Organisatie | Weert |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel vestiging coffeeshops gemeente Weert 2024 |
Citeertitel | Beleidsregel vestiging coffeeshops gemeente Weert 2024 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Vestigingsbeleid voor coffeeshops, vastgesteld bij besluit van 3 juli 2006.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-12-2023 | nieuwe regeling | 13-12-2023 |
Artikel 1. Aantal vergunningen
Het aantal te verlenen vergunningen/gedoogverklaringen bedraagt uit oogpunt van bescherming van de openbare orde en woon- en leefklimaat maximaal 2.
Artikel 2. Geldigheidsduur vergunning
Er is reeds een vergunning verleend voor onbepaalde tijd. Indien een tweede vergunning wordt aangevraagd voor de exploitatie van een coffeeshop wordt deze voor de duur van maximaal 2 jaar verleend.
Aangezien een coffeeshop door het college van procureurs-generaal in Nederland wordt beschouwd als een alcoholvrije horeca-inrichting, waar softdrugs plegen te worden verkocht, kan een coffeeshop slechts worden gevestigd op een perceel waarop een horecabestemming rust of waarvoor een omgevingsvergunning is verleend voor afwijkend gebruik ten behoeve van horeca.
Artikel 4. Indieningsvereisten
Om in aanmerking te komen voor een vergunning/gedoogverklaring voor de exploitatie van een coffeeshop dient de aanvrager ten minste de volgende bescheiden aan te leveren:
Een plan waarin de aanvrager aangeeft welke maatregelen worden genomen om de mogelijke overlast van de coffeeshop in de directe omgeving te voorkomen. Hierbij dient de aanvrager in ieder geval in te gaan op de maatregelen tegen geluidsoverlast, tegen vervuiling en tegen de aantasting van de sociale veiligheid.
Toelichting beleidsregel vestiging coffeeshops gemeente Weert 2024
Een coffeeshop is een alcoholvrije horeca-inrichting waar softdrugs worden verkocht. De handel in verdovende middelen is in strijd met de Opiumwet, maar de handel in softdrugs wordt onder bepaalde voorwaarden gedoogd. Dat betekent dat tegen de ondernemer niet handhavend wordt opgetreden zolang deze zich aan die voorwaarden houdt.
Omdat een coffeeshop wordt beschouwd als een horecabedrijf, kan een coffeeshop zich slechts vestigen in een pand met horecabestemming.
Weert heeft ervoor gekozen om maximaal 2 coffeeshops te gedogen. Een van de twee gedoogde coffeeshopexploitanten heeft aangegeven tegen het einde van 2023 te willen stoppen. De gemeente Weert wil dit moment gebruiken om zich te herbezinnen op het fenomeen coffeeshops.
Het herijken van het coffeeshopbeleid vraagt tijd. Keuzes die in 2007 en 2012 zijn gemaakt zullen worden vergeleken met de huidige inzichten en ervaringen met de handel in softdrugs. Bij die herijking wordt vooral gekeken naar wat past bij en goed is voor Weert, binnen de geldende regels en rechtspraak.
Voor dit onderzoek is naar schatting 2 jaar nodig. Gedurende deze periode kan een tweede coffeeshop op basis van de oude, dus tot heden geldende uitgangspunten geëxploiteerd worden. De gedoogbeschikking/exploitatievergunning voor deze coffeeshop wordt daarom verleend uiterlijk tot 31 december 2026 zonder de mogelijkheid tot verlenging.
Uitgangspunt is dat in Weert maximaal 2 coffeeshops kunnen worden geëxploiteerd. Tot nu toe werd de exploitatie van beide coffeeshops alleen bepaald door de Aanwijzing Opiumwet van het college van Procureurs-Generaal (1 maart 2015). In de Aanwijzing Opiumwet zijn in de zogenaamde AHOJGHI-criteria geformuleerd. Die bepalen binnen welke grenzen in Nederland coffeeshops kunnen worden gedoogd.
Lokaal bepaalt de gemeente waar horeca kan plaatsvinden in het bestemmingsplan en mag een coffeeshop openingstijden hanteren die gelijk zijn aan de horeca.
In het Vestigingsbeleid Coffeeshops is een duidelijk gebied aangewezen waarin coffeeshops zich kunnen vestigen. Dat gebied bestrijkt een groot deel van het centrum binnen de singels alsmede de straten Maaspoort, Stationsstraat en Parallelweg, met uitzondering van een aantal kritische plaatsen binnen dat gebied, zo is er bijvoorbeeld een afstandseis voor onderwijsinstellingen.
De uitgangspunten van het vestigingsbeleid voor coffeeshops blijft voor deze overgangsperiode gehandhaafd, zij het dat de burgemeester alleen een gedoogbeschikking/exploitatievergunning zal afgeven voor bepaalde tijd uiterlijk tot 31 december 2026.
Dat betekent dat voor de komende jaren de vestiging van een tweede coffeeshop in het centrum mogelijk blijft. De kaart die onderdeel uitmaakte van het beleid uit 2012 blijft ongewijzigd van kracht en is ook onderdeel van het voorliggende beleidskader.
Op enkele onderdelen wordt de beleidsregel uit 2012 wel aangepast:
Coffeeshops mogen zich niet vestigen binnen een afstand van 250 meter tot scholen voor voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Bij het tot stand komen van het vestigingsbeleid in 2012 werd door de gemeenteraad gevraagd om deze afstand ook aan te houden bij basisscholen. Bij het vaststellen van het beleid is deze afstandseis tot basisscholen niet opgenomen omdat dit te beperkend zou zijn.
In de overgangsperiode mogen coffeeshops zich niet vestigen binnen 250 meter van alle onderwijsinstellingen voor jongeren onder 18, dus ook basisscholen. De afstand wordt gemeten via de openbare weg van perceelsgrens tot perceelsgrens (uit beleid 2006). De basisschool ‘De Kameleon’ gelegen aan de Mariënhagelaan 2 beperkt voor een klein deel het vestigingsgebied.
2. Afstandseis tussen twee coffeeshops
De afstandseis tussen twee coffeeshops is nieuw toegevoegd. Het karakter van coffeeshops als verkooppunt van softdrugs voor de lokale markt is in de afgelopen decennia veranderd. Veel bezoekers van buiten Weert komen per auto naar de coffeeshop om daar maar kort te verblijven. Exacte data zoals aantallen bezoekers en of bezoekers ook nog andere functies in Weert gebruiken ontbreken. De verkeersbewegingen rondom een coffeeshop kunnen op bepaalde tijdstippen belastend zijn voor de omgeving. Twee coffeeshops op korte afstand van elkaar zijn daarom niet wenselijk.
De als tijdelijk bedoelde beleidsregels zijn nodig om de verwachtingen van geïnteresseerde kandidaten voor het exploiteren van een (tweede) coffeeshop in Weert aan de voorkant helder te maken. Een nieuwe coffeeshophouder moet weten wat hij van de gemeente kan verwachten.
Tegelijk is het een opmaat voor nieuwe beleidskeuzes die we als gemeente moeten maken om de manier waarop we omgaan met de handel in softdrugs weer af te stemmen op de situatie anno nu in Weert en de wereld.
Artikel 1. Aantal vergunningen
De bedoeling van deze beleidsregel is dat ze een beperkte geldigheidsduur heeft. Voor deze periode stellen we het aantal coffeeshops niet ter discussie. Daarvoor moet de gemeente nog informatie verzamelen en dat vergt tijd.
Artikel 2. Geldigheidsduur vergunning
De duur van de tijdelijke exploitatie is bepaald op 3 jaar. Die periode is nodig om te komen tot afgewogen keuzes op het gebied van coffeeshops in Weert. De periode is lang genoeg om data te verzamelen over aantallen bezoekers, hun nationaliteit, herbezinning over de maatschappelijke functie van coffeeshops, plaatsen binnen de gemeente die beter passen bij het type coffeeshop dat we willen hebben en de effecten die dit heeft op de omgeving.
Het gebied waarin een nieuwe coffeeshop zich mag vestigen blijft in grote lijnen ongewijzigd. Dat is het stadscentrum van Weert, binnen de singels en in de straten Maaspoort, Parallelweg en Stationsstraat. Er is kritisch gekeken naar de omschrijving van dit gebied in de beleidsregel van 2012. Door het wijzigen van de volgende details wint de omschrijving aan duidelijkheid:
De afstandseis tussen coffeeshops en scholen is uitgebreid naar basisscholen. In de beleidsregel van 2012 gold alleen een minimale afstand voor instellingen van voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Ondanks een motie in de gemeenteraad destijds gold geen afstandseis voor basisscholen, omdat dit te beperkend zou zijn voor vestiging van coffeeshops in het centrum. De keuze is nu gemaakt om de afstandseis voortaan ook voor basisscholen te laten gelden. Voor de bestaande situatie in 2023 beperkt dat de vestiging binnen de singels slechts in geringe mate. We bereiken ermee dat ook de jeugd jonger dan 12 jaar minder geconfronteerd wordt met de handel in softdrugs.
De begrenzing van het vestigingsgebied bestond uit de singels inclusief de genoemde straten. Hierdoor kunnen aan de niet-centrumzijde van de singels enkele ongewenste situaties ontstaan. Er is voor gekozen om de begrenzing van het gebied te verengen: alleen de adressen aan de centrumzijde van de singels vallen nog binnen het vestigingsgebied. De bijbehorende kaart is hierop aangepast en maakt deel uit van de beleidsregel.
Artikel 4. Indieningsvereisten
In het vestigingsbeleid is een aantal indieningsvereisten geformuleerd die de gemeente Weert als basis veronderstelt voor een verantwoorde exploitatie van een coffeeshop. De ondernemer die een coffeeshop wil beginnen in Weert moet voor de gemeente en de politie een betrouwbare gesprekspartner zijn. Goede afspraken over hygiëne, verslavingspreventie en het voorkomen van overlast in de omgeving zijn nodig. De ondernemer moet bij zijn aanvraag laten zien hoe hij deze aspecten in zijn bedrijfsvoering waarborgt. De gemeente kan op basis van deze plannen ook toezicht inrichten. Uiteraard voert de gemeente een onderzoek uit op grond van de Wet Bibob, voordat een exploitatievergunning kan worden verleend.
De indieningsvereisten worden niet gebruikt als selectiemiddel. Bij een verdeelsysteem met een vergelijkende toets kan aan deze aspecten een waarderingssysteem worden gekoppeld op grond waarvan de beste kandidaat geselecteerd wordt. Dit vergt een gedegen voorbereiding. Voor dit overgangsbeleid wordt daarom niet gekozen voor een vergelijkende toets.
Bij indieningsvereiste 3 wordt van de aanvrager gevraagd om aan te geven hoe de AHOJGHI-criteria zullen worden nageleefd. De ondernemer gaat in het ondernemersplan ook in op het Experiment gesloten cannabisketen en hoe hij dit ziet bij exploitatie van de coffeeshop.
Bij indieningsvereiste 4 vragen we naar de wijze waarop de coffeeshop exploitant het omgevingsbeheer inricht. Als er toezicht is in de openbare ruimte in onmiddellijke nabijheid van de coffeeshop moet worden omschreven op welke wijze dat toezicht wordt uitgeoefend, hoe men contact houdt met de politie en de boa's van de gemeente en welke kwalificaties het personeel van de coffeeshop heeft.
Er is gekozen voor een verdeelsysteem dat geschikt is om binnen korte tijd één ondernemer te selecteren die de coffeeshop voor beperkte tijd mag gaan exploiteren. De gemeente publiceert daartoe openbaar een aanvraagtijdvak. In de publicatie wordt verwezen naar de eisen die worden gesteld aan een geldige aanvraag.
Aanvragen die binnen het aanvraagtijdvak worden ontvangen, worden beoordeeld op volledigheid. Indien de aanvraag voldoet aan de indieningsvereisten, neemt deze deel aan de loting. Aanvragen die buiten het aanvraagtijdvak, dus te vroeg of te laat, worden ontvangen worden geweigerd.
Door loting wordt vervolgens een rangorde aangebracht waarbij de aanvraag die als eerste uit de trekking komt ook als eerste in aanmerking komt voor de exploitatievergunning.
Er is een aantal manieren waarop je in een schaars systeem, waarbij meer aanvragen te verwachten zijn dan er vergunningen verleend kunnen worden, een eerlijke selectie kunt maken. Voor de hand ligt selectie op volgorde van binnenkomst. Loting of een vergelijkende toets zijn ook mogelijk of een combinatie van deze drie selectiemethoden.
We kiezen voor een selectiemethode die weinig voorbereidingstijd vergt en waarbij zo snel mogelijk één geschikte ondernemer wordt gekozen en waarbij zo weinig mogelijk twijfel kan bestaan over de gemaakte keuze.
Een vergelijkende toets vergt veel voorbereidingstijd. De aspecten die de gemeente belangrijk vindt worden benoemd en er wordt een weging aangebracht door middel van een puntensysteem. Deze selectiemethode levert op papier de beste kandidaat op, maar vergt een gedegen voorbereiding. De benodigde tijd ontbrak hiervoor.
De selectie op volgorde van binnenkomst heeft een nadeel als er heel veel belangstellende aanvragers zijn. Het tijdstip van indienen bepaalt immers de volgorde en de eerste heeft de grootste kans op de vergunning. Deze methode vereist nauwkeurige en secure tijdsregistratie van de ontvangen aanvragen. Kanaalsturing op bijvoorbeeld uitsluitend digitale indiening is niet wenselijk.
Loting van alle aanvragen die binnen een bepaald tijdvak zijn ontvangen biedt gelijke kansen voor de aanvragers die geïnteresseerd zijn en leidt tot een geschikte (misschien niet de meest geschikte) ondernemer. Omdat de vergunning slecht voor beperkte tijd wordt verleend is het risico van een verkeerde keuze te overzien.
De artikelen 6 tot en met 8 zijn de spelregels die nodig zijn om het selectieproces in goede banen te leiden. Elke aanvrager die aan de eisen voldoet moet gelijke kansen krijgen om de coffeeshop te mogen exploiteren.
Gegadigden die een onvolledige aanvraag indienen krijgen eenmalig nog een periode van 14 dagen om de aanvraag aan te vullen. De regels van de Algemene wet bestuursrecht zijn op de aanvraag gewoon van toepassing.
In dit artikel is de wijze waarop de loting plaatsvindt uitgewerkt. Voordat de loting plaatsvindt kent de burgemeester een uniek nummer toe aan de aanvragen. Deze unieke nummers worden verstrekt aan de notaris. De notaris ontvangt dus enkel de nummers en weet niet welke aanvraag daarbij hoort. De notaris maakt een proces-verbaal op van de loting met daarbij een lijst van de uitslag. De deelnemers van de loting worden na ontvangst van het proces-verbaal op de hoogte gesteld, de loting zal niet in het openbaar plaatsvinden.
Artikel 9. Behandeling van de getrokken aanvragen
Na de trekking wordt voor de eerste 3 aanvragen een onderzoek gestart als bedoeld in de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar Bestuur (Wet Bibob). Het daarvoor gebruikte Bibob-vragenformulier maakt al deel uit van de stukken die voor een volledige aanvraag vereist zijn. Het Bibob-onderzoek is privacygevoelig en moet daarom alleen worden gebruikt als het nodig is (ultimum remedium). Het streven is om de periode die nodig is om een geschikte exploitant te selecteren, zo kort mogelijk te houden.
Een Bibob-onderzoek kent 2 fases: eerst voert het bestuursorgaan een eigen onderzoek uit (fase 1). Als dit leidt tot twijfel of onduidelijkheden kan het bestuursorgaan een advies vragen aan het Landelijk Bureau Bibob (fase 2).
Het eigen onderzoek kost 2 tot 4 weken, mits alle gevraagde informatie prompt en volledig wordt verstrekt. Is een advies van het LBB nodig, dan komt daar nog eens 8 tot 12 weken bij. Mocht uit het Bibob-onderzoek blijken dat de aanvraag die als eerste uit de trekking is gekomen, niet geschikt is, dan zou voor de volgende in rang opnieuw een nieuw onderzoek moeten worden gestart en als het tegenzit nog een keer. Bij deze aanpak gaat te veel tijd verloren. Daarom wordt ervoor gekozen om het eigen onderzoek door de gemeente voor de 3 aanvragen met de hoogste rang tegelijk uit te voeren.
De beleidsregel bepaalt duidelijk dat alle aanvragen voor het exploiteren van een coffeeshop in Weert, die niet binnen het aanvraagtijdvak zijn ingediend en die niet voldoen aan de vestigings- en indieningsvereisten kunnen worden geweigerd. Die aanvragers ontvangen een besluit waartegen de gebruikelijke rechtsmiddelen open staan.