Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bloemendaal

Horecaverordening Bloemendaal 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBloemendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHorecaverordening Bloemendaal 2023
CiteertitelHorecaverordening Bloemendaal 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening Paracommerciële instellingen Bloemendaal 2013.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
  3. artikel 4 van de Drank- en Horecawet
  4. artikel 25a van de Alcoholwet
  5. artikel 25b van de Alcoholwet
  6. artikel 25c van de Drank- en Horecawet
  7. artikel 25d van de Alcoholwet
  8. artikel 25e van de Alcoholwet
  9. artikel 26 van de Drank- en Horecawet
  10. Alcoholbesluit
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-12-2023nieuwe regeling

30-11-2023

gmb-2023-526353

Tekst van de regeling

Intitulé

Horecaverordening Bloemendaal 2023

De raad van de gemeente Bloemendaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 september 2023;

gelezen het advies van de commissie Bestuur & Middelen van 02 november 2023;

 

gelet op:

 

artikel 147 en 149 van de Gemeentewet,

artikel 4 en 25a, 25b, 25c, 25d, 25e en 26 van de Alcoholwet,

het Alcoholbesluit

 

Gelezen het Lokaal Preventieakkoord gemeente Bloemendaal

 

Overwegende dat:

Dat de huidige Verordening Paracommerciële instellingen Bloemendaal 2013 aangepast moet worden vanwege veranderingen van beleid.

het op grond van artikel 4 van de Alcoholwet noodzakelijk is een verordening op te stellen om voorschriften en beperkingen te verbinden aan vergunningen van paracommerciële rechtspersonen;

de artikelen 25 a t/m e van de Alcoholwet de mogelijkheid bieden om in een verordening regels op te stellen om overmatig alcoholgebruik tegen te gaan;

het op grond van artikel 26 van de Alcoholwet mogelijk is nadere indieningsvereisten te stellen bij de aanvraag.

 

besluit:

 

vast te stellen de ‘Horecaverordening Bloemendaal 2023’

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

De begripsbepalingen uit artikel 1 van de Alcoholwet zijn op deze verordening van toepassing.

Hoofdstuk 2 Paracommerciële rechtspersoon

Artikel 2 Indeling paracommerciële rechtspersonen

  • 1.

    Paracommerciële rechtspersonen worden onderverdeeld naar aard, te weten:

    • a.

      paracommerciële rechtspersonen die zich richten op activiteiten van sportieve of recreatieve aard;

    • b.

      paracommerciële rechtspersonen die zich richten op activiteiten van sociaal-culturele aard;

    • c.

      paracommerciële rechtspersonen die zich richten op activiteiten van verzorgende aard; en

    • d.

      paracommerciële rechtspersonen die zich richten op activiteiten van levensbeschouwelijke of godsdienstige aard.

Artikel 3 Schenktijden paracommerciële rechtspersonen

  • 1.

    Paracommerciële rechtspersonen, als bedoeld in artikel 2 eerste lid onder a, verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank op dagen en tijdstippen dat club gerelateerde activiteiten plaatsvinden, met dien verstande dat slechts alcoholhoudende drank wordt geschonken beginnende met één uur voor aanvang en eindigende tot twee uur na afloop van de club gerelateerde activiteiten, met dien verstande dat het tijdstip waarop alcoholhoudende drank mag worden verstrekt niet vroeger dan 12:00 uur en niet later mag zijn dan 24:00 uur.

  • 2.

    Paracommerciële rechtspersonen als bedoeld in artikel 2, eerste lid onder b, is het uitsluitend toegestaan alcoholhoudende dranken te verstrekken tijdens bijeenkomsten met een sociaal-cultureel karakter, met dien verstande dat het tijdstip waarop alcoholhoudende drank mag worden verstrekt niet vroeger dan 12:00 uur en niet later mag zijn dan 00:00 uur.

  • 3.

    Paracommerciële rechtspersonen als bedoeld in artikel 2, eerste lid onder b, die zich richten op het organiseren van activiteiten van sociaal-culturele aard waarbij het faciliteren van sociale interactie van jongeren een voorname rol speelt, zoals jongerencentra, kunnen alcoholhoudende drank verstrekken uitsluitend op dagen en tijdstippen dat die activiteiten plaatsvinden, met dien verstande dat geen alcoholhoudende drank mag worden verstrekt voor 19.00 uur en na 00.00 uur en de activiteiten geheel of in belangrijke mate gericht zijn op personen die de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt.

  • 4.

    Paracommerciële rechtspersonen als bedoeld in artikel 2, eerste lid onder c, is het uitsluitend toegestaan alcoholhoudende dranken te verstrekken tijdens bijeenkomsten van verzorgende aard en bijeenkomsten van persoonlijke aard gericht op patiënten en bewoners.

  • 5.

    Paracommerciële rechtspersonen als bedoeld in artikel 2, eerste lid onder d, is het uitsluitend toegestaan alcoholhoudende dranken te verstrekken tijdens bijeenkomsten met een levensbeschouwelijk of godsdienstig karakter, met dien verstande dat het tijdstip waarop alcoholhoudende drank mag worden verstrekt niet vroeger dan 12:00 uur en niet later mag zijn dan 00:00 uur.

  • 6.

    Voor zover er bij paracommerciële rechtspersonen als bedoeld in artikel 2, eerste lid onder a, b, c en d, activiteiten plaatsvinden waarbij meer dan 50% van de aanwezigen onder de 18 jaar is, wordt geen alcoholhoudende drank geschonken.

  • 7.

    De burgemeester kan zes keer per kalenderjaar met uiterlijke schenktijd van 01:00 uur, ontheffing verlenen van de taptijden mits er een ontheffing van het sluitingsuur is verleend.

  • 8.

    Indien de aanvraag voor ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de ontheffing nodig heeft, kan de burgemeester besluiten om de aanvraag niet te behandelen.

  • 9.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op de aanvraag om ontheffing als bedoeld in dit artikel.

Artikel 4 Privé-bijeenkomsten/bijeenkomsten van derden

  • 1.

    Ter voorkoming van oneerlijke mededinging is het verboden in een paracommerciële inrichting alcoholhoudende drank te verstrekken:

    • a.

      tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen;

    • b.

      tijdens bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de behorende paracommerciële rechtspersoon zijn betrokken.

  • 2.

    Het is paracommerciële inrichtingen toegestaan om alcoholhoudende drank te verstrekken tijdens (feestelijke) bijeenkomsten die worden georganiseerd door of ten behoeve van andere verenigingen.

  • 3.

    De in lid 2 bedoelde verenigingen vertegenwoordigen een maatschappelijk belang.

  • 4.

    Het is paracommerciële instellingen toegestaan om in afwijking van het bepaalde in lid 1 onder b gestelde verbod (delen van) de horecalokaliteit beschikbaar te stellen voor sponsoren van de paracommerciële instelling, welke sponsoren een substantiële bijdrage leveren, dan wel met de rechtspersoon een meerjarige verbintenis hebben afgesloten, indien en voor zover het gebruik van deze ruimten als tegenprestatie in een (sponsor)overeenkomst is vastgelegd.

  • 5.

    Het is paracommerciële instellingen die zich richten op activiteiten van sportieve aard toegestaan om in afwijking van het bepaalde in lid 1 onder b gestelde verbod (delen van) de horecalokaliteit beschikbaar te stellen voor personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de vereniging zijn betrokken, als en voor zover de lokaliteit beschikbaar wordt gesteld voor het organiseren van activiteiten van sportieve aard.

  • 6.

    In een voorkomend geval is het een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, eerste lid onder b toegestaan:

    • a.

      ruimte te bieden aan en het verzorgen van feesten en partijen van persoonlijke aard of van bedrijven en organisaties die tot de vaste gebruikers van de inrichting behoren.

    • b.

      toestemming voor nieuwe (vaste)gebruikers moet minimaal acht weken voordat de bijeenkomst plaatsvindt worden aangevraagd.

Artikel 5 Het openlijk aanprijzen van bijeenkomsten

Het openlijk aanprijzen van bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon betrokken zijn (niet-verenigingsgebonden activiteiten), is paracommerciële rechtspersonen niet toegestaan.

Hoofdstuk 3 Beperkingen verstrekken van alcoholhoudende dranken

Artikel 6 Beperken verstrekken sterke drank

  • 1.

    Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting:

    • a.

      waarin, of in een onderdeel daarvan, uitsluitend of in hoofdzaak geringe etenswaren, zoals belegde broodjes, patat en snacks worden verkocht;

    • b.

      waarin uitsluitend of in hoofdzaak onderwijs wordt gegeven;

    • c.

      die, of waarvan een onderdeel, uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of jeugdinstellingen;

    • d.

      die, of waarvan een onderdeel, uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij sportorganisaties of -instellingen.

  • 2.

    Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting als bedoeld in artikel 4 van de Wet gedurende de tijd dat deze inrichting wordt gebruikt ten behoeve van activiteiten die geheel of in belangrijke mate gericht zijn op personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt.

Artikel 7 Beperken verstrekken zwak-alcoholhoudende drank

  • 1.

    Het is verboden om in een voor publiek toegankelijke besloten ruimte waarin hoofdzakelijk gerede eetwaren voor gebruik ter plaatse en elders dan ter plaatse plegen te worden verkocht, niet zijnde een horeca-lokaliteit, na 22.00 uur zwak-alcoholhoudende drank bedrijfsmatig of anders dan om niet voor gebruik elders dan ter plaatste te verstrekken.

  • 2.

    Het is verboden om in een inrichting als bedoeld in artikel 6 eerste lid, onder b t/m d, bedrijfsmatig of anders dan om niet zwak-alcoholhoudende drank te verstrekken gedurende de tijd dat deze inrichting wordt gebruikt ten behoeve van activiteiten, die geheel of in belangrijke mate gericht zijn op personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt.

Artikel 8 Ontheffing schenktijden en verstrekkingsbeperkingen

  • 1.

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van de in artikel 6 en 7 van deze verordening opgenomen verboden.

  • 2.

    Indien de aanvraag voor ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de ontheffing nodig heeft, kan de burgemeester besluiten om de aanvraag niet te behandelen.

  • 3.

    De burgemeester kan in het belang van het reguleren van het gebruik van alcoholhoudende drank voorschriften verbinden aan de in het eerste lid bedoelde ontheffing.

  • 4.

    De burgemeester kan een ontheffing als bedoeld in het eerste lid intrekken of wijzigen indien:

    • a.

      ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      niet langer wordt voldaan aan de in het derde lid bedoelde voorschriften;

    • c.

      op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing en intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

    • d.

      zich feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van de ontheffing gevaar zou opleveren voor de openbare orde;

    • e.

      van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

    • f.

      de houder van de ontheffing dit verzoekt.

  • 5.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op de aanvraag om ontheffing als bedoeld in dit artikel.

Artikel 9 Verbod “happy hours”

Het is verboden in een horecalokaliteit of op een terras bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die daar gewoonlijk voor wordt gevraagd.

Artikel 10 Tijdelijk verbod tot het verstrekken van alcoholhoudende drank

  • 1.

    Het is verboden om in een door de burgemeester aangewezen tijdsruimte in de gehele gemeente, in een door de burgemeester aangewezen deel van de gemeente of in een door de burgemeester aangewezen pand of lokaliteit alcoholhoudende drank te verstrekken.

  • 2.

    Een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid kan worden gegeven in het belang van de handhaving van de openbare orde, de veiligheid, de zedelijkheid of volksgezondheid.

  • 3.

    De burgemeester kan een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet beperken tot het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank.

Hoofdstuk 4 Slijtersbedrijf

Artikel 11 Vrijstelling proeverij in slijterij

  • 1.

    Het staat slijterijen die rechtmatig het slijtersbedrijf uitoefenen vrij om in afwijking van het in artikel 14, eerste lid, van de Alcoholwet vervatte verbod en met inachtneming van artikel 3, eerste lid, van de Winkeltijdenwet, proeverijen in hun slijtlokaliteiten te organiseren.

  • 2.

    Proeverijen als bedoeld in het eerste lid dienen te voldoen aan de voorwaarden omschreven in artikel 6.1 van het Alcoholbesluit.

  • 3.

    Per kalenderjaar mogen niet meer dan 20 proeverijen in het slijtersbedrijf plaatsvinden met een maximum van 3 per week.

  • 4.

    De burgemeester kan nadere regels stellen ten aanzien van een proeverij in een slijtlokaliteit, zoals bedoeld in het eerste lid.

  • 5.

    Melding van een proeverij wordt minimaal 3 weken voorafgaand aan die proeverij ingediend bij de burgmeester. De melding geschiedt door het indienen van het formulier ‘melding proeverij’.

Hoofdstuk 5 Indieningsvereisten

Artikel 12 Indieningsvereisten

Bij de aanvraag worden de volgende gegevens aangeleverd:

  • a.

    Een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier Model A (commerciële horeca) of B (paracommerciële horeca).

  • b.

    Een bewijs van inschrijving uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel, niet ouder dan 6 maanden.

  • c.

    Een door beide partijen geparafeerde en getekende koop- of eigendomsakte of een pacht- of huurovereenkomst van het pand waarvoor de vergunning wordt aangevraagd.

  • d.

    Een bewijsstuk dat de aanvrager eigenaar is van de inventaris in de inrichting.

  • e.

    Een bouwkundige schets of plattegrond van de inrichting inclusief aanduiding van functie van de ruimte, de afmetingen en oppervlakten. Deze moet op schaal 1:100 worden aangeleverd.

  • f.

    Een plattegrond van het terras. Deze moet op schaal 1:100 zijn met duidelijke vermelding van de maten (indien van toepassing).

  • g.

    Een volledig ingevuld en ondertekend Bibob vragenformulier inclusief alle gevraagde bijlagen. (niet bij paracommerciële horeca of slijterij).

  • h.

    Statuten van de vereniging of besloten vennootschap i.o. (indien van toepassing).

  • i.

    Oprichtingsakte van de besloten vennootschap i.o. ( indien van toepassing).

  • j.

    Ondertekend bestuursreglement (bij paracommerciële inrichting)

Van iedere leidinggevende worden de volgende gegevens aangeleverd:

  • a.

    Ingevuld en ondertekend formulier Bijlage bij Model A(commerciële horeca)of Bijlage bij Model B (paracommerciële horeca)

  • b.

    Een geldig, door beide partijen ondertekend, exemplaar van de arbeidsovereenkomst of intentieverklaring daartoe van alle leidinggevende, voor zover deze geen eigenaar is.

  • c.

    Kopie van een geldig legitimatiebewijs of ander bewijsstuk waaruit het blijkt dat de aanvrager én de leidinggevende(n) rechtmatig in Nederland verblijven. Dit kan bijvoorbeeld een verblijfsvergunning zijn.

  • d.

    Een bewijs waaruit blijkt dat de leidinggevende voldoende kennis heeft over sociale hygiëne. Dit kan zijn een Verklaring Sociale Hygiëne of een ander diploma of certificaat dat recht geeft op een SVH- verklaring sociale hygiëne. De leidinggevende is opgenomen in het Register sociale hygiëne.

Hoofdstuk 6 Straf-, overgangs- en slotbepaling

Artikel 13 Strafbepaling

  • 1.

    Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid geldt niet wanneer het bepaalde in de Wet op de economische delicten van toepassing is.

Artikel 14 Handhaving strijdige activiteiten

Als betreffende een in artikel 4 van de Wet bedoelde rechtspersoon een constatering is gedaan van enige overtreding(en) van het bepaalde in de Wet of in deze verordening zal het handhavingstraject zoals vastgelegd in het Horecasanctiebeleid worden gevolgd.

Artikel 15 Toeazicht en handhaving

Met het toezicht op- en de handhaving van het bepaalde in deze verordening zijn belast:

  • 1.

    Opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 141 Wetboek van Strafvordering;

  • 2.

    De bij besluit van de burgemeester en wethouders aangewezen personen, te weten:

    • a.

      Toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      Buitengewoon opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 142 Wetboek van strafvordering.

  • 3.

    Het bepaalde in het eerste lid geldt niet wanneer artikel 41 van de Wet van toepassing is.

Artikel 16 Intrekken oude verordening

  • 1.

    De Verordening Paracommerciële instellingen Bloemendaal 2013 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Besluiten, genomen krachtens de verordening bedoeld in het eerste lid, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

Artikel 17 Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na de bekendmaking.

  • 2.

    Op het tijdstip van inwerkingtreding van de bepalingen van deze verordening vervallen de voorschriften en beperkingen die op grond van vóór dat tijdstip door de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester genomen besluiten zijn gesteld ten aanzien van het verstrekken van alcoholhoudende drank.

  • 3.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een beschikking op grond van de Verordening Paracommerciële instellingen Bloemendaal 2013 is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt op die aanvraag deze verordening toegepast.

  • 4.

    Op bezwaarschriften gericht tegen dit besluit krachtens de Verordening Paracommerciële instellingen Bloemendaal 2013 wordt beslist met toepassing van deze verordening.

Artikel 18 Citeertitel

  • 1.

    De verordening kan worden aangehaald als “Horecaverordening Bloemendaal 2023”.