Organisatie | Oldambt |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van binnenhavengeld |
Citeertitel | Verordening binnenhavengeld Oldambt 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen |
Externe bijlage | Tarieventabel VO binnenhavengelden 2024 |
Geen
https://wetten.overheid.nl/BWBR0005416/2023-04-01
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | vernieuwd besluit | 13-12-2023 |
De raad van de gemeente Oldambt;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2023;
Gelet op artikelen 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN BINNENHAVENGELD,
Artikel 1: Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaat onder:
lading: alle door een binnenschip geloste en ingenomen goederen en verpakkingsmateriaal, containers en trailers, doch zonder daarbij in aanmerking te nemen ballast, brandstof, proviand en andere voor eigen gebruik bestemde scheepsbenodigdheden, de handbagage van opvarenden voor zover deze met de opvarenden op hetzelfde schip vervoerd wordt en schadelijke stoffen als bedoeld in art. 1 van de Wet voorkoming verontreiniging door die schepen (Staatsblad 1983, nr. 683);
Onder de naam binnenhavengeld worden rechten geheven ter zake van het gebruik van dehaven, overeenkomstig de bestemming daarvan, met een binnenschip en ter zake van hetgenot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten in verband met dat gebruik.
Belastingplichtig is de eigenaar van het binnenschip, de reder, schipper, de kapitein, degeneaan wie het binnenschip in gebruik is gegeven, dan wel degene die als vertegenwoordigervoor een van de genoemde partijen optreedt.
Binnenhavengeld wordt niet geheven ter zake van:
het gebruik van de haven met een binnenschip, uitsluitend voor het in de haven dokken,
het op of aan een erkende scheepsreparatie-inrichting herstellen, het voor de eerste
maal vaarklaar maken, het slopen, het wisselen van bemanning, het stellen van kompassen,
het ontschepen van zieken of doden, mits:
het gebruik niet langer duurt dan voor een en ander noodzakelijk is en de termijn
van 4 weken niet te boven gaat en
vooraf en onmiddellijk na afloop van de werkzaamheden hiervan aan de ambtenaar,
belast met de heffing of de invordering van belastingen ingevolge
artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet, schriftelijk kennis
is gegeven onder overlegging van een door de beheerder van de betrokken
scheepsreparatie-inrichting afgegeven bevestigende schriftelijke verklaring.
Artikel 5: Maatstaf van heffing
Het binnenhavengeld wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het binnenhavengeld wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte of door middel van een aanslagbiljet of een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door mondelinge mededeling, toezending of uitreiking van het aanslagbiljet of van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen zoals bedoeld in Tarieventabel onder c, die worden opgelegd in het kalenderjaar waarop zij betrekking hebben, worden betaald in drie termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet, de tweede termijn vervalt één maand na de eerste termijn en de laatste termijn vervalt één maand na de tweede termijn, doch uiterlijk op de laatste dag van de derde maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
In afwijking in zoverre van het vijfde lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,=, doch minder is dan € 2.600,=, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien termijnen.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het binnenhavengeld.
Artikel 12: Inwerkingtreding en citeertitel
De 'Verordening binnenhavengeld Oldambt 2023’ van 21 december 2022 en de daarbij behorende Tarieventabel wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.