Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zwolle

Verordening op de adviescommissies voor omgevingskwaliteit Zwolle

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZwolle
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de adviescommissies voor omgevingskwaliteit Zwolle
CiteertitelVerordening op de adviescommissies voor omgevingskwaliteit Zwolle
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur en organisatie
Externe bijlagenspoorzone algemene toelichting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

27-11-2023

gmb-2023-528269

rb 2023-27.11

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de adviescommissies voor omgevingskwaliteit Zwolle

Gemeente Zwolle, bekendmaking Verordening op de adviescommissies voor omgevingskwaliteit Zwolle

De Raad van de gemeente Zwolle heeft in de vergadering van 27 november 2023 de Verordening op de adviescommissies voor omgevingskwaliteit Zwolle vastgesteld.

Deze verordening treedt 1 januari 2024 in werking.

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

 

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    commissies: gemeentelijke adviescommissies als bedoeld in artikel 17.9 van de wet, genaamd:

  • Adviescommissie voor omgevingskwaliteit Zwolle;

  • Adviescommissie voor omgevingskwaliteit Spoorzone.

  • -

    de wet: de Omgevingswet.

  • -

    goede omgevingskwaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.3 van de wet.

Artikel 2. Afbakening

De adviescommissie voor omgevingskwaliteit Spoorzone adviseert over het gebied als aangegeven op het kaartbeeld in de bijlage (Programma Spoorzone) bij deze verordening. De adviescommissie voor omgevingskwaliteit Zwolle is voor het overig deel van het grondgebied van de gemeente Zwolle adviseur. Indien aan de orde en voor zover nodig, vindt er afstemming plaats tussen beide commissies.

Paragraaf 2. Adviestaak

 

Artikel 3. Taak en werkzaamheden

  • 1.

    De commissies hebben als taak de raad en burgemeester en wethouders te adviseren bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden op grond van de wet met het oog op het bereiken, in stand houden en versterken van een goede omgevingskwaliteit en al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Dit betreft onder andere advisering ten aanzien van beleidsontwikkeling, opgavegerichte advisering, ontwerpgerichte advisering en beoordelingsgerichte advisering.

  • 2.

    Ter uitvoering van haar taak zijn burgemeester en wethouders verplicht de commissies advies te vragen over:

    • a.

      een aanvraag om of een ontwerpbesluit voor een omgevingsvergunning voor een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een (voorbeschermd) monument;

    • b.

      een aanvraag om of een ontwerpbesluit voor een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op een gemeentelijk monument;

    • c.

      een aanvraag om of een ontwerpbesluit voor een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit in geval een commissie in het omgevingsplan als adviseur is aangewezen;

    • d.

      het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aanwijzen van een onroerende zaak als rijksmonument ingevolge artikel 3.1, eerste lid, van de Erfgoedwet;

    • e.

      het aan een locatie geven, wijzigen of intrekken van de functie-aanduiding gemeentelijk monument op grond van artikel 4.2, eerste lid, van de wet.

  • 3.

    Ter uitvoering van haar taak kunnen burgemeester en wethouders de commissies advies vragen over:

    • a.

      een aanvraag om of een ontwerpbesluit voor een omgevingsvergunning voor een andere activiteit dan genoemd in het tweede lid, met het oog op het bereiken, in stand houden of versterken van een goede omgevingskwaliteit;

    • b.

      het ontwikkelen van beleid inclusief omgevingsvisie, omgevingsplan en maatwerkregels voor de omgevingskwaliteit;

    • c.

      het nemen van besluiten op grond van regels in verordeningen op grond van artikel 149 van de Gemeentewet die een eis bevatten ten aanzien van het uiterlijk van bouwwerken, de zorg voor cultureel erfgoed of andere zaken die de goede omgevingskwaliteit betreffen;

    • d.

      het stellen van maatwerkvoorschriften in verband met het uiterlijk van bouwwerken, de zorg voor cultureel erfgoed en andere zaken die de omgevingskwaliteit betreffe

  • 4.

    Ter uitvoering van haar taak

    • a.

      kunnen de commissies op eigen initiatief signaleren en aanbevelingen doen over het beleid voor de omgevingskwaliteit;

    • b.

      voeren de commissies op verzoek van burgemeester en wethouders vooroverleg met planindieners en ontwerpers over een in te dienen aanvraag om een (omgevings)vergunning.

Paragraaf 3. Samenstelling en inrichting

 

Artikel 4. Benoeming

  • 1.

    De gemeenteraad benoemt per afzonderlijke commissie de leden en plaatsvervangende leden.

  • 2.

    De leden en plaatsvervangende leden kunnen voor een termijn van ten hoogste vier jaar worden benoemd.

  • 3.

    Herbenoeming van leden en plaatsvervangende leden kan eenmaal aansluitend plaatsvinden.

  • 4.

    Afgetreden leden zijn twee jaar na hun aftreden opnieuw benoembaar.

  • 5.

    De leden en plaatsvervangende leden worden op eigen aanvraag ontslagen. Zij kunnen voorts door burgemeester en wethouders worden geschorst en door de raad worden ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.

Artikel 5. Samenstelling

  • 1.

    De commissies bestaan uit door de gemeenteraad benoemde leden. Voor de leden kunnen plaatsvervangers worden benoemd die de leden bij afwezigheid kunnen vervangen.

  • 2.

    De disciplines die de (plaatsvervangende) leden in gezamenlijkheid vertegenwoordigen zijn in ieder geval architectuur- en/of cultuurhistorie, bouwhistorie en/of restauratietechniek, landschapsarchitectuur en/of stedenbouw en architectuur.

  • 3.

    De commissies tellen gelet op artikel 17.9, eerste lid, van de wet tenminste twee leden deskundig op het gebied van de monumentenzorg, die in ieder geval worden betrokken bij de advisering over een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een monument.

  • 4.

    De (plaatsvervangende) leden worden benoemd op persoonlijke titel op grond van de professionele deskundigheid die nodig is voor de advisering, alsmede op grond van maatschappelijke kennis en ervaring.

  • 5.

    In afwijking van het bepaalde in het vierde lid kan maximaal 1 lokaal lid en een plaatsvervanger worden benoemd. Zij worden benoemd op persoonlijke titel op grond van maatschappelijke kennis en ervaring.

  • 6.

    De (plaatsvervangende) leden van de commissies zijn onafhankelijk van het gemeentebestuur.

  • 7.

    De (plaatsvervangende) leden zijn niet aangesteld in een functie bij een (belangen)organisatie waaraan het risico van belangenverstrengeling verbonden is.

Artikel 6. Ondersteuning van de commissies

Het secretariaat van de commissies berust bij de adviserende instantie.

Paragraaf 4. Advisering en standpuntbepaling

 

Artikel 7. Beraadslaging en standpuntbepaling

  • 1.

    De vergadering waarin een advies over een (omgevings)vergunning door een commissie wordt vastgesteld is openbaar.

  • 2.

    De agenda voor de vergadering van een commissie wordt tijdig en op een geschikte wijze bekendgemaakt.

  • 3.

    Als burgemeester en wethouders – al dan niet op verzoek van de aanvrager – een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan moeten burgemeester en wethouders daaraan redenen op grond van artikel 5.1 van de Wet open overheid (Woo) ten grondslag leggen. De niet-openbaarheid geldt zowel voor de beraadslaging, de beoordeling als het advies.

  • 4.

    Besloten vergaderingen kunnen te allen tijde worden bijgewoond door of namens burgemeester en wethouders.

  • 5.

    De aanvrager van de (omgevings)vergunning of zijn gemachtigde heeft op verzoek de mogelijkheid tot toelichting van de aanvraag ten overstaan van de commissie. Tijdens de beraadslagingen is er geen spreekrecht.

  • 6.

    Over een advies over een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een rijks- of gemeentelijk monument wordt niet besloten dan in aanwezigheid van ten minste twee leden met deskundigheid op het gebied van de monumentenzorg.

  • 7.

    Leden die als opdrachtgever, ontwerper of anderszins betrokken zijn bij de uitvoering van een activiteit waarvoor een aanvraag is gedaan waarover een commissie adviseert, onthouden zich van medewerking aan het desbetreffende advies en zijn tijdens de behandeling van en de besluitvorming over het advies niet in de vergadering aanwezig.

  • 8.

    De geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 2:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de commissies en de daarvoor werkzame personen.

Artikel 8. Afdoening onder verantwoordelijkheid

  • 1.

    De commissies kunnen, onverminderd het bepaalde in artikel 17.9, eerste lid, van de wet, de advisering over een aanvraag om omgevingsvergunning of over de voorbereiding van een andere beschikking, onder verantwoordelijkheid van de commissie overlaten aan een subcommissie of één of meerdere daartoe aangewezen leden, de (plaatsvervangend) secretaris daaronder begrepen.

  • 2.

    In geval van twijfel wordt het bouwplan alsnog aan de commissie voorgelegd.

Artikel 9. Verwerking van het advies

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen eenmaal per activiteit een second opinion inwinnen bij een gemeentelijke adviescommissie van een andere gemeente. Zij stellen de commissie van het voornemen tot het plaatsen van die opdracht op de hoogte.

  • 2.

    In geval burgemeester en wethouders een beschikking geven in afwijking van het door een commissie uitgebracht advies, verzenden zij een van een motivering voorzien afschrift van die beschikking aan die commissie.

Paragraaf 5. Werkwijze

 

Artikel 10. Reglement van orde en werkwijze

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen binnen de kaders van deze verordening een reglement van orde en de werkwijze van de commissies vast.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders dragen zorg voor bekendmaking van het reglement van orde en de werkwijze als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 11. Relatie met andere adviseurs

Bij het aanstellen van een andere adviseur, zoals een stadsbouwmeester, een supervisor of een kwaliteitsteam op het gebied van de omgevingskwaliteit, niet zijnde een lid van een commissie, dragen burgemeester en wethouders zorg voor een goede afstemming tussen de werkzaamheden van deze adviseur(s) en een commissie.

Paragraaf 6. Jaarverslag

 

Artikel 12. Jaarverslag

  • 1.

    De commissies brengen van de werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar jaarlijks, al dan niet gezamenlijk, verslag uit aan de gemeenteraad.

  • 2.

    In het jaarverslag komt ten minste aan de orde:

    • a.

      de wijze waarop toepassing is gegeven aan de kaders als bedoeld in artikel 17.9, derde lid, van de wet;

    • b.

      de wijze waarop uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen;

    • c.

      de aard van de beoordeelde plannen;

    • d.

      de bijzondere projecten.

Paragraaf 7. Overgangs- en slotbepalingen

 

Artikel 13. Overgangsrecht

Als voor de inwerkingtreding van de wet een aanvraag om een besluit is ingediend, blijft het oude recht, met betrekking tot de integrale welstands- en monumentencommissie en het kwaliteitsteam Spoorzone van kracht, met dien verstande dat de bevoegde commissie op grond van deze verordening wordt geacht de in artikel 8 van de Woningwet, dan wel de in artikel 9.1, eerste lid, onder a, van de Erfgoedwet in samenhang met artikel 15 van de Monumentenwet 1988 bedoelde commissie te zijn.

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt tegelijk met de Wet van 23 maart 2016, houdende regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet) in werking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de adviescommissies voor omgevingskwaliteit Zwolle.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 27 november 2023

P. Snijders, burgemeester

E. Meurs, griffier.