Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Meppel

Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Meppel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMeppel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Meppel
CiteertitelSubsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Meppel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene Subsidieverordening Meppel

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

05-12-2023

gmb-2023-530647

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Meppel

Het college van burgemeester en wethouders van Meppel;

gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Meppel;

besluit vast te stellen de Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Meppel:

 

Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Meppel

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1 Definities

  • 1.

    In deze regeling wordt verstaan onder:

    • geregistreerd kindercentrum;

    • houder;

    • kinderopvangtoeslag;

    • ouder;

    dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet kinderopvang.

  • 2.

    In deze regeling wordt verder verstaan onder:

    • Asv: Algemene subsidieverordening Meppel;

    • college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meppel;

    • doelgroeppeuter: een peuter in de leeftijd van 2.5 jaar tot 4 jaar die een VVE-indicatie heeft gekregen van de Jeugdgezondheidszorg;

    • IKK: de wet Innovatie Kwaliteit Kinderopvang;

    • JGZ: jeugdgezondheidszorg;

    • kinderopvang: in het LRK geregistreerde organisatie voor kinderopvang gesitueerd in de gemeente Meppel;

    • kindvolgsysteem: een systeem waarmee de vorderingen in de ontwikkeling van kennis en vaardigheden van kinderen worden gevolgd en vastgelegd.

    • LEA: Lokale Educatieve(Jeugd) Agenda, een overlegstructuur;

    • LRK: Landelijk Register Kinderopvang waarin houders van kinderopvang en peuteropvang en alle locaties zijn opgenomen die voldoen aan de Wet innovatie en Kwaliteit Kinderopvang;

    • Nji: het Nederlands Jeugdinstituut is een nationaal kenniscentrum over opvoeden en opgroeien;

    • ouderbijdrage: de inkomensafhankelijke bijdrage die door ouders betaald wordt aan de houder;

    • overdrachtsformulier: het formulier dat gebruikt wordt door de houder om kennis zoals opgebouwd in het kindvolgsysteem over te dragen aan de basisschool waar de peuter naar toe gaat als hij of zij vier jaar is;

    • peuter: een bij de gemeente Meppel in de basisregistratie ingeschreven kind in de leeftijd van twee tot vier jaar;

    • peuteropvang: in het LRK geregistreerde peuteropvang gesitueerd in de gemeente Meppel. Richt zich met name op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen van 2 jaar tot de start op de basisschool gedurende een beperkt aantal dagdelen per week.

    • peuterplaats ontwikkelingsvoorsprong: een aanbod van peuteropvang voor peuters met een ontwikkelingsvoorsprong binnen een bestaande peutergroep, een bestaande VE-peutergroep, of een aparte peutergroep gericht op peuters met een ontwikkelingsvoorsprong.

    • peuterplaats: een aanbod peuteropvang gedurende twee dagdelen op twee verschillende dagen en in totaal 8 uur per week gedurende 40 weken per jaar;

    • VE: Voorschoolse Educatie;

    • VE-peuterplaats: een aanbod VE-peuteropvang gedurende vier dagdelen en in totaal 16 uur per week gedurende 40 weken per jaar;

    • Voorschoolse voorzieningen: kinderdag- en peuteropvang. Aangeboden door professionele aanbieders die geregistreerd staan in het landelijk register kinderopvang (LRK).

    • VVE indicatie: indicatie afgegeven door Jeugdgezondheidszorg waaruit blijkt dat het gaat om een doelgroeppeuter

    • VVE: Voor- en Vroegschoolse educatie. Een aanbod gericht op het verminderen van onderwijsachterstanden van door de JGZ geïndiceerde VE-doelgroeppeuters. Voorschoolse educatie vindt plaats in voorschoolse voorzieningen. Vroegschoolse educatie vindt plaats in groep 1 en 2 van de basisschool.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is gericht op deelname van peuters, van wie de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag, aan reguliere peuteropvang (peuterplaats), de deelname van doelgroeppeuters aan een VE-programma (VE-peuterplaats) en het realiseren van een aanbod voor peuters met een ontwikkelingsvoorsprong.

Artikel 3 Doel

De subsidiëring heeft als doel zowel de algemene ontwikkeling als de taalontwikkeling bij peuters te stimuleren zodat alle kinderen op de basisschool kunnen starten met tenminste het benodigde basisniveau.

Artikel 4 Aanvrager

Een subsidie kan alleen worden aangevraagd door een houder die geregistreerd is bij het LRK.

Artikel 5 Aanvraag

  • 1.

    In overeenstemming met artikel 6, eerste lid en tweede lid, van de Asv wordt een aanvraag digitaal ingediend door middel van het aanvraagformulier Peuteropvang of Voorschoolse Educatie Meppel en de in het formulier gevraagde aanvullende informatie.

  • 2.

    In de aanvraag wordt door de aanvrager tenminste aangegeven voor hoeveel peuters en doelgroeppeuters een traject kan worden aangeboden.

Artikel 6 Aanvraagtermijn

  • 1.

    In overeenstemming met de Asv wordt een aanvraag om subsidie uiterlijk 15 november voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft ingediend.

  • 2.

    Indien een houder gedurende het subsidiejaar meer gesubsidieerde peuterplaatsen invult of verwacht in te vullen dan oorspronkelijk is aangevraagd, is het mogelijk om een gewijzigde aanvraag in te dienen, uiterlijk op 1 augustus in het jaar waarop de oorspronkelijke aanvraag betrekking heeft.

Artikel 7 Beslistermijn

  • 1.

    In overeenstemming met de Asv beslist het college over de aanvraag bedoeld in artikel 6 eerste lid uiterlijk op 31 december voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft .

  • 2.

    Het college beslist over een gewijzigde aanvraag als bedoeld in artikel 6 lid 2 binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 3.

    Het college kan het besluit op een aanvraag met ten hoogste zes weken verdagen. Het college stelt de houder hiervan schriftelijk in kennis.

     

Paragraaf 2 Subsidiabele activiteiten

 

Artikel 8 Activiteiten Peuterplaats

De subsidie kan worden verstrekt voor de deelname van een peuter aan reguliere peuteropvang. De subsidie wordt verstrekt voor een maximum van 8 uren per week, verdeeld over 2 dagdelen, gedurende 40 weken per jaar.

Artikel 9 Criteria peuterplaats

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 8 in aanmerking te komen, moet worden voldaan aan de volgende criteria:

  • 1.

    De ouders van de betreffende peuter moeten aantoonbaar geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

  • 2.

    Ouders betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage conform de jaarlijkse VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang. Ouders met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm betalen geen eigen bijdrage. De organisatie voor kinderopvang dient op basis van door ouders ingediende Inkomstenbelastingopgaves de hoogte van de ouderbijdrage vast te stellen. De ouders betalen de ouderbijdrage aan de organisatie voor kinderopvang.

Artikel 10 Activiteiten VE-peuterplaats

  • 1.

    De subsidie kan worden verstrekt voor de deelname van een doelgroeppeuter aan het VE-aanbod. De subsidie wordt verstrekt voor een maximum van 16 uren per week, verdeeld over 3 of 4 dagdelen, gedurende 40 weken per jaar.

  • 2.

    De subsidie kan worden verstrekt voor de inzet van een hbo Pedagogisch beleidsmedewerker op de VVE-groep, conform het Wijzigingsbesluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

  • 3.

    De subsidie kan worden verstrekt voor het waarborgen van de kwaliteit van de voorschoolse educatie. Daaronder vallen de kosten voor opleiding en scholing, educatieve materialen, ontwikkelingsvolgsystemen, extra uren ten behoeve van ouderbetrokkenheid en andere activiteiten die aantoonbaar bijdragen aan het verbeteren en waarborgen van de kwaliteit van de voorschoolse educatie.

Artikel 11 Criteria VE-peuterplaats

  • 1.

    Om voor subsidie als bedoeld in artikel 10, eerste lid, in aanmerking te komen, moet worden voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      Het aanbod van peuteropvang met VE wordt geboden volgens de vastgestelde VVE kwaliteitseisen zoals vastgelegd in de IKK en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

    • b.

      Bij aanvang van de voorschoolse educatie wordt beschikt over een VVE- indicatie van de JGZ voor de betreffende doelgroeppeuter;

    • c.

      De subsidie VE-peuteropvang wordt alleen verstrekt aan doelgroeppeuters die ook gebruik maken van het aanbod peuteropvang;

  • 2.

    Om voor subsidie als bedoeld in artikel 10, tweede lid, in aanmerking te komen, moet worden voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      de hbo Pedagogisch beleidsmedewerker wordt voor minimaal 10 uur gemiddeld per doelgroeppeuter per locatie per jaar ingezet. Het totaal aantal voorgeschreven uren per locatie mag door de opvangorganisatie naar eigen inzicht worden ingezet, zolang de inzet gericht is op kwaliteitsverbetering van de beroepskrachten en het aanbod van de VE op de groepen waar doelgroepkinderen aan deelnemen;

    • b.

      de hbo Pedagogisch beleidsmedewerker beschikt over hbo werk- en denkniveau, gelijk aan de eisen zoals gesteld in de Wet IKK en zoals ze zijn uitgewerkt in de CAO Kinderopvang en de CAO Sociaal werk. De hbo Pedagogisch beleidsmedewerker heeft minimaal een geschikte hbo vooropleiding gericht op de ontwikkeling van kinderen en de manier waarop die ontwikkeling zo optimaal mogelijk kan worden ondersteund. Zie hiervoor de lijst Branche erkende Scholing voor Pedagogisch beleidsmedewerker/coach. Een mbo 4-diploma aangevuld met een branche-erkende opleiding is ook mogelijk.

  • 3.

    Om voor subsidie als bedoeld in artikel 10, derde lid, in aanmerking te komen, moet worden voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      de subsidie wordt ingezet voor het waarborgen van de kwaliteit van het VE-aanbod zoals beschreven in artikel 10 lid 3.

    • b.

      Aangeschafte leermiddelen worden zoveel mogelijk duurzaam ingezet, ook in opvolgende jaren.

Artikel 12 Activiteiten peuterplaats ontwikkelingsvoorsprong

De subsidie kan worden verstrekt voor het bieden van een passend aanbod voor peuters met een ontwikkelingsvoorsprong. Daaronder vallen kosten voor het bijscholen van pedagogisch medewerkers op thema’s rond het onderwerp ‘peuters met een ontwikkelingsvoorsprong’ en het aanschaffen van passende leermiddelen voor peuters met een ontwikkelingsvoorsprong.

Artikel 13 Criteria peuterplaats ontwikkelingsvoorsprong

  • 1.

    Om voor subsidie als bedoeld in artikel 12 in aanmerking te komen, moet worden voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      Het aanbod van peuteropvang voor peuters met een ontwikkelingsvoorsprong wordt geboden binnen een bestaande peutergroep, een bestaande VE-peutergroep, of een aparte peutergroep gericht op peuters met een ontwikkelingsvoorsprong.

    • b.

      de subsidie wordt ingezet voor het waarborgen van de kwaliteit van het aanbod voor peuters met een ontwikkelingsvoorsprong zoals beschreven in artikel 12.

    • c.

      Aangeschafte leermiddelen worden zoveel mogelijk duurzaam ingezet, ook in opvolgende jaren.

Artikel 14 Verplichtingen

De houder die subsidie ontvangt dient te voldoen aan de volgende verplichtingen:

  • 1.

    werkt samen met het basisonderwijs om een doorgaande lijn te bevorderen en te borgen;

  • 2.

    werkt met een kind- of ontwikkelvolgsysteem;

  • 3.

    bij een aanbod Voorschoolse Educatie werkt met een NJI-erkend VVE-programma of een programma dat voldoet aan de voorwaarden zoals geformuleerd door de Inspectie van het Onderwijs;

  • 4.

    wordt positief beoordeeld door de GGD en Inspectie van het Onderwijs ten aanzien van de kwaliteit van het aanbod;

  • 5.

    zorgt voor een overdracht van gegevens over de ontwikkeling van het kind bij de doorstroom naar het basisonderwijs en maakt daarbij gebruik van het overdrachtsformulier;

  • 6.

    zorgt, als het gaat om een doelgroeppeuter, voor een ‘warme’ overdracht door middel van een overdrachtsgesprek tussen houder, basisschool en indien mogelijk een ouder;

  • 7.

    betrekt ouders en ondersteunt bij het stimuleren van de ontwikkeling van hun kinderen;

  • 8.

    maakt actief gebruik van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

  • 9.

    werkt samen met de jeugdgezondheidszorg en de consulenten van de gemeente Meppel;

  • 10.

    werkt mee aan het verder ontwikkelen en verbeteren van het aanbod peuteropvang en eventueel Voorschoolse Educatie en aanverwante onderwerpen;

  • 11.

    is aangesloten bij de gemeentelijke overlegstructuren (tenminste de LEA en/of LEA-werkgroepen);

  • 12.

    voldoet aan de vereisten uit de Wet kinderopvang en de hieruit voortvloeiende regelgeving;

  • 13.

    is aangesloten bij het monitoringssysteem waarmee de gemeente werkt;

  • 14.

    verwerkt vier keer per jaar, of op verzoek vaker, gegevens rond peuteropvang en VVE in het monitoringssysteem waarmee de gemeente werkt;

  • 15.

    wanneer voor een peutergroep gebruik wordt gemaakt van de subsidie voor een peuterplaats ontwikkelingsvoorsprong zoals bedoeld in artikel 13, wordt de aanwezigheid van expertise op het gebied van een ontwikkelingsvoorsprong in de betreffende peutergroep actief naar externen gecommuniceerd, zoals op de website van de houder of in foldermateriaal.

Artikel 15 Vaststelling van de subsidie

  • 1.

    De subsidieontvanger dient vóór 1 april na afloop van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling in bij het college.

  • 2.

    Onderdeel van de aanvraag tot vaststelling is het Verantwoordingsformulier Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Meppel met daarin een overzicht van:

    • a.

      de besteding van de kwaliteitssubsidie als bedoeld in artikel 10 lid 3.

    • b.

      de besteding van de kwaliteitssubsidie als bedoeld in artikel 12

  • 3.

    Bij de beoordeling van de aanvraag tot vaststelling wordt gebruik gemaakt van de gegevens die beschikbaar zijn in het monitoringssysteem dat in de gemeente gebruikt wordt rond het feitelijke aantal bezette peuterplaatsen en VE-peuterplaatsen over het voorbij kalenderjaar.

  • 4.

    Het college stelt de subsidie vast binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling. Het college kan dit besluit met ten hoogste acht weken verdagen. Het college stelt de houder hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 16 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie per reguliere peuterplaats zoals bedoeld in artikel 8 bedraagt maximaal 8 uur per week, 40 weken per jaar, vermenigvuldigd met het maximum uurtarief voor dagopvang zoals bedoeld in artikel 4 Besluit Kinderopvangtoeslag, en heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van de ouderbijdrage die jaarlijks vastgesteld wordt door het college. De hoogte van de ouderbijdrage wordt vastgesteld op basis van de VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang. Ouders met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm betalen geen eigen bijdrage.

  • 2.

    De subsidie per VE-peuterplaats bedraagt maximaal 16 uur per week, 40 weken per jaar, vermenigvuldigd met het maximum uurtarief voor dagopvang zoals bedoeld in artikel 4 Besluit Kinderopvangtoeslag plus een VVE-opslag van 15%, en heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van de ouderbijdrage of kinderopvangtoeslag, indien van toepassing. De hoogte van de ouderbijdrage wordt vastgesteld op basis van de VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang. Ouders met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm betalen geen eigen bijdrage

  • 3.

    Voor de hoogte van de subsidiebijdrage voor de inzet van de hbo pedagogisch beleidsmedewerker geldt per jaar per doelgroeppeuter een toeslag van 10 uur vermenigvuldigd met een uurtarief van €44.

  • 4.

    Voor de hoogte van de subsidiebijdrage als bedoeld in artikel 10 lid 3 gaat de gemeente uit van een vast tarief per VE-groep en kinderopvangorganisatie:

    • -

      € 3500 per organisatie per jaar voor VE-opleidingen

    • -

      € 380 per organisatie per jaar voor taaltoetsen

    • -

      €750 per VE-groep per jaar voor bijscholing

    • -

      €1000 per VE-groep per jaar voor materialen

  • 5.

    Voor de hoogte van de subsidiebijdrage als bedoeld in artikel 12 gaat de gemeente uit van een vast tarief per peutergroep, VE-peutergroep of speciale peutergroep gericht op peuters met een ontwikkelingsvoorsprong:

    • -

      € 1000 per groep per jaar voor opleidingen voor medewerkers op thema’s rond het onderwerp ‘peuters met een ontwikkelingsvoorsprong’

    • -

      € 250 per groep per jaar voor materialen

  • 6.

    De bedragen uit lid 4 en 5 van dit artikel zijn maximale tarieven en moeten verantwoord worden conform artikel 15 op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten.

  • 7.

    Het uurtarief uit lid 3 van dit artikel wordt jaarlijks geïndexeerd met de stijging van de CAO kinderopvang. Het genoemde uurtarief geldt voor 2023.

  • 8.

    Het tarief uit lid 4 en 5 van dit artikel wordt verhoogd met het indexeringspercentage dat de gemeenteraad voor dit onderwerp in de gemeentelijke begroting toepast. De genoemde tarieven gelden voor 2024.

Artikel 17 Weigeringsgronden

In aanvulling op of in overeenstemming met artikel 9 van de Asv weigert het college een subsidie als:

  • 1.

    er niet voldaan wordt aan de criteria en verplichtingen van deze subsidieregeling;

  • 2.

    de subsidieaanvrager niet langer staat ingeschreven in het LRK;

  • 3.

    de activiteiten naar het oordeel van het college niet of onvoldoende bijdragen aan het doel van de subsidieregeling dan wel niet passen binnen de subsidiabele activiteiten die in deze regeling worden omschreven.

Paragraaf 4 Slotbepalingen

 

Artikel 18 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Meppel.

     

Aldus vastgesteld 5 december 2023

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris,

de burgemeester,