gelet op het bepaalde in de Omgevingswet artikel 16.15a, sub b, juncto artikel 4.21 van het Omgevingsbesluit
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 september 2021
b e s l u i t :
- 1.
De ‘Lijst met gevallen waarvoor bindend advies van de gemeenteraad nodig is’ vast te stellen;
- 2.
De ‘ Lijst met gevallen waarvoor participatie verplicht is’ vast te stellen;
- 3.
De inwerkingtreding van de onder 1. en 2. genoemde lijsten vast te leggen op de datum van
- 4.
inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Aldus besloten door de raad der gemeente Elburg
in zijn vergadering van 15 november 2021
de voorzitter, de griffier,
ir. J.N. Rozendaal J.K.N. van Spijk, Msc
Bijlage 1
LIJST MET GEVALLEN WAARVOOR BINDEND ADVIES VAN DE GEMEENTERAAD NODIG IS
Gelet op het bepaalde in artikel 16.15a, lid b onder 1 van de Omgevingswet, op grond waarvan de gemeenteraad wordt aangewezen als adviseur als het gaat om een aanvraag om een omgevingsvergunning voor in door de gemeenteraad aangewezen gevallen van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (een activiteit als bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet, waarbij met toepassing van artikel 5.21, lid 2 onder b van de Omgevingswet wordt afgeweken van het omgevingsplan).
Dat In een geval als bedoeld in artikel 16.15a, onder b, de bij of krachtens de Omgevingswet gestelde regels over het beslissen op de aanvraag om de omgevingsvergunning met inachtneming van het advies van de gemeenteraad moeten worden toegepast.
Geeft de onderstaande lijst de gevallen van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit waarvoor een bindend advies van de gemeenteraad verplicht is.
Projecten in de bebouwde kom[1]: |
- 1.
Woningbouw van 4 tot 12 woningen waarvoor geen stedenbouwkundige randvoorwaarden, een masterplan, een gebiedsvisie of een daarmee te vergelijken ruimtelijk kader is vastgesteld door de raad.
|
- 1.
Woningbouw met meer dan 12 woningen.
|
- 1.
Bouwprojecten voor bedrijfsfuncties op een bedrijventerrein als de toegestane milieucategorie wijzigt, de kavelgrootte meer dan 0,5 ha bedraagt en de milieucategorie[2] minimaal 4 bedraagt.
|
- 1.
Op een bedrijventerrein gesitueerde bouwprojecten voor recreatieve dan wel bijzondere doeleindenfuncties (scholen, bejaardenhuizen, gemeentehuizen, kerken, musea en gezondheidsinstellingen).
|
- 1.
Bouwprojecten voor werkfuncties niet gelegen op een bedrijventerrein en behorende tot milieucategorie 3 of hoger.
|
- 1.
(bouw)projecten voor provinciale- en rijkswegen.
|
- 1.
Bouwprojecten voor nutsvoorzieningen zonder het wijzigen van de functie, waarbij de bestemmingsplangrens tot minimaal 75% van de oppervlakte van het gebouw wordt overschreden, tenzij gelegen op een bedrijventerrein.
|
- 1.
Een bouw-, gebruiks- of aanlegactiviteit binnen beschermd stads- of dorpsgezicht.
|
|
Projecten in landelijk gebied: |
- 1.
Bouwprojecten voor het uitbreiden van een bestaand en als zodanig bestemd niet-agrarisch bedrijf, vanaf minimaal 20% van het bebouwd oppervlak en waarbij het totale oppervlak van de bedrijfsbebouwing meer bedraagt dan 375 m2.
|
- 1.
Projecten voor kleinschalige werkfuncties behorend tot milieucategorie 3 of hoger.
|
- 1.
(bouw)projecten voor aanleg en aanpassing van weg-, water-, parkeer- en groen- fiets- en wandelvoorzieningen van bovenlokale aard.
|
- 1.
(bouw)projecten voor openbare nutsvoorzieningen en voorzieningen van het openbaar vervoer of het wegverkeer met een oppervlakte vanaf 75 m².
|
- 1.
Verandering van de functie van een perceel in zijn geheel naar een andere functie.
|
- 1.
Het realiseren van windturbines met een tiphoogte van meer dan 25 meter en zonneparken met een grondoppervlak van meer dan 2 hectare.
|
Bijlage 2
LIJST MET GEVALLEN WAARVOOR PARTICIPATIE VERPLICHT IS
Gelet op het bepaalde in artikel 16.55 lid 7 van de Omgevingswet, op grond waarvan de gemeenteraad gevallen van activiteiten kan aanwijzen waarin participatie van en overleg met derden verplicht is voordat een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (een activiteit als bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet, waarbij met toepassing van artikel 5.21, lid 2 onder b van de Omgevingswet wordt afgeweken van het omgevingsplan) waarvoor het college van burgemeester en wethouders bevoegd gezag is, kan worden ingediend.
Geeft de onderstaande lijst de gevallen van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit waarvoor participatie verplicht is.
Projecten in de bebouwde kom[3]: |
- 1.
Woningbouw van 4 tot 12 woningen waarvoor geen stedenbouwkundige randvoorwaarden, een masterplan, een gebiedsvisie of een daarmee te vergelijken ruimtelijk kader is vastgesteld door de raad.
|
- 1.
Woningbouw met meer dan 12 woningen.
|
- 1.
Bouwprojecten voor bedrijfsfuncties op een bedrijventerrein als de toegestane milieucategorie wijzigt, de kavelgrootte meer dan 0,5 ha bedraagt en de milieucategorie[4] minimaal 4 bedraagt.
|
- 1.
Op een bedrijventerrein gesitueerde bouwprojecten voor recreatieve dan wel bijzondere doeleindenfuncties (scholen, bejaardenhuizen, gemeentehuizen, kerken, musea en gezondheidsinstellingen).
|
- 1.
Bouwprojecten voor werkfuncties niet gelegen op een bedrijventerrein en behorende tot milieucategorie 3 of hoger.
|
- 1.
(bouw)projecten voor provinciale- en rijkswegen.
|
- 1.
Bouwprojecten voor nutsvoorzieningen zonder het wijzigen van de functie, waarbij de bestemmingsplangrens tot minimaal 75% van de oppervlakte van het gebouw wordt overschreden, tenzij gelegen op een bedrijventerrein.
|
- 1.
Een bouw-, gebruiks- of aanlegactiviteit binnen beschermd stads- of dorpsgezicht.
|
|
Projecten in landelijk gebied: |
- 1.
Bouwprojecten voor het uitbreiden van een bestaand en als zodanig bestemd niet-agrarisch bedrijf, vanaf minimaal 20% van het bebouwd oppervlak en waarbij het totale oppervlak van de bedrijfsbebouwing meer bedraagt dan 375 m2.
|
- 1.
Projecten voor kleinschalige werkfuncties behorend tot milieucategorie 3 of hoger.
|
- 1.
(bouw)projecten voor aanleg en aanpassing van weg-, water-, parkeer- en groen- fiets- en wandelvoorzieningen van bovenlokale aard.
|
- 1.
(bouw)projecten voor openbare nutsvoorzieningen en voorzieningen van het openbaar vervoer of het wegverkeer met een oppervlakte vanaf 75 m².
|
- 1.
Verandering van de functie van een perceel in zijn geheel naar een andere functie.
|
- 1.
Het realiseren van windturbines met een tiphoogte van meer dan 25 meter en zonneparken met een grondoppervlak van meer dan 2 hectare.
|
[1] Bebouwde kom: gebied dat buiten de grens van bestemmingsplan “Buitengebied” ligt.
[2] Milieubelastende activiteiten zijn voorlopig geobjectiveerd met de categorie-indeling uit de VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering.
[3] Bebouwde kom: gebied dat buiten de grens van bestemmingsplan “Buitengebied” ligt.
[4] Milieubelastende activiteiten zijn voorlopig geobjectiveerd met de categorie-indeling uit de VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering.