Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tilburg

Makersfonds subsidie 2025– 2028 Tilburg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTilburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMakersfonds subsidie 2025– 2028 Tilburg
CiteertitelMakersfonds subsidie 2025– 2028 Tilburg
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening gemeente Tilburg 2023

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-12-2023nieuwe regeling

12-12-2023

gmb-2023-536276

Tekst van de regeling

Intitulé

Makersfonds subsidie 2025– 2028 Tilburg

In het Cultuurplan Tilburg 2025-2028 is opgenomen dat de gemeente een subsidie inricht onder de titel Makersfonds om directe ondersteuning te bieden aan makers in kunst en cultuur. Dit sluit aan bij de ambitie van Tilburg om stad van makers te zijn. Het Makersfonds betreft een projectsubsidie regeling voor talent, experiment, vernieuwing en actualiteit. Het doel van het Makersfonds is mogelijk maken dat makers met een thuisbasis in de gemeente Tilburg zich kunnen ontwikkelen en aan hun ambities kunnen werken.

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • ASVT: Algemene subsidieverordening gemeente Tilburg;

  • Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg

  • Professionele maker: iemand die een kunstvakopleiding heeft afgerond of via zelfstudie een vergelijkbaar niveau heeft verkregen. En wie een actieve beroepspraktijk heeft.

  • In gemeente Tilburg gevestigde natuurlijke -en privaatrechtelijke rechtspersonen: Voor individuele aanvragers geldt dat men ingeschreven moet staan als inwoner van Tilburg. Voor collectieve aanvragers geldt dat minstens de helft van het collectief ingeschreven moet staan als inwoner van gemeente Tilburg, de rechtsvorm zélf moet ook KvK ingeschreven staan in Tilburg.

  • Project: een in tijd en middelen begrensde culturele activiteit om iets te creëren. De maximale duur van een project in het kader van deze regeling is twee jaar.

  • Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies zoals bedoeld in artikel 4:22 van de Awb;

Artikel 2. Doelgroep

Subsidie op grond van deze subsidieregeling kan worden aangevraagd door in gemeente Tilburg gevestigde natuurlijke en privaatrechtelijke rechtspersonen dan wel een collectief van natuurlijke personen wiens doelstelling primair gericht is op het vervaardigen van kunst door professionele makers.

Artikel 3. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten.

Artikel 4. Activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor projecten op het gebied van het creëren van kunst die plaatsvinden in de periode 2025 – 2028.

Artikel 5. Subsidiabele kosten

  • 1.

    In aanmerking voor subsidie komen de kosten die redelijkerwijs gemaakt moeten worden voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 4 en de kosten die direct verbonden zijn met de activiteiten zoals bedoeld in artikel 4.

  • 2.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor de activiteiten als bedoeld in artikel 4.

Artikel 6.Niet subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • 1.

    Kosten voor het produceren van een publicatie over eerder gerealiseerd werk;

  • 2.

    Kosten voor het exposeren van eerder gerealiseerd werk;

  • 3.

    Kosten voor de documentatie van een eerder gerealiseerd werk.

  • 4.

    Kosten voor het exposeren of een podium bieden voor werk van derden;

  • 5.

    Kosten voor het organiseren van een evenement of festival;

  • 6.

    Kosten voor het creëren van een (online) platform;

  • 7.

    Kosten die structureel onderdeel zijn van de beroepspraktijk zoals bijvoorbeeld huur voor een atelier en/of de aanschaf van instrumenten/ gereedschappen.

Artikel 7. Vereisten subsidieaanvraag

De aanvraag voor subsidie omvat:

  • 1.

    Een volledig ingevuld aanvraagformulier;

  • 2.

    Een projectplan van maximaal 2 a4 waarin wordt ingegaan op de criteria zoals omschreven in artikel 10;

  • 3.

    Een uitgewerkte sluitende begroting waarin de kosten en opbrengsten van de activiteiten waar de subsidie voor wordt aangevraagd op een transparante wijze worden weergegeven;

  • 4.

    Bankbewijs: Om te controleren dat uw opgegeven banknummer juist is moet u een kopie bankafschrift of foto bankpas meesturen. Uw moet alle overbodige informatie aflakken, maximaal zichtbaar mag zijn uw naamstelling en banknummer.

Artikel 8. Subsidievorm en hoogte van de subsidie

Het college verstrekt op grond van deze regeling een eenmalige subsidie van maximaal € 9.000,-

Artikel 9. Wijze van verdeling

  • 1.

    De regeling wordt tweemaal per kalenderjaar opengesteld;

  • 2.

    Subsidieaanvragen worden binnen de op de website aangegeven indieningstermijn ingediend via het daarvoor vastgestelde aanvraagformulier.

  • 3.

    De subsidie wordt verdeeld middels een tendersysteem. Alle volledige en tijdig ingediende aanvragen worden voorgelegd aan een adviescommissie. Deze commissie bestaat uit twee leden van de Adviescommissie meerjarige subsidie cultuur en 1 beleidsmedewerker cultuur en adviseert het college over de toekenningen.

  • 4.

    De commissie kan een aanvrager uitnodigen voor een mondelinge toelichting op de subsidieaanvraag. Deze uitnodiging gebeurt op de volgorde van rangschikking zoals omschreven in het vervolg van dit artikel.

  • 5.

    Verstrekking van subsidie vindt plaats in volgorde van de door de adviescommissie aangebrachte rangschikking totdat het subsidieplafond is bereikt.

  • 6.

    Bij de rangschikking van de aanvragen kent de adviescommissie een beoordeling toe aan de hand van de in artikel 10 omschreven criteria.

  • 7.

    De adviescommissie beoordeelt de aanvragen integraal en in relatie tot elkaar. Het kan dus zijn dat een aanvraag aan de criteria voldoet, maar dat geheel of gedeeltelijk wordt afgewezen omdat het aangevraagde totaalbedrag hoger is dan het beschikbare budget.

  • 8.

    Bij gelijke beoordeling weegt de beoordeling op artikel 10.1.a het zwaarst. Als beoordeling dan nog steeds gelijk is artikel 10.1.b Doorslaggevend.

  • 9.

    Indien toepassing van het vijfde lid ertoe leidt dat aanvragen met een gelijke beoordeling eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

    De loting vindt plaats middels trekking in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers. De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris. De eerst getrokken aanvraag, wordt als hoogste gerangschikt.

  • 10.

    De hoogst gerangschikte aanvraag komt het eerst in aanmerking voor subsidie.

Artikel 10. Verdeelcriteria

  • 1.

    De adviescommissie beoordeelt en rangschikt aanvragen op basis van de volgende criteria:

    • a.

      Artistiek-inhoudelijke kwaliteit en ontwikkeling; te waarderen met niet voldoen, voldoende of goed;

    • b.

      Meerwaarde voor de stad; te waarderen met niet voldoen, voldoende of goed;

    • c.

      Uitvoerbaarheid, zakelijke kwaliteit; te waarderen met niet voldoen, voldoende of goed.

Artikel 11. Weigeringsgronden

Subsidieverlening kan naast de in de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en de artikel 9 van de ASVT geregelde gevallen ook (deels) geweigerd worden indien:

  • 1.

    Niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;

  • 2.

    Een individuele aanvrager of collectief van makers in het jaar waarin de aanvraag is ingediend al een keer subsidie op basis van deze regeling heeft ontvangen.

  • 3.

    Een individuele aanvrager zijn kunstvakopleiding nog niet heeft afgerond;

  • 4.

    Een van de criteria omschreven in artikel 10 als niet voldoende gewaardeerd wordt;

  • 5.

    De aanvrager gedurende de periode 2025 – 2028 al twee keer subsidie heeft ontvangen op basis van deze regeling;

  • 6.

    Leden van een collectief ook individueel subsidie ten behoeve van het in de aanvraag omschreven project hebben ontvangen op basis van deze regeling;

  • 7.

    Er reeds subsidie is verkregen als basisvoorziening cultuur, of middels de Meerjarige subsidies professionele kunsten 2025 – 2028 of de impuls en projectenregeling voor organisaties & instellingen.

Artikel 12. Verplichtingen

De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

  • 1.

    De activiteiten worden uitgevoerd binnen 2 jaar na het moment van toekenning;

  • 2.

    De subsidieontvanger zorgt voor communicatie over de activiteiten en vermeldt daarbij dat de activiteit mede ondersteund is door het Makersfonds;

  • 3.

    Het college kan in de verleningsbeschikking aanvullende verplichtingen opleggen.

Artikel 13. Begrotingsvoorbehoud en subsidieplafond

  • 1.

    Subsidies worden verstrekt onder voorbehoud van het beschikbaar stellen van middelen door de gemeenteraad.

  • 1.

    Het subsidieplafond wordt door het college vastgesteld. Na vaststelling wordt het plafond gepubliceerd.

Artikel 14. Indientermijnen

Het Makersfonds wordt twee keer per jaar opengesteld. De indientermijn voor de eerste subsidieronde wordt kenbaar gemaakt in januari. In juni wordt de indientermijn voor de tweede subsidieronde bekendgemaakt.

Artikel 15. Slotbepalingen

  • 1.

    Dit is een regeling zoals bedoeld in artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Tilburg. De bepalingen van deze verordening zijn van toepassing voor zover daarvan in deze regeling niet wordt afgeweken. Dit betekent ook dat de verantwoordingsartikelen van de ASVT onverkort van toepassing zijn.

  • 2.

    Deze subsidieregeling treedt in werking 1 dag na publicatie.

  • 3.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Makersfonds subsidie 2025– 2028 Tilburg

Toelichting begrippen Makersfonds

Hieronder wordt ingegaan op een aantal begrippen dat genoemd worden

 

Artistieke kwaliteit

In veel gevallen wordt bij fondsen en overheden artistieke kwaliteit getoetst aan de hand van vakmanschap, oorspronkelijkheid en zeggingskracht. De gemeente Tilburg volgt deze lijn.

Vakmanschap betrekking op de ambachtelijke vaardigheid van de betrokken makers. Vakmanschap valt niet één-op-één samen met het gevolgd hebben van een vakopleiding. Oorspronkelijkheid gaat over de eigenheid en de herkenbare artistieke signatuur zoals die uit het project naar voren komt. Zeggingskracht ten slotte hangt af van de wijze waarop en de mate waarin de het project naar verwachting het publiek zal aanspreken of bijdraagt aan de ontwikkeling van de betreffende discipline.

 

Artistieke ontwikkeling

Met artistieke ontwikkeling bedoelen we de mate waarin het project bijdraagt aan de ontwikkeling van de artistieke kwaliteit van de aanvrager. De artistieke ontwikkeling wordt dus getoetst op basis van de ontwikkeling van de aanvrager op het gebied van vakmanschap, oorspronkelijkheid en zeggingskracht.

 

Meerwaarde voor de stad

Onder meerwaarde wordt bedoeld wat het project 'doet' voor Tilburg, wat de tegenprestatie is van de aanvrager als hij/zij/hen subsidie ontvangt voor zijn/haar/hen activiteiten. Hierbij kan gedacht worden aan een presentatie in een van de basisvoorzieningen of op andere podia en locaties in de stad als het bijvoorbeeld gaat om een muziek-, dans- of theaterproductie. Of in een presentatieruimte of pop up locaties voor visuele kunsten of locaties waar filmvertoning plaatsvindt.

De meerwaarde kan ook zijn dat de aanvrager aangeeft hoe hij/zij de opgedane kennis en ervaring deelt met en overdraagt aan collega's en het publiek of de manier waarop een project verbindingen legt tussen verschillende culturele partijen in de stad.

 

Uitvoerbaarheid en zakelijke kwaliteit

Met uitvoerbaarheid bedoelen we een realistisch haalbaar en duidelijk plan van aanpak voor het project. Met 'zakelijke kwaliteit' bedoelen we de financiële haalbaarheid van uw project, en de aard en omvang van de kosten in relatie tot het project en het belang voor Tilburg. Dit wordt getoetst op verschillende aspecten:

 

  • Sluitende begroting: uw project dient een sluitende begroting te hebben, u mag niet meer lasten dan baten opgeven of meer baten dan lasten.

  • Verdeling van baten: Het is niet verplicht meerdere bronnen van inkomsten op te geven; de subsidie van het Makersfonds kan voldoende zijn, echter, het hebben van meerdere bronnen van inkomsten is een pré.

  • Volledige begroting: U geeft alle (mogelijke) bronnen van inkomsten op, óók de niet-gekapitaliseerde bronnen van inkomsten. Als u ook bij andere fondsen subsidie hebt aangevraagd kunt u dit ook opgeven als inkomsten, een vereiste is dat u al wél de aanvraag hebt ingediend. Inkomsten die gegenereerd wordt door de uitvoering van uw project, denk bijvoorbeeld aan uitkoop van een concert, dienen ook opgegeven te worden.

  • Aard van kosten: De kosten die u opgeeft zijn realistisch ten aanzien van de activiteit waarvoor de kosten gevraagd worden en staan in verhouding tot de totale kosten van het project.

  • Bij het beoordelen op het criterium 'zakelijke kwaliteit' wordt ook gekeken naar de verhouding tussen het bedrag dat u aanvraagt (en de daarbij behorende activiteiten) en de meerwaarde voor de stad.