Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio Brabant-Noord

Financiële verordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio Brabant-Noord
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingFinanciële verordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2023
CiteertitelFinanciële verordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2023
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 212 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-202301-01-2023Deze verordening treedt deze in de plaats van de Financiële verordening Veiligheidsregio Brabant-Noord van 4 november 2020.

30-11-2023

bgr-2023-1274

Tekst van de regeling

Intitulé

Financiële verordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2023

 

Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord;

 

Overwegende:

 

  • 1.

    dat de Veiligheidsregio Brabant-Noord een bestuurlijke samenwerking is van de deelnemende gemeenten, waarvan de organisatorische onderdelen Brandweer, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR), Crisisbeheersing en Rampenbestrijding, Bevolkingszorg en Bedrijfsvoering verantwoordelijk zijn voor de uitvoering;

  • 2.

    dat het voor het functioneren van de Veiligheidsregio Brabant-Noord wenselijk is nadere regels te stellen over de uitgangspunten voor het financiële beleid, het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie;

 

 

Gelet op:

 

  • artikel 212 Gemeentewet,

  • de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord en

  • het Organisatiebesluit Veiligheidsregio Brabant-Noord;

 

 

Besluit:

 

Vast te stellen de

 

 

Financiële verordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2023

 

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Het openbaar lichaam: Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord.

  • 2.

    Organisatieonderdeel: iedere organisatorische eenheid binnen de organisatie van de Veiligheidsregio Brabant-Noord.

  • 3.

    Administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, functioneren en beheersen van (onderdelen van) de organisatie van Veiligheidsregio Brabant-Noord en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • 4.

    Financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de Veiligheidsregio Brabant-Noord, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

    • de financieel-economische positie;

    • het financiële beheer;

    • de rechtmatigheid van financiële beheershandelingen;

    • de uitvoering van de programmabegroting;

    • het afwikkelen van vorderingen en schulden;

    • alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

  • 5.

    Administratieve organisatie: het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatievoorziening ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.

  • 6.

    Rechtmatigheid: het juridische begrip rechtmatigheid heeft betrekking op alle geldende wetten en regels. Rechtmatigheid is dan het handelen in overeenstemming met alle wetten en regels. Het begrip rechtmatigheid in het kader van de rechtmatigheidsverantwoording is een minder omvattend begrip. Bij rechtmatigheid in het kader van de rechtmatigheidsverantwoording bestaat er een duidelijke relatie met het financiële beheer. Er moet immers worden verantwoord dat baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Het gaat om de financiële beheershandelingen.

  • 7.

    Rechtmatigheidsverantwoording: in dit onderdeel in de jaarrekening legt het dagelijks bestuur verantwoording af over de rechtmatigheid van de baten en lasten op een drietal criteria: begrotingscriterium, voorwaardencriterium en misbruik en oneigenlijk gebruik criterium.

  • 8.

    Begrotingsonrechtmatigheid: afwijkingen van de (gewijzigde) begroting zonder dat het bevoegde orgaan hier een besluit over heeft genomen.

  • 9.

    Doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen of met een bepaalde inzet van middelen zo veel mogelijk prestaties realiseren.

  • 10.

    Doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid worden gerealiseerd.

  • 11.

    Budgetbewaking: het periodiek signaleren van overschrijdingen (budgetbewaking in engere zin) en eventueel andere afwijkingen van het budget evenals de (bedrijfseconomische) analyse van de verschillen tussen budget en werkelijkheid (budgetbewaking in ruimere zin).

  • 12.

    Begroting: de begroting bestaat ten minste uit de beleidsbegroting en de financiële begroting. De beleidsbegroting bestaat ten minste uit het programmaplan en de paragrafen. De financiële begroting bestaat ten minste uit het overzicht van de baten en lasten en de toelichting, de uiteenzetting van de financiële positie en de toelichting en de bijlage met het overzicht van de geraamde baten en lasten per taakveld. Bij Veiligheidsregio Brabant-Noord is de term programmabegroting gangbaar.

  • 13.

    Jaarstukken: de jaarstukken bestaan ten minste uit het jaarverslag en de jaarrekening. Het jaarverslag bestaat ten minste uit de programmaverantwoording en de paragrafen. De jaarrekening bestaat uit het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening en de toelichting, de balans en de toelichting, de bijlage met de verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen en een bijlage met het overzicht van de gerealiseerde baten en lasten per taakveld.

  • 14.

    Algemeen bestuur: het algemeen bestuur van Veiligheidsregio Brabant-Noord.

  • 15.

    Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Brabant-Noord.

  • 16.

    Coördinatieteam Adoptieproces Gemeenschappelijke Regelingen: in dit coördinatieteam participeren gemeenschappelijke regelingen, de provincie Noord-Brabant en een vertegenwoordiging van de gemeenten in de regio Brabant-Noord.

  • 17.

    Adoptieambtenaren: er is een overleg van adoptieambtenaren die namens de gemeenten een gezamenlijk advies voorbereiden voor de colleges van burgemeester en wethouders en de gemeenteraden over voorstellen die een strategisch karakter en/of belangrijke financiële consequenties voor de gemeenten hebben.

 

Artikel 2 Betrokkenheid adoptieambtenaren

  • 1.

    Als ten aanzien van beleidsvoorstellen door het bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord een zienswijze aan de colleges van burgemeester en wethouders en/of de gemeenteraden wordt gevraagd, dan brengen de adoptieambtenaren in de vorm van een concept-college- en/of concept-raadsvoorstel advies uit.

  • 2.

    Met betrekking tot beleidsvoorstellen brengt de adoptiegroep tevens advies uit aan het bestuur.

 

Hoofdstuk 1 Begroting en verantwoording

 

 

Artikel 3 Planning & Control cyclus

  • 1.

    De Planning & Controlcyclus van de Veiligheidsregio Brabant-Noord bestaat uit de volgende onderdelen::

    • a.

      Kadernota;

    • b.

      Begroting;

    • c.

      Tussentijdse bestuursrapportage;

    • d.

      Jaarstukken.

 

Kaderstelling

 

Artikel 4 Uitgangspunten en indeling Begroting

  • 1.

    Met betrekking tot de financiële uitgangspunten voor Veiligheidsregio Brabant-Noord geldt de loon- en prijsindexering zoals die voor de Gemeente ‘s-Hertogenbosch geldt. Uitzondering hierop is de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR). Met betrekking tot de financiële uitgangspunten voor de GHOR geldt de loon- en prijsindexering zoals die voor de Gemeente Tilburg geldt.

  • 2.

    Het algemeen bestuur van Veiligheidsregio Brabant-Noord stelt periodiek een begrotingsindeling vast met de mogelijkheid om deze jaarlijks te herijken.

  • 3.

    De begroting Veiligheidsregio Brabant-Noord is de geconsolideerde begroting van de begrotingen van de afzonderlijke onderdelen van Veiligheidsregio Brabant-Noord en bevat op hoofdlijnen de beleidsdoelstellingen en maatschappelijke effecten die worden nagestreefd, evenals de middelen die daarvoor beschikbaar zijn, één en ander zo mogelijk uitgedrukt in relevante prestatiecijfers en kengetallen.

  • 4.

    De begroting van Veiligheidsregio Brabant-Noord bevat deelbegrotingen van de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) en Bevolkingszorg.

 

Artikel 5 Kadernota

  • 1.

    De begrotingscyclus start met het opstellen van de concept-kadernota voor de begroting door Veiligheidsregio Brabant-Noord.

  • 2.

    Het bestuur kan de mogelijkheden bepalen om ingezetenen van de gemeenten en belanghebbenden te betrekken bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid.

  • 3.

    De kaders voor de begroting bestaan uit de hoofdlijnen van het te voeren beleid, wijzingen van bestaand beleid en voorstellen voor nieuw beleid. De kaders bevatten ook de financiële consequenties van het beleid.

  • 4.

    De kaders voor de begroting bevatten een raming van de bijdrage van de deelnemende gemeenten exclusief Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) en Bevolkingszorg. Deze bijdrage van de deelnemende gemeenten aan Veiligheidsregio Brabant-Noord wordt omgeslagen naar een bedrag per inwoner. Voor de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) en Bevolkingszorg is de bijdrage van de deelnemende gemeenten afzonderlijk opgenomen. Bij de GHOR en Bevolkingszorg wordt een bedrag per inwoner vastgesteld.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur ontvangt jaarlijks uiterlijk vóór 1 februari in het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar de concept-kadernota. De concept-kadernota wordt aan het algemeen bestuur aangeboden alvorens deze aan de raden van de deelnemende gemeenten voor zienswijze wordt voorgelegd.

  • 6.

    Rekening houdend met de termijn voor zienswijze zoals gesteld in de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord zendt het dagelijks bestuur de concept-kadernota voor zienswijze aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 7.

    De gemeenteraden brengen uiterlijk 31 maart in het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar hun zienswijze uit aan het dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Brabant-Noord.

  • 8.

    Het algemeen bestuur stelt de kadernota uiterlijk vóór 30 april in het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar vast.

 

Procedure

 

Artikel 6 Begroting

  • 1.

    Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat:

    • a.

      De baten en lasten eenduidig zijn toegewezen aan een of meer de programma’s;

    • b.

      De budgetten en de investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de begroting;

    • c.

      De lasten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere doelen onder druk komt.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur zendt een ontwerpbegroting, in lijn met de bepaling zoals opgenomen in de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord, tenminste twaalf weken, voordat zij aan het algemeen bestuur wordt aangeboden, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten. De ontwerpbegroting gaat vergezeld van een meerjarenraming voor het begrotingsjaar en de drie daaropvolgende jaren.

  • 3.

    De raden van de deelnemende gemeenten kunnen bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren, waarin de zienswijze is vervat, bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur ter vaststelling wordt aangeboden.

  • 4.

    Het algemeen bestuur stelt de begroting vast in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient. Nadat deze is vastgesteld, zendt het algemeen bestuur daarover bericht aan de raden van de deelnemende gemeenten, zo nodig vergezeld van de vastgestelde begroting, die ter zake bij gedeputeerde staten hun zienswijze naar voren kunnen brengen.

  • 5.

    Het bestuur zendt de begroting binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 september van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan Gedeputeerde Staten, conform de bepaling zoals opgenomen in de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord.

  • 6.

    Op wijzigingen van de begroting zijn de voorafgaande bepalingen in dit artikel van overeenkomstige toepassing, tenzij die wijziging geen verhoging geeft voor de bijdrage van de gemeenten.

  • 7.

    Het dagelijks bestuur draagt zorg voor regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 8.

    Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de lasten, zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting, niet worden overschreden en de baten niet worden onderschreden.

 

Beheersing en interne controle

 

Artikel 7 Interne controle

  • 1.

    Het dagelijks bestuur draagt ten behoeve van de getrouwheid en rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, waaronder de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het dagelijks bestuur maatregelen tot verbeteringen en herstel van de tekortkomingen als ook rapporteert het dagelijks bestuur daarover in de rechtmatigheidsverantwoording, zoals beschreven in artikel 11 tot en met 14.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur draagt zorg voor een interne toetsing van organisatieonderdelen op juistheid, volledigheid en tijdigheid van de bestuurlijke informatievoorziening en de rechtmatigheid van beheershandelingen vastgelegd in interne controleprogramma’s.

  • 3.

    Door de interne toetsing, als genoemd in lid 1, wordt jaarlijks onder verantwoordelijkheid van de concerncontroller een controleplan opgesteld en ten uitvoer gebracht. Voor de belangrijkste processen worden de werking van beheersmaatregelen vastgesteld.

  • 4.

    De resultaten van de toets worden verwerkt in een verslag van bevindingen. En het plan van verbetering wordt ter kennisgeving aan het dagelijks bestuur aangeboden.

 

Artikel 8 Externe controle

  • 1.

    Het algemeen bestuur draagt zorg voor de opdrachtverlening aan een externe accountant, die de jaarrekening van Veiligheidsregio Brabant-Noord toetst op getrouwheid. Hiertoe stelt het algemeen bestuur periodiek een controleprotocol vast.

  • 2.

    In het controleprotocol staan de controleopdracht en nadere aanwijzingen aan de accountant over de reikwijdte van de accountantscontrole, de daarvoor geldende normstellingen en de daarbij verder te hanteren goedkeurings- en rapporteringstoleranties.

  • 3.

    De resultaten van de controle worden verwerkt in een verslag van bevindingen. Dit verslag wordt samen met de controleverklaring en eventueel een reactie hierop van Veiligheidsregio voorgelegd aan het algemeen bestuur.

  • 4.

    Bij afwijkingen of tekortkomingen neemt het dagelijks bestuur maatregelen tot verbeteringen en herstel.

 

Rapportage en verantwoording

 

Artikel 9 Tussentijdse rapportage en informatie (bestuursrapportage)

  • 1.

    Het algemeen bestuur wordt door middel van een tussentijdse bestuurlijke rapportage in het lopende begrotingsjaar geïnformeerd over de realisatie ten opzichte van de begroting.

  • 2.

    Deze rapportage wordt voor 30 november van het lopende begrotingsjaar ter vaststelling aan het algemeen bestuur aangeboden.

  • 3.

    De inrichting van de rapportage sluit aan bij de indeling van de begroting.

  • 4.

    De rapportage gaat in op relevante afwijkingen in de lasten en baten en geplande prestaties. Als richtlijn voor relevante afwijkingen wordt > € 25.000 van de geraamde baten en lasten aangehouden en/of bestuurlijk relevante afwijkingen.

 

Artikel 10 Jaarstukken

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt de jaarstukken op conform de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord en het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur legt verantwoording af over de uitvoering aan het algemeen bestuur. In de verantwoording geeft het dagelijks bestuur aan:

    • a.

      De mate van realisatie van de beoogde maatschappelijke effecten;

    • b.

      Wat de baten en lasten zijn;

    • c.

      Hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen.

    • d.

      De mate waarin de verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen.

  • 3.

    Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening en de resultaatbestemming vast in het jaar volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft.

  • 4.

    Het algemeen bestuur bepaalt aan de hand van de uitvoering of de beleidsdoelen bijstelling behoeven.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur zendt de (voorlopige) jaarrekening vóór 30 april van het jaar volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft ter informatie aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 6.

    Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan de raden van de deelnemende gemeenten en aan Gedeputeerde Staten.

  • 7.

    Het bestuur zet zich in om op regelmatige basis de raden actief te informeren over het te voeren beleid en hiermee invulling te geven aan de actieve informatieplicht over alles wat er binnen de gemeenschappelijke regeling speelt. Dit beperkt zich niet tot te nemen besluiten.

 

Hoofdstuk 2 Rechtmatigheidsverantwoording

 

 

Artikel 11 Verantwoordings- en rapportagegrens rechtmatigheidsverantwoording

  • 1.

    Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur door middel van de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken, naast de verplichte onderdelen van deze paragraaf, over rechtmatigheid.

  • 2.

    In de rechtmatigheidsverantwoording bij de jaarrekening rapporteert het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur over afwijkingen met een verantwoordingsgrens van 1% van de totale lasten van Veiligheidsregio Brabant-Noord, inclusief de dotaties aan de reserves.

  • 3.

    In de paragraaf bedrijfsvoering worden de geconstateerde afwijkingen (fouten of onduidelijkheden) groter dan €50.000 nader toegelicht.

 

Artikel 12 Voorwaardencriterium

  • 1.

    Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur biedt het algemeen bestuur jaarlijks ter vaststelling een normenkader rechtmatigheid aan. Dit kader bestaat uit alle relevante (interne) wet- en regelgeving waaruit financiële beheershandelingen kunnen voortvloeien.

 

Artikel 13 Begrotingscriterium

  • 1.

    Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door het algemeen bestuur geautoriseerde begroting inclusief bijstellingen van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma(’s), waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen.

  • 2.

    De begrotingsrechtmatigheid wordt beoordeeld op het niveau waarop de begroting inclusief bijstellingen door het algemeen bestuur is geautoriseerd.

  • 3.

    Bij investeringsprojecten wordt de begrotingsrechtmatigheid beoordeeld op het niveau van het totaal gevoteerde kredietbedrag. Een overschrijding van het jaarbudget, passend binnen het totaal bedrag van het krediet, wordt daarmee als rechtmatig beschouwd.

  • 4.

    Uitgangspunt is dat iedere overschrijding van de begroting als onrechtmatig wordt beschouwd. Een overschrijding wordt als acceptabel aangemerkt in de volgende situaties:

    • a.

      Er is sprake van een overschrijding waarbij direct gerelateerde inkomsten de overschrijding compenseren.

    • b.

      Er is sprake van een overschrijding op een open-einde regeling.

    • c.

      De overschrijding is geautoriseerd door middel van de vaststelling van een tussentijdse rapportage.

  • 5.

    Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid van het algemeen bestuur, worden opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording (voor zover de verantwoordingsgrens voor afzonderlijke fouten of onduidelijkheden is overschreden), maar worden niet nader toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering.

 

Artikel 14 Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium

  • 1.

    Het misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en eigendommen van Veiligheidsregio Brabant-Noord bij financiële beheershandelingen.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen en eigendommen van Veiligheidsregio Brabant-Noord.

 

Hoofdstuk 3 Financiële positie

 

 

Artikel 15 Financiële positie

  • 1.

    Het dagelijks bestuur draagt in de begroting zorg voor een uiteenzetting van de financiële positie en een meerjarenraming.

  • 2.

    De uiteenzetting over de financiële positie en de meerjarenraming bevat al het beleid waar het algemeen bestuur toe heeft besloten.

  • 3.

    De uiteenzetting van de financiële positie vermeldt expliciet het totaalbedrag aan verleende garanties en waarborgen.

  • 4.

    Het algemeen bestuur autoriseert met het vaststellen van de financiële positie de in de desbetreffende begroting voor het begrotingsjaar opgenomen investeringsbudgetten.

 

Artikel 16 Reserves en voorzieningen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur geeft jaarlijks bij de begroting en de jaarrekening een overzicht van de reserves en voorzieningen.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur neemt daarbij de richtlijnen in acht die zijn vastgelegd in de nota “Reserves en voorzieningen”. Daarin is opgenomen:

    • a.

      de vorming en besteding van reserves en voorzieningen;

    • b.

      de toerekening en verwerking van rente over de reserves en voorzieningen.

  • 3.

    De nota “Reserves en voorzieningen” wordt periodiek (iedere vier jaar) geactualiseerd en aan het algemeen bestuur ter vaststelling aangeboden.

 

Artikel 17 Activabeleid

  • 1.

    Het dagelijks bestuur biedt het algemeen bestuur periodiek een nota Activabeleid aan. De nota is bedoeld om de uitgangspunten met betrekking tot de materiële vaste activa vast te leggen waardoor invulling wordt gegeven aan de kaderstellende rol van het algemeen bestuur. In relatie tot de materiële activa gaat de nota in ieder geval in op:

    • a.

      Omvangscriterium bij vaste activa

    • b.

      Afschrijvingsbeleid vaste activa inclusief termijnen

    • c.

      Stelsel- en schattingswijzigingen

    • d.

      Instellen van onderhoudsvoorzieningen

  • 2.

    Voor het organisatieonderdeel GHOR gelden de regels zoals de GGD Hart voor Brabant die hanteert.

  • 3.

    De nota Activabeleid wordt periodiek (iedere vier jaar) geactualiseerd en aan het algemeen bestuur ter vaststelling aangeboden.

 

Artikel 18 Autorisatie Investeringsbudgetten

  • 1.

    In de nota Activabeleid zijn de criteria bepaald waarbij er sprake is van investeringsbudgetten.

  • 2.

    Investeringsbudgetten worden door het algemeen bestuur vastgesteld, hetzij via de vastgestelde begroting, hetzij via een afzonderlijk besluit.

  • 3.

    Er is een actieve informatieplicht van het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur over de voortgang van de investeringsbudgetten.

  • 4.

    Een investeringsbudget blijft beschikbaar over de jaargrens heen, indien de investering vertraging oploopt of versneld wordt uitgevoerd zolang het beschikbare budget niet wordt overschreden. Wanneer een besparing ontstaat op een toegekend investeringsbudget is het aan het algemeen bestuur om te besluiten wat er met een restantbudget gebeurt.

  • 5.

    Bij de jaarstukken wordt gerapporteerd over de voortgang en afwikkeling van de investeringsbudgetten. Hierbij vindt ook de besluitvorming plaats over de afwikkelingsverschillen bij afronding van de investering of overheveling van de restantbudgetten naar het volgende boekjaar.

 

Artikel 19 Financieringsfunctie

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt in het Treasurystatuut regels op ter uitvoering van de financieringsfunctie evenals de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur streeft ernaar om het Treasurystatuut periodiek (iedere vier jaar) te actualiseren en aan het algemeen bestuur ter vaststelling aan te bieden.

 

Artikel 20 Registratie bezittingen, activa en vermogen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur draagt zorg voor een actuele en volledige registratie van bezittingen.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor, dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen systematisch worden gecontroleerd, met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, uitstaande leningen en de schulden jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen eenmaal in de vijf jaar.

  • 3.

    Bij afwijkingen in de registratie van bezittingen neemt het dagelijks bestuur maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

  • 4.

    Ten behoeve van de vervanging van de activa wordt jaarlijks door het dagelijks bestuur bij de begroting een meerjarig investeringsplan opgesteld en als onderdeel van de begroting ter vaststelling aan het algemeen bestuur voorgelegd.

 

Artikel 21. Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de bijdrage van gemeenten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Het uitgangspunt hierbij is integrale toerekening van kosten.

  • 2.

    Voor de kostentoerekening aan producten of diensten die worden gedekt door middel van een tarief aan derden wordt eveneens gebruik gemaakt van het systeem van kostentoerekening met als uitgangspunt integrale toerekening van kosten.

 

Hoofdstuk 4 Verplichte paragrafen

 

 

Artikel 22 Paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement

  • 1.

    Het dagelijks bestuur neemt betreffende het weerstandsvermogen en de risicomanagement richtlijnen in acht die zijn vastgelegd door het algemeen bestuur in de notitie Weerstandsvermogen en Risicomanagement.

  • 2.

    De notitie Weerstandsvermogen en Risicomanagement wordt periodiek (iedere vier jaar) geactualiseerd en aan het algemeen bestuur ter vaststelling aangeboden.

 

Artikel 23 Onderhoud kapitaalgoederen

  • In het kader van de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen van de begroting en jaarstukken wordt aandacht geschonken aan het onderhoud van de gebouwen en het materieel en de hieraan verbonden lasten.

 

Artikel 24 Financiering

  • Het dagelijks bestuur geeft in de paragraaf financiering de actuele informatie voor het dagelijks beheer van de financieringsfunctie; de regels hieromtrent zijn in het Treasurystatuut opgenomen en wijzigingen worden door het dagelijks bestuur vastgesteld.

 

Artikel 25 Bedrijfsvoering

  • In de paragraaf Bedrijfsvoering bij de begroting wordt ingegaan op actuele en tijdelijke onderwerpen die aandacht behoeven. In de paragraaf Bedrijfsvoering bij de jaarstukken wordt gerapporteerd over de voortgang van de in de begroting opgenomen onderwerpen en eventuele nieuwe ontwikkelingen.

  • Het dagelijks bestuur neemt in de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 14 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

    • a.

      De omvang, opbouw en ontwikkeling van het personeelsbestand en de loonkosten;

    • b.

      De kosten van inhuur derden;

    • c.

      De huisvestingskosten;

    • d.

      De automatiseringskosten;

    • e.

      De budgetten voor het algemeen bestuur en de accountant;

    • f.

      Een toelichting op alle afwijkingen in rechtmatigheid, die in de rechtmatigheidsverantwoording zijn opgenomen, voor zover deze de rapportagegrens, zoals bedoeld in artikel 10, overschrijden;

    • g.

      Acties die het dagelijks bestuur neemt om de geconstateerde afwijkingen uit de rechtmatigheidsverantwoording in de toekomst te voorkomen;

    • h.

      Een overzicht van en toelichting op niet-financiële onrechtmatigheden in verband met het niet naleven van bepalingen in de Wet financiering decentrale overheden en de bijbehorende ministeriële regelingen, als deze voorkomen;

    • i.

      Rapportage van het veelvuldig niet naleven van normen uit de gids proportionaliteit en/of slechte documentatie of naleving hiervan, als deze voorkomen;

    • j.

      Geconstateerde fraude door eigen medewerkers, als dit voorkomt.

 

Artikel 26 Verbonden partijen

  • In de paragraaf verbonden partijen bij de begroting en de jaarstukken wordt ingegaan op bestaande, nieuwe, gewijzigde of beëindigde verbonden partijen, de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verbonden partijen, de financiële en bestuurlijke inbreng van Veiligheidsregio Brabant-Noord en relevante actuele ontwikkelingen.

 

Hoofdstuk 5 Financiële organisatie en administratie

 

 

Artikel 27 Financiële administratie

Het dagelijks bestuur zorgt er voor dat:

  • 1.

    De inrichting en de werking van de (financiële) administratie voldoet aan het besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wetgeving, zodat kan worden voldaan aan het verstrekken van informatie aan het Rijk, de Provincie en Europese Unie, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan Veiligheidsregio Brabant-Noord.

  • 2.

    De administratie zodanig van opzet en werking is, betrouwbaar en ordelijk is, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

    • a.

      Het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in Veiligheidsregio Brabant-Noord als geheel en in de organisatieonderdelen afzonderlijk;

    • b.

      Het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in omvang van activa, voorraden, vorderingen en schulden enz.;

    • c.

      Het verschaffen van informatie aan budgethouders over uitputting van toegekende exploitatiebudgetten en investeringen en voor het maken van kostencalculaties;

    • d.

      Het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

    • e.

      Het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het beleid;

    • f.

      De controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • 3.

    De (financiële) administratie voert Veiligheidsregio Brabant-Noord zelf met uitzondering van de GHOR administratie; deze wordt uitgevoerd door de GGD Hart voor Brabant.

 

Artikel 28 Financiële organisatie

Het dagelijks bestuur draagt zorg voor:

  • a.

    Een eenduidige indeling van de organisatie en een eenduidige toewijzing van de taken aan de organisatieonderdelen;

  • b.

    Een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden;

  • c.

    De verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende exploitatiebudgetten en investeringen;

  • d.

    De te maken afspraken met de organisatieonderdelen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • e.

    Het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde prestaties en de maatschappelijke effecten zodat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid, zoals vastgesteld door het algemeen bestuur kunnen worden getoetst;

  • f.

    Het beleid en de interne regels voor het voorkomen van fraude van regelingen en eigendommen, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.

 

Artikel 29 Aanbesteding en inkoop

  • Het dagelijks bestuur draagt zorg voor en legt indien nodig de interne regels vast voor de inkoop en aanbesteding van werken, leveringen en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels ter zake van de Europese Unie en landelijke regelingen.

 

Artikel 30 Kostenevaluatie en visitatie

  • Het bestuur draagt zorg voor de voorgeschreven periodieke kostenevaluatie en visitatie (conform artikel 56 Wet veiligheidsregio’s).

 

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

 

 

Artikel 31 Inwerkingtreding en Citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 1 januari 2023.

  • 2.

    Met de inwerkingtreding van deze verordening treedt deze in de plaats van de Financiële verordening Veiligheidsregio Brabant-Noord van 4 november 2020.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2023”.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 30 november 2023,

 

 

 

 

 

Drs. J.M.L.N. Mikkers, voorzitter

Drs. M.J.H. van Schaijk, secretaris