Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zaffier

Beleidsregels terug- en invordering Participatiewet, IOAW, IOAZ, Bbz 2004, Tozo en invordering bestuurlijke boete Zaffier

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZaffier
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBeleidsregels terug- en invordering Participatiewet, IOAW, IOAZ, Bbz 2004, Tozo en invordering bestuurlijke boete Zaffier
CiteertitelBeleidsregels terug- en invordering Participatiewet, IOAW, IOAZ, Bbz 2004, Tozo, en invordering bestuurlijke boete Zaffier
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 54 van de Wet werk en bijstand
  4. artikel 58 van de Participatiewet
  5. artikel 59 van de Participatiewet
  6. artikel 60 van de Participatiewet
  7. artikel 60a van de Participatiewet
  8. artikel 60c van de Participatiewet
  9. artikel 17 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
  10. artikel 20a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
  11. artikel 25 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
  12. artikel 28 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
  13. artikel 29a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
  14. artikel 17 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
  15. artikel 20a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
  16. artikel 25 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
  17. artikel 28 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
  18. artikel 29a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
  19. artikel 22 van de Wet inburgering 2021
  20. artikel 23 van de Wet inburgering 2021
  21. artikel 12, tweede lid, van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

07-12-2023

bgr-2023-1296

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels terug- en invordering Participatiewet, IOAW, IOAZ, Bbz 2004, Tozo en invordering bestuurlijke boete Zaffier

Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Zaffier

 

gelet op

  • -

    artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 160 eerste lid onder a van de Gemeentewet;

  • -

    de artikelen 54, 58 tot en met 60c van de Participatiewet, de artikelen 17, 20a, 25, 28 en 29a van de IOAW/IOAZ, artikelen 22 en 23 van de Wet Inburgering 2021 en artikel 12, tweede lid, sub c van het Bbz 2004;

BESLUIT

 

vast te stellen

 

de beleidsregels terug- en invordering Participatiewet, IOAW, IOAZ, Bbz 2004, Tozo en invordering bestuurlijke boete Zaffier.

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de IOAW, IOAZ, Bbz 2004, Tozo, Wet Inburgering 2021 en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      Zaffier: het openbaar lichaam Zaffier;

    • b.

      Awb: Algemene wet bestuursrecht;

    • c.

      Pw: Participatiewet;

    • d.

      IOAW: Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • e.

      IOAZ: Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • f.

      Bbz 2004: Besluit bijstandsverlening zelfstandigen;

    • g.

      Tozo: Besluit tijdelijke overbruggingsuitkering zelfstandige ondernemers;

    • h.

      Wi: Wet Inburgering 2021

    • i.

      aanmaning: schriftelijke aansporing tot het alsnog betalen van een openstaande vordering;

    • j.

      achtergestelde vordering: vordering waarvan de aflossing pas ingaat op het moment dat andere vorderingen zijn voldaan;

    • k.

      beslagvrije voet: deel van het inkomen waarop geen beslag mag worden gelegd

    • l.

      boete: bestuurlijke boete genoemd in artikel 18a van de Pw, artikel 20a van de IOAW/IOAZ en de artikelen 22 en 23 van de Wet Inburgering 2021;

    • m.

      bruteren: het verhogen van de vordering met de loonbelasting en premies volksverzekeringen waarvoor de gemeente die de bijstand verstrekt krachtens Wet op de loonbelasting 1964inhoudingplichtig is, voor zover deze belasting en premies niet verrekend kunnen worden met de door Zaffier af te dragen loonbelasting en premies volksverzekeringen;

    • n.

      debiteurenheronderzoek: periodiek uitgevoerd onderzoek naar de betalingsmogelijkheden en/of aflossingscapaciteit van de betalingsplichtige;

    • o.

      debiteurenplan: het plan waarin de regels zijn bepaald die gelden voor het uit te voeren (periodieke) onderzoek om de inning van een vordering en/of boete te maximaliseren of aan te passen aan de omstandigheden van de betalingsplichtige of het betalingsgedrag van de betalingsplichtige;

    • p.

      dwangbevel: bevel na aanmaning tot voldoening van de vordering;

    • q.

      executoriale titel: geschrift waarmee zonder verdere tussenkomst van de rechter een gerechtelijke tenuitvoerlegging van de beschikking kan plaatsvinden;

    • r.

      inlichtingenplicht: verplichting genoemd in artikel 17, eerste lid Pw, artikelen 13 eerste lid IOAW/IOAZ en artikel 30c, tweede en derde lid van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

    • s.

      bedrijfskapitaal: lening ingevolge artikel 20 of 24 van de Bbz 2004 of hoofdstuk 3 van de Tozo;

    • t.

      uitkering: de door Zaffier verleende bijstand in het kader van de Pw, de Bbz en de Tozo dan wel voorziening op grond van de IOAW of IOAZ;

    • u.

      vordering: vastgesteld bedrag betreffende ten onrechte of tot een te hoog bedrag ontvangen uitkering of teruggevorderde leenbijstand ingevolge de Pw of IOAW/IOAZ of teruggevorderde lening verstrekt ingevolge het Bbz 2004 of de Tozo;

    • v.

      verwijtbare schending van de inlichtingenplicht het niet nakomen van de inlichtingenplicht waarbij verwijtbaarheid is aangetoond en er wegens de gedraging een boete of waarschuwing is opgelegd dan wel aangifte bij het OM is gedaan;

    • w.

      niet-verwijtbare schending van de inlichtingenplicht: vordering ontstaan door het niet nakomen van de inlichtingenplicht maar waarbij geen sprake is van verwijtbaarheid ten aanzien van de schending van de inlichtingenplicht of deze verwijtbaarheid niet kan worden aangetoond.

Artikel 2. Algemene bepaling met betrekking tot gebruikmaking van de wettelijke bevoegdheid

Zaffier maakt gebruik van de bevoegdheid tot:

  • a.

    het opschorten, herzien of intrekken van het recht op uitkering ingevolge artikel 54, eerste lid en derde lid tweede volzin Pw dan wel artikel 17, derde lid IOAW/IOAZ, indien de uitkering tot een te hoog bedrag dan wel ten onrechte is verleend.

  • b.

    het terugvorderen, zoals dit haar op grond van artikel 58, tweede lid en artikel 59 Pw dan wel op grond van artikel 25, tweede en derde lid en artikel 26 IOAW/IOAZ toekomt.

  • c.

    Het terugvorderen van de renteloze geldlening zoals dit haar op grond van artikel 12, tweede lid, sub c van het Bbz 2004 toekomt.

  • d.

    het verrekenen van de in de voorafgaande 6 maanden ontvangen middelen met de algemene bijstand, zoals dit haar op grond van artikel 58, vierde lid Pw toekomt dan wel de in de voorafgaande 3 maanden ontvangen middelen met de uitkering, zoals dit haar op grond van artikel 25, vierde lid IOAW/IOAZ toekomt.

  • e.

    het verrekenen van een vordering die belanghebbende heeft, zoals dit haar op grond van artikel 60a, vierde lid van de Pw en artikel 28, zevende lid IOAW/IOAZ toekomt.

  • f.

    het bruteren van de vordering, zoals die haar op grond van artikel 58, vijfde lid Pw dan wel op grond van artikel 25, vijfde lid IOAW/IOAZ toekomt voor zover de vordering is ontstaan als gevolg van schending van de inlichtingenplicht en het ontstaan van de vordering niet mede te wijten is aan handelen door Zaffier zelf.

  • g.

    het invorderen van de vordering via een dwangbevel, zoals dit haar op grond van artikel 60, tweede lid Pw dan wel artikel 28, eerste lid IOAW/IOAZ toekomt.

  • h.

    het verrekenen van de vordering met de uitkering, zoals dit haar op grond van artikel 60, derde lid Pw dan wel artikel 28, derde lid IOAW/IOAZ toekomt.

Artikel 3. Uitzonderingen

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 2, eerste lid onder a blijft bij vorderingen, ontstaan als gevolg van schending van de inlichtingenplicht, de herziening of intrekking beperkt tot het verschil tussen het al uitbetaalde bedrag en het nieuwe vastgestelde recht als belanghebbende naar het oordeel van Zaffier aannemelijk maakt dat hij, als hij wel tijdig alle informatie zou hebben verstrekt, recht zou blijven houden op een aanvullende uitkering.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 2, eerste lid onder a wordt van herziening of intrekking afgezien, indien de aanleiding voor herziening of intrekking uitsluitend bestaat uit duidelijk aan Zaffier te wijten tekortkomingen, waarbij de belanghebbende geen enkel verwijt treft en hij redelijkerwijs niet kon begrijpen dat hem teveel uitkering is toegekend.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 2, eerste lid onder b, vordert Zaffier teveel of ten onrechte ontvangen bijstand niet terug, indien na ontvangst van een tijdige melding van belanghebbende, waaruit Zaffier had kunnen afleiden dat deze melding leidt tot wijziging of beëindiging van de uitkering, Zaffier hier niet tijdig en adequaat op reageert en hierdoor onnodig lang of tot een te hoog bedrag aan uitkering wordt verstrekt. In dit geval wordt de terugvorderingsperiode beperkt tot maximaal 6 weken na het moment dat belanghebbende de bedoelde gegevens verstrekte. tenzij belanghebbende in dit kader de inlichtingenplicht heeft geschonden.

  • 4.

    Ook in overige situaties waarin terugvordering strijdig is met enig beginsel van behoorlijk bestuur wordt afgezien van het bepaalde in artikel 2, eerste lid onder b.

  • 5.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 2, eerste lid onder f, ziet Zaffier af van brutering wat verhoging van de kosten van bijstand met de inkomensafhankelijke werkgeversheffing zorgverzekeringen betreft.

HOOFDSTUK 2 TERUGVORDERING

Artikel 4. Terugvordering van de geldlening onder verband van krediethypotheek, verpanding of hypothecaire zekerheid

Zaffier gaat direct tot terug- en invordering van de kosten van de uitkering verleend in de vorm van een geldlening onder verband van krediethypotheek of verpanding over indien:

  • de uitkering wordt beëindigd of ingetrokken;

  • de woning wordt verkocht;

  • er sprake is van vererving;

  • belanghebbende in staat van faillissement komt te verkeren of de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) op belanghebbende van toepassing wordt verklaard;

  • belanghebbende overlijdt.

HOOFDSTUK 3 AFZIEN VAN TERUGVORDERING

Artikel 5. Afzien van terugvordering

In afwijking van artikel 2, eerste lid onder b en c, besluit Zaffier af te zien van terugvordering:

  • a.

    als de hoofdsom van de vordering lager is dan € 100,00, tenzij het een voorschot betreft als bedoeld in artikel 52 van de Pw dan wel tenzij het een vordering of een deel van een vordering betreft, welke ontstaan is als gevolg van schending van de inlichtingenplicht, voor zover de schending van de inlichtingenplicht heeft plaats gevonden ná 1 januari 2013;

  • b.

    als de vordering juridisch niet afdwingbaar is;

  • c.

    ingeval artikel 58, achtste lid van toepassing is.

HOOFDSTUK 4 ALGEMENE BEPALINGEN BIJ INVORDERING

Artikel 6. Algemene bepalingen

  • 1.

    Zaffier vordert in op de minst zwaarwegende wijze ingeval van medewerking door de belanghebbende aan het tot stand brengen van en het vervolgens nakomen van een minnelijke betalingsregeling.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van Zaffier mogelijk dient de belanghebbende de vordering of boete in één keer dan wel met een zo groot mogelijk bedrag ineens af te lossen uit de beschikbare middelen, ter voorkoming van onnodige verschuldiging.

  • 3.

    Van eventuele spaartegoeden of andere vermogensbestanddelen, waarover direct kan worden beschikt door de belanghebbende en een (totaal) bedrag vertegenwoordigen van meer dan 1 x de toepasselijke uitkeringsnorm, dient het meerdere volledig aangewend te worden voor de terugbetaling van (een deel van) de vordering en/of boete.

  • 4.

    Zaffier start de invordering met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de datum van het terugvorderingsbesluit of boetebesluit.

  • 5.

    Het invorderingsbesluit omvat daarbij de volgende punten:

    • a.

      de hoogte van (het saldo van) de terugvordering dan wel de boete;

    • b.

      de berekening;

    • c.

      de betalingsverplichting;

    • d.

      de datum waarop de betalingsverplichting ingaat en de termijn waarbinnen betaling moet plaats vinden;

    • e.

      de rechtsgevolgen bij niet-nakoming van de betalingsverplichting als beschreven in afdeling 4.4.2 Awb over verzuim en wettelijke rente en afdeling 4.4.4 over aanmaning en invordering bij dwangbevel of executie rechterlijke beschikking;

    • f.

      de vermelding dat het aangaan van nieuwe schuldverplichtingen niet leidt tot een nieuwe vaststelling van een opgelegde betalingsverplichting behoudens bijzondere onvoorziene omstandigheden.

Artikel 7. Volgorde van invordering algemeen

  • 1.

    Zaffier vordert op volgorde van ontstaansdatum in zolang de belanghebbende geen verzoek heeft gedaan op grond van artikel 4:92, tweede lid van de Awb.

  • 2.

    Onverminderd het gestelde in het eerste lid vindt de invordering van een boete of de inning van een geldlening ingevolge een leenbijstand of de inning van een geldlening ingevolge de Tozo of het Bbz 2004, voor zover deze laatsten rentedragend zijn, bij voorrang plaats.

  • 3.

    Van het gestelde in het tweede lid wordt afgeweken:

    • a.

      bij beslaglegging door een derde-schuldeiser wordt eerst de vordering ingevorderd;

    • b.

      als brutering van de vordering voorkomen kan worden door eerst de vordering in te vorderen.

HOOFDSTUK 5 INVORDERING BIJ TERUGVORDERING EN BESTUURLIJKE BOETE

Artikel 8. Vaststelling hoogte aflossing bij terugvordering en bestuurlijke boete

  • 1.

    Zaffier legt in het terugvorderings- of boetebesluit een betalingsverplichting ineens op.

  • 2.

    Zaffier stemt de aflossingsverplichting onverminderd het gestelde in artikel 6, eerste en tweede lid af met belanghebbende, indien betaling ineens naar het oordeel van Zaffier niet tot de mogelijkheden behoort. In dat geval wordt belanghebbende gevraagd een betalingsregeling in termijnen voor te stellen.

  • 3.

    Zaffier gaat akkoord met het voorstel zonder nader onderzoek te doen naar de aflossingsruimte indien met het voorgestelde aflossingsbedrag het totaal van de vorderingen en/of boetes binnen een periode van 60 maanden in zijn geheel kan zijn afgelost. In overige situaties wordt belanghebbende verzocht nader inzicht in de financiële situatie te geven.

  • 4.

    In geval van beslaglegging door een derde wordt de aflossingsverplichting ingevolge de bovengenoemde leden voor alle vorderingen en boetes bepaald op de volledige beslagruimte, zoals aangegeven in artikel 475da tot en met 475e, tweede lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

  • 5.

    Het aflossingsbedrag, zoals medegedeeld in het invorderingsbesluit, geldt als een opgelegde betalingsverplichting ingeval de aflossing niet via een minnelijke afspraak tot stand is gekomen.

Artikel 9. Verrekening bij lopende uitkering

Zaffier gaat over tot verrekening bij een lopende uitkering indien de vordering of boete niet ineens kan worden voldaan.

Artikel 10. Verrekening vakantiegeld

Indien de datum van het terugvorderings- of boetebesluit na de datum van beëindiging van de uitkering ligt, wordt het tegoed aan vakantiegeld verrekend met deze vordering of boete, tenzij sprake is geweest van verrekening of beslag vanaf mei van het jaar voorafgaande aan de datum van dit besluit.

HOOFDSTUK 6 AFZIEN VAN INVORDERING BIJ KREDIETHYPOTHEEK, VERPANDING OF HYPOTHECAIRE ZEKERHEID

Artikel 11. Afzien van invordering bij krediethypotheek, verpanding of hypothecaire zekerheid

  • 1.

    Zaffier ziet af van (verdere) invordering van het bedrag van de (restant) vordering dat niet kan worden voldaan uit het bij verkoop van de woning op basis van de waarde in het economisch verkeer bij vrije oplevering voor de afrekening beschikbare bedrag. Dit tenzij het verkoopbedrag lager is door toedoen van de belanghebbende.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op vordering met als grondslag een bedrijfskredieten ingevolge het Bbz 2004.

HOOFDSTUK 7 HERZIENING AFLOSSINGSBEDRAG ALGEMEEN

Artikel 12. Herziening van het aflossingsbedrag bij vorderingen en boetes.

  • 1.

    Op verzoek van de belanghebbende en ambtshalve kan Zaffier het aflossingsbedrag herzien.

  • 2.

    Het verzoek tot wijziging van de betalingsverplichting schort de lopende verplichting niet op, tenzij de situatie daartoe aanleiding geeft.

  • 3.

    Zaffier kan op basis van een gegrond vermoeden dat de aflossingscapaciteit is gewijzigd, een onderzoek naar de financiële situatie instellen.

  • 4.

    Voor zover geen gegrond vermoeden, als bedoeld in het derde lid, aanwezig is, stelt Zaffier, bij situaties nadere omschreven in het Debiteuren Heronderzoeksplan een onderzoek naar de financiële situatie in overeenkomstig dit plan.

  • 5.

    Indien de financiële situatie daartoe aanleiding geeft wordt het aflossingsbedrag herzien met ingang van de eerste van de maand volgend op de maand, waarin het besluit tot herziening van het aflossingsbedrag aan de belanghebbende kenbaar is gemaakt.

  • 6.

    Het aflossingsbedrag wordt bij vorderingen, die niet ontstaan zijn als gevolg van verwijtbare schending van de inlichtingenplicht of sprake is van een boete, zonder nader onderzoek herzien als de belanghebbende het aflossingsbedrag verzoekt te verlagen en, ongeacht deze verlaging, het totaal van de vorderingen binnen 60 maanden na ingang van de oorspronkelijke betalingsregeling zal zijn afgelost.

Hoofdstuk 8 Uitstel van betaling algemeen

Artikel 13. Uitstel van betaling

  • 1.

    Zaffier verleent uitstel van betaling indien haar ambtshalve dan wel op basis van een gemotiveerd verzoek van belanghebbende naar haar oordeel:

    • a.

      belanghebbende tijdelijk geen mogelijkheid heeft om voort te gaan met aflossen;

    • b.

      het uitstel bijdraagt tot de oplossing van een schuldenprobleem.

  • 2.

    Voor uitstel van betaling dient door belanghebbende vooraf toestemming te worden aangevraagd.

  • 3.

    In het geval de belanghebbende uitstel van betaling voor een periode van zes maanden of korter verzoekt wordt deze zonder onderzoek toegekend indien aan de belanghebbende in de periode van 24 maanden voor het verzoek niet eerder uitstel van betaling is verleend.

  • 4.

    Voorgaand lid is niet van toepassing op vorderingen ontstaan als gevolg van een verwijtbare bedrijfsbeëindiging of bij boetes. In die gevallen vindt altijd een onderzoek plaats.

  • 5.

    Voor de periode dat uitstel is verleend wordt, indien wettelijke rente van toepassing is, geen wettelijke rente in rekening gebracht, tenzij het niet kunnen voldoen aan de verplichting binnen de risicosfeer van de betalingsplichtige ligt.

  • 6.

    De termijn waarvoor en de eventuele voorwaarden waaronder uitstel wordt verleend, worden in een beschikking vastgelegd.

Artikel 14. Afwijzen uitstel van betaling

Een verzoek om uitstel van betaling wordt in ieder geval afgewezen als:

  • 1.

    de medewerking aan het beoordelen van het verzoek om betalingsuitstel, waaronder het aanleveren van gegevens, naar het oordeel van Zaffier onvoldoende is;

  • 2.

    onjuiste gegevens in het kader van het verzoek om betalingsuitstel worden verstrekt;

  • 3.

    de waarde van vermogensobjecten in redelijkheid te gelde kan worden gemaakt;

  • 4.

    de berekende betalingscapaciteit zodanig is dat voortgegaan kan worden met betalen.

Artikel 15. Intrekken of wijzigen uitstel van betaling

De beschikking tot uitstel van betaling wordt gewijzigd of ingetrokken indien:

  • 1.

    de voorwaarden niet worden nageleefd;

  • 2.

    de betalingsplichtige onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt die tot een andere beschikking zou hebben geleid als deze bekend zouden zijn geweest tijdens behandeling aanvraag tot uitstel van betaling;

  • 3.

    veranderde omstandigheden zich verzetten tegen de voortduring van het uitstel.

HOOFDSTUK 9 NIET NAKOMEN BETALINGSVERPLICHTING

Artikel 16. Niet nakomen betalingsverplichting algemeen

  • 1.

    Zaffier verstuurt bij niet tijdige betaling een betalingsherinnering.

  • 2.

    Bij het uitblijven van een betaling of een reactie van belanghebbende naar aanleiding van de betalingsherinnering stuurt Zaffier een aanmaning aan de belanghebbende en treedt in contact met de belanghebbende over (de reden van) het uitblijven van de betaling.

  • 3.

    Zaffier brengt voor een aanmaning geen vergoeding in rekening.

Artikel 17. Dwanginvordering algemeen

  • 1.

    Indien de belanghebbende een minnelijke betalingsregeling of een opgelegde betalingsverplichting dan wel een rechterlijke uitspraak niet of niet meer nakomt, terwijl naar het oordeel van Zaffier geen belemmeringen hiertoe zijn, en verrekening is niet mogelijk, dan wordt het terugvorderings- en invorderingsbesluit, het boetebesluit dan wel de rechterlijke uitspraak tenuitvoergelegd door middel van het uitvaardigen van een dwangbevel. Het dwangbevel levert een executoriale titel op.

  • 2.

    Bij vereenvoudigd derdenbeslag maakt Zaffier gebruik van de mogelijkheid het dwangbevel aangetekend per post te betekenen. De betekening van het dwangbevel per post met het bevel tot betaling binnen twee dagen vindt plaats door het aangetekend ter post bezorgen op het in de Basisregistratie personen bekende adres van een afschrift van het dwangbevel met bevel tot betaling.

    Onder ter post bezorging wordt verstaan: het door Zaffier aangetekend met bewijs van ontvangst ter verzending aanbieden van het afschrift. Als betekeningsdatum geldt in het algemeen de datum van de ter post bezorging.

  • 3.

    Indien vereenvoudigd derdenbeslag niet mogelijk of wenselijk is, wordt de betekening van het dwangbevel overgelaten aan de gerechtsdeurwaarder, zoals bedoeld in artikel 4:123 Awb.

  • 4.

    Voor vorderingen kenbaar gemaakt vóór 1 juli 2009 wordt het terugvorderingsbesluit ingeval er sprake is van een situatie zoals omschreven in het eerste lid zonder uitvaardiging van een dwangbevel ter verdere incasso overgedragen aan de gerechtsdeurwaarder.

Artikel 18. Tenuitvoerlegging dwangbevel

Na betekening aan de betalingsplichtige, zal Zaffier het dwangbevel met toepassing van de voorschriften van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering ten uitvoer leggen, indien niet binnen de gestelde termijn aan het bevel tot betaling van de hoofdsom en de kosten volledig is voldaan.

Artikel 19. Rente en kosten

  • 1.

    Indien moet worden overgegaan tot dwanginvordering als bedoeld in artikel 17 dan wordt de vordering, met als ontstaansgrond een bedrijfskrediet ingevolge het Bbz 2004 of de Tozo, verhoogd met de wettelijke rente, de kosten als bedoeld in het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (Btag) en de op de invordering betrekking hebbende kosten zoals bepaald in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke kosten vanaf het moment van indiening van de vordering bij de gerechtsdeurwaarder ingeval de vordering kenbaar is gemaakt vòòr 1 juli 2009 of van het moment van betekening van het dwangbevel ingeval de vordering ontstaan is ná 1 juli 2009.

  • 2.

    Indien moet worden overgegaan tot dwanginvordering als bedoeld in artikel 17 dan wordt de vordering, anders zijnde dan de categorieën vorderingen als bedoeld in het eerste lid, en de boete verhoogd met de kosten als bedoeld in het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (Btag) en de op de invordering betrekking hebbende kosten zoals bepaald in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke kosten vanaf het moment van indiening van de vordering bij de gerechtsdeurwaarder ingeval de vordering kenbaar is gemaakt vòòr 1 juli 2009 of van het moment van betekening van het dwangbevel ingeval de vordering ontstaan is ná 1 juli 2009.

  • 3.

    De kosten van een dwangbevel worden bepaald op een bedrag van € 75,00.

HOOFDSTUK 10 SLOTBEPALINGEN

Artikel 20. Schorsende werking

  • 1.

    Een bezwaar- of beroepschrift van de belanghebbende tegen een terugvorderings-, boete- of invorderingsbesluit heeft geen schorsende werking.

  • 2.

    Zaffier schort de invordering in het geval van een bezwaar- of beroepschrift op als de onmiddellijke invordering onevenredig belastend is voor de belanghebbende.

Artikel 21. Overgangsbepalingen

In overeenstemming met artikel 15, eerste lid Internationaal Verdrag Burgerlijke en Politieke Rechten (IVBPR) blijft artikel XXV, tweede lid van de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving buiten toepassing.

Artikel 22. Gevallen waarin de beleidsregels niet voorzien

Inzake de onderwerpen, die vallen onder de discretionaire bevoegdheid van Zaffier, waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist Zaffier.

Artikel 23. Bijlage

BIJLAGE I (debiteuren heronderzoeksplan) maakt onverkort onderdeel van deze beleidsregels uit.

Artikel 24. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2024.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels terug- en invordering Participatiewet, IOAW, IOAZ, Bbz 2004, Tozo, en invordering bestuurlijke boete Zaffier’.

Aldus vastgesteld op 7 december te Alkmaar

Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Zaffier,

R. te Beest

Voorzitter

J. Mokveld

Secretaris

BIJLAGE 1  

 

DEBITEUREN HERONDERZOEKSPLAN

 

De gemeente is niet verplicht tot het verrichten van heronderzoeken met betrekking tot de vorderingen op debiteuren. Het belang van het geregeld verrichten van heronderzoeken als controle instrument wordt echter onderkend. De frequentie van en de wijze waarop de heronderzoeken worden gedaan, wordt aan de gemeente overgelaten.

 

Zaffier past signaal gestuurd werken toe. Met deze werkwijze wisselt Zaffier informatie uit met de Stichting Inlichtingenbureau over debiteuren. Deze informatie gaat over het inkomen en vermogen van debiteuren, die nog een bedrag open hebben staan bij Zaffier aangaande vorderingen en boetes vallende onder deze beleidsregels. Het uitwisselen van deze informatie vergroot de mogelijkheid voor Zaffier om het openstaande bedrag terug te ontvangen. Het gaat erom te achterhalen of de vastgestelde verplichting nog in overeenstemming is met de situatie van de betalingsplichtige.

Zaffier ontvangt een signaal van het Inlichtingenbureau als er sprake is van een wijziging in het inkomen of het vermogen van de debiteur. Hierbij is er wel een marge in de wijziging ingebouwd.

 

Om te komen tot een sluitende aanpak in het doen van heronderzoeken kan Zaffier naast het signaal gestuurd werken ook zelf een moment vaststellen dat bij een (specifiek) dossier een heronderzoek naar de financiële omstandigheden van de betalingsplichtige plaatsvindt.

 

Zaffier vindt het daarnaast belangrijk dat er met debiteuren contact is. Dus ook met debiteuren die stipt betalen is contact nodig met name als de terugbetaling langer dan 3 jaar duurt. Hiertoe wordt een contactheronderzoek klaargezet.

Een (financieel) heronderzoek wordt alleen nog in het systeem gezet als de specifieke situatie van de debiteur aanleiding geeft dat er frequenter een (financieel) heronderzoek plaatsvindt.

Op deze manier zullen debiteuren die stipt betalen en waarbij geen wijziging in de omstandigheden is niet belast worden met het invullen van formulieren.

 

Een aantal van deze specifieke situaties staan onderstaand nader omschreven.

 

omstandigheid

Financieel heronderzoek

1.

Debiteur lost af.

1x per jaar, tenzij de vordering en/of boete binnen 36 maanden verwacht wordt te zijn voldaan.

2.

Er is met zeer grote waarschijnlijkheid een wijziging in het inkomen of vermogen te verwachten.

Per geval bezien

3.

Invordering is voor langere tijd niet mogelijk om financiële redenen.

1x per 6 maanden

Ingeval van Bbz/Tozo eerste 2 jaar elke 6 maanden en na 2 jaar 1x per jaar.

4.

Pseudoverrekening of vereenvoudigd derdenbeslag

1x per 6 maanden, tenzij de situatie een kortere periode vereist

5.

Schuldsanering via een erkende organisatie op het terrein van schuldhulpverlening of WSNP of faillissement

Het heronderzoek vindt plaats binnen 24 maanden na datum uitspraak of zoveel vaker als dit naar het oordeel van Zaffier nodig wordt geacht

6

De vordering is ter incasso overgedragen aan de gerechtsdeurwaarder

Een heronderzoek naar de voortgang binnen 60 maanden na overdracht

7.

Invordering is niet mogelijk wegens adres onbekend of detentie of adres buitenland

1x per 6 maanden

8.

Heronderzoek ter voorkoming van verjaring

6 maanden voor datum mogelijke verjaring

 

Van de in dit plan genoemde termijnen waarbinnen een financieel heronderzoek wordt verricht, kan in individuele gevallen worden afgeweken als dit naar het oordeel van Zaffier noodzakelijk wordt geacht.

 

Met het instrument van het financieel heronderzoek en de daaraan gekoppelde termijnen, waarbinnen Zaffier deze heronderzoeken uitvoert, wordt in samenhang met de beleidsregels terug- en invordering invulling gegeven aan de rechtmatige uitvoering van het terugvorderingsbeleid.

 

Voor heronderzoeken die met een andere reden dan het contactmoment zijn klaargezet wordt voorafgaand aan het heronderzoek een check uitgevoerd in de ons ter beschikking staande systemen. Als uit deze check blijkt dat de omstandigheden rondom de betalingsverplichting ongewijzigd zijn, kan volstaan worden met een administratieve afhandeling van het heronderzoek. Dus een administratieve afhandeling is aan de orde als:

  • er correct wordt betaald; en

  • de leefsituatie en financiële situatie ongewijzigd is

Zaffier kan daarbij gebruikmaken van openbare bronnen van het internet.

 

Als uit het administratieve vooronderzoek blijkt dat er (mogelijk) wijzigingen zijn in de situatie dan wordt er contact opgenomen met de debiteur en zo nodig een inlichtingenformulier toegestuurd.

 

Te onderzoeken gegevens

Hieronder wordt omschreven welke aspecten in het debiteuren(her)onderzoek in ieder geval onderzocht dienen te worden. In voorkomende gevallen kan, naar aanleiding van gewijzigde (financiële) omstandigheden van de betalingsplichtige, besloten worden tot een gewijzigde betalings- en/of aflossingsverplichting.

In een heronderzoek richten we ons op:

  • a.

    controleren of de hoofdsom, het saldo, de status en de rente van de vordering of boete correct zijn vastgesteld en op een juiste wijze in het automatiseringssysteem en in het dossier zijn vastgelegd;

  • b.

    onderzoek of de verjaardatum correct is ingevoerd en bezien of de verjaring gestuit moet worden;

  • c.

    onderzoek naar de wijze van aflossing over de periode vanaf het ontstaan van de vordering/boete of vanaf het laatst uitgevoerde heronderzoek;

  • d.

    onderzoek naar de financiële positie van de betalingsplichtige en de mogelijkheid om de hoogte van de aflossing aan te passen aan de financiële positie van de betalingsplichtige waarbij we in ieder geval uwinet raadplegen (optioneel kan de KvK en/of het kadaster bevraagd worden);

  • e.

    ambtshalve onderzoek naar kwijtschelden (geldt niet voor bestuurlijke boete);

  • f.

    onderzoek naar de mogelijkheid om beslag te leggen, indien de betalingsplichtige in gebreke is;

  • g.

    onderzoek naar woonadres debiteur ingeval van onvindbaarheid;

  • h.

    onderzoek naar voortgang schuldsaneringstraject.