Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ouder-Amstel

Beheerplan begraafplaats Karssenhof 2023 - 2027

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOuder-Amstel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeheerplan begraafplaats Karssenhof 2023 - 2027
CiteertitelBeheerplan begraafplaats Karssenhof 2023-2027
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-12-2023nieuwe regeling

28-11-2023

gmb-2023-540252

Tekst van de regeling

Intitulé

Beheerplan begraafplaats Karssenhof 2023 - 2027

 

1. Inleiding

Voor u ligt het effectgestuurd Beheerplan Begraafplaats van de gemeente Ouder-Amstel voor de periode 2023-2027.

 

1.1. Scope en afbakening

Dit beheerplan is een uitwerking van het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte (IBOR) en tactisch/operationeel van aard. Het IBOR is leidend voor de strategische visie op de openbare ruimte. Dit beheerplan werkt de strategie verder uit in maatregelen, werkzaamheden en een financiële onderbouwing.

 

Dit beheerplan geeft geen gedetailleerde beschrijving van alle werkzaamheden en processen die op de begraafplaats voorkomen, maar werkt met maatregelpakketten (bij elkaar horende werkzaamheden die een bepaald doel dienen).

 

1.2. Doelstelling

Het Beheerplan Begraafplaats Ouder-Amstel 2023-2027 geeft invulling aan de vraag hoe we omgaan met de gemeentelijke begraafplaats, aan welke randvoorwaarden we moeten voldoen, welke standpunten de gemeente hanteert, hoe we dit gaan uitvoeren en wat de financiële situatie is van de begraafplaats.

 

De algemene effecten en speerpunten vanuit het IBOR worden uitgewerkt naar praktische uitgangspunten en een financiële uitwerking. Dit betreft het regulier dagelijks onderhoud. Het planmatig onderhoud wordt uitgewerkt in de sectorale beheerplannen.

 

Het ambitieniveau geeft aan op welk beeldkwaliteitsniveau de openbare ruimte onderhouden dient te worden binnen dagelijks onderhoud om een bepaalde bijdrage aan het algemene effect te bereiken. Op de gemeentelijke begraafplaats valt alle openbaar toegankelijke ruimte onder de openbare ruimte, uitgezonderd de grafbedekkingen en monumenten. Het IBOR geeft aan welke speerpunten binnen de negen thema’s bereikt moeten worden. De speerpunten worden vertaald in beeldkwaliteitslatten voor het dagelijks onderhoud.

 

Naast de onderhoudskwaliteit is ook de kwaliteit van dienstverlening voor de begraafplaats belangrijk. Dit betekent communicatie door middel van Klant Contact Centrum (KCC), website, algemeen emailadres of direct contact met een medewerker op de begraafplaats of telefonisch met de medewerkers op kantoor. Er moet ook adequaat gehandeld worden bij vragen en verzoeken en ruimte voor maatwerk is bespreekbaar.

 

1.3. Totstandkoming

Er is een verkenning uitgevoerd van de huidige (beleids-)documenten die betrekking hebben op de begraafplaats. Daarnaast zijn interviews gehouden met verschillende medewerkers die betrokken zijn bij (het beheer van) de begraafplaats.

 

1.4. Besluitvorming

Dit beheerplan wordt vastgesteld door het college van B&W. De gemeenteraad wordt een exemplaar ter kennisgeving gestuurd. In dit beheerplan worden ook de daadwerkelijke financiële consequenties inzichtelijk gemaakt. Indien extra financiële middelen noodzakelijk zijn die bijdragen aan het realiseren van de speerpunten en algemene effecten wordt dit via de P&C cyclus of in een separaat voorstel aan het bestuur voorgelegd ter besluitvorming.

 

1.5. Leeswijzer

Allereerst worden in hoofdstuk 2 de wettelijke kaders kort beschreven. In hoofdstuk 3 wordt stilgestaan bij de gemeentelijke beleidsuitgangspunten. Hoofdstuk 4 geeft een beschrijving van de huidige situatie op de begraafplaats en staat stil bij de kwaliteit en de effecten ervan. Hoofdstuk 5 gaat in op landelijke en plaatselijke ontwikkelingen. Hoofdstuk 6 beschrijft de financiële uitwerking. Hoofdstuk 7 behandelt ten slotte de ontwikkelagenda voor de (nabije) toekomst.

 

Figuur 1 Oude gedeelte Karssenhof

2. Wettelijk kader

Iedere gemeente is wettelijk verplicht een begraafplaats te hebben, de mogelijkheid te geven tot begraven, zorg te dragen voor een begrafenis als een overledene geen nabestaanden heeft en een register te voeren. Dit is opgenomen in de Wet op de lijkbezorging en het Besluit op de lijkbezorging. De opgenomen verplichtingen tot zorg en verantwoordelijkheid zijn algemeen opgezet, waardoor een gemeente binnen de wettelijke kaders zelf een invulling moet geven aan het proces, de uitvoering en de bijbehorende toewijding.

 

In de Wet op de lijkbezorging is opgenomen wat er met een lichaam van een overleden persoon moet gebeuren. Hier is onder ander opgenomen door wie de dood wordt vastgesteld, wanneer een uitvaart moet plaats vinden of wat het proces van registratie is. Het streven om het voor nabestaanden mogelijk te maken op een goede manier afscheid van de overledene te nemen staat voorop.

 

De regelgeving van de Wet op de lijkbescherming heeft geen verband met milieuaspecten zoals opgenomen in de Wet bodembescherming. Maar milieuaspecten zoals bodemverontreiniging spelen wel degelijk een rol bij lijkbezorging. In te voorkomen dat er milieuverontreiniging ontstaat is de Inspectierichtlijn lijkbezorging opgesteld door de Inspectie voor de Leefomgeving en Transport (ILT, voorheen: Inspectie voor de milieuhygiëne, VROM-inspectie).

 

Begraafplaatsen zijn openbaar toegankelijk en vervullen een belangrijke rol in de samenleving. Niet alleen nabestaanden bezoeken de begraafplaats in het proces van rouwverwerking, ook de rust, de sfeer en de groene omgeving trekken mensen aan. De wettelijke zorgplicht, die geldt voor de openbare ruimte is daarom ook van toepassing op de begraafplaats.

 

2.1. Wet op de lijkbezorging

De Wet op de lijkbezorging (Wlb) beschrijft de richtlijnen, verplichtingen en verantwoordelijkheden in de zorg voor het lichaam van een overleden persoon. De nabestaanden van de overleden persoon worden geacht de lijkbezorging op zich te nemen. De gemeente is verantwoordelijk voor het verschaffen van de gelegenheid tot de lijkbezorging en draagt als houder van de begraafplaats zorg voor een belangrijk deel van de uitvoering hiervan. Wanneer er niemand gevraagd kan worden zorg te dragen voor de lijkbezorging van de overleden persoon, dan komt deze verantwoordelijkheid de burgemeester toe op kosten van de gemeente.

 

In de Wlb is een aantal verantwoordelijkheden met betrekking tot de lijkbezorging vastgelegd voor de houder van een begraafplaats. Er moet rekening gehouden worden met procedures die doorlopen moeten worden na het overlijden en eisen waaraan de begraafplaats moet voldoen.

 

De wet maakt onderscheid tussen particuliere en algemene graven, waarbij het hebben van grafrecht het grootste verschil is. Algemene graven worden door de houder van de begraafplaats beschikbaar gesteld en bevatten geen grafrecht. Na de minimale wettelijke grafrusttermijn van 10 jaar is er geen verlengingsplicht, waardoor de houder van de begraafplaats de uitgiftetermijn bepaalt.

 

Grafrecht wordt wel verkregen bij een particulier graf en biedt rechthebbenden de mogelijkheid tot het bepalen wie voor welke termijn in het graf begraven wordt. Het grafrecht wordt verleend voor onbepaalde of voor bepaalde tijd (minimaal 10 jaar). De houder van de begraafplaats is hierbij verplicht om de rechthebbenden ruim voor het ten einde lopen van de uitgiftetermijn te informeren en de gelegenheid te bieden het grafrecht te verlengen. Hiermee bepaalt enkel de rechthebbende wanneer het grafrecht wordt beëindigd.

 

Het grafrecht kan onder in het Wlb staande voorwaarden ook vervallen wanneer het graf zichtbaar verwaarloosd is (bijvoorbeeld verzakt, ingezakt, gebroken of zwaar verweerd) en verwaarloosd blijft nadat de nabestaanden op de situatie zijn gewezen door de houder van de begraafplaats.

 

2.2. Besluit op de lijkbezorging

Het Besluit op de lijkbezorging is een uitwerking van de Wet op de lijkbezorging en beschrijft de praktische bepalingen ten aanzien van bijvoorbeeld de inrichting van de graven. Hiermee moet rekening worden gehouden bij het delven van de graven. Het geeft daarnaast voorschriften over de wijze van cremeren en hoe om de gaan met vervoer van lichamen. Ook staan hierin de voorschriften waaraan het verplichte register moet voldoen.

 

2.3. Wijziging van de Wet op de lijkbezorging

De Wet op de lijkbezorging blijft in beweging om aan te blijven sluiten op de wensen van de nabestaanden. De ingezette voorbereiding van de modernisering van de Wlb voor uitvaarten staat gepland voor de eerste helft van 2024.

 

De volgende onderwerpen komen in de wetswijziging aan de orde:

  • Nieuwe vormen van lijkbezorging, zoals resomeren waarbij het lichaam wordt opgelost in een vloeistof of veraarden waarbij het lichaam in een organisch mengsel onder andere hooi en stro wordt gelegd, waar zich micro-organismen in bevinden die het lichaam composteren (Hoofdstuk 5).

  • Bestemming van het lichaam, zoals het schrappen van de bewaartermijn van de asbus, het vereenvoudigen van afwijken van graftermijnen en de verduidelijking van de regeling voor achtergebleven asbussen. Ook wordt in een beperkt aantal gevallen een gezamenlijke begrafenis of crematie mogelijk.

  • Natuurbegraven en gebruik van duurzame kisten of doeken wordt mogelijk.

  • Uitbreiding mogelijkheden voor digitale informatiestromen en werkprocessen.

2.4. Inspectierichtlijn lijkbezorging

De Inspectierichtlijn lijkbezorging is opgesteld door de Inspectie van de Volksgezondheid voor de Milieuhygiëne en vormt een aanvulling op de Wet op de lijkbezorging. Deze richtlijn is opgesteld om de lijkbezorging zo goed mogelijk binnen de milieuhygiënische randvoorwaarden uit te voeren met behoud van een goede zorg voor de overledene.

 

De richtlijn gaat onder andere in op:

  • de bodemgesteldheid en het grondwaterpeil;

  • milieuhygiënische aspecten van asbestemmingen;

  • het opgraven en herbegraven van lijken en stoffelijke resten;

  • het ruimen van graven.

2.5. Arbowet

In de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) zijn diverse bepalingen opgenomen met betrekking tot veiligheid bij de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden en het delven en sluiten van graven. In dit beheerplan wordt er van uit gegaan dat de werkzaamheden worden uitgevoerd met inachtneming van deze bepalingen.

 

2.6. Zorgplicht

De zorgplicht is vastgesteld in het Burgerlijk Wetboek en stelt eisen aan technische veiligheid. De wet regelt in algemene zin wanneer een rechtspersoon aansprakelijk gesteld kan worden voor schade of letsel. Voor de openbare ruimte betekent dit dat de gemeente moet kunnen aantonen regelmatig onderhoud te plegen en de technische staat van objecten te inspecteren, zodat de veiligheid in de openbare ruimte gehandhaafd blijft. Als de gemeente dit niet of in onvoldoende mate doet kan zij aansprakelijk gesteld worden voor nalatigheid.

3. Gemeentelijk kader

3.1. Beleid

In het IBOR wordt expliciet ingezet op de rol van de openbare ruimte voor maatschappelijke vraagstukken op de lange termijn. In het beleidsplan zijn negen thema’s opgenomen die hoog op de landelijke en gemeentelijke agenda staan. Gedegen beheer van de openbare ruimte draagt (integraal) bij aan het behalen van de doelstellingen van deze thema’s.

 

Thema’s IBOR:

  • Gezondheid

  • Veiligheid

  • Biodiversiteit

  • Energietransitie

  • Circulaire economie

  • Verstedelijking

  • Sociale cohesie

  • Mobiliteit en toegankelijkheid

  • Klimaatadaptatie

 

Dit beheerplan beschrijft hoe de te nemen concrete maatregelen voor de korte en middellange termijn bijdragen aan de negen thema’s uit het IBOR. Hierin worden duidelijke richtlijnen geformuleerd voor de uitvoerende partijen in het beheer van de openbare ruimte. Een onderdeel van de richtlijnen betreft de beeldkwaliteit voor bepaalde onderdelen van de begraafplaats.

 

De algemene effecten vanuit het IBOR waaraan de openbare ruimte moet bijdragen zijn in willekeurige volgorde opgesomd in onderstaande tabel.

 

Tabel 1 Algemene effecten openbare ruimte vanuit IBOR Ouder-Amstel

Algemeen effect

Doelstelling

Gezondheid

De openbare ruimte draagt bij aan de fysieke en mentale gezondheid van de inwoners

Veiligheid

De openbare ruimte is fysiek en sociaal veilig en draagt bij aan een veilig gevoel van en veilig gebruik door de gebruikers

Biodiversiteit

De openbare ruimte draagt bij aan behoud en verhogen van diversiteit in flora en fauna

Energietransitie

De openbare ruimte wordt uiterlijk in 2050 volledig beheerd zonder energie uit fossiele bronnen en biedt ruimte voor opwekking en levering van energie

Circulaire economie

De openbare ruimte legt zo min mogelijk beslag op nieuwe grondstoffen en zet in op gebruik van bestaande grondstoffen

Verstedelijking

De openbare ruimte is bestand tegen een toenemende gebruiksdruk en de gebruikers voelen zich verbonden met de (woon)omgeving om in te verblijven en te wonen

Sociale cohesie

De openbare ruimte nodigt uit om samen te komen en activiteiten te ondernemen

Mobiliteit en toegankelijkheid

De openbare ruimte en voorzieningen zijn goed toegankelijk en bereikbaar voor iedereen, zijn aantrekkelijk en nodigen uit om gebruik van te maken

Klimaatadaptatie

De openbare ruimte is afdoende bestand tegen toekomstige extreme weersinvloeden en draagt bij aan de reductie van wateroverlast, hittestress en droogtestress

 

3.2. Beheersverordening en uitvoeringsbesluiten

De gemeente Ouder-Amstel heeft het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats vastgelegd in de ‘Verordening voor het beheer van de gemeentelijke begraafplaats Karssenhof te Ouderkerk aan de Amstel’. Deze vigerende beheersverordening is door de gemeenteraad vastgesteld op 31 augustus 2010 en is op de achtste dag na de datum van uitgifte in het Weekblad voor Ouder-Amstel in werking getreden. Hierin is onder meer bepaald welk type grafrechten worden verleend en onder welke voorwaarden. Daarnaast is beschreven aan welke voorwaarden moet worden voldaan alvorens er iemand mag worden begraven (zoals administratieve handelingen, begraaftijden).

 

In de beheersverordening staan eisen voor:

  • openstelling, orde en rust;

  • voorschriften voor lijkbezorging;

  • indeling en uitgifte der graven;

  • Grafbedekkingen;

  • ruiming van graven, urnengraven en urnennissen.

In het ‘Uitvoeringsbesluit grafbedekkingen begraafplaats Karssenhof’ is nader beschreven wat de voorwaarden zijn voor het aanvragen van een vergunning en eisen voor de toepassing van grafbedekkingen. Dit besluit is vastgesteld op 21 december 2010 en in werking getreden op 30 december 2010.

 

In het uitvoeringsbesluit ‘Regels voor graven en asbezorging Karssenhof’ staan nadere regels over de indeling en uitgifte van graven en de bezorging van de as. Dit besluit is ook vastgesteld op 21 december 2010 en in werking getreden op 30 december 2010.

3.2.1. Uitvoeringsbesluit Begraafbeperking

De begraafplaats is geschikt voor een beperkt aantal inwoners en heeft geen beschikbare begraafcapaciteit voor nabijgelegen gemeentes zonder hiervoor uit te breiden. De beschikbare begraafcapaciteit wordt voorgesteld aan uitsluitend overledenen die ten tijde van het overlijden woonachtig waren in Ouder-Amstel óf een sociale binding hadden met de gemeente. Er is hierover in 2003 een besluit genomen voor een tijdelijke begraafbeperking en op 23 maart 2004 is besloten de begraafbeperking in stand te houden. Het besluit is in werking getreden op 30 maart 2004.

 

Het doel van de begraafbeperking is om overledenen te weren die enkel voor esthetische redenen op de begraafplaats Karssenhof begraven (willen) worden. Daarnaast is het een beleidskeuze om de gemeentelijke begraafplaats een zoveel mogelijk eigen karakter te behouden. Als de overledene niet woonachtig was in de gemeente Ouder-Amstel, dient er een schriftelijk verzoek te worden ingediend aan de portefeuillehouder met een onderbouwing waarom het aannemelijk is dat er een binding is met de gemeente Ouder-Amstel.

 

Het besluit dient te worden geactualiseerd . Dit zal samen worden gedaan met het actualiseren van de beheersverordening ‘Verordening voor het beheer van de gemeentelijke begraafplaats Karssenhof te Ouderkerk aan de Amstel’ en is opgenomen in actielijst.

 

3.3. Visie

In de maatschappij is er een trend naar meer individualiteit. Dit zien we ook op de begraafplaats terug. Mensen willen steeds meer een persoonlijke invulling geven aan het afscheid nemen, de manieren van het rouwen en de vormen van begraven en de grafbedekking. Gemeente Ouder-Amstel hecht aan de vrijheid op het gebied van de persoonlijke invulling van een uitvaart en begrafenis, voor zover deze passen binnen de Wet op de lijkbezorging en de Beheersverordening.

 

De begraafplaats biedt een aantrekkelijke omgeving als laatste rustplaats. De groene, goed onderhouden inrichting nodigt uit om te gedenken en te herinneren.

Bezoekers voelen zich welkom. De gemeente geeft door een goede exploitatie en een goed beheer invulling aan duurzame instandhouding, passend binnen de geldende wetgeving.

 

De visie op de begraafplaats en het begraven in Ouder-Amstel is:

 

Aan deze visie zijn de volgende doelstellingen gekoppeld:

  • Aansluiten op de thema’s uit het IBOR.

  • Een kostendekkende exploitatie.

  • Actief aanbieden van verschillende wijzen van begraven en asbestemmingen.

  • Zorgen voor voldoende capaciteit (begraven en asbestemmingen).

  • Borgen van een goede kwaliteit dienstverlening.

3.4. Exploitatie

Voor veel mensen heeft de begraafplaats een grote emotionele betekenis, een plaats om te herdenken en te bezinnen. Tegelijkertijd is het beheren van een begraafplaats een bedrijfsmatige activiteit die de gemeente uitvoert voor haar burgers. Daar hoort een gezonde exploitatie bij, maar dat blijkt lastig te zijn. Er is steeds meer vraag naar mogelijkheden voor een persoonlijke invulling, een hoger kwaliteit en serviceniveau. Daarnaast is begraven niet meer de norm, jaarlijks daalt het aantal begrafenissen en neemt het aantal crematies toe. De gemeente heeft wel de wettelijke verplichting om begraven mogelijk te maken. De kosten voor het beheer en onderhoud van de begraafplaats komen ieder jaar terug. Het maakt daarbij niet veel uit of er veel of weinig begrafenissen plaatsvinden.

 

De vraag is dan ook, net als in veel andere gemeenten: kan de begraafplaats kostendekkend worden geëxploiteerd, terwijl we toch voldoen aan de vraag van de bewoners en ook nog zonder dat de tarieven onacceptabel hoog worden? Landelijk zijn dekkingspercentages onder de 80% eerder regel dan uitzondering terwijl gemeentebesturen graag de 100% willen bereiken. Het dekkingspercentage van de begraafplaats is inzichtelijk gemaakt met de beschikbare gegevens, hoe dit wordt uitgewerkt in hoofdstuk 6 Financiën.

 

Om een hogere dekkingsgraad te bereiken zijn er in de kern de volgende opties waar op verschillende manieren invulling aan kan worden gegeven om dit te bereiken.

  • Verlagen van de kosten.

  • Verhogen van de inkomsten.

  • Dekken van een deel van de kosten vanuit andere dekkingsbronnen.

Hoe de dekkingsgraad is opgebouwd van de algemene begraafplaats Karssenhof is uitgewerkt in hoofdstuk 6 Financiën.

 

3.5. Capaciteit toets

De toekomstige vraag naar grafruimtes is afhankelijk van het aantal groeiende inwoners van de gemeente (zoals groeiend aanbod in woningen), de ontwikkelingen in het sterftecijfer, de verhouding tussen begraven en cremeren en of het aanbod aansluit bij de wensen van gebruikers. De verwachting is dat het aantal sterfgevallen de komende jaren toeneemt. Dit komt door de vergrijzing. De verwachting landelijk is dat meer mensen zullen kiezen voor een crematie, echter door recentelijke ontwikkelingen in begraafmogelijkheden zoals natuurlijk of natuurlijker begraven is er een lichte toename in het aantal begrafenissen. In onderstaande figuren (figuren 1 en 2) is de landelijke ontwikkeling van het sterftecijfer van de afgelopen 70 jaar weergegeven. De prognose van het CBS is dat de stijging nog ongeveer 20 jaar toeneemt en daarna licht gaat dalen.

 

Figuur 2 Absoluut aantal overledenen Nederland 1950-2022. Bron CBS Bevolkingsstatistiek

 

Figuur 3 Sterfte gemeente Ouder-Amstel. Bron CBS bevolkingsstatistiek.

 

In onderstaande grafiek (figuur 4) is de ontwikkeling van het aantal begrafenissen en het plaatsen van asbussen op de begraafplaats Ouder-Amstel weergegeven.

 

Figuur 4 Overzicht aantal begrafenissen en urnenplaatsingen per jaar

 

3.6. Graftypen en asbezorgingen

Op de begraafplaats worden de volgende graftypen en mogelijkheden voor het bezorgen van as aangeboden:

  • Algemene graven.

  • Particuliere graven (bij particuliere graven zijn er de volgende mogelijkheden beschikbaar):

    • o

      graf met urnen erin (4 stuks);

    • o

      urn op graf verwerkt in monument (versterkt);

    • o

      kindergraven (zie hoofdstuk 5).

  • Urnenkelders (urnengraf of (bij-)plaatsing in particulier graf).

  • Urnennissen (urnenmuur/columbarium).

  • Strooiveld (zie hoofdstuk 5).

  • Gedenkplaats (zie hoofdstuk 5).

De gemeente maakt onderscheid tussen particuliere graven en algemene graven. Een algemeen graf of gemeentelijk graf is een graf wat niet op naam wordt uitgegeven. De gemeente bepaald wie er in dat graf wordt begraven, daarnaast wordt het graf gedeeld met twee of drie personen die elkaar niet kennen.

 

Een particulier graf is een graf dat voor een bepaalde tijd op een naam van familie of nabestaande wordt gezet. De persoon krijgt de grafrechten. De grafrechten zijn overdraagbaar.

 

Looptijd

Het grote verschil tussen algemene graven en particuliere graven is de tijd dat een graf in stand wordt gehouden. In algemene graven wordt de minimale grafrust aangehouden van een termijn van tien jaar, dit kan niet worden verlengd. Na tien jaar kan de gemeente het graf ruimen.

 

De looptijd van particuliere graven wordt voor bepaalde termijnen uitgegeven. Bij de begraafplaats Ouder-Amstel tien jaar1 en kan daarna worden verlengd met vijf, tien of twintig jaar met onderhoud.

 

Eeuwigdurende graven

De begraafplaats heeft nog enkele eeuwigdurende graven. Dit zijn graven die eeuwigdurende grafrust hebben, dit is een graf dat voor onbepaalde tijd is uitgegeven en enkel geruimd kan worden na afstaan van de grafrechten door rechthebbenden.

3.6.1. Herdenkingsmonument

Op de algemene begraafplaats Karssenhof staat sinds 2007 een monument ter nagedachtenis aan allen die op openbare begraafplaatsen in de gemeente Ouder-Amstel begraven werden.

 

Dikwijls zijn de graven niet meer aanwezig. Dit monument geeft degenen die daar behoefte aan hebben de gelegenheid op die plek hun dierbaren te blijven herdenken.

 

Initiatief tot de oprichting werd genomen door leden van de Historische Werkgroep Wolfgerus van Aemstel. Aanleiding was de ruiming van de oude openbare begraafplaats in de Dorpsstraat naast het gemeentehuis. (Bron: Historische Vereniging Wolfgerus van Aemstel 03-11-2011)

3.6.2. Historische graven en oorlogsgraven

Vermelding verdienen zeker twee grafmonumenten op Karssenhof, beide grafmonumenten zijn aangewezen als gemeentelijk monument. Op de begraafplaats is één 1 oorlogsgraf (graf A1).

 

Het eerste grafmonument is een ruw afgebroken pyloon die symboliseert hoe op gewelddadige wijze twee veldwachters (Prins en Rijerkerk) in 1917 zijn omgekomen.

 

Daarnaast is er een monument bij het graf van mevrouw Goudstikker-Braij. Zij woonde aan de overzijde van de Amstel op de buitenplaats Oostermeer. Kunsthandelaar Jacques Goudstikker was met zijn echtgenote daar in 1930 komen wonen. De vrouw des huizes kwam begin 1937 te overlijden en is op Karssenhof begraven. Het monument dat Goudstikker voor haar liet oprichten bevat de inscriptie: ‘Het lijk verstijft – De geest beklijft’. De steen bevat ook inscripties die herinneren aan het overlijden van Jacques Goudstikker in 1940 en dat van zijn tweede vrouw, de sopraan Desi Halban in 1996.

(bron: Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB)). Het onderhoud wordt betaald door een rechthebbende (figuur 5)

4. Beschrijving begraafplaats

4.1. Geschiedenis

De begraafplaats Karssenhof aan Binnenweg 1a in Ouderkerk aan de Amstel, was in een vorig bestaan een buitenplaats. Van de vroegere buitenplaats is niets meer over, maar de naam Karssenhof leeft voort. Op deze plek aan de Amstel bevindt zich sinds 1920 de gemeentelijke begraafplaats.

(bron: Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB)).

 

4.2. Bijdrage aan maatschappelijke thema’s

De huidige bijdrage van de begraafplaats aan de negen thema’s uit het IBOR is hieronder weergegeven.

 

De begraafplaats draagt veel bij aan de thema’s gezondheid, sociale cohesie en biodiversiteit. De bijdrage van de begraafplaats is niet op alle thema’s gelijk. Dit is verklaarbaar doordat op sommige thema’s een duidelijke bijdrage geleverd wordt en er op andere thema’s minder invloed is vanuit de begraafplaats. Ook zijn enkele thema’s vrij nieuw en nog volop in ontwikkeling.

 

Figuur 5 Monument Karssenhof

 

De begraafplaats kan het meest bijdragen aan de thema’s:

  • Gezondheid: de begraafplaats is een plaats voor herdenken en rouwen. De groene inrichting die op een hoog niveau wordt onderhouden, draagt bij aan zowel de fysieke als mentale gezondheid van inwoners. Groen vermindert onder andere stress en dit kan mensen helpen tijdens het rouwproces.

  • Sociale cohesie: een regelmatig bezoek aan de begraafplaats door nabestaanden biedt mensen ook de gelegenheid elkaar te ontmoeten en steun te vinden.

    Een aantrekkelijke inrichting en verzorging op hoog niveau stimuleert om er langer te verblijven.

  • Biodiversiteit: het groen op de begraafplaats levert een belangrijke bijdrage in de lokale biodiversiteit en in het creëren van verbindingen en corridors voor regionale soorten.

Voor andere bijdragen valt te denken aan het op een goede manier situeren en beheren van paden en groen in relatie tot mobiliteit en toegankelijkheid en veiligheid. Een ander voorbeeld is het actief promoten van het hergebruik van grafstenen en zo bijdragen aan een circulaire economie (tabel 2).

 

Tabel 2 bijdrage begraafplaats aan thema’s IBOR

Thema

Bijdrage vanuit inrichting begraafplaats

Gezondheid

De groene inrichting van de begraafplaats draagt bij aan de gezondheid, zowel mentaal als fysiek, van bezoekers.

Veiligheid

De inrichting mag geen belemmering vormen voor sociale veiligheid en toegankelijkheid. Hiermee wordt rekening gehouden bij inrichting en beheer. In het onderhoud stuurt de gemeente bewust op veiligheid waarbij meldingen snel worden opgepakt.

Biodiversiteit

De kwaliteit groen die aanwezig is op de begraafplaats draagt bij aan de lokale en regionale biodiversiteit. Er wordt waar mogelijk gekozen voor een diverse inrichting met inheems groen. De rust op de begraafplaats voegt daar nog een verhoging van de kwaliteit aan toe.

Energietransitie

Er is vanuit de begraafplaats een beperkte bijdrage aan energietransitie. Er worden nog geen eisen gesteld aan aannemers betreffende het gebruik van energie tijdens het onderhoud, het te gebruiken materieel en de productie van materialen. De eigen dienst houdt wel rekening met energietransitie bij het beheer en onderhoud.

Circulaire economie

Er wordt actief aandacht gevraagd voor het hergebruik van grafmonumenten.

Hiervoor is de gemeente ook lid geworden van de Stichting Circlestone die zich hiervoor inzet.

Verstedelijking

Ouder-Amstel staat op het punt van een grote uitbreiding. Dit onderwerp speelt daarom een rol met betrekking tot de begraafplaats.

Sociale cohesie

De aard en functie van de begraafplaats laat bezoekers elkaar ontmoeten. Een inrichting en verzorging die uitnodigt om er langer te verblijven, versterkt de bijdrage aan dit thema.

Mobiliteit en toegankelijkheid

Groen en wegen (paden) belemmeren de toegankelijkheid van de begraafplaats niet. Hier wordt in beheer en onderhoud rekening mee gehouden, bijvoorbeeld met overhangend groen en goede vlakheid van de paden.

Klimaatadaptatie

Het groen en de grote hoeveelheid niet-gesloten verharding van het maaiveld is in staat om regenwater op te vangen.

 

4.3. Kwaliteitsniveau

Het kwaliteitsniveau op de begraafplaats voor dagelijks onderhoud is niveau A (hoog). Kwaliteitsniveaus zijn gebaseerd op hoe “schoon, heel en veilig” de assets zijn. In onderstaande tabel (tabel 3) zijn de beeldkwaliteitsniveaus omschreven.

 

Tabel 3 Kwaliteitsniveau omschrijving en indeling

Beeld

Staat van onderhoud

Aantrekkelijkheid

Gebruik

A+

Zeer goed

Prachtig; nagenoeg ongeschonden; zeer schoon

(Zo goed als) nieuw; perfect onderhouden

A

Goed

Mooi en comfortabel; erg schoon

Technisch dik in orde; goed onderhouden

B

Voldoende

Sober; functioneel; schoon

Heel en veilig; functioneel; regelmatig onderhouden

C

Matig

Schraal; onrustig beeld; vies

Discomfort; enige hinder; veiligheid kan in het geding komen; matig onderhoud

D

Te slecht

Verloedering; uitlokking van vernieling; sociale onveiligheid; erg vies

Kapitaalvernietiging; functieverlies; aansprakelijkstelling; slecht onderhoud

 

Het vaststellen van het kwaliteitsniveau is belangrijk voor het opstellen van een onderhoudsplanning en de bestekken. Het onderhoud van de begraafplaats bestaat uit regulier en planmatig groot onderhoud en vervanging.

 

4.4. Areaal

Op onderstaande afbeelding (figuur 6) is de inrichting van de begraafplaats weergegeven. Het areaal van de begraafplaats is een schematische weergave. Het beheer van de groene assets wordt opgenomen in het groenbeheerplan Ouder-Amstel. Alle objecten in de openbare ruimte moeten digitaal worden geregistreerd en voorzien van de bijbehorende kenmerken. Het areaal op de begraafplaats bestaat, naast de graven, monumenten en de urnenmuren, voor een groot deel uit openbaar groen, gras en heesters en bomen. Daarnaast is natuurlijk ook (half)verharding aanwezig en een aantal objecten zoals meubilair. Dit is nu nog niet volledig gedigitaliseerd en moet worden geactualiseerd.

 

Figuur 6 Kaart begraafplaats Karssenhof

 

4.5. Technische kwaliteit

Om goed zicht te hebben op de technische kwaliteit van de verharding en de bomen in het kader van de zorgplicht wordt regelmatig een globale visuele inspectie uitgevoerd. Dit varieert van jaarlijks tot eens per zes jaar, afhankelijk van leeftijd, kwaliteit of conditie. Hierbij wordt op systematische wijze iedere schade of knelpunt genoteerd. Op basis van deze inspectie wordt het planmatig onderhoud ingepland. Dit onderhoud wordt opgenomen in de sectorale beheerplannen van de assets wegen en groen en valt buiten het kader van het beheerplan begraafplaats.

 

4.6. Huidige capaciteit

Het grootste deel van de begraafplaats bestaat uit grafvelden waarop particuliere graven uitgegeven zijn.

 

In onderstaande tabel (tabel 4) is een overzicht opgenomen wat de capaciteit is van de begraafplaats. Hierbij is een globaal beeld gegeven wat bezet is en wat nog beschikbaar is. Het is de bedoeling dat op termijn de gehele capaciteit van de begraafplaats is geactualiseerd.

 

Tabel 4 Capaciteit begraafplaats

Product

Terreindeel

Gedeelte

Percentage bezet (%)

Vrij (aantallen*)

begraven

zandgraven

Oude Gedeelte

93,3

39

Nieuwe Gedeelte

67,9

234

cremeren

urnenmuur/nissen

51,6

15

urnentuin/kelders

83,3

3

 

Vanuit bedrijfsmatig oogpunt is het aan te raden om als het grafrecht is beëindigd en er niet wordt verlengd, de grafbedekking zo snel mogelijk te (laten) verwijderen door nabestaande. Het voorkomt verwaarloosde graven en daardoor onnodige risico’s. Dit is bovendien een goed teken van daadkracht. Verder is het wenselijk de graven daarnaast zoveel mogelijk volledig te ruimen. Dit kan per graf of grootschalig (per rij of gedeelte). De mogelijkheid weer meer graven te kunnen uitgeven of te verlengen compenseert de kosten die met het ruimen zijn gemoeid. Zie hiervoor ook het hoofdstuk Financiën.

5. Nieuwe ontwikkelingen

De manier waarop zorg aan de overledene wordt gegeven wordt steeds individueler en persoonlijker ingevuld. Dit heeft ook gevolgen voor de gemeentelijke dienstverlening op en rond het begraven of de asbestemming.

 

De gemeente heeft de verantwoordelijkheid om zorgvuldig om te gaan met de gemeentelijke begraafplaats. Als delen van de begraafplaats niet meer actief in gebruik zijn of niet aansluiten bij de huidige eisen dan bestaat het risico dat de begraafplaats in een negatieve spiraal terechtkomt en de uitstraling en de inkomsten dalen. Het is daarom belangrijk om bij het beheer en onderhoud en het aanbod van producten steeds in te spelen op de actuele wensen en ontwikkelingen. Hierbij moet vanzelfsprekend worden afgewogen wat passend is en welke gevoeligheden belangrijk zijn op de begraafplaats.

 

5.1. Hergebruik monumenten

Een grafmonument wordt meestal gemaakt van natuursteensoorten zoals marmer, graniet of hardsteen. Als de grafrechten zijn beëindigd en de nabestaanden hebben geen belang bij het monument, worden de monumenten meestal vermalen tot puin voor wegfundering.

Veel grafstenen zijn echter goed te hergebruiken en kunnen nog heel lang meegaan. Daarbij komen nog de negatieve aspecten van transport over lange afstanden uit het land van herkomst en de winning van natuursteen onder vaak nog gevaarlijke arbeidsomstandigheden.

Onder andere de LOB stimuleert daarom het hergebruik van stenen. Sinds augustus 2021 is gemeente Ouder-Amstel aangesloten bij de Stichting Circlestone. Deze vereniging stimuleert steenhouwers om grafstenen te hergebruiken. De medewerkers van de begraafplaats wijzen mensen actief op deze duurzame mogelijkheid ook kunnen vrijgekomen grafstenen door de beheerder aangeboden worden aan deelnemende steenhouwers.

 

5.2. Nieuwe vormen van Lijkbezorging

Op dit moment kent Nederland vier vormen van lijkbezorging. Dit zijn begraven, cremeren, het zeemansgraf of het lichaam ten behoeve van de wetenschap beschikbaar stellen. De laatste jaren zijn er nieuwe ontwikkelingen omtrent lijkbezorging waarbij het waarschijnlijk mogelijk is om op een milieubewustere manier te werken dan cremeren en begraven. De meest besproken vormen zijn momenteel resomeren en veraarden.

5.2.1. Resomeren

Een nieuwe vorm van lijkbezorging is resomeren. Resomeren is een chemisch proces (alkalische hydrolyse) waarbij het lichaam van een overledene wordt ontbonden in een resomeermachine of resomator. Dit is een stalen drukvat dat gevuld wordt met een stof met een hoge pH-waarde, meestal kaliumhydroxide, opgelost in heet water. Resomeren vormt daarmee een alternatief voor cremeren of begraven.

 

Na afloop blijven alleen de botresten (calciumfosfaat) en een restvloeistof over, die er stroperig en zeepachtig uitziet. De gedroogde botten kunnen vermalen worden tot een wit poeder en kunnen net als bij een crematie in een urn worden gedaan.

 

Volgens onderzoek van TNO in 2014 is resomeren op bijna alle vlakken beter voor het milieu dan cremeren of begraven. Resomeren kan in de toekomst daardoor een milieuvriendelijk alternatief zijn. Bij resomatie van een lichaam komt geen CO₂ vrij. Ook gaat de kist of opbaarplank niet mee de resomator in, waardoor deze opnieuw kan worden gebruikt. Hoe milieuvriendelijk resomeren daadwerkelijk wordt, moet nog verder worden onderzocht. Er is bijvoorbeeld nog geen afdoende oplossing om de restvloeistof duurzaam af te voeren. Ook moeten er mogelijkheden komen om de chemische vloeistof duurzaam te produceren. Daar is nog geen uitsluitsel over. Dit zijn belangrijke vraagstukken waar de mate van duurzaamheid van afhangt.

 

Resomeren is in Nederland (nog) niet toegestaan. Dat staat in de Wet op de lijkbezorging. Resomeren is inmiddels wel goedgekeurd door de Gezondheidsraad en zij heeft geadviseerd om resomeren op te nemen in de nieuwe Wet op lijkbezorging. Mogelijk dat het daarmee al op korte termijn toegestaan wordt in Nederland. Als resomeren wordt toegestaan dan is een uitvaart waarbij hiervoor wordt gekozen in beginsel niet anders dan een uitvaart na een crematie. Van belang is de ontwikkelingen te volgen en er ook op te anticiperen.

5.2.2. Veraarden.

Een tweede nieuwe vorm van lijkbezorging is veraarden ook wel composteren. Veraarden is gebaseerd op een biologisch proces waarbij het lichaam van een overledene wordt ontbonden middels een organisch mengsel. Het lichaam wordt in een organisch mengsel van onder andere hooi en stro gelegd, waar micro-organismen het lichaam zullen composteren. Dit proces vindt doorgaans plaats in een afgesloten cabine en/of binnen een gebouw. Zo kunnen de omgevingsfactoren optimaal worden gehouden. Afhankelijk van de omstandigheden en methode duurt het gehele proces ongeveer veertig dagen, inclusief het verfijnen van de nog resterende botten. Wat overblijft is een voedzame aarde, ook wel humus of compost.

 

In Nederland is veraarden (nog) niet toegestaan. Ten aanzien van veraarden (humaan composteren) is voor nu nog onvoldoende informatie beschikbaar. Echter dankzij ontwikkelingen in Duitsland, kan dit perspectieven bieden voor de toekomst. Van belang is de ontwikkelingen te volgen en er ook op te anticiperen

 

5.3. Lokale ontwikkelingen in gemeente Ouder-Amstel

Om met het beheer en onderhoud en het aanbod van producten steeds in te spelen op de actuele wensen en ontwikkelingen, zal de begraafplaats enkele ontwikkelingen willen doorvoeren waardoor het aanbod inspeelt op de wensen van nabestaanden.

 

Figuur 7 Schematische weergave met potentiële locaties nieuwe ontwikkelingen

5.3.1. Strooiveld

Verstrooiing van as is misschien de meest bekende vorm van asbestemming. Dit wordt vaak mogelijk gemaakt op de door de begraafplaats of crematorium aangewezen plek. Op de begraafplaats is er behoefde aan ruimte voor een strooiveld, deze plek moet nog worden aangewezen. De beschikbare ruimte hiervoor is schematisch weergegeven op het kaartje.

 

Voor de uitvoering en inrichten van het veld moet er een omheining komen van het veld en moet er rekening gehouden worden met de bodemkwaliteit. De omheining zal bestaan uit een lage taxus haag. De bodemkwaliteit moet periodiek worden vastgesteld. Indien er meer dan 90 verstrooiingen zijn per jaar dient het veld te worden uitgebreid. Er moet zorg worden gedragen bij het verstrooien dat de crematie-as niet verwaait naar buiten het toegewezen veld en de crematie-as moet gelijkmatig worden verspreid.

 

De gebruiksintensiteit van het strooiveld moet worden vastgelegd in de begraafplaatsagenda en in het beheerprogramma key2begraven. Deze gegevens dienen te worden bewaard om inzichtelijk te houden of het strooiveld aan de voorschriften voldoet.

5.3.2. Kinderhofje

De begraafplaats beschikt nog niet over een plek waarbij kinderen een aparte laatste rustplaats krijgen. In de huidige situatie is het alleen mogelijk om kinderen te rusten te leggen in een volwassen graf. Dit is in ruimtelijk opzicht noch in de kosten wenselijk. Een kindergraf is kleiner en wordt vaak naar behoefde anders ingericht. De ambitie van de gemeente is om te faciliteren een kinderhofje aan te leggen waar ook de allerkleinsten een mooie aparte plek krijgen. Het realiseren van het kinderhofje brengt geen extra kosten mee voor het budget.

5.3.3. Urnenvoorziening

Er is behoefde aan variatie en uitbreiding van de urnenmuur (een columbarium). Het huidige columbarium voldoet esthetische niet aan de wensen van nabestaanden. Bij het vergroten van de urnenvoorziening wordt er gekeken naar meer esthetische keuzemogelijkheden. Om te bepalen wat dit gaat kosten moet er een budget worden aangevraagd, afhankelijk van de omvang van de voorziening kan worden ingeschat wat de kosten zijn. De uitwerking wordt in de loop van 2024 onderzocht en de uiteindelijk kosten worden meegenomen in de begroting van 2025..

5.3.4. Gedenkboom

Een alternatief om de overledene te herdenken kan doormiddel van een symbolische plek met een gedenkboom. De Gedenkboom is van cortenstaal gemaakt en dient als een verrijking van het landschap en het dienst aanbod van de begraafplaats. Op dit monument leeft de naam van de overledene voort op een gegraveerd goudkleurig boomblaadje.

 

De boom zou kunnen worden geplaatst op het nog toe te wijzen strooiveld of bij de bestaande urnenmuur. Zie gearceerde gebied op bijgevoegd kaartje. Een mogelijk formaat van de boom; 220 cm hoog met plaats voor 440 gedenkblaadjes. De boom heeft een grondplaat met een diameter van 100cm en wordt geplaats op een betonnen ronde fundering. De fundering kan verhoogd worden. De kleine boom van 120 cm met plaats voor 170 gedenkblaadjes heeft een diameter van 60 cm op de grond maar kan ook eventueel op een sokkel worden geplaats van 1 meter hoog.

 

Figuur 8 Gedenkboom

6. Financiën

6.1. Kostendekking

De begraafplaats heeft een begraafbeperking en heeft het doel om kostendekkend te zijn. Dit houdt in dat de kostenposten van de begraafplaats zoals personeelskosten, beheer en administratie worden gedekt door de inkomsten van de begraafplaats. Er is een lichte afname te zien met uitzondering van het afgelopen jaar, echter de begraafplaats heeft een kostendekkende begraafplaatsexploitatie.

6.1.1. Behouden van de inkomsten:

Om voldoende dekking van de kosten te behouden is het belangrijk dat er voldoende wordt gekozen voor begraven in de komende jaren. Dit betekent dat de begraafplaats in de toekomst een aantrekkelijke voorziening moet blijven. Door uitbreiding van de begraafmogelijkheden zoals opgenomen in hoofdstuk 5 kan de begraafplaats toekomstig bestendig blijven. Om aantrekkelijk te blijven zal de begraafplaats dus meer mogelijkheden tot begraven moeten aanbieden.

 

De volgende begraafmogelijkheden kunnen dit faciliteren;

 

Aanbod

  • o

    Verbeteren van kwaliteitsplekken voor urnengraven door meer ruimte voor persoonlijke grafbedekking bij urnengraven.

  • o

    Meer ruimte maken voor persoonlijke keuzes zoals het mogelijk maken van het combineren van een urn met een grafmonument op een particulier graf.

  • o

    Mogelijk maken voor het uitstrooien van as.

  • o

    Plaats voor kindergraven realiseren.

  • o

    Het plaatsen van een gedenkboom.

Aanpassen tarieven(lijst)

  • o

    Toevoegen van ontbrekende handelingen en werkzaamheden aan tarievenlijst die in rekening gebracht mogen worden, zoals het overschrijven op verzoek van belang- en rechthebbenden.

  • o

    Het integraal verhogen van de leges maakt begraven en a bestemmen onaantrekkelijker waardoor een averechts effect kan ontstaan.

  • o

    Het invoeren van tariefdifferentiatie. Tarief differentiatie voor de alternatieve begraafmogelijkheden.

  • o

    De sfeer op het oude gedeelte van de begraafplaats heeft een toegevoegde waarde voor de uit te geven graven. Het geeft mensen ook meer keuzemogelijkheden.

6.2. Financieel overzicht

Voor het opstellen van de gemeentelijke begroting wordt de ontwikkeling ingeschat op basis van eigen ervaringscijfers. Deze ervaringscijfers worden jaarlijks geactualiseerd.

 

De opbrengsten uit de tarieven zijn als volgt onder te verdelen:

  • Inkomsten uit grafrechten (inclusief rechten voor urnenbestemming).

  • Inkomsten uit bijdragen voor begraven (openen/sluiten graven en voorlopen) en Urnenbijzettingen.

  • Overige inkomsten (voor aanvullende diensten, leges en overschrijven grafrecht.).

De inkomsten voor het begraven en bijzettingen zijn direct afhankelijk van het aantal begrafenissen, bijzettingen en verlengingen. Tegenover deze inkomsten staan ook directe kosten voor de te verrichten handelingen, zoals graven delven.

 

In de meerjarenbegroting (tabel 6) zijn de volgende aanpassingen doorberekend;

  • Kosten voor om het jaar ruimen van vrijkomende graven.

  • Opbrengsten uit niet eerder doorberekende administratieve handelingen (de overschrijvingen).

  • Opbrengsten uit alternatieve begraafmogelijkheden en administratie.

  • Inhuur derden en mogelijke inflatie van salarissen.

De indexactie van tarieven zijn niet meegenomen in de meerjarenbegroting.

 

Tabel 5 Overzicht begroting 2023-2027

Jaar

Begroting 2022

Begroting 2023

Begroting 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Kosten (€)

194.768

194.768

202.716

203.016

203.308

203.700

opbrengsten (€) 

204.455

204.455

204.455

204.455

204.455

204.455

dekking (%)

104,97

104,97

100,86

100,71

100,56

100,37

 

Aan het begin van de beheerperiode van dit beheerplan zullen niet alle nieuwe ontwikkelingen worden uitgevoerd. Op basis van dit beheerplan wordt de kostendekkendheid voor de periode van 2023-2027 nu ingeschat op gemiddeld 100 %. De ontwikkeling van de opbrengsten wordt jaarlijks beoordeeld maar kent een aantal onzekere factoren. De kostendekkendheid wordt daarom jaarlijks gemonitord en hierover wordt gerapporteerd in de jaarrekening (o.a. paragraaf lokale heffingen) en zo nodig betrokken bij de tariefstelling in de (meerjaren) begroting.

 

6.3. Prognose en toekomst

Met de nieuwe ontwikkelingen kunnen de inkomsten toenemen. Aangezien cremeren steeds vaker voorkomt, een gedenkboom en een nieuwe urnenmuur meer keuzemogelijkheid creëert. Tegenover deze extra inkomsten staan de extra personeelskosten voor de administratieve verwerking. Dit zal dit ervoor zorgen dat de begraafplaats zijn dekkingspercentage zal behouden.

 

In de komende jaren zal er een nieuwe kern worden gebouwd in Duivendrecht. De uitbreiding van de begraafplaats wordt meegenomen in de ontwikkelingen van de realisatie. Deze ontwikkelingen worden niet opgenomen in dit beheerplan.

 

6.4. Raming ontwikkelingen en aanbevelingen

Maatregel

Investeringskosten

Beleidsmatig en administratief

1.

Handhaven regels uit beheersverordening:

reguliere uren

2.

Achterstand Areaal bijwerken en gegevens actualiseren

100u

3.

Actualiseren uitvoeringsbesluit begraafbeperking en integratie van het besluit in beheersverordening

40u

Projecten

Voorbereiden en ruimen van graven

€ 4.000 om het jaar (in begroting opgenomen) + 100 uur VAT *)

Realiseren strooiveld

€ 7500 om het jaar (in begroting opgenomen) + 70 uur VAT *)

Aanleg van een kinderhofje

€ 2.000 + 36 uur VAT

Realisatie nagedachtenisplek met monument (gedenkboom)

€ 19.500 Budget aanvragen uit algemene budget + 70 uur VAT

Realiseren urnenmuur

2025

*) VAT = voorbereiding, administratie en toezicht

7. Ontwikkelagenda

In deze paragraaf zijn in de uitvoeringsagenda de aanbevelingen opgenomen om de inrichting, het beheer en de exploitatie van Karssenhof te verbeteren.

Op basis van dit beheerplan worden de beleidsmatige en financiële consequenties vastgelegd in de nieuwe beheersverordening en de tarievenlijst 2024

 

7.1. Actielijst

Het is de bedoeling dat de nieuwe ontwikkelingen worden gerealiseerd. De volgorde waarin de nieuwe ontwikkelingen kunnen worden gerealiseerd is beoordeeld aan de hand van behoefde en de complexheid van de maatregel. Daarnaast zijn er verschillende acties vereist. Ze zijn in de onderstaande lijst opgesteld. Niet in volgorde van uitvoer.

 

  • 1.

    Realisatie van het kinderhofje. De voorgestelde plek wordt aangewezen als kinderhofje en als zodanig ingericht. Er moeten tarieven worden vastgesteld en uiteindelijk worden opgenomen in de tarievenlijst.

  • 2.

    Strooiveld. Het stuk grasveld moet worden voorzien van een omheining en er moet rekening gehouden worden met de bodemkwaliteit.

    • a.

      Monitoring van de bodemkwaliteit is pas noodzakelijk bij het bereiken van 90 uitstrooiingen.

  • 3.

    Gedenkboom. De begraafplaats Karssenhof heeft nog geen gedenkplaats, de gedenkboom is hier zeer geschikt voor. De volgende punten kunnen worden gevolgd:

    • a.

      Offerte gedenkboom en offerte werkzaamheden plaatsen.

    • b.

      Collegevoorstel.

    • c.

      Termijn en voorbereiding.

    • d.

      Uitvoering.

  • 4.

    Urnenvoorziening. Er is behoefde aan uitbreiding van een urnenvoorziening. Hiervoor moet de omvang en vorm worden bepaald en daarna kan er een budget worden aangevraagd.

    • a.

      De omvang en vorm bepalen

    • b.

      Vaststelling budget en offerte urnenmuur + bijkomende werkzaamheden.

    • c.

      Collegevoorstel.

    • d.

      Termijn en voorbereidingen.

    • e.

      Uitvoering.

7.2. Uitvoeringsagenda

Maatregel

Planning

Beleidsmatig en administratief

1.

Handhaven regels uit beheersverordening:

  • Inventariseren verlopen grafrechten en aanschrijven

    Na vervallen grafrecht of verstrijken begraaftermijn verwijderen grafbedekking

Jaarlijks

2.

Aanpassen beheersverordening aan nieuwe wetgeving:

Na het vaststellen van de nieuwe Wet op de Lijkbezorging zo snel mogenlijk aanpassen van de verordening.

2024

Projecten

Voorbereiden en ruimen van graven

Om het jaar

Verbeteringen aan de voorzieningen, zoals een strooiveld en de aanleg van een kinderhofje

2024

Realisatie nagedachtenisplek met monument

2025

Realiseren urnenmuur

2025

 

Figuur 9 Nieuwe gedeelte Karssenhof

8. Bronnen

Figuur 10 Aula Karssenhof


1

Karssenhof had een looptijd van twintig jaar met alleen een verlening van tien jaar, na het vaststellen van dit beheerplan is wordt dit tien jaar met de mogelijkheden tot verlening van vijf, tien of twintig jaar.