Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rhenen

Gemeente Rhenen - Mandaat-, volmacht- en machtigingenregeling gemeente Rhenen 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRhenen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGemeente Rhenen - Mandaat-, volmacht- en machtigingenregeling gemeente Rhenen 2024
CiteertitelMandaatregeling Rhenen 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 59a van de Gemeentewet
  2. artikel 168 van de Gemeentewet
  3. artikel 171 van de Gemeentewet
  4. artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-202401-01-2024nieuwe mandaatregeling

05-12-2023

gmb-2023-533160

01-01-2024aanpassing ondertekening naar waarheid

05-12-2023

gmb-2023-533160

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeente Rhenen - Mandaat-, volmacht- en machtigingenregeling gemeente Rhenen 2024

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Rhenen, elk handelend voor zover het zijn eigen bevoegdheden betreft;

gelet op artikel 59a, 168 en 171 van de Gemeentewet en artikel 10:1 tot en met 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat:

  • de mandaatregeling 2020 een inhoudelijke actualisatie vereist;

  • uit oogpunt van efficiëntie en legaliteit in deze regeling publiekrechtelijke en privaatrechtelijke bevoegdheden aan personen werkzaam in de ambtelijke organisatie worden toegekend. Zo kunnen zij deze taken zelfstandig en rechtmatig uitvoeren;

  • de werkbaarheid en duidelijkheid van gemandateerde bevoegdheden worden vergroot door gebruik te maken van een zogenoemde “omgekeerde” mandaatregeling, waarbij het handelingsbereik wordt vergroot door alleen te benoemen welke bevoegdheden niét zijn gemandateerd;

  • een omgekeerde mandaatregeling aansluit bij de organisatievisie en -cultuur door verantwoordelijkheden laag in de organisatie te leggen;

  • de systematiek van een omgekeerde mandaatregeling minder onderhoudsgevoelig is;

gelezen het voorstel van het college en de burgemeester van Rhenen van 24 november 2023, zaaknummer 1138026;

BESLUIT:

vast te stellen de Mandaat-, volmacht- en machtigingenregeling gemeente Rhenen 2024 (ook wel: Mandaatregeling Rhenen 2024).

 

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Budgethouder: degene die gemachtigd is tot het uitvoeren van een deel van de gemeentebegroting, het realiseren van een investering of project inclusief het sluiten van overeenkomsten en aanwenden van middelen die verband houden met het desbetreffende budget zoals nader uitgewerkt in de Regeling budgetverantwoordelijkheid en informatievoorziening;

  • b.

    Gemandateerde: degene die het mandaat ontvangt;

  • c.

    Machtiging: de bevoegdheid tot het verrichten van feitelijke handeling;

  • d.

    Mandaat: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • e.

    Mandaatgever: het bestuursorgaan dat de oorspronkelijke wettelijke bevoegdheid heeft en deze aan een ander mandateert;

  • f.

    Medewerker: een bij de gemeente in dienst zijnde ambtenaar of een ingehuurde medewerker;

  • g.

    Ondermandaat: het verlenen van mandaat door de gemandateerde aan een ander;

  • h.

    Portefeuillehouders: de afzonderlijke leden van het college;

  • i.

    Volmacht: de bevoegdheid om in naam van de volmachtgever privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • j.

    Volmachtgever: degene die volmacht verleent;

 

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1.

    Waar in dit besluit gesproken wordt over mandaat dient, tenzij anders is bepaald, daaronder ook te worden begrepen volmacht en machtiging.

  • 2.

    De bevoegdheid om via mandaat besluiten te nemen omvat ook de bevoegdheid tot het stellen van voorschriften en beperkingen en het verrichten van voorbereidings- en uitvoeringshandelingen. Daaronder valt in ieder geval het verstrekken van informatie en gegevens van feitelijke en objectieve aard, het verzenden van ontvangstbevestigingen en het voeren van overige correspondentie.

  • 3.

    Mandaat tot het uitoefenen van bevoegdheden en taken die aan een Gemeenschappelijke Regeling zijn opgedragen, vallen niet onder deze regeling.

  • 4.

    Mandaat tot het uitoefenen van taken en bevoegdheden die door middel van een overeenkomst aan derden zijn overgedragen, vallen niet onder deze regeling.

 

Artikel 3 Algemeen mandaat

  • 1.

    Het college en de burgemeester verlenen de afzonderlijke collegeleden, de gemeentesecretaris, de managers en de medewerkers die werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het college het mandaat om alle besluiten te nemen en alle overige (rechts)handelingen te verrichten die nodig zijn om hun taken en bevoegdheden op een goede manier uit te voeren. Daaronder valt ook de juridische vertegenwoordiging van het college en de burgemeester binnen en buiten gerechtelijke instanties.

  • 2.

    Het bepaalde in lid 1 geldt uitsluitend wanneer is voldaan aan de voorwaarden uit artikel 4 en wanneer geen sprake is van een van de uitzonderingsgronden uit dat artikel.

  • 3.

    Het college en de burgemeester kunnen instructies geven over de wijze waarop de gemandateerde bevoegdheden worden uitgeoefend.

  • 4.

    Naast de mandaten die op basis van deze Mandaatregeling worden verleend, kunnen er ook individuele mandaten worden verleend.

 

Artikel 4 Voorwaarden en uitzonderingen mandaatverlening

  • 1.

    De gemandateerde mag van de aan hem verleende bevoegdheid slechts gebruikmaken als de uitoefening van die bevoegdheid past binnen zijn functiebeschrijving en de taken en verantwoordelijkheden van de afdeling of het team waarin hij werkt, past binnen de opdracht die hem is gegeven of binnen het specifieke programma of project waarvoor hij werkt. De gemandateerde neemt daarbij de gemaakte werkafspraken in acht.

  • 2.

    Er wordt een zeker inschattingsvermogen en politieke- en bestuurlijke sensitiviteit verlangd van de gemandateerde.

  • 3.

    De gemandateerde budgethouder mag van de aan hem verleende bevoegdheid slechts gebruikmaken voor het specifieke doel waarvoor het budget is toegekend. Dit moet binnen de financiële grenzen van het budget gebeuren en het moet in overeenstemming zijn met de geldende Regeling budgetverantwoordelijkheid en informatievoorziening.

  • 4.

    Geen mandaat wordt verleend als artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is.

  • 5.

    De in bijlage 1 genoemde bevoegdheden zijn niet gemandateerd en blijven voorbehouden aan het college en de burgemeester.

  • 6.

    De in bijlage 2 genoemde bevoegdheden zijn voorbehouden aan de wethouder, die de betreffende wetgeving in portefeuille heeft.

  • 7.

    De in bijlage 3 genoemde bevoegdheden zijn voorbehouden aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur.

  • 8.

    De in bijlage 4 genoemde bevoegdheden zijn voorbehouden aan de manager.

  • 9.

    Ondermandaat is slechts toegestaan als dit ondermandaat schriftelijk wordt vastgelegd.

 

Artikel 5 Plaatsvervanging

  • 1.

    Indien het mandaat aan een medewerker wordt verleend, wordt daarmee het mandaat ook geacht te zijn verleend aan de hiërarchisch hoger geplaatsten, zoals de gemeentesecretaris/algemeen directeur en de manager.

  • 2.

    Bij verhindering of afwezigheid van de gemeentesecretaris wordt deze vervangen door de loco-gemeentesecretaris, tenzij uitdrukkelijk bij of krachtens deze regeling anders is bepaald.

  • 3.

    Bij afwezigheid of verhindering van een manager kan deze worden vervangen door een andere manager.

 

Artikel 6 Ondertekening

  • 1.

    Een krachtens mandaat genomen bevoegdheid om een besluit te nemen omvat tevens de bevoegdheid om dat besluit en de daarbij behorende correspondentie te mogen ondertekenen.

  • 2.

    Een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen.

  • 3.

    Uitgaande stukken worden als volgt ondertekend:

    Namens [het bestuursorgaan], gevolgd door de naam en functieaanduiding van de (onder)gemandateerde en de handtekening van deze persoon.

 

Artikel 7 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit kan worden aangeduid als Mandaatregeling Rhenen 2024.

  • 2.

    De mandaatregeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

  • 3.

    De Mandaat-, volmacht- en machtigingenregeling Gemeente Rhenen 2020 wordt ingetrokken per 1 januari 2024.

  • 4.

    Alle afzonderlijk intern verstrekte mandaten – met uitzondering van machtigingen procesvertegenwoordiging - worden ingetrokken met het vaststellen van de Mandaatregeling Rhenen 2024.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 5 december 2023.

Het college van burgemeester en wethouders

de heer P. Bonthuis de heer drs. J.A. van der Pas

secretaris burgemeester

de burgemeester,

de heer drs. J.A. van der Pas

Bijlage 1 Niet gemandateerde bevoegdheden van het college en de burgemeester

Algemeen

Op grond van artikel 4 lid 2 is een gemandateerde niet bevoegd om in mandaat te besluiten, indien:

  • 1.

    de mandaatgever heeft aangegeven zelf te willen besluiten;

  • 2.

    een lid van het college, de burgemeester of de leidinggevende van gemandateerde heeft aangegeven dat hij het voorstel aan de mandaatgever wil voorleggen;

  • 3.

    het besluit een afwijking inhoudt van het bestaande beleid, vastgestelde regelingen, richtlijnen en/of voorschriften dan wel een afwijking inhoudt van extern ingewonnen advies;

  • 4.

    bij het besluit meerdere teams of organisatieonderdelen zijn betrokken, waarbij de standpunten niet gelijkluidend zijn;

  • 5.

    het voorgenomen besluit een overschrijding van het budget of krediet tot gevolg heeft dan wel een groot financieel risico met zich brengt;

  • 6.

    kan worden aangenomen dat aan het voorgenomen besluit mogelijkerwijs politieke consequenties zijn verbonden dan wel dat dit precedentwerking tot gevolg kan hebben. Hiervan is in ieder geval sprake als blijkt dat:

    • a.

      de aangelegenheid ingrijpende gevolgen kan hebben voor een groot aantal inwoners, bedrijven, verenigingen, stichtingen of belangengroepen;

    • b.

      de aangelegenheid tot kritische berichtgeving in de media heeft geleid of redelijkerwijs moet worden aangenomen dat dit zal of kan gebeuren.

  • 7.

    gemandateerde een persoonlijk belang heeft bij de uitoefening van de bevoegdheden. In dat geval vindt besluitvorming plaats door een directe collega of de hiërarchisch hoger geplaatste.

 

Publiekrecht

De gemandateerde is niet bevoegd om in mandaat te besluiten, als het ziet op:

  • 8.

    het doen van voorstellen aan de gemeenteraad;

  • 9.

    het afleggen van verantwoording aan en het informeren en raadplegen van de raad;

  • 10.

    het vaststellen of wijzigen van algemeen verbindende voorschriften, nadere regels en beleidsregels;

  • 11.

    het beslissen op bezwaarschriften;

  • 12.

    het nemen van besluiten over het instellen van (hoger) beroep;

  • 13.

    het beslissen om een besluit met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure voor te bereiden;

  • 14.

    het nemen van een besluit dat is voorbereid met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure en waarbij zienswijzen zijn ingediend;

  • 15.

    het geven van een zienswijze op een voorgenomen besluit van een bestuursorgaan van een ander openbaar lichaam;

  • 16.

    een voordracht voor of benoeming van personen op grond van een wettelijk voorschrift anders dan het aangaan van een dienstverband;

  • 17.

    het toepassen van hardheidsclausules;

  • 18.

    het besluiten tot het opleggen van een last onder dwangsom van € 25.000,- of hoger;

  • 19.

    het besluiten tot het opleggen van een last onder dwangsom van € 25.000 of lager, tenzij er vooraf afstemming is geweest met de portefeuillehouder;

  • 20.

    het besluiten tot het weigeren van handhavingsverzoeken in het geval er geen overtreding aanwezig is, er concreet zicht is op legalisatie of handhaving onevenredig is, tenzij de portefeuillehouder akkoord is;

  • 21.

    het beslissen op een aanvraag voor een persoonsgebonden incidentele gedoogbeschikking, tenzij er vooraf afstemming is geweest met de portefeuillehouder;

  • 22.

    het besluiten tot toepassing van spoedeisende bestuursdwang en opleggen van een kostenverhaalsbeschikking in het geval van afvaldumpingen en bijplaatsingen, tenzij er vooraf afstemming is geweest met de portefeuillehouder;

  • 23.

    het afwijken van het advies van de functionaris gegevensbescherming met betrekking tot artikel 24 lid 1 AVG;

  • 24.

    Het nemen van een aanwijzingsbesluit op grond van de APV.

 

Privaatrecht

De gemandateerde is niet bevoegd om in mandaat te besluiten, als het ziet op:

  • 25.

    Besluiten in het kader van inkoop en aanbesteding - voor zover vallend binnen de bepalingen en criteria van de Aanbestedingswet en het inkoopbeleid - boven het drempelbedrag van enkelvoudig onderhandse aanbesteding als bedoeld in het inkoopbeleid, tenzij vooraf instemming is gevraagd van de inkoopadviseur;

  • 26.

    Besluiten tot oprichting van of deelneming in rechtspersonen;

  • 27.

    Besluiten tot het aangaan van convenanten, samenwerkingsovereenkomsten, intentieverklaringen en bestuursovereenkomsten;

  • 28.

    Het aanvragen van surseance van betaling of faillissement;

  • 29.

    Het besluit tot aanvaarding of afwijzing van een schenking, erfstelling of legaat;

  • 30.

    Het verstrekken van kapitaal aan instellingen en ondernemingen;

  • 31.

    Het besluit tot het doen van een schenking;

  • 32.

    Besluiten tot het treffen van een schikking;

  • 33.

    Het oninbaar verklaren van vorderingen;

  • 34.

    Besluiten om een privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten in gevallen waarvoor de raad heeft verzocht om van tevoren te worden ingelicht;

  • 35.

    Besluiten tot het aangaan van civiele procedures voor vorderingen van € 25.000,- of hoger;

  • 36.

    Besluiten tot de aan- en verkoop van onroerende zaken van meer dan € 50.000,- of het besluit niet past binnen de vastgestelde grondexploitatieopzet en het geldende besluit actualisatie grondprijzen.

 

Personeelsaangelegenheden

  • 37.

    Het vaststellen, wijzigen en intrekken van regels omtrent de ambtelijke organisatie.

  • 38.

    Het aangaan, wijzigen en beëindigen van de arbeidsovereenkomst met de gemeentesecretaris en managers en andere bevoegdheden op basis van de Cao Gemeenten en daarop gebaseerde regelingen.

 

Bevoegdheden burgemeester

  • 39.

    Het besluiten tot het opleggen van veiligheids- en openbare-ordemaatregelen zoals genoemd in artikel 177, tweede lid, van de Gemeentewet;

  • 40.

    Het nemen van een besluit op grond van de Wet tijdelijk huisverbod;

  • 41.

    Het sluiten van een woning, lokaal of ander gebouw op basis van het Damocles-beleid (artikel 13b van de Opiumwet);

  • 42.

    Het instellen van cameratoezicht op openbare plaatsen;

  • 43.

    De lastgeving tot inbewaringstelling krachtens de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten;

  • 44.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wet veiligheidsregio’s;

  • 45.

    Het uitvaardigen van een noodverordening/noodbevel;

  • 46.

    Alle bevoegdheden op grond van de Wet aanpak woonoverlast en de daarop gebaseerde bepalingen in de APV;

  • 47.

    Alle bevoegdheden op grond van de APV ten aanzien van het toezicht op horecabedrijven;

  • 48.

    Het opleggen van een verblijfsontheffing op grond van de APV.

 

Bijlage 2 Mandaat voorbehouden aan de portefeuillehouder

  • 1.

    Het verrichten van handelingen in de zaken waarbij hij als aangewezen vertegenwoordiger de belangen van de gemeente behartigt bij of in verbonden partijen en in (politiek-) gevoelige zaken.

  • 2.

    Het beslissen op een verzoek om nadeelcompensatie, mits het besluit conform het advies van de extern adviseur/deskundige is.

 

Bijlage 3 Mandaat voorbehouden aan gemeentesecretaris

  • 1.

    Het aanwijzen van toezichthouders als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Het besluiten tot het instellen van pro forma bezwaar en beroep.

 

Personele aangelegenheden

  • 3.

    Het nemen van financiële besluiten en privaatrechtelijke rechtshandelingen t.a.v. de rechtspositie van de burgemeester, de (voormalige) wethouders en raads- en commissieleden;

  • 4.

    Het aangaan, verlengen, wijzigen, opzeggen en beëindigen van arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht en het verrichten van de daarvoor benodigde rechtshandelingen, met uitzondering van besluiten over de functie van gemeentesecretaris en manager;

  • 5.

    Het vaststellen van de definitieve functiebeschrijvingen en functieschaal op basis van het functiewaarderingssysteem en het verrichten van de benodigde rechtshandelingen.

  • 6.

    Het wijzigen van salaris van medewerkers;

  • 7.

    Het opleggen van ordemaatregelen, waaronder in ieder geval het ontzeggen van toegang tot de dienst en het schorsen van medewerkers;

  • 8.

    Het toekennen van gratificaties;

  • 9.

    Het vaststellen van het opleidingsplan voor de organisatie.

 

Bijlage 4 Mandaat voorbehouden aan managers

Publiekrecht

  • 1.

    Het besluiten tot subsidieverlening, mits de criteria voor verlening vastliggen de algemene subsidieverordening of de algemene subsidieregeling;

  • 2.

    Het weigeren subsidie te verlenen, als sprake is van een in de algemene subsidieverordening of de algemene subsidieregeling opgenomen weigeringsgrond;

  • 3.

    Het besluiten tot subsidievaststelling, indien de hoogte van de definitieve subsidievaststelling maximaal € 7.500,- of maximaal 20% lager is dan de hoogte van de subsidieverlening tot een maximumbedrag van € 20.000,-;

  • 4.

    Het terugvorderen van subsidie, indien de hoogte van het terug te vorderen bedrag maximaal € 7.500,- of maximaal 20% is van de hoogte van de subsidieverlening tot een maximumbedrag van € 20.000,-;

  • 5.

    Het nemen van verkeersbesluiten, met uitzondering van geslotenverklaringen, ontheffingen van verkeersbesluiten en besluiten met betrekking tot gehandicaptenparkeerplaatsen.

 

Privaatrecht

  • 6.

    Het aangaan van opstalovereenkomsten.

 

Personeelsaangelegenheden

  • 7.

    Het nemen van beslissingen inzake het openstellen van vacatures.

  • 8.

    Het aangaan van overeenkomsten met betrekking tot het inhuren van tijdelijk personeel.

  • 9.

    Het verlenen van (bijzonder of buitengewoon) verlof en de aan- en verkoop van verlofuren.

  • 10.

    Het beslissen over het wijzigen van contracturen van medewerkers.

  • 11.

    Het geven van toestemming voor deelname aan congressen, seminars en dergelijke die buiten het opleidingsplan vallen.

  • 12.

    Het toekennen van “boter bij de vis” gratificatie.