Delegatiebesluit Omgevingsplan

De gemeenteraad delegeert de bevoegdheid tot vaststelling van het omgevingsplan conform artikel 2.8 van de Omgevingswet aan het college in de volgende gevallen:

• 1.

  het toevoegen en of wijzigen van begripsbepalingen voor zover deze geen wezenlijke wijzigingen voor de fysieke leefomgeving tot gevolg hebben;

• 2.

  het verwerken van kaderstellend beleid waarover na inwerkingtreding van onderhavige regeling door de gemeenteraad is besloten, indien de gemeenteraad bij vaststelling van dat beleid akkoord is gegaan met uitwerking van het betreffende beleid door het college;

• 3.

  het opnemen van een verleende omgevingsvergunning in het omgevingsplan;

• 4.

  het wijzigen van het omgevingsplan voor aanvragen van omgevingsvergunningen die in strijd zijn met het omgevingsplan, waardoor het omgevingsplan gewijzigd moet worden, maar die niet zijn opgenomen in de lijst met activiteiten waarvoor advies van de gemeente raad ten behoeve van buitenplanse omgevingsplanactiviteiten gevraagd moet worden;

• 5.

  het aanpassen van informatieproducten van het omgevingsplan;

• 6.

  het actualiseren/aanpassen van het omgevingsplan aan veranderende weten regelgeving en beleidsnormen voor zover hieraan geen beleidsvrijheid is toegekend;

• 7.

  het corrigeren van verschrijvingen, verkeerde verwijzingen en inventarisatiefoutjes in het omgevingsplan;

• 8.

  het toevoegen van die onderdelen uit de gemeentelijke verordeningen die beleidsneutraal overgeheveld gaan worden naar het omgevingsplan;

• 9.

  wijzigingen in de toelichting van het omgevingsplan;

• 10.

  het nemen van een voorbereidingsbesluit met het oog op de voorbereiding van in het omgevingsplan te stellen regels.