Artikel 1. Begripsbepalingen
Deze regeling verstaat onder
- a.
Aanvrager: persoon met een lichamelijke beperking die is ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente Assen.
- b.
Sporthulpmiddel: middel dat het mogelijk maakt voor de aanvrager met een lichamelijke beperking om aan sport- en beweegactiviteiten mee te doen;
- c.
Lichaam gebonden sporthulpmiddel: een hulpmiddel wat een lichaamsdeel ondersteunt of een lichaamsdeel vervangt (zoals een orthese of prothese);
- d.
Niet-lichaam gebonden sporthulpmiddel: Alle overige sporthulpmiddelen, zoals een sportrolstoel, vast-frame handbike, racerunner, etc.
- e.
Lichamelijke beperking: Een stoornis of conditie die het maatschappelijk functioneren belemmert en nadelige sociale gevolgen met zich meebrengt. We verstaan hieronder een fysieke beperking (motorisch, visueel, auditief), meervoudige beperking of chronische aandoening.
Artikel 2. Doel
Inwoners met een lichamelijke beperking die geen sporthulpmiddel kunnen verkrijgen op grond van een bestaande regeling (Wmo, ZvW, Wlz) financieel ondersteunen bij de aanschaf van een sporthulpmiddel.
Artikel 3. Subsidiabele kosten
Het college verleent subsidie voor de aanschaf van een sporthulpmiddel dat naar oordeel van het college passend is bij de beperking. Een sporthulpmiddel is passend bij de beperking wanneer het voldoet aan de specifieke behoeften en beperkingen van de inwoner, zoals vastgesteld door het college. Daarnaast moet het hulpmiddel voldoen aan de geldende wettelijke normen met betrekking tot hulpmiddelen voor mensen met beperkingen, zoals de MDR. Eventuele ontvangen bijdragen vanuit de Zorgverzekeringswet, de Wet langdurige zorg of een andere regeling worden op de subsidiabele kosten in mindering gebracht.
Artikel 4. Doelgroep
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan personen die voldoen aan het gestelde in artikel 1, onder a. en tevens te maken hebben met een beperking zoals beschreven in artikel 1, onder e.
Artikel 5. Aanvraag
- 1.
Een subsidieaanvraag wordt gedaan voordat tot aanschaf van een sporthulpmiddel wordt overgegaan.
- 2.
Voor een aanvraag geldt een verplicht aanvraagformulier als vastgesteld door het college. In dit aanvraagformulier is tevens vastgelegd welke indieningsvereisten het college verplicht heeft gesteld.
- 3.
De subsidieverstrekking wordt bij verleningsbeschikking vastgesteld.
Artikel 6. Voorwaarden
Het college verbindt de volgende voorwaarden aan een subsidieverstrekking:
- a.
aanvrager heeft een beperking zoals omschreven bij de begripsbepalingen in artikel 1 lid e;
- b.
aanvrager overhandigt een schriftelijke (gedeeltelijke) afwijzing van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg;
- c.
aanvrager vraagt een sporthulpmiddel voor eigen gebruik;
- d.
het sporthulpmiddel is naar oordeel van het college noodzakelijk voor een structurele sport- en/of beweegdeelname, dat wil zeggen: zonder het gewenste sporthulpmiddel kan de aanvrager niet de sport van zijn/haar keuze beoefenen. Het sporthulpmiddel moet effectief en veilig gebruikt kunnen worden om de inwoner in staat te stellen te sporten binnen de grenzen van hun beperking.
Artikel 7. Subsidieplafond
Het college maakt jaarlijks voorafgaand aan het subsidie tijdvak het subsidieplafond bekend in het Gemeenteblad. Dit wordt gepubliceerd op lokaleregelgeving.overheid.nl.
Artikel 8. Verdeelsystematiek
- 1.
Het beschikbare subsidieplafond wordt verdeeld door de aanvragen te behandelen op volgorde van binnenkomst. De datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.
- 2.
Verstrekking van subsidie vindt plaats tot het budget op is.
- 3.
De subsidie bedraagt per aanvrager maximaal € 10.000,-, maar nooit meer dan de daadwerkelijke kosten.
Artikel 9. Weigeringsgronden
Naast de weigeringsgronden in de Algemene subsidieverordening gemeente Assen weigert het college de verstrekking van subsidie wanneer:
- a.
de aanvrager geen schriftelijke (gedeeltelijke) afwijzing van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, Zorgverzekeringswet, Wet langdurige zorg kan overhandigen of;
- b.
het een hulpmiddel betreft dat ondersteuning biedt bij Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) of;
- c.
een aanvraag het onderhoud en vervanging betreft van onderdelen van het sporthulpmiddel of;
- d.
de aanvrager het sporthulpmiddel niet in eigendom heeft of verkrijgt.
- e.
de aanvraag niet voldoet aan het gestelde in deze subsidieregeling;
- f.
de aanvrager vaker subsidie aanvraagt dan binnen de volgende leden beschreven maximum frequenties:
- I.
1 keer per 3 jaar voor de aanschaf van een lichaam gebonden sporthulpmiddel;
- II.
1 keer per 5 jaar voor de aanschaf van een niet lichaam gebonden sporthulpmiddel;
- III.
1 keer per 5 jaar voor de aanschaf van een ander sporthulpmiddel.
Artikel 10. Hardheidsclausule
Als toepassing van deze subsidieregeling leidt tot onredelijkheid van overwegende aard voor een aanvrager beslist het college zo nodig in afwijking van deze regeling.
Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.
- 2.
Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Subsidieregeling Sporthulpmiddelen’.