Organisatie | Zutphen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de raad van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over de financiële vergoeding en een tegemoetkoming in de kosten voor de gemeentelijke ombudsman (Verordening financiële vergoeding gemeentelijke ombudsman gemeente Zutphen 2023) |
Citeertitel | Verordening financiële vergoeding gemeentelijke ombudsman gemeente Zutphen 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Verordening financiële vergoeding gemeentelijke ombudsman gemeente Zutphen 2017.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | Nieuwe regeling | 11-12-2023 | 597897 |
De raad van de gemeente Zutphen,
overwegende, dat het gewenst is regels te stellen over de financiële vergoeding van de werkzaamheden door en een tegemoetkoming in de kosten van de gemeentelijke ombudsman en zijn plaatsvervanger;
gelet op artikel(en) 149 en 81v van de Gemeentewet;
Verordening van de raad van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over de financiële vergoeding en een tegemoetkoming in de kosten voor de gemeentelijke ombudsman (Verordening financiële vergoeding gemeentelijke ombudsman gemeente Zutphen 2023)
Artikel 2 Vaste en variabele vergoeding en tegemoetkoming
De gemeentelijke ombudsman en zijn plaatsvervanger ontvangen ieder een vaste jaarlijkse vergoeding van € 3.500,- voor de werkzaamheden. Deze vergoeding is bedoeld voor het initiëren en uitvoeren van eigen onderzoeken, het opstellen van een jaarplan en jaarverslag en alle andere voorkomende werkzaamheden die verband houden met het uitoefenen van zijn functie.
Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Zutphen,
gehouden op: 11 december 2023
De voorzitter, de griffier,
In artikel 81v van de Gemeentewet is bepaald dat de gemeentelijke ombudsman een bij verordening van de raad vastgestelde vergoeding voor zijn werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten ontvangt. Dit geldt uiteraard ook voor de plaatsvervangend gemeentelijke ombudsman. Met het vaststellen van deze verordening wordt aan deze wettelijke verplichting voldaan.
Na zes jaar is het tijd om de vergoeding voor de werkzaamheden van de gemeentelijke ombudsman op een niveau te brengen waarmee van de gemeentelijke ombudsman verwacht mag worden dat hij ook op eigen initiatief onderzoeken gaat uitvoeren. Naast dat hij de regulier inkomende verzoekschriften en andere uitingen van ongenoegen en signalen van burgers in behandeling neemt, als deze zich hiermee bij hem melden. De verwachting is ook dat met deze vaste vergoeding de gemeentelijke ombudsman zich de komende periode(n) meer kan profileren.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit artikel worden de in deze verordening gehanteerde begrippen omschreven.
Artikel 2 Vaste en variabele vergoeding en tegemoetkoming
In het eerste lid wordt de jaarlijkse vaste vergoeding bepaald. In het tweede lid is de variabele vergoeding bepaald. In het derde lid wordt de tegemoetkoming in de kosten geregeld. In het vierde en vijfde lid wordt de uitbetaling geregeld.
Het is redelijk om de gemeentelijke ombudsman en zijn plaatsvervanger naast de variabele vergoeding, die tot vóór het vaststellen van deze verordening de enige vergoeding was die de gemeentelijke ombudsman en zijn plaatsvervanger kregen, ieder een vaste vergoeding toe te kennen. Zoals in het eerste lid is aangegeven, is deze vergoeding mede bedoeld voor het initiëren en uitvoeren van eigen onderzoeken door de gemeentelijke ombudsman. Daarnaast vallen de werkzaamheden als het opstellen van een jaarplan en jaarverslag in de nieuwe systematiek ook onder de vaste vergoeding, naast alle andere voorkomende werkzaamheden die verband houden met het uitoefenen van de functie.
De tegemoetkoming in de reiskosten werd ook al op basis van de vorige verordening aan de gemeentelijke ombudsman betaald. Hierin verandert er niets, en wordt er nog steeds gebruik gemaakt van de fiscale mogelijkheden.
Artikel 3 Intrekking oude regeling
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.