Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westland

Beleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente Westland 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWestland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente Westland 2023
CiteertitelBeleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente Westland 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze beleidsregels vervallen op 1 juni 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-12-202301-10-2023nieuwe regeling

28-11-2023

gmb-2023-528210

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente Westland 2023

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Participatiewet;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland;

  • c.

    aanvrager: de alleenstaande die de energietoeslag aanvraagt of ambtshalve ontvangt, dan wel de samenwonenden die deze gezamenlijk aanvragen of ontvangen, de aanvrager zal in de regel de hoofdbewoner zijn;

  • d.

    inkomen: Het inkomen zoals bedoeld in artikel 31, lid 1 van de Participatiewet en het totaal van het inkomen zoals bedoeld in de Beleidsregels bijzondere bijstand en individuele inkomenstoeslag gemeente Westland 2018.

  • e.

    Voor inkomen uit onderneming geldt het inkomen op grond van de aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2022 verminderd met 17% Bbz forfait.

  • f.

    Peildatum: 1 oktober 2023 voor de doelgroep ambtshalve toekenning zoals genoemd in artikel 3 en 1 december 2023 voor de aanvragers zoals genoemd in artikel 4;

  • g.

    Referteperiode: 3 maanden voorafgaand aan de peildatum;

  • h.

    Huishouden: de alleenstaande, alleenstaande ouder of gezin zoals bedoeld in artikel 4 van de wet;

  • i.

    Samenwonende: degene die duurzaam een gezamenlijke huishouding voert met een ander inclusief de kostendeler zoals bedoeld in de wet.

Artikel 2: Doelgroep eenmalige energietoeslag 2023

  • 1.

    De eenmalige energietoeslag 2023 is bedoeld voor een huishouden met een laag inkomen en wordt ambtshalve of op aanvraag als bijzondere bijstand verleend. De hoogte van de energietoeslag 2023 bedraagt € 800,-.

  • 2.

    Voor de toepassing van deze regeling wordt het vermogen niet in aanmerking genomen.

  • 3.

    Een huishouden heeft een laag inkomen als gedurende de referteperiode van 3 maanden het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 4.

    Tot een huishouden wordt niet gerekend de persoon die op de peildatum:

    • a.

      in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1 aanhef en onderdeel f van de wet, mits de inrichting voorziet in de energiekosten en deze energiekosten niet in rekening brengt bij de bewoners;

    • b.

      jonger is dan 21 jaar die geen aanvulling ontvangt voor levensonderhoud vanwege bijzondere omstandigheden;

    • c.

      is ingeschreven in de basisregistratie personen als ingezetene met enkel een briefadres;

    • d.

      een student is die in aanmerking komt voor studiefinanciering als bedoeld in artikel 3.1, eerste of tweede lid, van de Wet studiefinanciering 2000.

  • 5.

    Er wordt per huishouden éénmaal energietoeslag verstrekt ten behoeve van de hoofdbewoner via een éénmalige betaling.

  • 6.

    Bij het bepalen van de hoogte van het inkomen is een marginale overschrijding van € 50,00 per maand aanvaardbaar.

Artikel 3: Ambtshalve toekenning

  • 1.

    Huishoudens die voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 2, en:

    • a.

      aan wie in 2022 of 2023 een energietoeslag 2022 is verstrekt en die voldoet aan de in artikel 2 genoemd vereisten of

    • b.

      die algemene bijstand ontvangen of

    • c.

      een uitkering ontvangen op grond van IOAW en IOAZ of

    • d.

      een uitkering Bbz levensonderhoud ontvangt of

    • e.

      een jongere onder de 21 jaar die een aanvulling ontvangt voor levensonderhoud vanwege bijzondere omstandigheden of

    • f.

      de hoofdverzekerde die gebruik maakt van de gemeentepolis Westland of

    • g.

      in 2023 in aanmerking komt voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen of

    • h.

      in 2023 in een minnelijke schuldregeling is opgenomen of die in een wettelijke schuldregeling is opgenomen waarbij door de gemeentelijk budgetbeheerder kan worden vastgesteld dat er sprake is van een laag inkomen,

  • ontvangen de eenmalige energietoeslag 2023 ambtshalve.

  • 2.

    De ambtshalve toekenning heeft ook betrekking op huishoudens die algemene bijstand ontvangen van de Sociale Verzekeringsbank op grond van artikel 47a van de wet.

  • 3.

    Indien een huishouden algemene bijstand gaat ontvangen met een ingangsdatum voor 1 december 2023 zal ambtshalve beoordeeld worden of deze persoon ook in aanmerking komt voor de energietoeslag 2023.

Artikel 4: Aanvraag

  • 1.

    Huishoudens die niet in aanmerking komen voor een ambtshalve toekenning van de energietoeslag 2023 kunnen een aanvraag indienen met gebruikmaking van het daarvoor bestemde aanvraagformulier.

  • 2.

    De aanvraag voor de tegemoetkoming wordt digitaal ingediend via de website van de gemeente. In afwijking van deze digitale aanvraag is een schriftelijke aanvraag mogelijk indien naar het oordeel van het college bijzondere omstandigheden in het individuele geval hiertoe aanleiding geven.

  • 3.

    Een aanvraag voor de eenmalige energietoeslag kan worden ingediend tot en met 31 mei 2024.

Artikel 5: Hardheidsclausule

  • 1.

    Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 6. Inwerkingtreding en duur beleidsregels

  • 1.

    Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 oktober 2023.

  • 2.

    Deze beleidsregels vervallen op 1 juni 2024.

Artikel 7. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als:

Beleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente Westland 2023.

 

Bijlage

 

Toelichting

Deze energietoeslag is een vorm van bijzondere bijstand en geldt voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023. Er is gekozen voor een vaste referteperiode en niet een periode die meeschuift met de aanvraagdatum. Dit omdat het gaat om kosten voor 2023 die worden gemaakt voor de energierekenening die gedekt worden uit het inkomen in 2023. De rijksoverheid heeft gemeenten de bevoegdheid gegeven om in 2023 een eenmalige energietoeslag toe te kennen aan huishoudens met een laag inkomen en hiervoor voorwaarden te stellen. De eenmalige energietoeslag maakt onderdeel uit van de bijzondere bijstand.

 

De energietoeslag 2023 is de tweede eenmalige energietoeslag. Het budget dat de overheid hiervoor beschikbaar stelt is € 1.300 voor iedere inwoner die tot de doelgroep van 120% van het sociaal minimum behoort. De gemeente kon hiervan tot en met 30 juni 2023 een bedrag van € 500 als energietoeslag 2022 uitkeren aan de doelgroep van de energietoeslag 2022. Dit kon vanwege een kasschuif van een deel van het budget van 2023 naar 2022. Hier heeft Gemeente Westland voor gekozen. In 2022 bedroeg de energietoeslag 2022 € 1300 + € 500. Dit maakt dat de hoogte voor de energietoeslag 2023 € 800,- bedraagt. Dit verschil in energietoeslag is aanvaardbaar, omdat er voor 2023 verschillende inkomensmaatregelen zijn getroffen.

 

We willen snel duidelijkheid geven aan de rechthebbenden en een betaling kunnen doen. Daarom is gekozen voor een ambtshalve toekenning aan huishoudens van wie voor het verwerken van de aanvraag noodzakelijke persoonsgegevens reeds bekend zijn.

 

Voor andere aanvragers (zelfmelders) zal de verstrekking op basis van een zo eenvoudig mogelijke uitvraag plaatsvinden. De aanvraagmogelijkheid staat op de website van de gemeente.

 

De gemeente kan aan inwoners (alleenstaanden en gezinnen) die aan de voorwaarden voldoen een energietoeslag toekennen, zonder te hoeven controleren of de energiekosten van die inwoners daadwerkelijk sterk gestegen zijn en of die inwoners over voldoende middelen (vermogen) beschikken om de energierekening te kunnen betalen. Er zal niet worden gekeken naar de hoogte van de energierekening of het soort energiecontract. De gemeente heeft namelijk bij de categoriale bijzondere bijstand in de vorm van de eenmalige energietoeslag niet de ruimte om te beoordelen of het huishouden daadwerkelijk is geconfronteerd met een sterk gestegen energierekening. Die ruimte bestaat alleen bij de individuele bijzondere bijstand.

 

De hoofdbewoner is over het algemeen de persoon die voor de woonruimte een huur- of koopovereenkomst heeft en de woonruimte ook zelf bewoond. De energieaansluiting staat op zijn of haar naam. Of de aanvrager heeft een huurcontract inclusief gas, licht en water.

 

Artikel 2

In artikel 2 wordt de doelgroep nader omschreven. Met vermogen wordt geen rekening gehouden. Voor het begrip ‘inkomen’ en ‘referteperiode’ is aansluiting gezocht bij het beleid dat daarvoor al in de gemeente geldt in de eigen beleidsregels bijzondere bijstand. Daar voorziet artikel 1 in.

 

De referteperiode is 3 maanden. Als het berekende inkomen maximaal met 50 euro boven de 120% van de toepasselijke bijstandsnorm uitkomt (deze is exclusief vakantietoeslag en staat vermeld op de website), bestaat recht op de energietoeslag. Daarbij worden de door de aanvrager aangetoonde inkomsten gecontroleerd met behulp van data die zijn opgenomen in Suwinet en door de data die door het Inlichtingenbureau mogen worden verstrekt. Het inkomen mag niet hoger zijn dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm. Voor het berekenen van de vakantietoeslag wordt bij de bijstandsnorm 5% aangehouden. Het inkomen van de eventuele partner wordt daarbij betrokken.

 

Studenten die in aanmerking komen voor studiefinanciering als bedoeld in artikel 3.1, eerste of tweede lid, van de Wet studiefinanciering 2000 vallen buiten het toepassingsbereik van de in artikel 2 genoemde doelgroep.

 

De vraag of het inkomen van een persoon gedurende de referteperiode niet hoger is dan het langdurig lage inkomen van 120 % van de toepasselijke bijstandsnorm, wordt niet al te rigide beoordeeld. Een marginale overschrijding van dit lage inkomen wordt genegeerd. Een overschrijding van € 50,00 per maand wordt voor de energietoeslag als marginaal gezien en daarmee aanvaard. Dit betekent bijvoorbeeld omgerekend naar het percentage van de toepasselijke bijstandsnorm voor alleenstaande een inkomen van maximaal 124,11%.

 

Ondernemers

Voor het inkomen uit onderneming geldt het volgende:

 

De ondernemer toont met de IB aangifte over 2022 aan dat het inkomen onder de gestelde grens blijft. Het inkomen van de partner telt daarbij mee. Als de partner inkomen uit loon of uitkering heeft dan geldt daarvoor de bepalingen uit artikel 2 lid 3 (periode voor de referteperiode zijn de 3 maanden voorafgaand aan de peildatum).

 

De berekeningswijze voor het inkomen uit onderneming is als volgt:

 

Opbrengst volgens IB aangifte 2022

 

Minus kosten volgens IB aangifte 2022

 

Minus het % Bbz forfait vanwege afdrachten dat is 17%

 

Geeft het inkomen voor het berekenen van het recht op energietoeslag

 

Dat wordt vergeleken met de toepasselijke norm exclusief vakantietoeslag vermenigvuldigd met 12 maanden.

 

Artikel 3

Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat het huishouden op de peildatum voldoet aan de voorwaarden. Voor deze huishoudens is op basis van gegevens die de gemeente al heeft al duidelijk dat het huishouden een laag inkomen heeft. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die in aanmerking kwamen voor een energietoeslag 2022 en volgens de toets op inkomen door het Inlichtingbureau ook voor de energietoeslag 2023 in aanmerking komen. Dit geldt ook voor huishoudens die algemene bijstand ontvangen of een uitkering IOAW of IOAZ. Of een persoon ambtshalve recht heeft op de tegemoetkoming zal afhangen van de vraag of de aanwezige gegevens voldoende zijn om vast te stellen dat zij op voorhand ook zullen voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 2 en andere voorwaarden uit de Participatiewet.

 

Als er voldoende informatie beschikbaar is waardoor aantoonbaar is dat het huishouden moet rondkomen van een laag inkomen en de gemeente ook voldoende gegevens heeft om de energietoeslag uit te keren (zoals een bankrekening), dan ontvangen ook de volgende groepen de energietoeslag:

  • met een uitkering Bbz levensonderhoud;

  • jongeren onder de 21 jaar die een aanvulling ontvangen voor levensonderhoud vanwege bijzondere omstandigheden;

  • de hoofdverzekerde van de gemeentepolis Westland;

  • die in 2023 in aanmerking komen voor kwijtschelding gemeentelijke belastingen;

  • die in 2023 in een minnelijke schuldregeling zijn opgenomen of die in een wettelijke schuldregeling zijn opgenomen waarbij door de gemeentelijk budgetbeheerder kan worden vastgesteld dat er sprake is van een laag inkomen;

  • die een aanvulling van de SVB ontvangen op hun AOW uitkering.

Als een huishouden onder meerdere doelgroepen valt, bijvoorbeeld als een huishouden een uitkering ontvangt en ook in aanmerking komt voor kwijtschelding belastingen. Dan wordt slechts eenmaal de energietoeslag op de rekening gestort.

 

Artikel 4

De huishoudens die niet onder de ambtshalve toekenning vallen (de zelfmelders) kunnen de energietoeslag aanvragen. De aanvraag kan worden gedaan via de website van de gemeente.

 

Artikel 5

De beleidsregel eenmalige energietoeslag 2023 staat niet op zich zelf, maar is gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Soms kan dat een hardheid inhouden. Daar voorziet artikel 5 in.

 

Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur was. De gemeente kan overwegen om in dergelijke situaties een toets op hardheid te doen.