Organisatie | Zutphen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over het verstrekken van leningen, borg- en garantstellingen (Algemene Subsidieregeling leningen, borg- en garantstellingen gemeente Zutphen 2024) |
Citeertitel | Algemene subsidieregeling leningen, borg- en garantstellingen gemeente Zutphen 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | Nieuwe regeling | 07-11-2023 | 606131 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,
gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel(en) 160, eerste lid en 169, vierde lid van de Gemeentewet en 2 en 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Zutphen;
Regeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over het verstrekken van leningen, borg- en garantstellingen (Algemene subsidieregeling leningen, borg- en garantstellingen gemeente Zutphen 2024)
Artikel 2 Reikwijdte subsidieregeling
Deze subsidieregeling heeft tot doel leningen, borg- en garantstellingen aan een organisatie met rechtspersoonlijkheid te kunnen verstrekken ten behoeve van een of meer investeringen en/ of activiteiten in het kader van het publieke belang.
Artikel 4 Aanvraag om subsidie, in te dienen gegevens
Gedurende de looptijd van de lening, borg- of garantstelling gelden de volgende verplichtingen:
de organisatie heeft een instandhouding- en onderhoudsverplichting van het onderpand. De organisatie verplicht zich daarom tot het afsluiten van opstal- en inboedelverzekeringen en het in goede staat houden van het onderpand. Hiervoor moeten in de exploitatiebegroting van de organisatie voldoende financiële middelen worden opgenomen.
Het college kan één of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van het financieel verantwoord kunnen uitvoeren van een publieke taak door de betreffende organisatie, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Aldus besloten op 7 november 2023.
Het college van burgemeester en wethouders,
De burgemeester, de secretaris,
In de afgelopen jaren hebben verschillende organisaties een beroep gedaan op de gemeente om een lening te verstrekken of om borg of garant te staan voor een lening bij een bank. Zo kunnen initiatieven met een publiek doel in de gemeente verwezenlijkt worden. Het college is op grond van de Gemeentewet bevoegd om leningen, borg- en garantstellingen te verlenen. In deze regeling staat hoe het college deze bevoegdheid uitoefent. Omdat het bij het verstrekken van een lening, borg- garantstelling in wezen om subsidie in de zin van titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht gaat, is deze regeling vorm gegeven in de vorm van een subsidieregeling. De bepalingen van de Algemene subsidieverordening zijn daarmee in beginsel ook van toepassing, voor zover hiervan niet in deze regeling wordt afgeweken.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit artikel worden de in deze regeling gehanteerde begrippen omschreven. Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 2 Reikwijdte subsidieregeling
In dit artikel is summier de reikwijdte van deze subsidieregeling omschreven. Zoals in de algemene toelichting al is beschreven gaat het hier rechtens om subsidie, zodat er hier sprake is van een subsidieregeling.
In dit artikel zijn de criteria weergegeven waaraan moet worden voldaan wil een aanvragende organisatie (altijd met rechtspersoonlijkheid) in aanmerking kunnen komen voor een lening, borg- of garantstelling. De criteria behoeven geen nadere toelichting.
Artikel 4 Aanvraag om subsidie, in te dienen gegevens
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting. Zie echter ook de relatie tussen artikel 6 en het tweede lid van dit artikel (zie de toelichting bij artikel 6). Overigens is het tweede lid een zogeheten kan-bepaling: het college kan de aanvraag afwijzen. Het eerste lid is imperatief: het college wijst de aanvraag in die zes voorkomende gevallen af.
Omdat er vaak veel tijd gaat zitten in de afwikkeling van deze aanvragen, is het van belang om een ruime beslistermijn op te nemen. En ook een ruime mogelijkheid om de beslistermijn te verlengen, ook in overleg met de aanvrager uiteindelijk. Hiermee worden verwachtingen gemanaged. Uiteraard is het niet de bedoeling om van deze lange beslistermijnen altijd gebruik te maken. Waar het kan, kan er altijd eerder beslist worden. Verder kan het aanvraagproces ook zo ingestoken worden, dat alles klaar is bij indiening van de aanvraag om subsidie. Dan is besluiten nog maar een formaliteit.
Overigens kan het wel zo zijn dat er een raadsbesluit benodigd is. Ook in dat kader is het van belang om de mogelijkheid van een ruime beslistermijn te hebben.
In dit artikel worden de verplichtingen vermeld waaraan de organisatie moet voldoen, gedurende de looptijd van de lening, borg- of garantstelling. Het is immers van het grootste belang dat uiteindelijk de gemeente de lening terug betaald krijgt of niet uit hoofde van de borg- of garantstelling wordt aangesproken.
Op grond van dit artikel kan het college één of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van het financieel verantwoord kunnen uitvoeren van een publieke taak door de betreffende organisatie, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Dit kan echter alleen in die gevallen die niet zijn voorzien ten tijde van het vaststellen van de regeling. Wordt een geval onder de hardheidsclausule gebracht, dan heeft dit tot gevolg dat de regeling op dit punt moet worden aangepast. Het geval is immers voorzienbaar geworden.