Organisatie | Ermelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels verblijfsontzegging gemeente Ermelo |
Citeertitel | Beleidsregels verblijfsontzegging gemeente Ermelo |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-08-2008 | Nieuwe regeling | 17-06-2008 Ermelo's Weekblad | Onbekend |
Hoofdstuk 2 Gebruiksinstructie verblijfsontzegging
Artikel 2.1 Administratieve afhandeling
De afdeling Veiligheid, Vergunningen en Handhaving is verantwoordelijk voor de administratieve afhandeling van een verblijfsontzegging.
Artikel 2.3 Opleggen verblijfsontzegging bij derde overtreding
Een besluit tot het opleggen van een verblijfsontzegging kan niet eerder worden genomen dan na de tweede geconstateerde overtreding van de in artikel 2.9 genoemde delicten, blijkend uit de omstandigheid dat de overtreder voor de tweede maal een proces-verbaal is aangezegd, binnen een periode van zes maanden.
Artikel 2.5 Voornemen opleggen verblijfsontzegging
Alvorens een besluit tot het opleggen van een verblijfsontzegging wordt genomen wordt de persoon in de gelegenheid gesteld om, binnen vijf dagen na bekendmaking van het voornemen tot het opleggen van een verblijfsontzegging, zijn of haar zienswijze naar voren te brengen. Van deze termijn kan in spoedeisende situaties worden afgeweken.
Artikel 2.7 Motivering besluit opleggen verblijfsontzegging
Het besluit tot het opleggen van een verblijfsontzegging dient gemotiveerd te zijn. In de motivatie wordt aangegeven:
Artikel 2.8 Persoon woonachtig in ontzeggingsgebied
Indien de persoon aan wie het besluit tot verblijfsontzegging wordt opgelegd, woont of werkt in het gebied waarvoor de ontzegging geldt, wordt dat gebied zodanig aangepast dat die persoon een aanlooproute heeft van en naar zijn woning of werklocatie naar de middelen van openbaar vervoer, niet zijnde een taxi.
Artikel 2.9 Geconstateerde feiten welke in aanmerking komen voor verblijfsontzegging
Bij de volgende geconstateerde feiten, waarvoor een proces-verbaal is aangezegd, en mits er een relatie bestaat met het aangewezen gebied, wordt een verblijfsontzegging gegeven voor een tijdvak van:
Feiten waarvoor ontzegging wordt opgelegd (Termijnontzegging)
En als uren te noemen waarvoor de verblijfsontzegging geldt:
Nadat hiervoor een algemene toelichting is gegeven volgt nu een artikelsgewijze toelichting.
In dit artikel is de begripsomschrijving opgenomen.
Artikel 2.1 regelt de verantwoordelijkheid van de administratieve afhandeling van de verblijfsontzegging.
Dit artikel gaat in op de aangewezen gebieden. (zie ook de kaarten in de bijlage) Voor deze gebieden is gekozen omdat de overlast en de daarmee samenhangende aantasting van de openbare orde en veiligheid zich concentreert in deze gebieden van Ermelo.
In dit artikel is geregeld dat het besluit tot het opleggen van een verblijfsontzegging pas wordt genomen na de tweede geconstateerde overtreding. Hiermee wordt bewerkstelligd dat de persoon de gelegenheid heeft gehad om zijn of haar gedrag aan te passen waardoor er geen sprake meer is van de aantasting van de openbare orde en veiligheid, welke veroorzaakt wordt door het gedrag van de betrokken persoon. Met andere woorden de persoon heeft hierdoor de gelegenheid gehad om een verblijfsontzegging te voorkomen. Als wordt geconstateerd dat de persoon zich voor de tweede maal binnen een periode van 6 maanden zich schuldig maakt aan een overtreding van de in artikel 2.9 genoemde delicten en dat dit blijkt uit een proces-verbaal, dan kan worden overgegaan tot het besluit om een verblijfsontzegging op te leggen.
Uit voorgaande is duidelijk geworden dat er door diverse actoren veel waarde wordt gehecht aan het zorgvuldig omgaan met het instrument verblijfsontzegging. Dit is een van de redenen om te komen tot deze beleidsregels. Daarom is in dit artikel de waarschuwingsbrief opgenomen. Het doel is, om door het opnemen van deze waarborg in de beleidsregels, dat er bij alle betrokkenen duidelijkheid ontstaat over de stand van zaken. De betrokken persoon weet dat er een "laatste" waarschuwing is. De politie is op de hoogte van de stand van zaken en ook de burgemeester weet dat in een voorkomende situatie na een tweede overtreding een handhavingsprocedure zal worden opgestart.
Alvorens over te gaan tot het uitreiken c.q. verzenden van de waarschuwingsbrief wordt de burgemeester door de politie, bijvoorbeeld door middel van het regulier overleg tussen de burgemeester en de teamchef van de politie Ermelo, geïnformeerd. Voor het uitreiken van de brief door de politie c.q. het aangetekend versturen is gekozen om daarmee te bewerkstelligen dat de brief ook wordt ontvangen door de betrokken persoon. Tevens wordt daarmee het belang van de waarschuwingsbrief nogmaals duidelijk benadrukt.
Een verblijfsontzegging is een beschikking en de burgemeester dient derhalve de eisen voor zorgvuldige besluitvorming die de Awb stelt in acht te nemen. Daarom zijn de artikelen 2.5, 2.6 en 2.7 opgenomen in de beleidsregels.
Artikel 2.5 regelt, conform artikel 4.8 Awb, de gelegenheid voor de betrokken persoon om zijn of haar zienswijze te geven op het voornemen van de burgemeester tot het nemen van het besluit tot het opleggen van een verblijfsontzegging. De betrokken persoon kan (art. 4.9 Awb) kiezen om zijn of haar zienswijze schriftelijk of mondeling kenbaar te maken. In het geval de persoon kiest voor het mondeling kenbaar maken van een zienswijze dan zal de persoon worden gehoord door de teamchef c.q. een plaatsvervanger en een medewerker van de afdeling Veiligheid, Vergunning en Handhaving.
In artikel 2.6 wordt het besluit tot het opleggen van een verblijfsontzegging door de burgemeester geregeld. Hierbij houdt de burgemeester ook rekening met de kenbaar gemaakte zienswijze van de betrokken persoon. Vervolgens wordt het besluit uitgereikt door de politie c.q. per aangetekende post verzonden.
In artikel 2.7 opgenomen welke onderwerpen in het besluit tot oplegging van een verblijfsontzegging dienen te zijn opgenomen om het besluit te motiveren.
Tot slot is in artikel 2.8 opgenomen hoe te handelen als de persoon woont of werkt in het gebied waarvoor de ontzegging geldt.
In artikel 2.9 zijn de feiten opgenomen die bij een herhaaldelijke overtreding een verblijfsontzegging tot gevolg kan hebben. Tevens is in het overzicht de duur van de verblijfsontzegging aangegeven.
Bij het samenstellen van de lijst van feiten is rekening gehouden met overtredingen die zich voor kunnen doen op of aan de openbare weg. Tevens is bij het samenstellen van de lijst gekeken naar voorvallen die zich de laatste jaren in Ermelo hebben voorgedaan en waarbij er sprake was van een aantasting of dreigende aantasting van de openbare orde en veiligheid.
Tevens zijn de uren benoemd waarvoor de verblijfsontzegging geldt. Dit omdat de gebieden een duidelijke publieke functie hebben.
In dit artikel is de duur van de verblijfsontzegging geregeld. Duidelijk is dat na constatering van het tweede strafbare feit, gepleegd binnen de periode van zes maanden, een verblijfsontzegging wordt opgelegd. Tevens geeft dit artikel aan dat de duur van de verblijfsontzegging samenhangt met het tweede strafbare feit. Dus als een persoon voor de eerste maal een overtreding begaat zoals bijvoorbeeld hinderlijk drankgebruik en voor de tweede maal een overtreding begaat zoals bedreiging, dan geldt de duur van de verblijfsontzegging die verbonden is aan het tweede geconstateerde feit. In voornoemd voorbeeld is dat bedreiging, dus een verblijfsontzegging voor de duur van 4 weken.
Tot slot is geregeld dat in geval een persoon een verblijfsontzegging opgelegd heeft gekregen en deze persoon begaat binnen 6 maanden na de ontzegging opnieuw een strafbaar feit, zoals opgenomen in artikel 2.9, dan volgt in verband met recidive wederom en direct een verblijfsontzegging.