Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Soest

Aanwijzingsbesluit Ondergrondse containers Burgemeester Grothestraat t.h.v. huisnummer 53 / 60

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSoest
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAanwijzingsbesluit Ondergrondse containers Burgemeester Grothestraat t.h.v. huisnummer 53 / 60
CiteertitelAanwijzingsbesluit Ondergrondse containers Burgemeester Grothestraat t.h.v. huisnummer 53 / 60
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp
Externe bijlageBijlage 1 Nota van antwoord

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Afvalstoffenverordening Soest 2021
  2. Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Soest
  3. Wet milieubeheer
  4. Algemene wet bestuursrecht
  5. afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-12-2023nieuwe regeling

12-12-2023

gmb-2023-538994

687251

Tekst van de regeling

Intitulé

Aanwijzingsbesluit Ondergrondse containers Burgemeester Grothestraat t.h.v. huisnummer 53 / 60

Burgemeester en wethouders van de gemeente Soest,

 

Gelet op:

  • 1.

    Artikel 4 lid 2 Afvalstoffenverordening Soest 2021;

  • 2.

    Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Soest;

  • 3.

    Grondstoffenaanpak 2021-2023;

  • 4.

    Wet milieubeheer (verder Wm);

  • 5.

    Algemene wet bestuursrecht (verder Awb), afdeling 3.4 van de Awb (uniforme openbare voorbereidingsprocedure).

Overwegende dat:

  • 1.

    De Wm (artikel 10.21 Wm en verder) de gemeente verplicht tot het inzamelen van huishoudelijk afval. Bij en krachtens de Wm zijn regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop de gemeente invulling moet geven aan deze verplichting. De inzameling van huishoudelijk afval via ondergrondse containers valt hieronder.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders (verder: het college) op grond van artikel 4 lid 2 Afvalstoffenverordening kan aanwijzen via welk inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeven van de gebruikers(s) van één of meerdere percelen plaatsvindt.

  • 3.

    Deze aanwijzing is vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Soest.

  • 4.

    Het plaatsen van semi-ondergrondse containers voor GFT en ondergrondse containers voor andere grondstofstromen onderdeel uitmaakt van de invoering van omgekeerd inzamelen, waartoe in 2017 door het college is besloten.

  • 5.

    Ondergrondse containers zo zijn vormgegeven dat enkel de inworptrommel zichtbaar is, zodat de containers het straatbeeld zo min mogelijk beïnvloeden.

  • 6.

    Stankoverlast bij (semi-)ondergrondse containers tot een minimum gereduceerd is vanwege het technisch ontwerp van de inworptrommel en de relatief koele opslag van het afval onder straatniveau.

  • 7.

    De plaatsing van ondergrondse containers vergunningsvrij is. Met de hoogte wordt hier de inworpzuil van de ondergrondse container bedoeld.

  • 8.

    Voor het plaatsen van ondergrondse containers een Ontwerp Locatieplan is opgesteld. Dit Ontwerp Locatieplan is door het college vastgesteld in een Ontwerp Aanwijzingsbesluit en, conform de uniforme voorbereidingsprocedure uit afdeling 3.4 van de AWB, ter inzage gelegd in de periode van 20 september 2023 tot 1 november 2023. Tegen dit Ontwerp Aanwijzingsbesluit konden belanghebbenden zienswijzen indienen.

  • 9.

    Het Definitieve aanwijzingsbesluit met bijbehorende locatieplan door het college worden vastgesteld, waarna het besluit wordt gepubliceerd.

Besluit:

  • 1.

    Het Definitieve Locatieplan voor het plaatsen van ondergrondse containers aan de Burg. Grothestraat vast te stellen en voor een periode van 6 weken ter inzage te leggen teneinde belanghebbenden in de gelegenheid te stellen om hun bezwaar op het Definitieve Locatieplan kenbaar te maken.

  • 2.

    Dat op de voorbereiding van het aanwijzen van de locaties voor ondergrondse containers de uniforme openbare voorbereidingsprocedure conform Awb van toepassing is.

  • 3.

    Dat dit besluit in werking treedt op de dag na bekendmaking.

Beroep

Belanghebbenden die het niet eens zijn met het besluit (Zaaknummer 687251) kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dat besluit, beroep instellen bij de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht (zie artikel 7:1 en 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht). Voor nader informatie wordt verwezen naar www.rechtspraak.nl.

Het indienen van een beroepschrift schorst de werking van het besluit niet. Hebben u of derde belanghebbenden er veel belang bij dat dit besluit niet in werking treedt, dan kan een voorlopige voorziening worden gevraagd. Houdt u er rekening mee dat aan procedures bij de rechtbank kosten verbonden zijn.

Soest, 12 december 2023

Burgemeester en wethouders van Soest

L.C. Vermond

gemeentesecretaris

R. Metz

Burgemeester

AANWIJZINGSBESLUIT (TOELICHTING)

Ondergrondse containers Burgemeester Grothestraatt.h.v. huisnummer 53 / 60

 

De gemeente heeft de volgende locaties, zoals ook aangeduid in het bijgevoegde locatieplan, aangewezen voor het plaatsen van één of meerdere ondergrondse container voor GFT of andere grondstofstromen:

 

Locatienummer

Straat

Omschrijving locatie

XT 32

Burgemeester Grothestraat

In parkeerstrook / verharding langs de straat ter hoogte van terugliggende woningen met groenstrook

 

 

Toelichting

De gemeente Soest streeft naar zoveel mogelijk huishoudelijk afval (met de nadruk op grondstoffen) apart in te zamelen. Dit houdt in dat de gemeente de te scheiden afvalstromen zoveel mogelijk aan huis inzamelt. Voor mensen die geen of beperkte buitenruimte hebben en geen minicontainers voor de verschillende afvalstromen hebben, faciliteert de gemeente Soest deze bewoners door met (semi-)ondergrondse containers te werken.

 

GFT wordt nog onvoldoende ingezameld bij hoogbouw. Met het realiseren van de semi-ondergrondse containers voor GFT wordt een belangrijke slag gerealiseerd om ook bij hoogbouw GFT afvalscheiding de standaard te maken. Op de semi-ondergrondse containers komt een elektronisch slot dat geopend kan worden met een speciaal pasje.

 

Met realisatie van de locatie kunnen twee andere locaties waar ondergrondse restafvalcontainers staan, komen te vervallen. Dit komt tegemoet aan de wens van bewoners en heeft een verbetering van de verkeerssituatie van één van beide bestaande locaties tot gevolg. Bovendien is er behoefte aan het (bij)plaatsen van ondergrondse containers voor grondstofstromen zoals PMD. Door op korte afstand deze containers te realiseren, worden de inwoners van de gemeente goed gefaciliteerd.

 

Belangenafweging

Bij het kiezen van locaties vindt per locatie een zorgvuldige afweging plaats op basis van een aantal randvoorwaarden. De interne zorgvuldige belangenafweging en de inspraakmogelijkheid van de individuele bewoners die zienswijzen hebben tegen een gekozen locatie, leiden tot een definitieve locatie. Hierbij geldt het principe dat het algemene belang (bijvoorbeeld: doelmatige inzameling, het creëren van een veilige situatie, het behoud van een parkeerplaats of boom) in beginsel altijd voor op het individuele belang staat (‘niet bij mij voor de deur of in mijn directe omgeving’).

 

De uitvoering moet passen binnen het gemeentelijk budget (RMN begroting), de Grondstoffenaanpak, de Afvalstoffenverordening en het bijbehorende Uitvoeringsbesluit.

 

De uitvoering van de werkzaamheden kan starten na de publicatiedatum van het definitieve besluit van B&W.

Bijlage 1 Definitief Locatieplan Ondergrondse Containers – diverse fracties

 

1. Algemeen

 

Voorliggend document betreft het Definitief Locatieplan voor een nieuwe locatie voor (semi-)ondergrondse containers voor de inzameling van grondstofstromen aan de Burgemeester Grothestraat.

 

Het betreft een locatie waar restafval, PMD en GFT zullen worden ingezameld. Voor wat betreft het restafval gaat het om een verplaatsing van de bestaande ondergrondse container aan de Dr. Rupertlaan, die op eigen terrein (van een VvE) staat. Met deze VvE zijn in het verleden geen afspraken gemaakt. De VvE wil geen tweede ondergrondse container (voor PMD) op hun terrein. Een eventuele derde container (GFT) is sowieso geen optie i.v.m. het ruimtebeslag. Bovendien wil de VvE niet dat andere mensen dan de bewoners gebruik maken van de container. Omdat er én een wens / optimalisatie ligt om een PMD container, maar ook GFT in de buurt te plaatsen, én omdat voor omwonenden de huidige locatie dus geen optie is (voor de langere termijn), is op zoek gegaan naar een andere locatie.

 

2. Context

 

In de gemeente Soest brengen mensen die in hoogbouw wonen (een woning zonder tuin / zonder buitenruimte op de begane grond) in het algemeen hun afval naar ondergrondse containers nabij hun woning. Echter, niet alle inwoners hebben een ondergrondse container voor alle stromen in de buurt. Om de doelstellingen te halen, ligt hier een optimalisatieslag, met name voor de inzameling van PMD (plastic, metaal en drankenkartons) en papier.

 

Op de nieuwe locatie is behalve de verplaatsing van de restafvalcontainer ook voorzien in een PMD container en een GFT semi-ondergrondse container. Op die manier kan de locatie voor diverse omwonenden dienst doen en worden zij beter bediend (optimalisatie).

 

3. Criteria

 

Bij het kiezen van locaties vindt per locatie een zorgvuldige afweging plaats op basis van een aantal randvoorwaarden. Deze randvoorwaarden zijn uitgewerkt in (niet-limitatieve) toetsingscriteria. De zorgvuldige belangenafweging laat dan ook weinig ruimte om in het vervolgtraject af te wijken van deze locaties. De mogelijkheden om tegemoet te komen aan individuele bewoners die bedenkingen hebben tegen gekozen locaties zijn in dat opzicht relatief beperkt. Het algemene belang (bijvoorbeeld: doelmatige inzameling, het creëren van een veilige situatie, het behoud van parkeerplaats of boom) gaat daarbij in beginsel altijd voor op het individuele belang (‘niet bij mij voor de deur of in mijn directe omgeving’).

 

Randvoorwaarden voor het locatieplan voor ondergrondse containers

 

  • 1.

    In de woonkernen van de gemeente worden (semi-)ondergrondse containers geplaatst ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval.

  • 2.

    Aangewezen huishoudens maken gebruik van een aan hen toegewezen container. Daarnaast krijgt elk huishouden een uitwijklocatie toegewezen waar zij heen kunnen in het geval van storing.

  • 3.

    Het betreft ondergrondse afvalcontainers met een capaciteit van 5m3. De semi-ondergrondse containers hebben een capaciteit van 1m3.

  • 4.

    De (semi-)ondergrondse containers zijn uitgerust met een systeem voor toegangscontrole op basis waarvan voorkomen kan worden dat de container onrechtmatig gebruikt wordt. De toegangscontrole werkt alleen als een sleutel om de container te openen. Er vindt geen registratie plaats van gebruik.

  • 5.

    De maximale loopafstand naar een container is 300 meter, gemeten vanaf de erfgrens. In het kader van efficiëntie kan hier eventueel van worden afgeweken.

  • 6.

    Het aantal huishoudens dat bediend kan worden per (semi-)ondergrondse container verschilt per afvalstroom en de mate waarin er gescheiden wordt c.q. de aanwezigheid van containers voor andere stromen. Ter toelichting: er worden maximaal 100-125 huishoudens bediend per ondergrondse restafvalcontainer en maximaal 20-25 huishoudens op een semi-ondergrondse container voor GFT. In uitzonderingsgevallen kan hiervan worden afgeweken.

  • 7.

    De gekozen locaties voor de containers dienen goed bereikbaar te zijn voor voetgangers en minder validen (inclusief ouderen).

  • 8.

    Parkeervoorzieningen worden in principe gehandhaafd en kunnen slechts in het uiterste geval verdwijnen of verplaatst worden voor de plaatsing van een ondergrondse container.

  • 9.

    Beplanting zal in sommige gevallen plaats moeten maken voor het plaatsen van een ondergrondse container. Dit zal echter nooit ten koste gaan van waardevolle bomen. Waar mogelijk wordt rekening gehouden met de hoofdgroenstructuur.

  • 10.

    Er wordt gestreefd naar een zo kosten efficiënt mogelijke plaatsing van de containers, waarbij zo min mogelijk ondergrondse infrastructuur (kabels & leidingen) verlegd wordt. Hierbij dient rekening te worden gehouden met richtlijnen met betrekking tot de minimale plaatsing afstand tot kabels en leidingen (gas en riool).

  • 11.

    De ondergrondse containers worden zodanig geplaatst dat er geen belemmering voor verkeersveiligheid of sociale veiligheid zal ontstaan.

  • 12.

    De containers worden zodanig geplaatst dat er op ledigingsmomenten minimale verkeershinder en –oponthoud ontstaat. In nauwe straten zou dat kunnen betekenen dat bestuurders achter het ledigingsvoertuig even moeten wachten.

  • 13.

    Inzamelvoertuigen dienen veilig te kunnen stoppen om de container te legen.

4. Toelichting locatieplan

 

Hierna volgt een toelichting op de nieuwe locatie voor de (semi-)ondergrondse containers. De voorgestelde locaties zijn beoordeeld door de volgende disciplines:

  • -

    Inzamellogistiek (RMN)

  • -

    Kabels en leidingen

  • -

    Verkeer

  • -

    Groen

Deze integrale beoordeling leidde tot de voorstelde locatie. Het is deze locatie die nu in procedure worden gebracht.

 

LocatieBurgemeester Grothestraatt.h.v. nummer 53 / 60

 

Toelichting

  • Op dit moment staat er een ondergrondse container voor restafval op het perceel van het hoekpand Dr. Rupertlaan (huisnummers 2-20). Vermoedelijk staat deze er al meer dan 10 jaar. Er zijn in het verleden geen afspraken vastgelegd over deze container op eigen terrein. De container is onlangs vervangen. Naar aanleiding daarvan (en het niet exact op dezelfde locatie terugplaatsen) is contact ontstaan met de VvE.

  • De VvE heeft aangegeven het niet wenselijk te vinden dat er mensen uit de buurt gebruik maken van de ondergrondse container voor restafval op hun perceel. Een aantal adressen rondom en aan de Burgemeester Grothestraat maakt nu gebruik van de bestaande container.

  • RMN wil graag zo min mogelijk containers op eigen terrein. Hiervoor zijn aanvullende afspraken nodig via een overeenkomst, wat niet het geval is indien de containers in openbaar gebied staan.

  • Er is behoefte aan een PMD- en GFT container voor zowel de bewoners van de Dr. Rupertlaan als ook voor de omliggende appartementen(complexen).

  • De appartementen van de Oranjehof (complex liggend aan de Burg. Grothestraat) beschikken alleen over een restafvalcontainer. Deze staat ook op eigen terrein. Deze VvE wil ook geen extra containers, bovendien ontbreekt de ruimte en is de verkeerssituatie niet optimaal. Met de komst van de beoogde locatie kunnen deze bewoners van de nieuwe containers gebruik maken. Dit scheelt een restafvalcontainer en ten opzichte van de huidige situatie en bovendien worden deze mensen beter bediend met een toevoeging van PMD en GFT.

  • Met realisatie van de nieuwe locatie wordt dus enerzijds het aantal restafvalcontainers geoptimaliseerd (van twee naar één) en tevens wordt de locatie uitgebreid met twee andere grondstofstromen.

 

 

Overwegingen

  • Als alternatief voor de huidige container aan de Dr. Rupertlaan is gekeken naar diverse locaties rondom dit appartementencomplex. Er is gekeken naar mogelijkheden in de Dr. Rupertlaan zelf (die is net opnieuw aangelegd en de doelgroep woont hier niet), naar de kruising Dr. Rupertlaan / Burg. Grothestraat (eveneens net aangelegd en laten vervallen van groen is niet gewenst), naar mogelijkheden bij de Heuvelweg (te krappe openbare ruimte), naar een locatie richting de Inspecteur Schreuderlaan (niet wenselijk i.v.m. het monument en te decentraal gelegen voor de bewoners) en andere locaties aan de Burg. Grothestraat. Geconcludeerd is dat dit de enige locatie is waar wat meer ‘ruimte’ is, waar de containers niet pal voor iemands deur staan én bovendien centraal gelegen is ten opzichte van de appartementen die hier gebruik van gaan maken.

  • De Burg. Grothestraat is een doorgaande autoroute. Er is derhalve met de afdeling verkeer uitgebreid overlegd over deze locatie. Daarbij is gekeken naar de gehele strook vanaf de Dr. Rupertlaan. Hoewel de strook aan de zijde van de Dr. Rupertlaan iets breder is, is in verband met de verkeersveiligheid door verkeer aangegeven dat het wenselijk is de containers zo ver mogelijk van de vluchtheuvel (hoek Dr. Rupertlaan) af te leggen. Door de voorgestelde locatie te kiezen, kan als nog gebruik gemaakt worden van de extra breedte die hier aanwezig is.

  • M.b.t. het ledigen: hiervoor geldt dat dit niet in de spits zal plaatsvinden. Dit is een gangbare afspraak met RMN die ook voor andere doorgaande routes geldt.

  • Voor het realiseren van deze containerlocatie is het nodig om in elk geval één parkeerplaats op te heffen. Dit is een theoretische situatie: er zijn formeel 4 parkeerplaatsen, maar omdat de bewoners overdwars parkeren, kunnen er nu minimaal 7 auto’s staan. Met het realiseren van deze containerlocatie gaat het aantal parkeerplaatsen in de praktijk terug, maar is het nog steeds mogelijk om met minimaal 4 auto’s hier te parkeren. De parkeerdruk is relatief beperkt (conform parkeerdrukonderzoek uit 2020). Het is niet aannemelijk dat die situatie ingrijpend veranderd is.

  • De afdeling groen is akkoord. Volgens de KLIC meldingen liggen er geen kabels en leidingen. Er is een proefsleuf gegraven, ook daar kwamen geen bijzonderheden uit voort.

Conclusie

De locatie is de enige locatie die voldoet aan diverse criteria. De realisatie kost in elk geval (formeel) één parkeerplaats. Aanvullende afspraken met RMN zijn gemaakt voor het moment van lediging (in de daluren) in verband met de verkeersintensiteit. Dit wordt altijd gedaan voor dergelijke drukke locaties.

 

Bijlagen

 

Bijlage: Hoofdpunten afvalbeleid

 

AFVALSTOFFENVERORDENING

Op grond van de Wet milieubeheer moet iedere gemeente een afvalstoffenverordening vaststellen (10.23 Wm). In deze verordening wordt onder andere vastgelegd – binnen de randvoorwaarden zoals gesteld bij en krachtens de wet Milieubeheer – op welke wijze(n) het huishoudelijk afval wordt ingezameld en ter inzameling moet worden aangeboden.

 

In dit kader is krachtens de Soester Afvalstoffenverordening en het daarop gebaseerde uitvoeringsbesluit een ondergrondse container aangewezen als één van de in gebruik zijnde inzamelvoorzieningen voor restafval (verordening artikel 4 en uitvoeringsbesluit artikel 4).

Het College kan bepalen welke gebruikers van percelen van welke ondergrondse containers gebruik dienen te maken voor het aanbieden van hun restafval. Gebruikers van percelen welke zijn aangesloten op een ondergrondse containerlocatie, dienen hiervan gebruik te maken voor het aanbieden van hun restafval.

 

VERGUNNINGEN

Het plaatsen van een ondergrondse afvalcontainer is in beginsel vergunningsvrij, mits het deel van de container dat boven de grond zichtbaar is, niet hoger is dan twee meter en de totale inhoud van de containers op een locatie niet de 35 m3 te boven gaat. Uitzondering hierop is het plaatsen van een ondergrondse container binnen het beschermd dorp- of stadsgezicht of bij een monument; in deze gevallen kan een omgevingsvergunning vereist zijn.

 

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT

Voor het plaatsen van ondergrondse containers voor restafval wordt een locatieplan opgesteld. Dit locatieplan wordt bestuurlijk vastgesteld. Krachtens uitspraak van de Raad van State (201001129/2/M1) moet vaststelling van een locatieplan door het College worden aangemerkt als primair besluit. Tegen dit besluit kunnen belanghebbende een zienswijze indienen bij het College. Het College behandelt de zienswijze en past het locatieplan hier op aan of wijkt gemotiveerd van de zienswijze af. Daarna kan de belanghebbende eventueel nog in beroep gaan bij de Raad van State. Besluitvorming met betrekking tot de locaties van ondergrondse containers voor restafval vindt derhalve plaats conform afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht.