Organisatie | Borsele |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2024 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing 2023.
De datum van ingang van heffing is 1 januari 2024.
artikel 15.33 van de Wet milieubeheer
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 07-12-2023 |
Artikel 3. Maatstaf van heffing en tarief
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar
Standaard wordt per perceel een combinatie van één gft-container (groen deksel), één restafval container (grijs deksel) en één papiercontainer (blauw deksel) verstrekt. Op verzoek wordt één extra gft-container verstrekt waarvoor geen tarief in rekening wordt gebracht. Voor overige extra containers worden de in het tweede lid genoemde tarieven in rekening gebracht.
Onverminderd de in het eerste lid bepaalde tarieven bedragen de tarieven € 131,64 voor een extra gft-container (groen deksel) met een inhoud van 140 liter (alleen voor bestaande containers met deze inhoud; er worden hiervan geen nieuwe meer verstrekt), € 194,04 voor een extra gft-container (groen) en € 264,96 voor een extra restafval container (grijs deksel) met een inhoud van 240 liter. Het tarief voor een extra papiercontainer (blauw deksel) bedraagt € 52.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar voor de belastingen die worden geheven op grond van artikel 3, lid 1 en 2.
Artikel 6. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in artikel 3, lid 1 en 2 verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als bedoeld in artikel 3, lid 1 en 2 als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog, volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 7. Termijn van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen drie maanden en wel in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het eerste lid geldt, in het geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan minder is dan € 10.000,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande, dat het aantal termijnen tenminste vier en ten hoogste negen bedraagt. De eerste termijn vervalt een maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 9. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.