Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oostzaan

Procedure adviesrecht gemeenteraad en participatie 2023, bij afwijkingen van het geldende omgevingsplan van Oostzaan

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOostzaan
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingProcedure adviesrecht gemeenteraad en participatie 2023, bij afwijkingen van het geldende omgevingsplan van Oostzaan
CiteertitelProcedure adviesrecht gemeenteraad en participatie 2023, bij afwijkingen van het geldende omgevingsplan van Oostzaan
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

05-10-2023

gmb-2023-542077

Tekst van de regeling

Intitulé

Procedure adviesrecht gemeenteraad en participatie 2023, bij afwijkingen van het geldende omgevingsplan van Oostzaan

Algemeen adviesrecht (16.15a Ow) en verplichte participatie voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten (als bedoeld in artikel 16.55 lid 7 Ow)

Het algemene uitgangspunt is dat het college-initiatieven, die passen binnen het door de gemeenteraad vastgesteld beleid en/of kaders voor de fysieke leefomgeving, niet ter advies voorlegt aan de gemeenteraad. Denk hierbij aan het omgevingsplan, beeldkwaliteitsplannen, woonvisie etc.

 

Het college legt initiatieven, die op inhoudelijke gronden moeten worden geweigerd wegens onoverkomelijke strijdigheden met wet- en regelgeving (geen beleidsruimte om mee te werken) niet ter advies voor aan de gemeenteraad.

 

Initiatieven, die niet passen in het door de gemeenteraad vastgesteld beleid en/of kaders en die niet op inhoudelijke gronden moeten worden geweigerd legt het college ter advies voor aan de gemeenteraad indien deze zijn opgenomen in de hieronder opgesomde lijst van categorieën.

Artikel 1. Aanvragen met een grote maatschappelijke impact

Dit gaat om bouwplannen en gebruik die een verwachte grote maatschappelijke impact hebben op de leefomgeving. Hiermee wordt voorkomen dat het adviesrecht van de raad met een uitputtende lijst van categorieën wordt vastgezet. Het is mogelijk dat een bouwplan wordt ingediend dat niet van tevoren is voorzien, maar waar het advies van de raad wel van meerwaarde is. Daardoor ontstaat een samenspel tussen de raad en het college waarmee maatwerk wordt geleverd voor het bindend adviesrecht.

Artikel 2. Uitzonderingen door o.a. eerdere besluitvorming

Indien sprake is van een geval, als bedoeld in artikel 1 is een advies van de gemeenteraad niet vereist als het gaat om een situatie waarvoor:

  • in het tijdelijk deel van het omgevingsplan een wijzigingsbevoegdheid of een uitwerkingsplicht (als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening) is opgenomen;

  • door de raad reeds eerder een startdocument is vastgesteld;

  • in het nieuwe deel van het omgevingsplan een delegatiebevoegdheid (als bedoeld in artikel 2.8 van de Omgevingswet) is opgenomen;

Artikel 3. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking tegelijk met inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Artikel 4. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als “Procedure adviesrecht gemeenteraad en participatie 2023, bij afwijkingen van het geldende omgevingsplan van Oostzaan”

Toelichting

Bij initiatieven waarvoor de gemeenteraad al beleid of kaders heeft vastgesteld is nader adviesrecht niet vereist als deze initiatieven passen binnen de vastgestelde kaders.

 

Indien er geen beleidsruimte is om mee te werken aan het initiatief, bijvoorbeeld omdat een initiatief binnen een milieuzone valt en ontheffing niet mogelijk is of dat het in strijd is met het provinciaal beleid en ontheffing niet mogelijk is, nader advies van de raad niet is vereist.

 

Het kan voorkomen dat een aanvraag afwijkt van de omgevingsvisie, een ontwikkelvisie of een gebiedsvisie. Bijvoorbeeld een initiatief op een locatie waar geen ontwikkeling werd verwacht. Deze initiatieven kunnen wel een meerwaarde hebben of bijdragen aan de ontwikkeling of doelstellingen van de gemeente. Als de aanvraag niet past in deze door de raad vastgestelde kaders dan ligt het voor de hand de raad daarover een advies te vragen. Een initiatief hoeft dan niet meteen afgewezen te worden. Dat sluit goed aan bij de ‘ja, mits’ gedachte van de Omgevingswet.

 

Advies van de gemeenteraad is bij aanvragen om omgevingsvergunning en verplichte participatie voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten vereist in de volgende gevallen:

 

Artikel 1.Aanvragen met een grote maatschappelijke impact

Voorbeelden van aanvragen met een grote maatschappelijke impact zijn:

 

  • Lisweg 259;

  • De Rietkraag;

  • Dr. Boomstraat.

Het bepalen van de impact van een initiatief is geen absolute wetenschap. Er spelen verschillende zaken een rol, zoals: wat is het effect van het initiatief? Wie hebben er straks profijt van? Hoe groot is het plan en wat is de invloed ervan op groen? Het gaat hierbij ook over de overlast (uitstraling, geur, uitzicht, praktisch zoals toegang en parkeren en ideëel zoals jeugd, gezondheid, natuur etc.) tijdens de bouw en/of na realisatie.

Daarom wordt er een inschatting gemaakt van de mate van impact. Aan de hand van het beantwoorden van een aantal vragen bepalen we zo globaal de impact en daarmee de vervolgstappen. Het gaat bij het bepalen van de impact om de volgende onderwerpen:

 

  • Omvang bouwplan: de omvang van een initiatief heeft invloed op de omgeving. Gaat het bijvoorbeeld om een dakkapel, een aanbouw aan een woning, of om de bouw van 8 of 100 woningen?

  • Aansluiting bij de leefomgeving: bouw je één of meerdere woningen in een woonwijk of in het buitengebied? Wanneer het initiatief aansluit bij functies in de directe omgeving is er vaak sprake van minder impact.

  • Gevolgen voor groen: een groene omgeving is belangrijk voor de gezondheid van onze inwoners en er wordt veel waarde aan gehecht. Is er, als gevolg van het initiatief, een afname van het groen (waardevol) in de omgeving? Dan heeft dat impact.

  • Hinder: geeft het initiatief hinder op de directe omgeving? Wordt er gewerkt aan huis? Zijn er veel verkeersbewegingen of neemt de geluidsproductie door het initiatief toe? Hoe meer hinder, hoe groter de impact.

  • Gevoeligheid: Is het initiatief in het verleden al een keer gestart, hoe ging dat toen? Of spelen er nog andere zaken in de directe omgeving van het initiatief die gevoelig zijn?

Artikel 2. Uitzonderingen door o.a. eerdere besluitvorming

 

Indien sprake is van een geval als bedoeld in artikel 1 is er geen adviesrecht van de gemeenteraad indien:

 

  • in het tijdelijk deel van het omgevingsplan, een wijzigingsbevoegdheid of een uitwerkingsplicht (als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening) is opgenomen;

  • door de raad reeds eerder een startdocument is vastgesteld;

in het nieuwe deel van het omgevingsplan een delegatiebevoegdheid (als bedoeld in artikel 2.8 van de Omgevingswet ) is opgenomen.

Bij een wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht (als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening heeft de raad zich al uitgesproken over de kaders waarbinnen het college het plan mag wijzigen. In een dergelijk geval heeft het geen toegevoegde waarde dat de raad opnieuw wordt benaderd.

 

Ook als de raad reeds een startdocument met ruimtelijke kaders heeft vastgesteld, is het college gehouden aan deze kaders. Ook dan heeft het geen toegevoegde waarde om de raad nogmaals te benaderen.