Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wageningen

Financieel besluit jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning en Participatiewet Wageningen 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWageningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingFinancieel besluit jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning en Participatiewet Wageningen 2023
CiteertitelFinancieel besluit jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning en Participatiewet Wageningen 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Financieel besluit jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning en Participatiewet Wageningen 2021.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning Wageningen 2020

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-12-202301-01-2023nieuwe regeling

31-10-2023

gmb-2023-534912

Tekst van de regeling

Intitulé

Financieel besluit jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning en Participatiewet Wageningen 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wageningen;

gelet op de artikelen 2.2, lid 3, sub a, 2.4, 2.8, 2.9, 4.1a en 4.1b van de ‘Verordening jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning Wageningen 2020’ en artikel 3.2 van de ‘Nadere regels jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning en Participatiewet Wageningen 2021’;

besluit vast te stellen het ‘Financieel besluit jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning en Participatiewet Wageningen 2023’.

 

HOOFDSTUK 1. Begripsbepalingen

Artikel 1.1 Begrippen

  • -

    Pbg: persoonsgebonden budget.

  • -

    Verordening: Verordening jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning Wageningen 2020 en opvolgende verordeningen.

  • -

    Professionele hulp: hulpverlener in bezit van een passende afgeronde opleiding bij de te verrichten werkzaamheden.

  • -

    Wmo 2015: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

HOOFDSTUK 2. Zorg in natura

Artikel 2.1 Tarieven zorg in natura

De tarieven voor Begeleiding individueel, Begeleiding groep, Hulp bij huishouden, Activerend werk, Behandeling en Verblijf zijn te vinden op: https://www.inkoopsdcg.nl/home+inkoop/inkoop/zoektool+gecontracteerd+aanbod+sdcg/default.aspx

HOOFDSTUK 3. Pgb algemeen

Artikel 3.1 Bestedingsvrij bedrag

De gemeente Wageningen hanteert een bestedingsvrij bedrag van € 250,00 per jaar binnen het pgb wat de budgethouder ontvangt. De budgethouder hoeft over deze € 250,00 geen verantwoording af te leggen. Dit bestedingsvrije bedrag geldt niet voor pgb’s waarbij er geen sprake is van ondersteuning door hulpverleners (zoals een pgb voor een scootmobiel of rolstoel). Het bestedingsvrije bedrag kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor een attentie voor de hulp of aan bemiddelingskosten voor het vinden van goede hulpverleners.

Artikel 3.2 Sociale netwerk

Individuele begeleiding volwassenen en jeugd en persoonlijke verzorging van jeugdigen door een niet daartoe opgeleid persoon die mantelzorger is of afkomstig is uit het sociale netwerk van de cliënt, wordt bepaald per uur op basis van het tarief per uur voor mantelzorgers in de Wet langdurige zorg. Op dit moment is dit maximaal € 22,98 per uur.

HOOFDSTUK 4. Pgb Jeugdwet

Artikel 4.1 Hoogte pgb jeugdhulp

De maximum pgb-tarieven zijn gekoppeld aan de in natura tarieven (75%). Wanneer de budgethouder kiest voor een duurdere voorzieningen dan het tarief van de goedkoopst adequate voorziening in natura, betaalt de budgethouder het meerdere zelf bij.

HOOFDSTUK 5. Pgb Wmo 2015

Artikel 5.1 Hoogte pgb Hulp bij huishouden maatwerkvoorziening formele hulp

Het pgb voor de maatwerkvoorziening Hulp bij Huishouden is maximaal 75% van het tarief in natura voor de inzet voor een professionele hulp.

Artikel 5.2 Hoogte pgb Hulp bij Huishouden maatwerkvoorziening, hulp vanuit het sociale netwerk

Voor de inwoners die het pgb inzetten voor hulp bij het huishouden met een hulp vanuit het sociale netwerk (geen diploma’s vereist), is de hoogte van het pgb maximaal € 17,24 per uur.

Artikel 5.3 Hoogte pgb begeleiding individueel, begeleiding groep, kort verblijf formele hulp

De maximum pgb-tarieven zijn 75% van de in natura tarieven. Wanneer de budgethouder kiest voor een duurdere voorziening dan het tarief van de goedkoopst adequate voorziening in natura, betaalt de budgethouder het meerdere zelf bij.

Artikel 5.4 Hoogte pgb vervoersvoorzieningen

Het pgb voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst-adequate offerteprijs inclusief een bedrag voor onderhoud en reparatie zoals die door het college aan de leverancier wordt betaald.

Artikel 5.5 Hoogte pgb rolstoel

Het pgb voor een rolstoel wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst-adequate offerteprijs inclusief een bedrag voor onderhoud en reparatie zoals die door het college aan de leverancier wordt betaald.

Artikel 5.6 Hoogte pgb sporthulpmiddel

Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als pgb. Het bedrag van dit pgb bedraagt maximaal € 3,837* welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar.

HOOFDSTUK 6. Hoogte Persoonlijk re-integratiebudget (Participatiewet)

Artikel 6.1 Hoogte persoonlijk re-integratiebudget

De hoogte van een persoonlijk re-integratiebudget (prb) bedraagt maximaal € 5.255* per jaar.

HOOFDSTUK 7. Eigen bijdrage en kosten voorzieningen

Artikel 7.1 Eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen Wmo 2015

Voor maatwerkvoorzieningen, niet zijnde beschermd wonen en opvang, geldt een eigen bijdrage volgens artikel 2.1.4 lid 3 en artikel 2.1.4a lid 4 van de Wmo 2015. Dit geldt ongeacht inkomen en vermogen.

In onderstaande situaties hoeft geen eigen bijdrage betaald te worden:

  • -

    Meerpersoonshuishoudens waarbij minimaal een de AOW-leeftijd nog niet bereikt heeft (conform artikel 3.8, lid 3f van het uitvoeringsbesluit Wmo 2015);

  • -

    Kinderen tot en met 18 jaar betalen geen eigen bijdrage;

  • -

    Voor rolstoelen en collectief vervoer geldt geen eigen bijdrage;

  • -

    Bij een inkomen van minder dan 130% van de netto toepasselijke bijstandsnorm (zie artikel 7.2).

Cliënten die gebruik maken van beschermd wonen zorg in natura of maatschappelijke opvang blijven de huidige inkomensafhankelijke eigen bijdrage betalen met een vermogensinkomensbijtelling van 4%.

De eigen bijdrage wordt opgelegd voor de duur van het gebruik of tot het bereiken van de kostprijs.

 

€ 19,- per maand voor de duur van het gebruik:

  • -

    hulp bij het huishouden

  • -

    begeleiding individueel en groep.

  • -

    Kort verblijf (logeeropvang, respijtzorg)

  • -

    Huurvoorzieningen, in bruikleen verstrekt, zoals (verrijdbare) douchestoel, transfervoorziening, complex douche- en toiletvoorziening zoals douchebrancard of aankleedtafel, tillift)

  • -

    Huurvoorziening vervoermiddel, zoals driewielfiets, scootmobiel, handbike.

€ 19,- per maand tot maximaal de kostprijs:

  • -

    Woningaanpassingen

  • -

    Traplift

  • -

    Koop-voorzieningen (in eigendom verstrekt én onder de €500,-), zoals eenvoudige douchestoel, eenvoudige toiletstoel, sta op hulpmiddelen, woningaanpassingen.

Artikel 7.2 Kwijtschelding eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen Wmo 2015

In artikel 4.1a, lid 7 van de verordening is opgenomen dat het college kwijtschelding van de eigen bijdrage verleent als het inkomen van de cliënt minder dan 130% van de toepasselijke bijstandsnorm is.

 

De geldende bedragen voor 130% van de bijstandsnorm zijn omgerekend naar bruto bedragen en hieronder weergegeven. Deze bruto inkomensgrenzen gelden om voor kwijtschelding in aanmerking te komen. Het CAK stelt de kwijtschelding vast en kijkt bij toepassing van het minimabeleid tevens naar eventueel spaargeld en beleggingen. https://www.hetcak.nl/regelingen/wet-maatschappelijke-ondersteuning/wmo-brief-van-het-cak/wat-is-minimakorting .

 

De bruto inkomensgrenzen voor 2023 zijn als volgt:

 

  • a.

    Eenpersoonshuishouden AOW-gerechtigd: € 20.759

  • b.

    Eenpersoonshuishouden, niet AOW gerechtigd: € 23.246

  • c.

    Meerpersoonshuishouden AOW-gerechtigd: € 28.192

Artikel 7.3 Eigen bijdrage beschermd wonen

De eigen bijdrage voor de maatwerkvoorziening Beschermd Wonen wordt vastgesteld door het CAK op basis van landelijke regelgeving. Het is afhankelijk van inkomen, vermogen, leeftijd en gezinssamenstelling.

Artikel 7.4 Hoogte kosten Valleihopper

Elk jaar worden de OV-tarieven van het stad- en streekvervoer verhoogd aan de hand van de van de Landelijke Tarieven Index (LTI). Voor 2023 is de LTI vastgesteld op 7,24%. De tarieven voor de Valleihopper zijn met ingang van 1 januari 2023:

  • a.

    Valleihopper indicatie sociaal-recreatief vervoer (voor klanten ouder dan 18 jaar)

    • -

      € 1,08 opstaptarief en € 0,19 per kilometer.

    • -

      Reizen tegen het kortingstarief mag maximaal 2.500 km per kalenderjaar.

    • -

      Begeleider: Sociaal begeleider en klant betalen ieder de kosten, de medisch begeleider reist gratis mee.

  • b.

    Valleihopper pas 65+ (voor klanten van 65 jaar en ouder)

    • -

      € 2,92 opstaptarief en € 0,45 per kilometer.

    • -

      Reizen tegen het kortingstarief mag maximaal 2.500 km per kalenderjaar

  • c.

    Valleihopper, Dagvervoer Wmo

    • -

      Geen bijdrage

    • -

      Begeleider: als er sprake is van een indicatie, dan betaalt begeleiding geen bijdrage.

  • d.

    Valleihopper Dagvervoer op grond van Jeugdwet

    • -

      Geen bijdrage op grond van Jeugdwet

    • -

      Begeleider: Geen bijdrage op grond van Jeugdwet

Artikel 7.4 Hoogte kosten verstrekking Wmo-pas voor Regiotaxi

Voor het verstrekken van een pas voor de Valleihopper sociaal-recreatief vervoer of 65+, wordt een eenmalig bedrag van € 7,50 per verstrekte pas in rekening gebracht. Dit bedrag is geen eigen bijdrage of eigen aandeel in het kader van dit besluit. De kosten worden ook in rekening gebracht bij vervanging vanwege verlies of diefstal.

Artikel 7.6 Kosten in verband met aanvraag gehandicaptenparkeerkaart

Bij de eerste aanvraag van een gehandicaptenkaart voor bestuurders of passagiers, maakt een medische keuring onderdeel uit van de procedure. De kosten van deze aanvraag zijn voor rekening van de aanvrager. Voor minima bestaat een regeling, waarbij kwijtschelding van de kosten kan worden aangevraagd. De kosten voor medische keuring bedragen € 141,57 voor een spreekuur en € 204,50 voor een huisbezoek.

 

De kosten voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart, is opgenomen in de geldende legesverordening.

Artikel 7.7 Vergoeding vervoerskosten jeugdhulp

De maandelijkse kilometervergoeding voor de vervoersvoorziening voor de jeugdige bedraagt € 0,21 per kilometer beladen; twee keer enkele rit (uitvoering Artikel 6a.3 van de nadere regels).

HOOFDSTUK 8. Waardering mantelzorgers

Artikel 8.1 Jaarlijkse waardering mantelzorgers

De jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente is als volgt:

 

  • -

    Voor volwassenen: een individuele financiële bijdrage van € 100.

  • -

    Voor jongeren tot 18 jaar: een cadeaubon van €50.

HOOFDSTUK 9. Tegemoetkoming

Artikel 9.1 Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische ziekte

Personen met een beperking of chronische ziekte die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben en financieel niet-redzaam zijn – waaronder inwoners met een inkomen lager dan 130% van de toepasselijke bijstandsnorm - kunnen bij het college een tegemoetkoming aanvragen ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie. Het college heeft dit geregeld in hoofdstuk 4 van de “Nadere regels jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning en Participatiewet Wageningen 2021”.

 

De feitelijk gemaakte kosten worden vergoed tot een maximum dat gelijk is aan het verplicht eigen risico dat opgelegd wordt door de zorgverzekeraars.

Artikel 9.2 Tegemoetkoming woonvoorzieningen

  • 1.

    De financiële tegemoetkoming of het pgb voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte.

    • a.

      Het bedrag voor de vergoeding voor verhuis- en herinrichtingskosten bedraagt maximaal € 4.267,94*

    • b.

      De maximale aanpassingskosten woonschepen/woonwagens bedragen € 1.671,31*

    • c.

      De maximale vergoeding huurderving bedraagt per maand € 834,03*

    • d.

      De maximale vergoeding voor tijdelijke huisvesting zelfstandig wonend persoon wegens te verlaten aan te passen woonruimte bedraagt per maand € 834,03*

    • e.

      De maximale vergoeding voor tijdelijke huisvesting niet-zelfstandig wonend persoon wegens te verlaten aan te passen woonruimte bedraagt per maand € 407,75*

    • f.

      Maximale vergoedingen periodieke keuringen bedraagt voor:

      • -

        Stoelliften: € 278,00* 1x per 4 jaar

      • -

        Rolstoelplateauliften: € 278,00* 1x per 4 jaar

      • -

        Sta-plateauliften : € 278,00* 1x per 4 jaar

      • -

        Woonhuisliften : € 278,00* 1x per 4 jaar

      • -

        Hefplateauliften : € 356,51* 1x per 1,5 jaar

      • -

        Balansliften : € 191,87* 1x per 1,5 jaar

    • Deze bedragen zijn exclusief BTW

    • g.

      Maximale vergoedingen voor periodiek onderhoud:

      • -

        Stoelliften: € 206,06* 1x per jaar

      • -

        Rolstoelplateauliften: € 215,86* 1x per jaar

      • -

        Sta-plateauliften : € 215,86* 1x per jaar

      • -

        Woonhuisliften : € 306,35* 2x per jaar

      • -

        Hefplateauliften : € 215,86* 2x per jaar

      • -

        Balansliften : € 215,86* 1x per jaar

      • -

        Deze bedragen zijn exclusief BTW.

  • 2.

    Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken als genoemd in artikel 2.2, lid 3a, in de Verordening bedraagt maximaal € 11.445*.

  • 3.

    Grensbedrag afweging primaat verhuizing: Onder een bedrag van € 6.028,54 wordt geen afweging gemaakt over de vraag of de verhuisplicht van toepassing is. Dit bedrag wordt eenmaal per 5 jaren verhoogd met € * 296,67 (voor het eerst zal de verhoging plaatsvinden per 2027).

Hoofdstuk 10. Indexering

Artikel 10.1 Indexering

De bedragen die in dit besluit zijn aangegeven met een *, worden jaarlijks met ingang van 1 januari verhoogd met het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie van het Centraal Bureau van de Statistiek.

 

Gehanteerd indexeringspercentage: 5.1% voor 2023.

Hoofdstuk 11. Slotbepalingen

Artikel 11.1 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2023.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Financieel besluit jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning en Participatiewet Wageningen 2023

  • 3.

    Met de inwerkintreding van dit besluit wordt het Financieel besluit jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning en Participatiewet Wageningen 2021 ingetrokken.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Wageningen op 31 oktober 2023

de secretaris,

J. de Wit

de burgemeester,

F. Vermeulen