Organisatie | Olst-Wijhe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Burgerinitiatief 2023 |
Citeertitel | Verordening Burgerinitiatief 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-12-2023 | nieuwe regeling | 27-11-2023 |
Artikel 3. Wijze van indiening
de achternaam, de voornaam/namen, het adres, de geboortedatum en handtekening van initiatiefgerechtigden, die het verzoek ondersteunen3.
Artikel 4. Ontvangstbevestiging; aanvulling van het verzoek
De voorzitter van de raad bevestigt de ontvangst van een burgerinitiatiefvoorstel binnen een week schriftelijk4 (via brief dan wel digitaal) aan de indiener van het verzoek;
Artikel 5. Behandeling door de raad
Nadat het college schriftelijk wensen of bedenkingen ter kennis heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt hiertoe niet te zullen overgaan, dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen, wordt het voorstel op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst. Als de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst;
De raad agendeert het burgerinitiatief voor zijn eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het initiatief, indien het voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 2 en 3. Er dient ten minste twee weken te liggen tussen de dag van indiening van het burgerinitiatief en de dag van de beeldvormende vergadering waarin het burgerinitiatief wordt geagendeerd;
Hoofdstuk 9 van de AWB betreft de wettelijk bepaalde procedure voor klachtenbehandeling door een bestuursorgaan. Dit omvat het recht dat ieder heeft om over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen, een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan. Aanvullend omschrijft hoofdstuk 9 hoe het des betreffende bestuursorgaan de klacht dient te verwerken.
Artikel 156a van het Wetboek van Rechtsvordering omschrijft dat een elektronisch document kan worden aangemerkt als schriftelijk indien; het document kan worden opgeslagen zodat van de ongewijzigde inhoud van het document in de toekomst kennis genomen kan worden, het document met handtekening ondertekend is. Tot slot dienen beide partijen ingestemd hebben met correspondentie middels een elektronisch document