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 518,00.

 

Paragraaf 2.11 Modaliteiten

Artikel 2.25 Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.7 verschuldigde leges verhoogd met:

10%.

Artikel 2.26 Anonimiseren

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit bijlagen bevat met andere directe persoonsgegevens dan de planlocatie, worden de op grond van dit hoofdstuk verschuldigde leges verhoogd met:

5%

met een verhoging van maximaal:

€ 1.000,00.

Artikel 2.27 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing wordt verklaard op de voorbereiding van het besluit het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 2.28 Beoordeling onderzoeksrapporten

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld, het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 2.29 Advies

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 890,00;

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Cultureel Erfgoed Boekel 2022:

€ 518,00;

c.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 2.30 Instemming

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.12 Vermindering

Artikel 2.31 Vermindering na vooroverleg

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in artikel 2.4, eerste lid, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100%

van de voor het vooroverleg geheven leges.

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

  • a.

    voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het vooroverleg betrekking had;

  • b.

    in overeenstemming met de uitkomsten van het vooroverleg; en

  • c.

    binnen twee maanden na het laatste overleg of, als het vooroverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

3.

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 311,00.

Artikel 2.32 Vermindering bij meerdere woningen in één aanvraag 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen betrekking heeft op één vergunning voor vier of meer dezelfde woningen, bestaat aanspraak op vermindering van leges genoemd in artikel 2.5. De vermindering bedraagt:

15%

van de geheven leges

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen betrekking heeft op één vergunning voor vier of meer dezelfde sociale huurwoningen, bestaat aanspraak op vermindering van leges genoemd in artikel 2.5. De vermindering bedraagt:

25%

van de geheven leges

 

Paragraaf 2.13 Teruggaaf

Artikel 2.33 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

85%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.34 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.35 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

d.

bij gehele intrekking op verzoek van het college van burgemeester en wethouders:

100%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.36 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.37 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten

1.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

2.

Onder een weigering bedoeld in lid 1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

Artikel 2.38 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.11.

Artikel 2.39 Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 15,00 wordt niet teruggegeven.

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

 

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de APV gemeente Boekel:

€ 217,00;

b.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een bedrijf als bedoeld in artikel 2:80 van de APV gemeente Boekel

€ 217,00;

c.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, derde lid, van de APV gemeente Boekel, per uur of gedeelte daarvan:

€ 36,00.

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 307,00;

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 69,00;

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 69,00;

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 69,00;

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 69,00.

 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de APV gemeente Boekel:

€ 656,00.

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning:

€ 135,00.

 

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 35,00.

 

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de APV gemeente Boekel (evenementenvergunning), als het betreft:

a.

een evenement met geen of beperkt risico:

€ 289,00;

b.

een evenement met matig risico:

€ 578,00;

c.

een evenement met groot risico of meer dan 10.000 bezoekers of deelnemers:

€ 11.521,00.

2.

De burgemeester beoordeelt het risico, zoals bedoeld in artikel 1.

3.

Indien de aanvraag voor een evenementenvergunning wordt ingediend door een lokale stichting of vereniging, bedraagt het tarief

0%

van de bedragen genoemd in lid 1.

4.

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een evenementenvergunning drie weken of minder voor de datum van het te houden evenement is ingediend en deze niet wordt geweigerd op grond van artikel 1:8, tweede lid, van de APV gemeente Boekel, bedraagt het tarief:

200%

van de bedragen genoemd in lid 1.

 

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.7 Standplaatsvergunningen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag op grond van artikel 5:18 van de APV gemeente Boekel:

a.

tot het verlenen van een vaste standplaatsvergunning voor één dagdeel:

€ 989,00;

b.

tot het verlenen van een incidentele standplaatsvergunning, per dagdeel:

€ 35,00.

2.

Als een aanvraag om een vaste standplaatsvergunning, te verlenen via het selectiestelsel in het Standplaatsenbeleid Boekel 2021, niet leidt tot vergunningverlening, bestaat aanspraak op teruggaaf van de op grond van het eerste lid verschuldigde leges van:

50%.

3.

Het tarief voor het gebruik van elektrische aansluitingen bij een vaste standplaats bedraagt per dagdeel, per jaar:

€ 189,00.

4.

Het tarief voor het gebruik van elektrische aansluitingen bij een incidentele standplaats bedraagt per dagdeel:

€ 70,00.

5.

De tarieven van lid 1, onder b, en lid 4 worden bij gebruik door een ideële organisatie verminderd met:

100%.

 

Paragraaf 3.6 Kinderopvang

Artikel 3.8 Kinderopvang

Het tarief bedraagt, indien een onderzoek voor registratie noodzakelijk is, voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het exploiteren van een kinderopvang of gastouderbureau overeenkomstig artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang:

€ 1.699,00;

b.

tot het exploiteren van een voorziening voor gastouderopvang overeenkomstig artikel 1.45 van de Wet kinderopvang:

€ 566,00.

 

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.9 Niet benoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 217,00.

 

Behorende bij raadsbesluit van 14 december 2023

 

De griffier van Boekel,