Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Putten

Verordening nadeelcompensatie Putten 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePutten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening nadeelcompensatie Putten 2024
CiteertitelVerordening nadeelcompensatie Putten 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpRuimtelijke ordening, ontsluiting en exploitatie van gronden, volkshuisvesting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024Nieuwe regeling

14-09-2023

gmb-2023-539293

1367606

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening nadeelcompensatie Putten 2024

De raad van de gemeente Putten;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 juni 2023, nr. 1367606;

 

gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet, titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 15.1 van de Omgevingswet;

 

besluit:

 

vast te stellen de Verordening nadeelcompensatie Putten 2024.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • a.

    aanvraag:

    een aanvraag om schadevergoeding op grond van artikel 15.1 Omgevingswet en/of artikel 4:126 Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    aanvrager:

    de indiener van een aanvraag als bedoeld in het vorige lid;

  • c.

    adviseur:

    de deskundige als bedoeld in artikel 3:5 Awb;

  • d.

    adviescommissie:

    de schadebeoordelingscommissie als bedoeld in artikel 7 van de verordening;

  • e.

    bestuursorgaan:

    één van de bestuursorganen van de gemeente, zoals de burgemeester, het college van burgemeester en wethouders, de gemeenteraad;

  • f.

    gemeente:

    de gemeente Putten;

  • g.

    schade:

    schade als bedoeld in deze verordening, waaronder begrepen brutowinst- of inkomensderving, kostenschade, derving van huurinkomsten dan wel een waardevermindering van een onroerende zaak.

 

Artikel 2. Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze verordening heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarvan de aanvrager stelt dat die wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente.

  • 2.

    Deze verordening heeft geen betrekking op aanvragen om schadevergoeding voor kabels en leidingen.

 

Artikel 3. Heffen recht

Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om schadevergoeding wordt een recht van € 300,00 geheven.

 

Artikel 4. Aanvraag

  • 1.

    Het bestuursorgaan is bevoegd de aanvraag om schadevergoeding in ontvangst en in behandeling te nemen.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan een formulier vaststellen waar de aanvrager van schadevergoeding gebruik van maakt.

  • 3.

    In aanvulling op artikel 4:127 van de Algemene wet bestuursrecht bevat een aanvraag mede:

    • a.

      als het schade betreft wegens winst- of inkomstenderving: jaarrekeningen over het jaar waarin schade is geleden en voor zover van toepassing de drie daaraan voorafgaande jaren en de aanslagen vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting;

    • b.

      als het schade betreft wegens gederfde huurinkomsten: een afschrift van de huurovereenkomst of gebruiksovereenkomst en een eigendomsakte.

 

Artikel 5. Adviescommissie

  • 1.

    Het bestuursorgaan wint slechts advies in bij een adviescommissie voor zover dat naar zijn oordeel noodzakelijk is om op de aanvraag om schadevergoeding te kunnen beslissen.

  • 2.

    Een bestuursorgaan vraagt in ieder geval geen advies als:

    • a.

      zij besluit een aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht niet in behandeling te nemen;

    • b.

      zij van oordeel is dat zich kennelijk een omstandigheid als bedoeld in artikel 4:126, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, zich voordoet;

    • c.

      de termijn, bedoeld in artikel 4:131 van de Algemene wet bestuursrecht, is overschreden;

    • d.

      de schade kennelijk niet kan worden toegerekend aan een door het bestuursorgaan genomen besluit of verrichte handeling;

    • e.

      de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan voldoende gelijkenis vertoont met andere aanvragen waarvoor al advies is uitgebracht;

    • f.

      naar het oordeel van het bestuursorgaan in de gemeentelijke organisatie voldoende deskundigheid voor de beoordeling van de aanvraag aanwezig is.

  • 3.

    Een adviescommissie bestaat uit één of meer adviseurs.

  • 4.

    Een adviescommissie kan worden benoemd als:

    • a.

      vaste commissie, waarbij de leden door burgemeester en wethouders voor een termijn van maximaal vier jaar worden benoemd met de mogelijkheid tot herbenoeming voor maximaal vier jaar, of

    • b.

      tijdelijke commissie voor advisering met betrekking tot een of meer aanvragen, door het bestuursorgaan dat de aanvragen behandelt.

 

Artikel 6. Procedure

  • 1.

    Als advies wordt ingewonnen bij een adviescommissie, informeert het bestuursorgaan de aanvrager en belanghebbenden.

  • 2.

    Bij de toepassing van de artikelen 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht wordt naast de aanvrager voor zover van toepassing betrokken:

    • a.

      degene die de activiteit verricht en met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.3c, eerste lid, van de Omgevingswet is gesloten, en,

    • b.

      als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d van de Omgevingswet, de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht, tenzij:

      • 1.

        de schadevergoeding redelijkerwijze voor rekening behoort te blijven van het bestuursorgaan, of

      • 2.

        de schadevergoeding voldoende op een andere manier is verzekerd;

      • 3.

        van de mondelinge uiteenzetting door de aanvrager, het bestuursorgaan en de derde-belanghebbende, alsmede de hem door het bestuursorgaan verstrekte informatie verzorgt de adviescommissie een verslag dat onderdeel vormt van het uit te brengen advies.

  • 3.

    De adviescommissie beoordeelt of de situatie ter plaatse zal worden opgenomen. Indien nodig bepaalt de adviescommissie in overleg met de aanvrager het tijdstip waarop hij de situatie ter plaatse zal opnemen.

  • 4.

    De adviescommissie kan de aanvrager schriftelijk en met redenen omkleed verzoeken om binnen een door hem te bepalen termijn nadere gegevens en/of bescheiden over te leggen. Indien het gevraagde niet of niet volledig is ontvangen bericht de adviescommissie daarvan het bestuursorgaan onder vermelding van wat daarvan voor het advies de gevolgen zijn.

  • 5.

    Alvorens aan het bestuursorgaan advies uit te brengen stelt de adviescommissie de aanvrager, het bestuursorgaan en in voorkomend geval de derde-belanghebbende, middels een concept advies, in de gelegenheid ter zake binnen vier weken schriftelijke opmerkingen te maken.

 

Artikel 7. Uitbetaling

Bij geheel of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om schadevergoeding, wordt de toegewezen schadevergoeding uiterlijk betaald bij het onherroepelijk worden van het besluit op de aanvraag.

 

Artikel 8. Aanvraag voorschot

  • 1.

    Het bestuursorgaan kan op een daartoe strekkende aanvraag beslissen een voorschot te verlenen op een uit te betalen geldsom.

  • 2.

    Het voorschot bedraagt maximaal 50% van de in het conceptadvies opgenomen geldsom.

  • 3.

    De artikelen 4:95 en 4:96 van de Algemene wet bestuursrecht zijn op dit voorschot van toepassing.

 

Artikel 9. Intrekking oude regeling

De Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade 2008 wordt per 1 januari 2024 ingetrokken.

 

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening nadeelcompensatie Putten 2024.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 september 2023,

 

de griffier,

E.G. van Drie-Timmer

de voorzitter,

H.A. Lambooij