Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ede

Beleidsregel inkomensondersteuning Ede 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEde
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel inkomensondersteuning Ede 2024
CiteertitelBeleidsregel inkomensondersteuning Ede 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 108 van de Gemeentewet
  3. artikel 147 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

05-12-2023

gmb-2023-531210

422604

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel inkomensondersteuning Ede 2024

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 december 2023, zaaknummer 422604;

gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 108 en 147 Gemeentewet;

overwegende dat het wenselijk is regels vast te stellen voor verstrekking van inkomensondersteuning

besluit:

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Partcipatiewet

    • b.

      inkomen: het totale netto inkomen zoals omschreven in artikel 31,32 en 33 van de wet exclusief de vakantietoeslag;

    • c.

      vermogen: het vermogen zoals omschreven in artikel 34 van de wet;

    • d.

      bijstandsnorm: de bijstandsnorm als bedoeld in artikel 20 tot en met 24 van de wet waarbij de beleidsregel woonlasten 2016 en de kostendelersnorm als bedoeld in artikel 22a van de wet niet worden toegepast;

    • e.

      schuldentraject: een traject ingevolge de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) of een minnelijke schuldsanering natuurlijke personen (MSNP) via de gemeente of een gecertificeerde schuldhulpverlener;

    • f.

      belanghebbende: persoon die is ingeschreven in de gemeente Ede en voldoet aan de voorwaarden van artikel 11 en artikel 13 lid 1 van de wet;

    • g.

      ten laste komende kind: het kind jonger dan 18 jaar voor wie aan de alleenstaande ouder of de gehuwde op grond van artikel 18 van de Algemene Kinderbijslagwet kinderbijslag wordt betaald, zal worden betaald of zou worden betaald indien artikel 7, tweede lid, van die wet niet van toepassing zou zijn;

    • h.

      pleegkind: een pleegkind is een kind dat geen eigen kind is, wel tot het gezin behoort en dat men opvoedt en onderhoudt als een eigen kind. De pleegouder beschikt daarbij over een pleegcontract als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid Jeugdwet.

  • 2.

    De inhoud van de overige in deze beleidsregel gebruikte begrippen is gelijkluidend aan die in de wet, tenzij daarvan expliciet wordt afgeweken.

  • 3.

    Als de inhoud van een begrip bij de toepassing van deze beleidsregel niet eenduidig blijkt te zijn, bepalen burgemeester en wethouders de nadere invulling c.q. interpretatie van dit begrip.

Artikel 2 Tegemoetkoming kosten zwemles

  • 1.

    Aan een belanghebbende die een inkomen heeft van ten hoogste 130% van de voor hem geldende bijstandsnorm, of een schuldentraject volgt of gebruik maakt van de Voedselbank, kan een tegemoetkoming worden verstrekt in de kosten van zwemlessen van zijn ten laste komende kinderen en pleegkinderen in de leeftijd van 5 tot en met 8 jaar.

  • 2.

    De tegemoetkoming bedraagt eenmalig € 707,00 per kind als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    De zwemlessen moeten gericht zijn op het behalen van het zwemdiploma A.

  • 4.

    Deze tegemoetkoming wordt niet verstrekt als de belanghebbende beschikt of kan beschikken over een vermogen boven het vrij te laten vermogen overeenkomstig artikel 34 Participatiewet.

Artikel 3 Kindpakket voor kinderen op het basis- en voortgezet onderwijs

  • 1.

    Aan een belanghebbende die een inkomen heeft van ten hoogste 130% van de voor hem geldende bijstandsnorm, of een schuldentraject volgt of gebruik maakt van de Voedselbank, kan als tegemoetkoming in kosten een kindpakket worden verstrekt ten behoeve van zijn ten laste komende kinderen en pleegkinderen die basis- of voortgezet onderwijs volgen.

  • 2.

    De hoogte van de tegemoetkoming is vastgesteld op;

    • a.

      € 145,00 per kalenderjaar voor een ten laste komend kind of pleegkind in de leeftijd van 4 tot en met 11 jaar;

    • b.

      € 200,00 per kalenderjaar voor een ten laste komend kind of pleegkind in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar.

  • 3.

    Voor een ten laste komend kind of pleegkind kan slechts één maal per kalenderjaar een kindpakket worden toegekend.

  • 4.

    Voor kinderen van 11 jaar geldt dat zij recht hebben op de hogere vergoeding, genoemd in lid 2 onder b, in het jaar dat zij 12 jaar worden.

  • 5.

    Deze tegemoetkoming wordt niet verstrekt als de belanghebbende beschikt of kan beschikken over een vermogen boven het vrij te laten vermogen overeenkomstig artikel 34 Participatiewet.

Artikel 4 Regeling laptop en/of fiets

  • 1.

    Aan een belanghebbende die een inkomen heeft van ten hoogste 130% van de voor hem geldende bijstandsnorm, of een schuldentraject volgt of gebruik maakt van de Voedselbank, kan ten behoeve van zijn ten laste komend kind of pleegkind éénmalig een laptop en/of fiets worden verstrekt als dat kind voor het eerst gaat deelnemen aan het voortgezet onderwijs in Nederland.

  • 2.

    Verstrekking van een laptop en/of fiets geschiedt in natura.

  • 3.

    De regeling kan worden aangevraagd in het eerste schooljaar van het voortgezet onderwijs.

  • 4.

    De regeling kan 5 maanden voor het ingaan van het nieuwe schooljaar worden aangevraagd. Voor de aanvraag is een bevestiging van aanmelding een vereiste.

  • 5.

    Deze tegemoetkoming wordt niet verstrekt als de belanghebbende beschikt of kan beschikken over een vermogen boven het vrij te laten vermogen overeenkomstig artikel 34 Participatiewet.

Artikel 5 Tegemoetkoming kosten maatschappelijke participatie voor kinderen (regeling: Meer kinderen meedoen)

  • 1.

    Aan een belanghebbende die een inkomen heeft van ten hoogste 130% van de voor hem geldende bijstandsnorm, of een schuldentraject volgt of gebruik maakt van de Voedselbank, kan ten behoeve van zijn ten laste komende kinderen en pleegkinderen een tegemoetkoming worden verstrekt in de kosten voor maatschappelijke participatie.

  • 2.

    Kosten voor maatschappelijke participatie als bedoeld in het eerste lid zijn kosten voor sportieve, culturele en recreatieve activiteiten bedoeld om mee te doen aan de maatschappij.

  • 3.

    De tegemoetkoming is bedoeld voor zijn ten laste komende kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar.

  • 4.

    De hoogte van de tegemoetkoming is vastgesteld op € 225,00.

  • 5.

    Deze tegemoetkoming wordt niet verstrekt als de belanghebbende beschikt of kan beschikken over een vermogen boven het vrij te laten vermogen overeenkomstig artikel 34 Participatiewet.

  • 6.

    De tegemoetkoming wordt overgemaakt aan de vereniging, organisatie of instelling die de activiteit levert.

  • 7.

    De tegemoetkoming dient uiterlijk op 1 december van het betreffende kalenderjaar te worden aangevraagd.

Artikel 6 Tegemoetkoming kosten maatschappelijke participatie voor volwassen (regeling: Meer volwassenen meedoen)

  • 1.

    Aan een belanghebbende die een inkomen heeft van ten hoogste 130% van de voor hem geldende bijstandsnorm of een schuldentraject volgt of gebruik maakt van de Voedselbank kan een tegemoetkoming worden verstrekt in de kosten voor maatschappelijke participatie.

  • 2.

    Kosten voor maatschappelijke participatie als bedoeld in het eerste lid zijn kosten voor sportieve, culturele en recreatieve activiteiten bedoeld om mee te doen aan de maatschappij.

  • 3.

    De tegemoetkoming is bedoeld voor belanghebbenden van 18 jaar en ouder.

  • 4.

    De tegemoetkoming bedraagt maximaal € 225,00 per persoon per kalenderjaar.

  • 5.

    Deze tegemoetkoming wordt niet verstrekt als de belanghebbende beschikt of kan beschikken over een vermogen boven het vrij te laten vermogen overeenkomstig artikel 34 Participatiewet.

  • 6.

    De tegemoetkoming wordt overgemaakt aan de vereniging, organisatie of instelling die de activiteit levert.

  • 7.

    De tegemoetkoming dient uiterlijk op 1 december van het betreffende kalenderjaar te worden aangevraagd.

  • 8.

    De inwoner van 18 jaar die in het betreffende kalenderjaar al een tegemoetkoming heeft ontvangen vanuit de regeling meer kinderen meedoen, is uitgesloten van het recht op meer volwassenen meedoen.

Artikel 7 Hoge zorgkosten

  • 1.

    Een vergoeding voor hoge zorgkosten kan worden verstrekt als deze vergoeding vooraf wordt aangevraagd en naar beoordeling van het college noodzakelijk en de goedkoopst mogelijke zijn.

  • 2.

    Hoge zorgkosten kunnen worden aangevraagd als de zorgkosten niet in verhouding zijn tot het inkomen en de lasten van de aanvrager en het kan niet gespreid worden betaald. In nadere instructie wordt uitgewerkt hoe de berekening wordt gemaakt.

  • 3.

    Onder de hoge zorgkosten vallen ook de kosten die gemaakt worden voor het overstappen van de huidige zorgverzekeraar naar de collectieve zorgverzekeraar van de gemeente Ede gedurende het kalenderjaar. Tussentijds overstappen naar de collectieve verzekering is mogelijk als de hoogte van de premie die betaald wordt voor de oude verzekering overeenkomt met de hoogte van de premie van het gekozen pakket van de collectieve verzekering.

  • 4.

    Bij de beoordeling van de kosten bedoeld in lid 1 en 3 mogen er geen betalingsachterstanden zijn voor het eigen risico zoals bedoeld in de zorgverzekeringswet.

  • 5.

    Om in aanmerking te komen voor hoge zorgkosten wordt de aanvrager geacht aanvullend verzekerd te zijn voor zorg en tandartskosten.

  • 6.

    Op de vergoeding hoge zorgkosten wordt draagkracht in mindering gebracht. Draagkracht wordt vastgesteld conform de beleidsregel bijzondere bijstand gemeente Ede 2024. In afwijking daarvan gelden de volgende uitgangspunten:

    • a.

      draagkrachtruimte: het inkomen voor zover dit uitstijgt boven 150% van de geldende bijstandsnorm;

    • b.

      liquide middelen: de vrijlatingen van heel artikel 34 PW zijn niet van toepassing; de liquide middelen behoren tot de draagkracht, hierop wordt éénmaal de geldende bijstandsnorm zoals genoemd in artikel 19 tot en met 24 PW in mindering gebracht.

  • 7.

    Indien er sprake is van tekortschietende besef van verantwoordelijkheid kunnen de kosten in de vorm van een lening worden vergoed.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Als belanghebbende niet in aanmerking komt voor inkomensondersteuning kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor inkomensondersteuning, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 9 Indexering

De hoogte van de in deze beleidsregel genoemde bedragen wordt jaarlijks herzien.

Artikel 10 Overgangsrecht

Aanvragen die worden gedaan na inwerkingtreding van deze Beleidsregel worden beoordeeld met toepassing van deze Beleidsregel, ook, indien de aanvraag betrekking heeft op een periode gelegen vóór de inwerkingtreding.

Artikel 11 Slotbepaling

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    De Beleidsregel inzake bijzondere bijstand, leenbijstand en minimabeleid 2021 wordt ingetrokken.

  • 3.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel inkomensondersteuning Ede 2024.

     

     

Vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 5 december 2023, zaaknummer 422604.

 

Het college voornoemd,

drs. R.F. Groen MPA

de secretaris,

mr. L.J. Verhulst

de burgemeester.

Toelichting

Tegemoetkoming kosten maatschappelijke participatie

Maatschappelijk participeren is van belang voor een gezonde samenleving. Meedoen biedt plezier en ontspanning en draagt bij aan de ontwikkeling van mensen. Dit kan ook weer bijdragen aan een beter werkzaam leven. Uit onderzoek blijkt dat volwassenen met een laag inkomen nauwelijks financiële ruimte hebben om maatschappelijk te participeren. Daarom is besloten om ook voor deze groep een regeling te treffen zodat ook zij kunnen meedoen. Om ervoor te zorgen dat de doelgroep ook structureel meedoet aan maatschappelijke participatie wordt een instrument ontwikkeld dat hiertoe bijdraagt. Voor de regelingen meer kinderen meedoen en meer volwassenen meedoen, doen we dit in de vorm van een webshop. Waarbij de doelgroep een keuze kan maken uit het activiteitenaanbod van de gemeente Ede. De vereniging, het buurthuis of de instelling krijgt de tegemoetkoming dan rechtstreeks overgemaakt.

 

Artikel 1 begripsbepaling

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen toelichting.

 

Artikel 2 Tegemoetkoming kosten zwemles

Vanwege het wegvallen van de door de gemeente meegefinancierde zwemles via school ontstaat de situatie dat de kosten van zwemlessen voor kinderen volledig ten laste van het budget voor de algemene kosten van het bestaan zouden komen. Deze kosten zijn dermate hoog, dat zij een aanzienlijke belasting zouden vormen voor personen met een laag inkomen. Zwemles wordt voor kinderen wel noodzakelijk geacht. Daarom kan er een tegemoetkoming vanuit het Minimabeleid worden verstrekt aan personen met een laag inkomen. De doelgroep is afgebakend tot kinderen van 5 tot en met 8 jaar oud. Dat is een normale leeftijd waarop kinderen leren zwemmen. Het moet gaan om zwemles die gericht is op het behalen van zwemdiploma A. De tegemoetkoming bedraagt € 707,00 per kind en is eenmalig. De vergoeding is kostendekkend.

 

Artikel 3 Kindpakket voor kinderen op het basis- en voortgezet onderwijs

Ten behoeve van kinderen die basis- of voortgezet onderwijs volgen wordt op aanvraag vanuit de inkomensondersteuning een tegemoetkoming verstrekt voor kosten om te voorzien in de meest noodzakelijke behoeften, aangevuld met zaken om mee te kunnen doen in de samenleving (kindpakket). Denk hierbij aan het verstrekken van een tegoed voor basisbenodigdheden zoals een stel zomer- en winterkleding, een fiets en andere voorkomende kosten. Maar ook de extra schoolkosten zouden hiervan betaald kunnen worden zoals kosten van schoolreisje of studiereis, aanschaf van sportkleding of schooltas. Omdat de kosten van oudere kinderen hoger zijn is de waarde van het kindpakket per kalenderjaar voor kinderen vanaf 12 tot en met 17 jaar € 200,00 en voor kinderen tussen de 4 en 12 jaar € 145,00. Voor de kinderen kan slechts één maal per kalenderjaar een tegemoetkoming worden toegekend. De tegemoetkoming wordt beschikbaar gesteld als is vastgesteld dat het kind tot de doelgroep behoort.

 

Artikel 4 Regeling laptop en/of fiets

Aan een belanghebbende die een inkomen heeft van ten hoogste 130% van de voor hem geldende bijstandsnorm of een schuldentraject volgt of gebruik maakt van de voedselbank, kan voor zijn kinderen éénmalig (in natura) een laptop en/of fiets beschikbaar worden gesteld bij aanvang van het voortgezet onderwijs.

 

Artikel 5 Tegemoetkoming kosten maatschappelijke participatie voor kinderen (regeling: Meer kinderen meedoen)

Per kind dat tot de doelgroep behoort (4 tot en met 17 jaar), kan aan de belanghebbende een bedrag van € 225,00 per kalenderjaar beschikbaar worden gesteld als tegemoetkoming in de kosten van maatschappelijke participatie van die kinderen. De uitbetaling van de tegemoetkoming geschiedt niet aan belanghebbende zelf maar aan de instelling die de activiteit levert.

 

Artikel 6 Tegemoetkoming kosten maatschappelijke participatie voor volwassenen (regeling: Meer

volwassenen meedoen)

Aan de volwassene die tot de doelgroep behoort, kan een bedrag van € 225,00 per kalenderjaar beschikbaar worden gesteld ontvangen als tegemoetkoming in de kosten van maatschappelijke participatie. De uitbetaling van de tegemoetkoming geschiedt niet aan belanghebbende zelf maar aan de instelling die de activiteit levert.

 

Artikel 7 hoge zorgkosten

Hoge zorgkosten zijn op 26 november 2015 ingevoerd door het college. De regeling heeft als doel om inwoners die tussen wal en het schip vallen te voorzien in een tegemoetkoming voor hoge zorgkosten.

 

Onder de hoge zorgkosten vallen alle kosten die niet meer onder de zorgverzekering vallen om budgettaire redenen (of niet meer onder de WMO valt omdat het algemeen gebruikelijk is) zoals eigen bijdrage, medicatie zoals de pil, bril). Kosten die niet onder de zorgverzekering zoals reiskosten, alarmeringskosten, maaltijdvergoeding worden niet volgens de hoge zorgkosten beoordeeld.

 

De beoordeling Hoge zorgkosten geschied op dezelfde manier als die voor de bijzondere bijstand alleen met een afwijkende draagkrachtruimte en vermogen. Hierbij wordt vooral gekeken naar de kosten die niet in verhouding zijn met het inkomen en andere lasten van de aanvrager. In een nadere instructie is uitgewerkt hoe dit wordt berekend voor periodieke hoge zorgkosten en voor incidentele hoge zorgkosten.

 

Draagkrachtruimte wordt niet zoals de bijzondere bijstand 130% van de geldende bijstandsnorm gehanteerd maar 150%. Er is geen vrijstelling op het vermogen maar er wordt gekeken naar liquide middelen (beschikbare geldmiddelen) alles wordt tot de draagkracht gerekend. Wel wordt éénmaal de geldende bijstandsnorm, bedoeld voor leefgeld in mindering gebracht. Het gaat om kosten die in principe uit eigen middelen betaald zouden moeten kunnen worden. Anders waren ze wel opgenomen in het pakket van de zorgverzekering. Men wordt dus geacht te reserveren voor deze kosten. Het inzetten van eigen middelen boven de norm levensonderhoud is daarom ook gerechtvaardigd.

 

Als er sprake is van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid heeft het college de mogelijkheid om de kosten niet om niet maar in de vorm van een lening te verstrekken. Een voorbeeld van tekortschietend besef is ook als in het verleden bewust een keuze is gemaakt om niet deel te nemen aan de RUB regeling of een soort gelijke regeling voor schulden.

 

Om in aanmerking te komen voor hoge zorgkosten wordt de aanvrager geacht aanvullend verzekerd te zijn voor zorg en tandartskosten. Indien dit niet het geval is, wordt het tekortschietend besef beoordeeld en is het mogelijk om alleen de noodzakelijke kosten te vergoeden met als verplichting voor volgend kalenderjaar een hogere aanvullende verzekering af te sluiten.

 

Artikel 8 Hardheidsclausule

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen toelichting.

 

Artikel 9 indexering

Periodiek wordt beoordeeld of indexering van de bedragen nodig is. Gezien de aard van de vergoedingen is hier niet één specifiek indexeringspercentage aan gekoppeld. Zo is de vergoeding voor het diploma zwemmen een kostendekkende vergoeding terwijl bij andere vormen van inkomensondersteuning rekening wordt gehouden met onderzoeken van onder andere het Nibud over de koopkracht van de doelgroep.

 

Artikel 10 Overgangsrecht

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen toelichting.

 

Artikel 11 Slotbepaling

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen toelichting.