Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitwegenbeleid Hoorn |
Citeertitel | Uitwegenbeleid Hoorn |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-01-2024 | nieuwe regeling | 19-09-2023 | 1981463 |
Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de activiteit uitweg wordt ingediend via het DSO (digitaal stelsel omgevingswet). In artikel 22.297 van de Invoeringswet Omgevingswet (zogenaamde bruidsschat) staan indieningsvereisten voor het indienen van een aanvraag voor de omgevingsplanactiviteit: uitweg.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het maken, hebben of veranderen van een uitweg of het gebruik daarvan worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
De aanvraag moet worden gedaan door de perceeleigenaar. De perceeleigenaar kan iemand machtigen om namens hem de aanvraag in te dienen. Uit een toegevoegde machtiging moet voldoende blijken dat de perceeleigenaar daadwerkelijk toestemming geeft.
Hollands Noorderkwartier Wanneer een uitweg aangelegd moet worden over een watergang of sloot, of langs wegen van het Hoogheemraadschap dan moet mogelijk door de aanvrager ook een vergunning of ontheffing aangevraagd worden bij het Hoogheemraadschap. Een dergelijke vergunning of ontheffing staat los van de aanvraag om een omgevingsvergunning
Indien de gemeente eveneens de eigenaar van de weg is, dan zal de gemeente een privaatrechtelijke toestemming moeten verlenen voor de uitweg. Wanneer er een omgevingsvergunning voor de activiteit uitrit wordt afgegeven, dan is er impliciet ook toestemming gegeven voor het privaatrechtelijke gebruik van de grond. Hierbij moet gelet worden op de regels met betrekking tot het eigendomsrecht zoals bedoeld in het Burgerlijk Wetboek.
Het is mogelijk dat de aanvrager een uitweg wil aanleggen waarbij het perceel van een derde wordt doorkruist. De aanvrager dient ingevolge het eigendomsrecht toestemming te hebben van de perceeleigenaar. Het ontbreken van een dergelijke toestemming is geen gegronde reden om de vergunning te weigeren. De toestemming is dan ook geen onderdeel van de ontvankelijkheid van de aanvraag. Met andere woorden, ook indien de toestemming van een derde ontbreekt wordt de aanvraag in behandeling genomen.
Zodra de aanvraag is ontvangen, wordt er een ontvangstbevestiging verzonden naar de aanvrager. In de ontvangstbevestiging worden in ieder geval de volgende onderdelen aangegeven:
Hoofdstuk 2 Toelichting op de weigeringsgronden
De aanvraag voor een verggunning voor de uitweg kan worden geweigerd op basis van de weigeringsgronden in de Verordening fysieke leefomgeving. Bij het weigeren van de aanvraag dienen alle argumenten te worden omschreven. Deze kunnen betrekking hebben op meerdere weigeringsgronden.
Hieronder wordt een toelichting gegeven op een aantal weigeringsgronden.
Weigeringsgrond: Bruikbaarheid van de weg/veilig en doelmatig gebruik
De gemeente dient ervoor te zorgen dat de weg wordt gebruikt waarvoor deze is aangelegd. Daarnaast dient de weg veilig gebruikt te kunnen worden. Het aanleggen van een uitweg kan er echter voor zorgen dat dit wordt aangetast. Om dit te voorkomen wordt de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de activiteit uitweg in ieder geval geweigerd indien:
Voor de typen gebiedsontsluitingswegen wordt verwezen naar de Mobiliteitsvisie Hoorn 2030.
Weigeringsgrond: Bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving
Weigeringsgrond: groenvoorzieningen in de gemeente
Weigeringen op basis van het uiterlijk aanzien van de omgeving kan gecombineerd worden met de bescherming van de groenvoorzieningen in de gemeente. Deze twee weigeringsgronden zorgen ervoor dat een aanvraag in ieder geval niet wordt verleend indien:
Hoofdstuk 3 Aanleggen van de uitweg
Indien de vergunninghouder na toestemming van het college over wil gaan tot de realisatie van de uitrit dient deze dat kenbaar te maken aan het college.
Wanneer de uitrit gerealiseerd wordt op gemeentegrond zal het college de realisatie op kosten van de vergunninghouder door eigen gemeentelijke stratenmakers of een door het college ingehuurde stratenmakerbedrijf laten uitvoeren.
Uitritten die zijn aangelegd worden op kosten van de vergunninghouder in een goede staat van onderhoud gehouden. Daarnaast zorgt de wegbeheerder voor regulier onderhoud van de wegen.
Hoofdstuk 4 Voor de typen gebiedsontsluitingswegen Mobiliteitsvisie Hoorn 2030