Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Enschede

Beleidsregel nadeelcompensatie Gemeente Enschede 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEnschede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel nadeelcompensatie Gemeente Enschede 2023
CiteertitelBeleidsregel nadeelcompensatie Gemeente Enschede 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregel nadeelcompensatie Enschede 2020

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024Nieuwe regeling

20-12-2022

gmb-2023-535332

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel nadeelcompensatie Gemeente Enschede 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede besluit tot vaststelling van de volgende beleidsregel:

 

gelet op titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 15.1 van de Omgevingswet;

 

Beleidsregel nadeelcompensatie Gemeente Enschede 2023.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • college: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede

  • infrastructurele maatregel: de aanleg, de wijziging, het beheer en het onderhoud van gemeentelijke bovengrondse- en ondergrondse infrastructuur;

  • normale infrastructurele maatregel: infrastructurele maatregel die als een normale maatschappelijke ontwikkeling kan worden gezien;

  • niet-normale infrastructurele maatregel: infrastructurele maatregel die voortvloeit uit een plotselinge en onvoorziene omstandigheid;

  • normbrutowinstmarge: omzet minus de inkoopwaarde van de afzet op jaarbasis, uitgedrukt in een percentage van de omzet;

  • normkosten: een vergelijking van de kosten over een bepaalde referentieperiode voorafgaand aan het begin van de schadeperiode;

  • normomzet: gemiddelde jaaromzet over minimaal de laatste drie jaren voorafgaand aan het begin van de schadeperiode. Indien er geen gegevens beschikbaar zijn over de laatste drie voorgaande jaren, dan kan er gebruik worden gemaakt van andere gegevens.

  • normaal maatschappelijke risico: het normaal maatschappelijk risico zoals bedoeld in artikel 4:126 lid 1 Awb.

Artikel 2. Normaal maatschappelijk risico

  • 1.

    Onderstaande schadebedragen komen in ieder geval niet voor nadeelcompensatie in aanmerking:

    • a.

      directe schade die minder bedraagt dan € 500 voor particulieren en € 1000 voor bedrijven en instellingen.

    • b.

      omzetdaling van maximaal 8% van de normomzet van een onderneming over de kalenderjaren waarin de omzetdaling zich voltrekt.

Artikel 3. Normaal maatschappelijke risico en tijdelijke omzetdaling door normale infrastructurele maatregelen

  • 1.

    Geleden schade door een normale infrastructurele maatregel wordt niet gecompenseerd als de schade het gevolg is van een tijdelijke omzetdaling die niet meer bedraagt dan de omzetdrempel, bedoeld in het tweede lid van dit artikel.

  • 2.

    De omzetdrempel is het bedrag van de normomzet vermenigvuldigd met het drempelpercentage omzetdaling. Het drempelpercentage omzetdaling is afhankelijk van de hoogte van de normbrutowinstmarge van de aanvrager en is als volgt:

Normbrutowinstmarge

Drempelpercentage omzetdaling

Meer dan

Gelijk aan, of kleiner dan

 

0 %

20 %

13 %

20 %

40 %

12 %

40 %

60 %

11 %

60 %

80 %

9,5 %

80 %

100 %

8 %

  • 3.

    Als er meerdere jaren nadeel is geleden kan het College besluiten het drempelpercentage te verlagen.

Artikel 4. Normaal maatschappelijke risico en tijdelijke kostenverhoging door normale infrastructurele maatregelen

  • 1.

    Schade als gevolg van een normale infrastructurele maatregel wordt in ieder geval niet gecompenseerd als de schade het gevolg is van een tijdelijke kostenverhoging die niet hoger is dan de kostendrempel, bedoeld in het tweede lid.

  • 2.

    De kostendrempel is het bedrag van de normkosten vermenigvuldigd met het drempelpercentage kostenverhoging. Het drempelpercentage kostenverhoging is afhankelijk van de hoogte van de normbrutowinstmarge van de aanvrager als volgt:

Normbrutowinstmarge

Drempelpercentage kostenverhoging

Meer dan

Gelijk aan, of kleiner dan

 

0 %

20 %

4 %

20 %

40 %

5 %

40 %

60 %

6 %

60 %

80 %

7 %

80 %

100 %

8 %

Artikel 5. Normaal maatschappelijke risico en tijdelijke omzetdaling of tijdelijke kostenverhoging door niet-normale infrastructurele maatregelen

Het college kan om het normaal maatschappelijk risico te bepalen, bij een tijdelijke omzetdaling of tijdelijke kostenverhoging door niet-normale infrastructurele maatregelen, een kortingspercentage toepassen voor het deel van de schade dat het drempelpercentage overstijgt.

Artikel 6. Langdurige schade bij tijdelijke maatregel

  • 1.

    Bij voortdurende schade als gevolg van een tijdelijke infrastructurele maatregel worden met ingang van het derde jaar waarin de schade wordt geleden door het college een lager drempelpercentage dan genoemd in de artikelen 3 en 4 gehanteerd.

  • 2.

    Voor niet-normale infrastructurele maatregelen wordt met ingang van het derde jaar waarin schade wordt geleden door het college een lager percentage dan genoemd in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van deze beleidsregels gehanteerd.

Artikel 7. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt ‘Beleidsregel nadeelcompensatie Gemeente Enschede 2023’ genoemd.

Artikel 8. Intrekking

De Beleidsregel nadeelcompensatie Enschede 2020 wordt ingetrokken op het moment van inwerkingtreding van deze Beleidsregel.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op het moment dat titel 4.5 van de Awb en afdeling 15.1 van de Omgevingswet in werking treden.

 

Enschede, 20 december 2022,

Burgemeester en Wethouders van Enschede,

de loco-Secretaris, E.A. Smit

de Burgemeester, R.W. Bleker

Toelichting

 

Berekening van inkomensverlies

Het berekenen van het geleden inkomensverlies is vaak niet eenvoudig. Dat komt doordat situatie die is opgetreden als gevolg van de overheidsmaatregel moet worden vergeleken met de situatie die er geweest zou zijn indien de overheid die maatregel achterwege zou hebben gelaten. Die tweede situatie is echter hypothetisch: zij doet zich niet voor en er moet dus worden uitgegaan van een aantal veronderstellingen. Volledige zekerheid over wat er in dat geval gebeurd zou zijn, is niet te verkrijgen.

Bij een onderneming wordt het inkomensverlies in eerste instantie bepaald door de mutatie in de brutowinst. De brutowinst is dan de gerealiseerde omzet na aftrek van de inkoopwaarde, de kosten van uitbesteed werk en variabele kosten, maar vóór (aftrek van) eventuele afschrijvingen en eventuele belastingen. Om de brutowinst te bepalen die de aanvrager genoten zou hebben zónder de infrastructurele maatregel, wordt uitgegaan van de normbrutowinst. Deze wordt bepaald aan de hand van de gerealiseerde brutowinst over een aantal referentiejaren, waarbij rekening wordt gehouden met trendmatige ontwikkelingen in de branche in het algemeen en in de onderneming van aanvrager in het bijzonder. Door deze normbrutowinst te vergelijken met de brutowinst die de aanvrager feitelijk had in de periode waarin de maatregel is uitgevoerd, kan worden bepaald wat de brutowinstderving (= de schade) is als gevolg van die maatregel.

Wanneer het geleden nadeel alleen bestaat uit een toename van kosten (bijvoorbeeld transportkosten bij omrijschade) kan veelal worden volstaan met een vergelijking van de kosten over een bepaalde referentieperiode (de normkosten) met de kosten in de periode waarin de maatregel is uitgevoerd. Wanneer het geleden nadeel enkel bestaat uit derving van één specifieke soort inkomsten, bijvoorbeeld huurinkomsten, kan veelal volstaan worden met een vergelijking tussen de huurprijs die had kunnen worden gevraagd indien geen sprake was geweest van de maatregel en de huurprijs die betaald is of redelijkerwijs gevraagd kon worden in de situatie gedurende de uitvoering van de maatregel.

 

Referentieperiode

Bij het bepalen van inkomensschade, kostenstijging et cetera moet het bestuursorgaan vaststellen wat de omzet, het inkomen en de kosten zouden zijn geweest als de schadeveroorzakende maatregel niet had plaatsgevonden. Ander gesteld: de normomzet, het norminkomen en de normkosten moeten worden vastgesteld. Hiervoor is het gangbaar om de bedrijfsgegevens van eerdere jaren te gebruiken. Meestal hanteren bestuursorganen een referentieperiode van drie jaar, waarbij de betreffende gegevens eventueel gecorrigeerd moeten worden voor bijzondere omstandigheden gedurende deze referentiejaren en daarnaast ook rekening wordt gehouden met brancheontwikkelingen en inflatie. De extrapolatie naar het schadejaar leidt dan tot de normomzet, de normbrutowinst en de normkosten.

Soms zijn dergelijke gegevens niet beschikbaar, bijvoorbeeld omdat een bedrijf net is gestart. In dat geval moeten normomzet, norminkomen en normkosten op een andere manier worden vastgesteld. Aan de hand van de gegevens over de bedrijfsvoering en met behulp van CBS-cijfers (statistische en trendgegevens) kan dan een inschatting worden gemaakt van de te verwachten bedrijfsresultaten als de maatregel niet had plaats gevonden.