Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leidschendam-Voorburg

Verordening op de heffing en invordering van Toeristenbelasting 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeidschendam-Voorburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van Toeristenbelasting 2024
CiteertitelVerordening Toeristenbelasting 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Verordening Toeristenbelasting 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 224 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

08-11-2023

gmb-2023-527606

3243

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van Toeristenbelasting 2024

 

De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen:

De Verordening op de heffing en invordering van Toeristenbelasting 2024

 

 

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam “toeristenbelasting” wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

 

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1

 

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een instelling als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Wet toetreding zorgaanbieders;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1, van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

 

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.

 

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1.

    Het tarief bedraagt per persoon, per overnachting voor een hotel € 6,05

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief, indien overnacht wordt op een camping, boerderij, bed & breakfast, Airbnb-accommodatie, Wimdu-accommodatie en andere vormen van short stay, per persoon, per overnachting € 1,85

 

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 8 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 22,50 worden niet opgelegd.

 

Artikel 9 Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

 

Artikel 10 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, dat schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet.

 

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 12 Overgangsrecht , inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening Toeristenbelasting 2023”, vastgesteld bij raadsbesluit van 9 november 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    De verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Toeristenbelasting 2024’.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de Gemeente Leidschendam-Voorburg d.d. 8 november 2023;

de griffier, de voorzitter,

R.G.R. Jeene, M.W. Vroom