Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dijk en Waard

Standplaatsenbeleid Dijk en Waard 2024 – 2028

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDijk en Waard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingStandplaatsenbeleid Dijk en Waard 2024 – 2028
CiteertitelStandplaatsenbeleid Dijk en Waard 2024-2028
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Standplaatsenbeleid Heerhugowaard 2015 en de Standplaatsenbeleid gemeente Langedijk.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-12-2023nieuwe regeling

28-11-2023

gmb-2023-526295

745176

Tekst van de regeling

Intitulé

Standplaatsenbeleid Dijk en Waard 2024 – 2028

Het college besluit:

  • 1.

    het Standplaatsenbeleid Dijk en Waard 2024 – 2028 vast te stellen;

  • 2.

    het Standplaatsenbeleid Heerhugowaard 2015 in te trekken;

  • 3.

    het standplaatsenbeleid gemeente Langedijk in te trekken.

     

1 Algemeen

1.1 Inleiding

Standplaatsen zoals een bloemenstal, oliebollenkraam, snackwagen of viskraam zijn onderdeel van het straatbeeld in Dijk en Waard. Standplaatsen verlevendigen het straatbeeld van dorpskernen en stadscentra. Daarnaast is een standplaats een aanvulling op het winkelaanbod als er (seizoens-) producten te koop worden aangeboden die niet in de al aanwezige winkels te koop zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld om de viskraam, snackwagen of oliebollenkraam bij de grote bouwmarkten, tuincentra, winkelcentra en toeristische knooppunten.

 

De Algemene plaatselijke verordening 2022 (hierna: APV) bevat de vergunningplicht voor het innemen van een standplaats. Om het aanbod en de verdeling van de standplaatsen te “reguleren” is beleid vastgesteld.

 

Alle regels zijn opnieuw tegen het licht gehouden en er is rekening gehouden met de Europese regels omtrent schaarste en voorgesorteerd op de Omgevingswet. Heldere, toepasbare en handhaafbare regels zijn het uitgangspunt. Het standplaatsenbeleid gaat uit van aangewezen standplaatsen. Er is echter vanuit de gedachte van “Ja, mits” uit de Omgevingswet, een systematiek opgenomen waarbij niet aangewezen standplaatsen snel kunnen worden beoordeeld op haalbaarheid.

 

1.2 Geharmoniseerd standplaatsenbeleid

Ter versterking van haar bestuurskracht heeft de gemeente Langedijk het initiatief genomen tot een samenvoeging met de gemeente Heerhugowaard. Gezamenlijk verwachten de gemeenten beter in staat te zijn hun inwoners goede dienstverlening te bieden en een sterke samenwerkingspartner in de regio te zijn. Sinds 1 januari 2022 is de fusie tussen beide gemeenten een feit.

 

Een van de gevolgen van de fusie is dat de gemeentelijke voorschriften van beide gemeenten moeten worden geharmoniseerd, pas dan geldt de regelgeving immers voor de hele nieuwe gemeente Dijk en Waard. Sommige voorschriften moesten al voor de fusiedatum worden geharmoniseerd, voor het resterende deel is tijd tot 1 januari 2024.Ook het standplaatsenbeleid van de gemeente Heerhugowaard en de gemeente Langedijk moet worden geharmoniseerd.

 

1.3 Wettelijk en beleidskader

De APV van Dijk en Waard regelt in artikel 5:18 dat het verboden is om zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) een standplaats in te nemen of te hebben.

 

Met het vaststellen van beleidsregels geeft het college aan hoe het de bevoegdheid om standplaatsvergunningen te verlenen zal uitvoeren en hoe het handelt in bijzondere situaties. De regels zijn een soort richtlijnen van het college ten behoeve van het scheppen van duidelijkheid naar de burger. De bevoegdheid voor het vaststellen van dit beleid ligt ook bij het college. De grondslag daarvoor is gelegen in artikel 4:81 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Daarin is bepaald dat een bestuursorgaan beleidsregels kan vaststellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid.

 

Voor het toetsen van vergunningaanvragen maakte de gemeente Langedijk gebruik van het ‘Standplaatsenbeleid gemeente Langedijk’ van 12 december 2012. In Heerhugowaard is het actuele beleidskader het ‘Standplaatsenbeleid 2015’ van 9 juni 2015. Met het vaststellen van het Standplaatsenbeleid Dijk en Waard 2024 – 2028, vervallen deze nota’s.

 

1.4 Schaarse rechten en de procedure

Standplaatsvergunningen zijn zogenoemde schaarse rechten. Schaarse rechten zijn relevant omdat bestuursorganen deze (bijvoorbeeld een standplaatsvergunning) verdelen: het verlenen van een recht aan de één betekent in omstandigheden van schaarste het niet-verlenen van dat recht aan een ander. Schaarse rechten zijn het onderwerp van recente ontwikkelingen in Europese wetgeving (Dienstenrichtlijn) en Europese en nationale jurisprudentie.

 

Uit de jurisprudentie blijkt dat bestuursorganen die schaarse besluiten verdelen ruimte moeten geven voor mededinging aan gegadigden, door het transparantiebeginsel in acht te nemen. Dat betekent een einde aan de praktijk van het één-voor-één, per geval verlenen of niet-verlenen, zonder acht te slaan op effecten voor andere (potentiële) aanvragers.

 

Daarvoor is een duidelijke procedure vastgesteld. Zo is tot nu toe duidelijk wie als eerste een standplaats kan aanvragen. En welke rechten standplaatshouders van voorgaande jaren hebben: een voorrangsregel geldt voor de huidige standplaatsvergunninghouders. Uit de uitspraak van ABRvS 23 augustus 1993, AB 1994, 111, volgt dat het bij de Afdeling niet als onredelijk overkwam dat degene die al over een vergunning beschikt nadat de geldigheid daarvan is verstreken, bij voorrang in aanmerking komt voor een nieuwe vergunning. Het bij voorrang in aanmerking komen voor een nieuwe vergunning, kan echter niet meer tot in de lengte der dagen voortduren: de lijn in de Europese regelgeving en jurisprudentie is dat schaarse vergunningen niet voor onbepaalde tijd maar voor een passende beperkte duur worden vergund. Een passende duur is gekoppeld aan de gemiddelde terugverdientijd van de investering inclusief een redelijk rendement, oftewel 9 tot 12 jaar. In Dijk en Waard wordt gekozen voor een periode van tien jaar. De rechten van de huidige vergunninghouders worden gerespecteerd. Dit maakt dat de huidige vergunninghouders van vaste standplaatsen nog één keer op die wijze bij voorrang een vergunning voor vijf jaar kunnen aanvragen en vergunninghouders van tijdelijke standplaatsen dit voorrecht hebben tot 2034. Vanaf 2024 worden vergunningen voor een vaste standplaats verleend voor een periode van vijf jaar met één maal de mogelijkheid van verlenging voor vijf jaar. Daarnaast/daarna hanteren we het principe van wie het eerst komt.

 

Recente ontwikkelingen in de jurisprudentie maken dat verlening van beleidsmatig schaarse vergunningen is onderworpen aan transparantieverplichting, met andere woorden, wanneer een standplaatslocatie vrij komt, dient dit, alsmede de selectieprocedure, te worden gepubliceerd.

 

1.4.1 Procedure vaste standplaatsen

Iedereen kan vanaf 1 september vóór het aflopen van de standplaatsvergunning een aanvraag voor een vaste standplaats indienen. Onder een vaste standplaats wordt verstaan: een standplaats die voor één of meer dagdelen per week voor ten hoogste vijf jaar, wordt toegewezen;

 

Toewijzingsregels

Een voorrangsregel geldt voor de standplaatshouders die een standplaats al innemen. Om voor de voorrangsregels in aanmerking te komen moet de complete aanvraag uiterlijk 1 december ingediend zijn. Vanaf 1 december geldt het principe van “wie het eerst komt”.

 

Behandelen aanvragen om een vaste standplaats

De aanvraag om een vaste standplaats die is aangewezen wordt gedaan op een door de gemeente opgesteld aanvraagformulier. Bij de aanvraag worden foto’s gevoegd van de verkoopwagen / de situatie ter plaatse. Een plattegrond is niet meer nodig omdat alle standplaatsen zijn ingemeten en daarbij de maximale afmetingen zijn vermeld. Indien het een standplaats is op particuliere grond moeten de gegevens van de rechthebbende en het akkoord op het aanvraagformulier staan. De gegevens worden gecontroleerd en er wordt gekeken of er geen dringende redenen zijn, herinrichting o.i.d., om de vergunning te weigeren. Als niet alle benodigde gegevens zijn aangeleverd krijgt de aanvrager de mogelijkheid om de gegevens aan te vullen. Indien aanvulling uitblijft binnen de daarvoor gegunde termijn, wordt de aanvraag niet behandeld. Vaste standplaatsen werden in Heerhugowaard vergund voor maximaal 5 jaar. De reden daarvoor is dat na vijf jaar het beleid inclusief de standplaatslocaties opnieuw wordt geëvalueerd. In Langedijk werden vergunningen voor vaste standplaatsen voor maximaal 2 jaar verleend. Dat wordt nu gelijk getrokken met Heerhugowaard. Verleende standplaatsvergunningen worden gepubliceerd op www.overheid.nl.

 

1.4.2 Procedure tijdelijke standplaatsen

Iedereen kan vanaf 1 januari een aanvraag voor een tijdelijke standplaats voor dat jaar indienen. Onder een tijdelijke standplaats wordt verstaan: een standplaats die voor één of meer dagdelen per week voor ten hoogste vier maanden (per jaar) wordt toegewezen. De duur van een tijdelijke vergunning is op grond van beleid in zowel Heerhugowaard als in Langedijk drie maanden, maar de praktijk heeft uitgewezen dat – gelet op de behoefte van de vergunninghouders – een termijn van vier maanden werkzamer is.

 

Toewijzingsregels

Een voorrangsregel geldt voor de standplaatshouders die het voorgaande jaar een tijdelijke standplaats hebben ingenomen. Om voor de voorrangsregels in aanmerking te komen moet de complete aanvraag uiterlijk 31 maart ingediend zijn. Vanaf 1 april geldt het principe van “wie het eerst komt”.

 

Behandelen aanvragen om een tijdelijke standplaats

Wil men aanspraak maken op de voorrangsregeling, dan moet een vergunning voor een tijdelijke standplaats voor 1 april worden aangevraagd, op een door de gemeente opgesteld aanvraagformulier. Bij de aanvraag worden foto’s gevoegd van de verkoopwagen / situatie ter plaatse. Een plattegrond is niet meer nodig omdat alle standplaatsen zijn ingemeten en daarbij de maximale afmetingen zijn vermeld. Indien het een standplaats is op particuliere grond moeten de gegevens van de rechthebbende en het akkoord op het aanvraagformulier staan. De gegevens worden gecontroleerd en er wordt gekeken of er geen dringende redenen zijn, herinrichting o.i.d., om de vergunning te weigeren. Als niet alle benodigde gegevens zijn aangeleverd krijgt de aanvrager de mogelijkheid om de gegevens aan te vullen. Indien aanvulling uitblijft binnen de daarvoor gegunde termijn, wordt de aanvraag niet behandeld. Verleende standplaatsvergunningen worden gepubliceerd op www.overheid.nl.

 

1.5 Leges, kosten gebruik gemeentegrond en stroomvoorziening

1.5.1 Leges

Voor het behandelen van de aanvraag worden leges in rekening gebracht. Er bestaat nog wel eens onduidelijkheid bij de aanvrager die in de veronderstelling is dat men betaalt voor de vergunning. Dat is niet het geval. Er wordt betaald voor het behandelen van de aanvraag.

 

Een standplaats kan niet worden ingetrokken als de leges niet worden betaald. Het is niet mogelijk om dat als voorwaarde te verbinden aan een verleende vergunning en ook biedt de APV daarvoor geen intrekkingsgrond. Zolang de vergunninghouder gebruik maakt van de standplaats is er wel een mogelijkheid tot verhaal, hij draait omzet e.d. Bij gebruikmaking van gemeentegrond kan worden aangegeven dat de locatie moet worden ontruimd wanneer de huur niet is betaald. Mocht er sprake zijn van een faillissement dan zal de standplaats niet ingenomen worden en kan overgegaan worden tot intrekking van de vergunning.

 

1.5.2 Gebruik gemeentegrond

Aandachtspunt blijft het gebruik van gemeentegrond. Het verdient de voorkeur om op eenduidige wijze het gebruik van gemeentegrond in rekening te brengen. Dat geldt niet alleen voor standplaatsen, maar ook voor andere vormen van gebruik, zoals het plaatsen van terrassen, andere tijdelijke objecten zoals puinbakken of bij evenementen. In Heerhugowaard is in de afgelopen beleidsperiode nog geen definitieve invulling gegeven aan dit onderwerp.

In Langedijk zou een systematiek op basis van gebruiksovereenkomsten geïntroduceerd worden. Op 26 april 2016 heeft het college van Langedijk besloten om voor de verhuur van gemeentegrond bij standplaatsen en evenementen een marktconform tarief van € 0,76 per dag, € 2,37 per week, € 6,07 per maand en 35,95 per m2 per jaar in rekening te brengen. Dat is tot op heden nog niet gedaan voor de standplaatsen. Er wordt voor het gebruik van gemeentegrond geen vergoeding in rekening gebracht. Dit is wel aangekondigd in het voorheen geldende standplaatsenbeleid en in de verleende vergunningen. Met de vaststelling van dit gezamenlijk beleid is dit ook het moment om voor standplaatsen, vooruitlopend op een eenduidige regeling voor al het gebruik van gemeentegrond, een regeling vast te stellen en het gebruik van gemeentegrond in rekening te brengen.

 

Voortbordurend op de tarieven van Heerhugowaard wordt voorgesteld in beide gemeenten voor het gebruik per m2 gemeentegrond de tarieven in onderstaande tabel in rekening te brengen. De bedragen worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de consumentenprijsindex (CPI) zoals opgenomen in de Programmabegroting voor het betreffende jaar. In 2022 bedroeg de CPI van juni 8,6 %. De tarieven voor 2023 zijn verhoogd met 8,6 %.

 

Huurprijzen gemeentegrond (prijzen per m2 per jaar, tenzij anders aangegeven)

 

Type standplaats

2023 HHW

Vast voor 1 dag per week

€ 23,38

Vast voor 2 dagen per week

 

€ 32,49

Vast voor meer dan 2 dagen per week

€ 45,47

Tijdelijk (voor 1 of meer dagen voor maximaal 4 maanden

€ 6,28

 

De kosten voor het gebruik van gemeentegrond worden voor het eerste jaar bij vaste standplaatsvergunningen bij de verlening van de standplaatsvergunning in rekening gebracht. Bij vergunningen voor vaste standplaatsen wordt vervolgens aan het begin van het jaar een factuur voor het gebruik van gemeente grond gestuurd. Dat is dan ook het moment dat het werkelijk verbruik van de stroomvoorziening in rekening wordt gebracht.

 

Voor de vaste standplaatsen wordt in ieder geval een gebruiksovereenkomst gesloten. Dat wordt in de komende beleidsperiode uitgewerkt.

 

1.5.3 Gebruik stroomvoorziening

Ook het gebruik van de gemeentelijke stroomvoorziening wordt in rekening gebracht. Het bestaat uit een vast deel en een variabel deel dat via de slimme meter kan worden uitgelezen. Voor de indexering wordt dezelfde systematiek toegepast als bij het gebruik van gemeentegrond. Het werkelijk verbruik wordt achteraf gefactureerd aan het begin van het aansluitende jaar.

 

Gebruikskosten stroomvoorziening (inclusief 21 % btw)

 

Soort

2023

Vaste kosten per dag

€ 4,11

Variabel per kWh

€ 0,57

 

Zowel in Langedijk als in Heerhugowaard worden de kosten in rekening gebracht.

In beide voormalige gemeenten zijn de gemeentelijke stroomvoorzieningen voorzien van een slimme meter.

2 Evaluatie beleidsperiode

2.1 Maximum stelsel

De afgelopen jaren is gewerkt op basis van een maximum stelstel. Kort gezegd houdt dit systeem in dat de gemeente vooraf, aan de hand van criteria, de locaties bepaalt waar een standplaats kan worden ingenomen.

 

De voordelen zijn bekend: door vooraf de locaties te bepalen waar een standplaats kan worden ingenomen, bespaart de gemeente tijd bij de afhandeling van aanvragen. Het maximumstelsel is een door de rechter geaccepteerd systeem, waarvan is gebleken dat het goed werkt. Het hanteren van een maximumstelsel wordt door de rechter echter alleen geaccepteerd wanneer dat stelsel goed wordt onderbouwd en actueel wordt gehouden.

 

Dat systeem werkt goed. Het nadeel is dat het niet flexibel is en nieuwe initiatieven tegenhoudt. Dat past niet binnen de nieuwe regelgeving onder de Omgevingswet. Een combinatie van beide systemen past het beste bij de toekomstige opgave. Het nieuwe beleid voorziet daarin.

 

2.2 0ntruimen standplaats

Voor standplaatsen geldt een mobiliteitseis. Dit betekent dat de aanwezige inrichting, zoals een tafel, kraam of verkoopwagen een mobiel karakter heeft en verplaatsbaar is. In de vergunningvoorschriften is opgenomen dat aan het einde van de dag de standplaats wordt ontruimd. De standplaats is te gast in de openbare ruimte. Reden voor dit voorschrift is dat een verkoopwagen zich bij een 24/7 ingebruikname gaat manifesteren als ‘bouwwerk’ (plaatsgebonden). Daarvoor geldt een ander toetsingskader, namelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

 

De mobiliteitseis is belangrijk omdat:

 

  • er anders sprake zou zijn van oneerlijke concurrentie met kiosken en winkels die een hogere investering eisen zoals grondverwerving, het verkrijgen van een omgevingsvergunning en investeringen in het kader van de milieuregelgeving;

  • de openbare ruimte waarop de standplaats is gereserveerd ook beschikbaar moet blijven voor andere functies;

  • de ruimtelijke invloed en de beleving van het uiterlijk van een mobiele kraam wezenlijk anders is dan die van een vast verkooppunt. Een mobiele standplaats wordt gezien als een ‘kraam’, dit wil zeggen een tijdelijk verschijnsel in de openbare ruimte. Een vast verkooppunt als een kiosk heeft een permanente uitstraling en wordt ervaren als een bouwwerk. Er is dan geen sprake meer van openbare ruimte, maar van geprivatiseerde ruimte.

  • de ervaring leert dat een standplaats die niet aan de mobiliteitseisen voldoet vaak in de loop der tijd een meer permanent uiterlijk krijgt. Zo worden bijvoorbeeld de wielen weggewerkt, de luifel uitgebreid tot overdekt terras, een gedeelte van de apparatuur of opslag naar buiten verplaatst, permanente nutsvoorzieningen aangesloten en uitbouwen gerealiseerd. De handhaving hierop wordt bemoeilijkt als niet aan de mobiliteitseis wordt vastgehouden.

In de praktijk blijkt dat niet altijd voldaan werd / wordt aan deze eisen. In sommige gevallen is dat geen probleem zoals bij de tijdelijke verkoop van oliebollen. In andere gevallen bestaat het gevaar dat er kioskvorming ontstaat. Om die reden blijft het voorschrift dat de standplaats dagelijks verwijderd moet worden gehandhaafd. Het dagelijks verwijderen van de standplaats waarborgt dat de overlast van de standplaats op de directe omgeving zoveel mogelijk wordt beperkt. Als het door fysieke obstakels niet mogelijk is om de standplaats te verplaatsen, kan dit betekenen dat de locatie niet langer geschikt is voor een standplaats, of dat de standplaats op een andere wijze dient te worden ingevuld. Hier ligt ook een verantwoordelijkheid voor de standplaatshouder zelf. Deze moet zorgen voor het juiste materiaal / vervoer.

 

Het is de wens van ondernemers om de verkoopwagen bij aaneengesloten dagen te kunnen laten staan. Voor oliebollenkramen of kerstbomen werd daarvoor al ontheffing verleend, ook omdat het in die gevallen zeker om een tijdelijke situatie gaat en de kans op kioskvorming daarmee niet aanwezig is. Voor reguliere standplaatsen is een soortgelijke regeling te overwegen, in die zin dat het alleen om aaneengesloten dagen mag gaan en onder de voorwaarde dat de verkoopwagen tenminste 1 dag per week niet aanwezig is en deze ook niet mag blijven staan als er geen verkoop is op de volgende dag. Uiteraard moeten losse voorwerpen zoals reclame-uitingen en prullenbakken wel dagelijks opgeruimd worden.

 

2.3 Voorzieningen

In Heerhugowaard zijn, op basis van het standplaatsenbeleid 2015, bijna alle gemeentelijke locaties voorzien van stroom. Daarmee zijn onveilige situaties aangepakt (losliggende kabels op of boven de weg vanuit woningen of winkels en geluidsoverlast door aggregaten). De plaatsen met stroom zijn goed verhuurbaar. De standplaats Brandpunt wordt, vanwege het incidentele karakter, niet voorzien van een gemeentelijke stroomvoorziening.

 

Voor Langedijk wordt geïnventariseerd welke plaatsen er voor stroom in aanmerking komen. Voor het aanleggen van een gemeentelijke stroomvoorziening moet, indien dat niet binnen de bestaande budgetten kan worden gefinancierd, aparte besluitvorming worden voorbereid.

 

Andere voorzieningen zoals water en afvoer van vuilwater wordt niet gefaciliteerd. Het aanleggen van riolering op de standplaatsen door gemeente is te duur gebleken. Er zijn goede alternatieven voor de standplaatshouders om dit zelf te regelen met bijvoorbeeld een vuilwatertank.

 

2.4 Nieuwe regelgeving

In de afgelopen beleidsperiode is de regelgeving wat betreft brandveiligheid gewijzigd. Het landelijk geldende Besluit Brandveiligheid Gebruik en Basishulpverlening Overige Plaatsen (BBG BOP) http://wetten.overheid.nl/BWBR0040068/ is in werking getreden. Daarmee zijn een hoop oude voorschriften en gemeentelijke regels komen te vervallen. De standplaatsvergunningen zijn daarop aangepast.

 

2.5 Handhaving

Effectieve handhaving op naleven brandveiligheid, lozingen afvalwater en het blijven binnen de aangegeven grenzen van de standplaats, is belangrijk. Het is vooral effectief te handhaven bij in de gemeente nieuw startende ondernemers en aan de start van het seizoen. Zodra een ondernemer begrijpt waar hij zich aan moet houden en alles goed op orde heeft, loopt het daarna meestal wel soepel volgens de regels. Handhaving achteraf kost meer tijd.

 

In veel gevallen wordt verder vooral geacteerd op klachten en meldingen van omwonenden of naastgelegen bedrijven.

 

De afgelopen beleidsperiode hebben zich geen grote handhavingszaken voor gedaan in Heerhugowaard. Op één locatie, de Middenweg 275 in Heerhugowaard, kon vanwege de verscherpte landelijke regels voor brandveiligheid geen bakwagen meer geplaats worden.

 

In Langedijk heeft het toezicht op de standplaatsen zich op hoofdlijnen beperkt tot toezicht op basis van klachten. In de afgelopen periode zijn er weinig klachten ontvangen waardoor handhaving niet aan de orde was. Naast klachten over de aanwezigheid van een standplaats nabij een winkelcentrum, is geklaagd over geuroverlast bij een standplaats voor de verkoop van vis.

3 Standplaatsen

 

De kern van het standplaatsenbeleid is het voeren van een zogenoemd maximumstelsel. Dit geldt zowel voor Heerhugowaard als Langedijk en blijft het uitgangspunt voor Dijk en Waard: er wordt gewerkt met “aangewezen” standplaatsen.

 

Kort gezegd houdt dit systeem in dat de gemeente vooraf, aan de hand van criteria, de locaties bepaalt waar een standplaats kan worden ingenomen. Deze criteria zijn geactualiseerd en opgenomen in bijlage II van deze nota. De basis daarvoor vormen de artikelen uit de APV. Het gaat dan om de algemene weigeringsgronden (hoofdstuk 1) en de specifiek voor standplaatsen opgenomen weigeringsgronden (hoofdstuk 5), inclusief een toets aan het geldende bestemmingsplan. Met de harmonisatie van de APV ‘s is “strijd met het geldende bestemmingsplan” c.a. een weigeringsgrond geworden voor de vergunning op basis van de APV.

 

De voordelen zijn bekend: door vooraf de locaties te bepalen waar een standplaats kan worden ingenomen bespaart de gemeente tijd bij de afhandeling van aanvragen. Het maximumstelsel is een door de rechter geaccepteerd systeem, waarvan is gebleken dat het goed werkt. Het hanteren van een maximumstelsel wordt door de rechter echter alleen geaccepteerd wanneer dat stelsel goed wordt onderbouwd en actueel wordt gehouden.

 

Om die reden moeten de bestaande plaatsen opnieuw beoordeeld worden en moet er gekeken worden naar mogelijk nieuwe plaatsen. Alle plaatsen uit de beleidsnota’s van zowel Heerhugowaard als Langedijk zijn opnieuw onder de loep genomen. Nieuwe mogelijke locaties zijn meegenomen. Met het oog op de Omgevingswet bevat dit beleid een afwegingskader zodat potentieel kansrijke nieuwe plaatsen eerder worden beoordeeld dan nu het geval is bij de herziening van het beleid.

 

3.1 Evaluatie

Het maximumstelsel is aan de hand van de criteria in bijlage II opnieuw tegen het licht gehouden. De resultaten daarvan zijn per gemeente in de volgende paragrafen verwoord.

 

Gelet op de criteria die een rol mogen spelen bij de aanwijzing van de locaties en de door de rechter vereiste onderbouwing daarvan zijn, voor zover noodzakelijk, de volgende personen en instanties bij de beoordeling betrokken. Tussen haakjes staan de criteria die zij hebben beoordeeld:

 

  • politie (openbare orde, voorkomen of beperken van overlast, verkeersvrijheid en verkeersveiligheid);

  • verkeerskundige (verkeersvrijheid en verkeersveiligheid);

  • brandweer (veiligheid);

  • wegbeheerder (voorkomen of beperken van overlast, verkeersvrijheid en verkeersveiligheid);

  • afdeling VTH (strijd met bestemmingsplan);

  • stedenbouwkundige (bescherming van uiterlijk aanzien van de omgeving);

  • gebiedsmanagers (algemene beeld en ontwikkelingen).

Bestaande standplaatsen waar goede ervaringen mee zijn opgedaan worden gehandhaafd. De motivering die in het verleden tot de aanwijzing heeft geleid ligt nog steeds ten grondslag aan de aanwijzing. Wel zijn van alle standplaatsen nieuwe beschrijvingen met plattegronden met daarop de kenmerken gemaakt.

 

Bij de projectering van de standplaatsen is rekening gehouden met de landelijke brandveiligheidseisen uit het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.

 

Deze nieuwe regelgeving is tijdens de afgelopen beleidsperiode ingegaan.

De locaties zijn zo gekozen dat kan worden voldaan aan de afstandseisen van (bak-)wagens tot de gevels van de omliggende panden en de afstand tussen bakwagens onderling en bakwagens en andere bouwsels: in ieder geval vijf meter voor een bakwagen/kraam met gasinstallatie tot de gevel, tenzij de gevel aantoonbaar 60 minuten brandwerend is of als de bakkraam een automatische blusinstallatie heeft, dan geldt deze afstand niet. Tussen bakkramen/-wagens is - wanneer er gefrituurd wordt met gas/electra of wanneer er een gasinstallatie aanwezig is - de vereiste afstand altijd twee meter. Alleen bij de locatie Middenweg 275 voldoet dit niet en is er dus een restrictie op het type verkoopwagen dat op die locatie geplaatst kan worden. Ook is er rekening gehouden met de bereikbaarheid voor de hulpdiensten. Voor een brandweerwagen geldt een breedte van de route van 4,5 meter. De hulpdiensten moeten de bakwagens en de panden in de omgeving nog kunnen bereiken.

 

Beoordeeld is of de ontvluchting vanuit nabijgelegen panden niet wordt gehinderd door de aanwezigheid van de standplaatsen. Er moet voldoende doorstroming van voetgangers en fietsers in het gebied mogelijk blijven. De verkeersveiligheid wordt niet geschaad.

 

Op de meeste standplaatsen is een stroomkast van de gemeente. Dit is ook wenselijk. Het gebruik van aggregaten in de openbare ruimte veroorzaakt lawaai- en stankoverlast. Ook worden losliggend stroomkabels vermeden, die ook (struikel)gevaar kunnen opleveren.

 

De verkoopwagens dienen te beschikken over een eigen vuilwatertank. Aansluiting op het vuilwaterriool wordt niet gefaciliteerd.

 

3.1.1 Standplaatsbeschrijvingen

Van alle standplaatsen zijn locatiebeschrijvingen gemaakt met de kenmerken van de standplaats. Op deze beschrijving staan de volgende kenmerken:

 

  • Een globale beschrijving van de standplaats;

  • Het type standplaats (vast of tijdelijk)

  • De eigendomssituatie

  • De aanwezige (stroom)voorzieningen

  • De parkeersituatie in de omgeving

  • Welke objecten geplaatst kunnen worden zoals prullenbakken en reclame objecten

  • Welke type verkoopinrichting geplaatst kan worden (wel of niet een verkoopwagen / bakkraam)

  • Foto’s van de standplaats

  • Een plattegrond met de afmetingen van de standplaats.

De standplaatsbeschrijvingen zijn dynamisch, dat betekent dat deze worden aangevuld zodra er wijzingen worden doorgevoerd. Optionele standplaatsen worden bijvoorbeeld later verder uitgewerkt. Om die reden worden de beschrijvingen niet opgenomen in de bijlage van het beleid.

 

De verantwoordelijkheid voor het bijhouden van de standplaatsbeschrijvingen ligt bij de ambtelijke organisatie.

 

3.2 Standplaatsen Heerhugowaard

Bij de vijfjaarlijkse beoordeling van de standplaatsen zijn alle bestaande en mogelijk nieuwe locaties bekeken. Dat resulteert in een aantal plaatsen die vervallen, enkele die wijzigen en een aantal nieuwe standplaatslocaties. In de volgende paragrafen is het resultaat van de evaluatie en beoordeling verwerkt.

 

3.2.1 Vervallen standplaatsen in Heerhugowaard

Uit de evaluatie blijkt dat drie standplaatsen vervallen en één standplaats, de aan de Uiterwaard 1d, op een andere manier geregeld moet worden welke recht doet aan de feitelijke situatie. Dit is namelijk geen standplaats maar een kiosk, die ook als zodanig in het bestemmingsplan is opgenomen.

 

Standplaats 7 - Uiterwaard 1d

Een standplaats is per definitie bedoeld voor een tijdelijke en mobiele verkoopinrichting. Deze verkoopinrichting voldoet hier al lange tijd niet meer aan. De verkoopinrichting is in de loop der tijd uitgegroeid tot een kiosk. Van tijdelijkheid en mobiliteit is hier geen sprake meer. De kiosk is aangesloten op de voorzieningen stroom en riolering. De kiosk is te beschouwen als een met de grond verbonden (en daardoor) bouwvergunningplichtig bouwwerk. Er is nooit een omgevingsvergunning (voorheen bouwvergunning) voor verleend. Ook wordt deze plek inmiddels niet meer bestemd als openbare verkeersruimte, maar is een bouwvlak met horeca-bestemming (conform het feitelijke gebruik) opgenomen in het bestemmingsplan. Besluitvorming uit het verleden - deze locatie is al meer dan 30 jaar op deze wijze in gebruik - en de feitelijke situatie, maken dat deze locatie met een (tijdelijke) omgevingsvergunning geregeld moet worden. Om de ontstane situatie te legaliseren zou alsnog voor de kiosk een omgevingsvergunning moeten worden aangevraagd. De standplaats kan, zodra dat geregeld is, vervallen.

 

Standplaats 21 - Parkeerplaats BP Zuidtangent

In het verleden is deze standplaats alleen incidenteel gebruikt door autoruitgraveerders. Het graveren van autoruiten is tegenwoordig niet meer populair. Er is in de afgelopen vijf jaar geen interesse geweest voor deze standplaats bij andere mobiele verkopers. De mogelijkheden op deze standplaats zijn ook beperkt vanwege de nabijheid van het benzinestation. Er mag bijvoorbeeld geen bakwagen geplaatst worden. De standplaats wordt opgeheven.

 

Standplaats 24 - TH. Van Doesburgweg voor de Mediamarkt

Voor deze standplaats is geen interesse geweest. Het was een optionele standplaats, uit te ruilen met een van de twee van op het parkeerterrein van de Gamma/Praxis. Deze twee standplaatsen zijn erg in trek dus van een uitwisseling zal geen sprake zijn. Deze standplaats wordt opgeheven.

 

Standplaats 26 – A.C. op ’t Landtplantsoen

In het verleden heeft hier, voor enkele dagen aan het einde van het jaar een kraam gestaan. De ondernemer heeft aangegeven daar geen gebruik meer van te maken. De ruimte is voor twee kramen eigenlijk te beperkt. De standplaats wordt opgeheven. Mocht het zo zijn dat de vaste standplaats niet ingevuld wordt dan kan deze altijd tijdelijk ingevuld worden.

 

Strand van Luna

 

In 2022 is in overleg met Geestmerambacht in afwijking van het standplaatsenbeleid een vergunning verleend voor het innemen van een standplaats bij de voormalige Waerdse Tempel. Motivering daarvoor was de rol van de foodtruck, namelijk het alvast geven van een goede indruk van de horecavoorziening die in de toekomst in het gebouw zou zijn. Daarnaast werd de foodtruck gezien als een welkome aanvulling voor het totale gebied. Inmiddels zijn de benodigde horecavergunningen verleend aan FG Live.

 

3.2.2 Bestaande, gewijzigde en nieuwe standplaatsen in Heerhugowaard

Alle bestaande en mogelijk nieuwe standplaatsen zijn beoordeeld, mede in het licht van de lopende gebiedsontwikkelingen. Dat leidt tot de volgende overwegingen en beoordelingen per standplaats.

 

Standplaats 1 - Stationsplein

Op zich is dit een geschikte plek voor een standplaats in het hart van het Stationsgebied. Een drukke plek met veel forensen. Er heeft een korte tijd een verkoopwagen gestaan met een aggregaat. Dit veroorzaakte overlast. Daardoor is er een stroomkast door de gemeente aangelegd.

 

Er zijn allerlei ontwikkelingen gaande in het Stationsgebied. De inrichting, bebouwing en wegenstructuur in het gebied gaan aangepakt worden. Het is nog niet duidelijk hoelang deze standplaats bruikbaar blijft. Een standplaats in het vernieuwde Stationsgebied zou zeker een goede aanvulling kunnen zijn. Dit zou dan in de nieuwe ontwikkelingen meegenomen moeten worden.

 

Afstemming met de projectleider van het gebied is noodzakelijk bij invulling van de standplaats. Met eventuele beperkingen in tijd en locatie kan invulling geven worden aan de standplaats, rekening houdend met de ontwikkelingen.

 

Standplaats 2 - A.C. op ’t Landtplantsoen

De standplaats is gelegen op de openbare stoep onder aan de brede trap naar supermarkt Albert Heijn. Er heeft hier een viskraam gestaan die goed liep. Dit was een goede ondernemer met producten van goede kwaliteit. Daarna zijn er ondernemers geweest met minder succes. Op dit moment wordt de standplaats alleen gebruikt voor de verkoop van elders bereide oliebollen op de laatste 3 dagen van het jaar.

 

De aanwezige stroomkast die in eigendom was van een voormalige standplaatshouder is door de gemeente overgenomen. Ook dient er op gelet te worden dat de route voor voetgangers vrij blijft. Het is een geschikte locatie. Deze standplaats kan behouden blijven.

 

Standplaats 3 - Ingang Middenwaard bij de Middenweg, 3a (winkelcentrumzijde) en 3b (zijde fietsnietjes)

Twee standplaatsen op het plein bij de ingang naar Middenwaard aan de kant van de Middenweg. De afgelopen jaren zijn ze ingenomen door een bloemenkraam en een kaasboer. De twee standplaatsen worden niet tegelijkertijd ingenomen.

 

Het is een druk gebied met meerdere toegangen naar panden en veel voetgangers en winkelkarren. Minder geschikt voor een bakwagen wegens het intensief gebruik van het plein.

 

Aandachtspunt is dat de doorstroming in het gebied goed blijft en er voldoende afstand van de parkeergarage gehouden wordt. De ontvluchting vanuit parkeergarage, winkelcentrum en winkels mag niet gehinderd worden. De bereikbaarheid van de panden voor de hulpdiensten moet gewaarborgd blijven.

 

Ook is het vanwege de doorstroming, ontvluchting en hulpdiensten noodzakelijk dat de verkoopinrichting binnen de aangewezen standplaatslocatie blijft. De kramen verschuiven af en toe over het plein en worden soms uitgebreid met losse objecten.

 

Het zijn beide geschikte en succesvolle plekken die behouden kunnen blijven. Aandachtspunt voor de toekomst is dat standplaatshouders binnen de grenzen blijven van de aangewezen standplaats. De grenzen dienen daarom duidelijker te worden aangegeven.

 

Standplaats 4 - Ingang Middenwaard bij Zuidtangent

Standplaats is omsloten aan drie zijden door gebouwen. Staat midden in de loop van het publiek vanaf de grote parkeerplaats naar de ingang Middenwaard. Daarom is er beperkte ruimte. De ontvluchting vanuit Middenwaard mag niet gehinderd worden.

 

Alleen geschikt voor kleine (bak)wagen. Deze plek wordt ingenomen door een kleine loempiakar. De plek kan, in de huidige beperkte omvang, behouden blijven.

 

Standplaatsen 5 & 6 - St. Annaplein

De standplaatsen zijn gelegen in het hart van Heerhugowaard de Noord tussen de kerk, het café en het gemeenschapshuis. De grond is in eigendom van de kerk.

 

Laatste jaren is deze plaats succesvol in gebruik door een viskraam. Er is in het verleden ook tijdelijke een standplaats vergund voor oliebollen en er heeft een kerstbomenverkoop plaatsgevonden. De standplaatsen kunnen behouden blijven. De vaste standplaats is ingetekend vanwege de aspecten uit het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.

 

Standplaats 8 - Roze Flamingo

Deze standplaats staat op parkeervakken langs de Middenweg om de hoek bij de supermarkt Albert Heijn. Het is een geschikte locatie met een stroomvoorziening. Een verplaatsing naar een andere plek nabij de entree van de Albert Heijn is vanwege mogelijke overlast voor bewoners van de woningen en de supermarkt niet mogelijk. De huidige standplaatslocatie kan behouden blijven.

 

Standplaats 9 - Berckheidelaan op het plein bij de winkels

Oorspronkelijke standplaats aan het Berckheideplein. Hier heeft een visboer en een oliebollenkraam gestaan. Sinds de verbouwing van de Dekamarkt is de hoofdentree verplaatst naar de zijde van de grote parkeerplaats tussen de Dekamarkt en de Aldi. Evengoed is de standplaats weer in gebruik en levert deze plaats een bijdrage aan de verlevendiging van het gebied. Er is een stroomvoorziening aangelegd.

 

Standplaats 10 - Berckheidelaan, op het plein

Sinds de verbouwing van de Dekamarkt is de hoofdentree op de stoep aan de zijde van de grote parkeerplaats tussen de Dekamarkt en de Aldi. Afgelopen jaren is de tijdelijke standplaats als proef verplaatst naar deze locatie. Dat ging goed. De proef wordt echter niet voortgezet. Zowel de exploitant van de supermarkt als de eigenaar van de grond wensen niet langer medewerking te verlenen aan een standplaats op de nieuwe locatie. Om die reden is de tijdelijk standplaats weer opgenomen op het plein zelf.

 

Standplaats 11, 12 & 13 - Raadhuisplein

Op het Raadhuisplein staan 3 verschillende standplaatsen: oliebollenkar, loempiakar en kerstbomenverkoop. Ze worden doorgaans niet gelijktijdig ingenomen. Op het plein is maandag de weekmarkt. Ook de jaarmarkt is in 2019 verhuisd van de Stationsstraat naar het Raadhuisplein. Het Raadhuisplein is aangewezen als evenemententerrein. Hier worden geregeld grote evenementen gehouden en de kermis. Standplaatsen kunnen dus niet ingenomen worden tijdens de maandagmarkt, de jaarmarkt en de overige evenementen. Dat moet duidelijk in de verleende standplaatsvergunning naar voren komen en bij (potentiële) standplaatshouders bekend zijn.

 

Een deel van het Raadhuisplein is in eigendom van de VVE van de winkeliersvereniging. De standplaatsen zijn wel op gemeentegrond, maar niet alle soorten handel wordt gewaardeerd door de VVE en er is aangegeven dat de parkeerdruk vanwege de verkoopplaats op de parkeerplaatsen onevenredig toeneemt.

 

Deze drie standplaatsen behouden en duidelijke afspraken ivm de markten en de evenementen. Gelet op de parkeerdruk is er ruimte voor een kleine vaste standplaats (standplaats 13), een tijdelijke standplaats op de parkeerplaatsen voor de verkoop van oliebollen (standplaats 12) en een tijdelijke standplaats voor de verkoop van kerstbomen (standplaats 11). Op deze laatste standplaats is geen ruimte voor een verkoopwagen.

 

Standplaats 14 & 15 - J.J.P. Oudweg 14-16 parkeerterrein Praxis/Gamma

Op het parkeerterrein bij de Gamma en de Praxis zijn twee standplaatsen. Er is niet veel ruimte om de wagens heen wegens het druk af en aan rijden van bezoekers. Standplaatsen zijn afgelopen jaar ingenomen door een vis/snackwagen en in het seizoen een oliebollenkar.

 

Het zijn geschikte vaste plaatsen op particulier terrein waarbij één van de twee standplaatsen (standplaats 15) jaarlijks tijdelijk ingevuld wordt met oliebollenverkoop. De rest van het jaar kan deze vast ingevuld worden.

 

Standplaats 16 - Middenweg 275, buiten entree parkeerterrein

Standplaats aan de Middenweg ligt bij de entree naar een parkeerterrein bij een bouwmaterialen zaak. De standplaats ligt dicht bij een woonhuis en is daarom niet geschikt voor een reguliere bakwagen.

 

De plaats was ingenomen door een visboer. Er waren problemen om te voldoen aan de brandveiligheidseisen. De standplaats behouden, met de beperking dat alleen elektrisch bakken is toegestaan.

 

Standplaats 17 - Middenweg 275, op parkeerterrein bij bouwmaterialenzaak (gewijzigde locatie)

Op het parkeerterrein bij de entree naar de bouwmaterialenzaak is op proef een standplaats vergund. Hier is wel een bakwagen mogelijk. Op het terrein was nog een andere standplaats aanwezig tegen het gebouw aan. In de afgelopen periode is die niet ingevuld vanwege de beperkingen dat geen bakkraam mogelijk was. Door de verplaatsing is dat nu wel mogelijk.

 

De proef wordt omgezet in een vaste nieuwe plaats.

 

Standplaats 18 & 19 - Zuidpoort 1, parkeerterrein Intratuin

Groot terrein bij tuincentrum aan de rand van Heerhugowaard. Zeer ruime locatie met veel winkelend publiek. Er zijn twee standplaatsen mogelijk. Deze zijn vrij door de eigenaar van het terrein (Intratuin) te bepalen met in achtneming van de landelijke brandveiligheidseisen uit het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.

 

De afgelopen jaren heeft hier in het seizoen zonder problemen een oliebollenkraam gestaan in parkeervakken in de toegangsroute op het terrein.

 

Het is een geschikte locatie en de twee standplaatsen kunnen gecontinueerd worden.

 

Standplaats 20 - Pascalstraat 10A, op het trottoir

De standplaats is gelegen midden in het bedrijventerrein de Zandhorst in de buurt van de N242. De standplaats bevindt zich op een brede stoep in een ruime bocht. Er zitten veel bedrijven omheen. De Caravanboulevard en autoshowrooms in de nabijheid trekken veel publiek.

 

De standplaats werd enige jaren ingenomen door een verkoopwagen/bus die zich in een zeer slechte staat van onderhoud bevond, was niet altijd open en de wagen stond er permanent. Dit strookte niet met het standplaatsbeleid. Er zijn afspraken gemaakt over het plaatsen van een nieuwe verkoopwagen. De ondernemer heeft de ruimte gekregen om dat te regelen en er voor te zorgen dat de wagen weer mobiel is, zodat deze binnen de geldende voorschriften verplaatst kan worden. De gemaakte afspraken worden inmiddels nagekomen.

 

De locatie van de standplaats is geschikt voor het verstrekken van voedsel aan de werknemers van de omliggende bedrijven en ook aan winkelend publiek. Het kan het gebied verrijken en verlevendigen. Het is aan de standplaatshouder om daar ook daadwerkelijk een succes van te maken.

 

De standplaats kan worden gecontinueerd.

 

Standplaats 22 - Brandpunt

Deze standplaats is de afgelopen vijf jaar niet heel veel in gebruik geweest. Het wijkcentrum heeft echter aangegeven in de komende periode incidenteel gebruik te willen maken van de standplaats. Om die reden blijft de standplaats behouden. De standplaats wordt omgezet naar een tijdelijke standplaats waarbij verkoop kan plaats vinden op maximaal 30 dagen per jaar. Gelet op het weinige gebruik in de afgelopen jaren wordt hier geen stroom gefaciliteerd.

 

Standplaats 23 - Pascalstraat 3, Parkeerterrein Pauw

Deze tijdelijke standplaats is een aantal keer per jaar tijdens verkoopevenementen van Pauw Recreatie geopend. In het vorige beleid waren de tijdelijke standplaatsen beperkt in duur tot drie maanden (90 dagen). Bij een bezwaarzaak is door de commissie voor de bezwaarschriften geadviseerd om bij de herziening van het standplaatsenbeleid op een andere wijze om te gaan met incidentele en tijdelijke standplaatsen. In dit nieuwe beleid is de termijn voor tijdelijke standplaatsen verruimd naar vier maanden. Er is geen ruimte op het industrieterrein voor twee vaste standplaatsen. Om die reden wordt deze standplaats aangewezen als tijdelijke standplaats waarbij verkoop kan plaats vinden op in totaal maximaal 30 dagen per jaar. Dat doet recht aan de invulling van deze locatie in de afgelopen vijf jaar en recht aan het gebied.

 

Standplaats 25 - De Draai bij de supermarkt (nieuw, optioneel)

In de Draai wordt in ieder geval één standplaats optioneel aangewezen en wel bij de supermarkt. De optie moet nog worden besproken met verschillende partijen. Tekening en plaats volgt nog. De standplaats kan bijdragen aan de sociale cohesie in de nieuwe wijk.

 

Standplaats 27 - Stadsplein (gewijzigde locatie)

Standplaats midden in het centrum van Heerhugowaard, tussen gemeentehuis, bibliotheek, winkelcentrum en woongebouwen. Op het Stadsplein heeft een aantal jaar een oliebollenkraam gestaan op het gras in de buurt van de entree van Middenwaard. Dit is niet meer mogelijk vanwege de bouw van het wooncomplex Lapis Lazuli. De nieuwe plek is op het plein zelf en dichter naar het gemeentehuis. Op dit moment is het een heel geschikte locatie waarbij rekening is gehouden met de nieuwbouw. Het Stadsplein is tevens aangewezen als evenemententerrein.

 

Standplaats 28 - Haven bij pont Heerhugowaard-Langedijk (nieuw, optioneel)

In 2023 is het programmaplan Kanaalpark vastgesteld. In dit programmaplan staan ca 40 projecten en opgaven benoemd om van het gebied tussen de BOL-brug en De Krul een aantrekkelijk landschapspark te maken. Het programmaplan zet sterk in op het realiseren van verbindingen over het kanaal en naar het Kanaalpark, zowel voor mensen (bewoners) als voor flora en fauna. Een van deze verbindingen betreft een verbinding tussen de Westdijk en het Oosterdelgebied. Een standplaats aan de Westdijk-zijde kan te zijner tijd een bijdrage leveren aan het versterken en verlevendigen van deze verbindingsroute.

 

3.2.3 Overzicht standplaatsen Heerhugowaard

Bovenstaande evaluatie en beoordeling van de standplaatsen in Heerhugowaard leidt tot het volgende overzicht. Dit overzicht bevat ook de mutaties.

 

  • 1.

    Stationsplein (vast)

  • 2.

    A.C. op ’t Landtplantsoen (vast)

  • 3.

    Ingang Middenwaard bij de Middenweg 3a, winkelcentrumzijde (vast) en 3b, zijde fietsnietjes (vast)

  • 4.

    Ingang Middenwaard bij Zuidtangent (vast)

  • 5.

    St. Annaplein (vast)

  • 6.

    St. Annaplein (tijdelijk)

  • 7.

    Uiterwaard 1d (vervalt zodra de locatie geregeld is met een Omgevingsvergunning)

  • 8.

    Roze Flamingo (vast)

  • 9.

    Berckheideplein, op het plein bij de winkels (vast)

  • 10.

    Berckheideplein, op het plein bij de winkels (tijdelijk)

  • 11.

    Raadhuisplein kerstbomen (tijdelijk)

  • 12.

    Raadhuisplein (tijdelijk)

  • 13.

    Raadhuisplein / hoek Raadhuisstraat (vast)

  • 14.

    J.J.P. Oudweg 14-16, parkeerterrein Gamma/Praxis (vast)

  • 15.

    J.J.P. Oudweg 14-16, parkeerterrein Gamma/Praxis (vast)

  • 16.

    Middenweg 275, buiten entree parkeerterrein (gewijzigd in gebruik, vast)

  • 17.

    Middenweg 275, op parkeerterrein bij bouwmaterialenzaak (gewijzigde locatie, vast)

  • 18.

    Zuidpoort 1, parkeerterrein Intratuin (tijdelijk)

  • 19.

    Zuidpoort 1, parkeerterrein Intratuin (vast)

  • 20.

    Pascalstraat 10A, op het trottoir (vast)

  • 21.

    Parkeerplaats BP Zuidtangent (vervallen)

  • 22.

    Brandpunt (gewijzigd, tijdelijk)

  • 23.

    Pascalstraat 3, Parkeerterrein Pauw (tijdelijk)

  • 24.

    TH. Van Doesburg 1, Mediamarkt (vervallen)

  • 25.

    De Draai, bij de supermarkt (nieuw, optioneel, vast, definitieve plaats in overleg te bepalen)

  • 26.

    A.C. op ’t Landtplantsoen, seizoensplaats (vervallen)

  • 27.

    Stadsplein (gewijzigde locatie, tijdelijk)

  • 28.

    Haven bij pont Heerhugowaard-Langedijk (nieuw, optioneel, vast, definitieve plaats in overleg te bepalen)

3.3 Standplaatsen Langedijk

Bij de beoordeling van de standplaatsen zijn alle bestaande en mogelijk nieuwe locaties bekeken. Dat resulteert in een aantal plaatsen die vervallen, enkele die wijzigen en een aantal nieuwe standplaatslocaties. In de volgende paragrafen is het resultaat van de evaluatie en beoordeling verwerkt.

 

3.3.1 Vervallen standplaatsen in Langedijk

Uit de evaluatie blijkt dat drie standplaatsen vervallen. Het gaat om de volgende standplaatsen.

 

Standplaats 7 - Havenplein in Broek op Langedijk, vervallen

Centraal gelegen op het parkeerterrein bij haven en horeca. Dit gebied gaat opnieuw ontwikkeld worden. Of er in de nieuwe opzet plaats is voor een standplaats zal besproken moeten worden met de projectleider van de gebiedsvernieuwing.

 

Gelet op deze ontwikkelingen vervalt deze standplaats.

 

Standplaats 10 - Parkeerterrein bij de Krommebrug in Zuid-Scharwoude, vervallen

Op deze locatie zijn enkele parkeerplaatsen. Is de afgelopen jaren niet in gebruik geweest als standplaats. Het is ook niet een heel geschikte plek. Er is weinig ruimte en de omgeving heeft meer het karakter van een woonwijk. De kans op overlast is groot.

 

Gelet hierop vervalt deze standplaats.

 

Standplaats 11 –Voorburggracht 522 in Noord-Scharwoude, vervallen

Standplaats aan de Voorburggracht 522 Noord Scharwoude op de stoep bij de supermarkt. Er is erg weinig ruimte op deze plek. Slechts incidenteel een keer door de supermarkt gebruikt voor bloemenverkoop. Deze plek – in verband met de beperkte ruimte en de verkeersveiligheid - niet meer aanwijzen.

 

Gelet hierop vervalt deze standplaats.

 

3.3.2 Bestaande – gewijzigde en nieuwe standplaatsen in Langedijk

Alle bestaande en mogelijk nieuwe standplaatsen zijn beoordeeld, mede in het licht van de lopende gebiedsontwikkelingen. Dat leidt tot de volgende overwegingen en beoordelingen per standplaats.

 

Standplaats 1 - Kerkplein in Sint Pancras

Relatief kleine plaats nabij de kerk op gemeentegrond. Het is een goede plaats zonder voorzieningen. Maximale afmeting van de standplaats op deze locatie is 5,5 bij 5 meter.

 

Deze standplaats behouden en aanwijzen als vaste standplaats.

 

Standplaats 2 - Parkeerplaats veilingterrein Noord-Scharwoude, optioneel

Deze locatie is prima geschikt voor een vaste standplaats. Het terrein is echter niet in eigendom van de gemeente. Dat betekent dat er eerst toestemming van de eigenaar moet zijn voor dat de standplaats aangewezen kan worden.

 

De standplaats wordt optioneel aangewezen en kan, na toestemming van de rechthebbende, ingenomen worden als vaste standplaats.

 

Standplaats 3 - Speelweide Noord-Scharwoude

Goede standplaatslocatie op de verharding aan de rand van een groot grasveld (hoek Charlotte de Bourbonstraat- Louise de Colignystraat) tegenover het monument De Stier. Het grasveld wordt ook voor andere activiteiten waaronder evenementen gebruikt.

 

Standplaats behouden en aanwijzen als vaste standplaats.

 

Standplaats 4 - Gemeentelijke parkeerplaats tegenover Kloosterhof in Noord-Scharwoude

Standplaatslocatie op de parkeerterrein tegenover de kerk St. Jan de Doper in Noord-Scharwoude. In het seizoen staat hier een oliebollenkraam midden op het parkeerterrein. Op het andere deel van het parkeerterrein is een kerstbomenverkoop. De standplaatsen die ingenomen worden door de oliebollenkar en de kerstbomenverkoop zijn behoorlijk aan de maat en onttrekken ca. 17 parkeerplaatsen. Daarom alleen voor een korte periode in het seizoen wenselijk. Een kleinere standplaats 5 x 8 meter (ca. 3 parkeervakken) kan gedurende de periode dat er geen oliebollenkraam en/of kerstbomenverkoop is. Deze kleine vaste standplaats is niet geschikt voor een bakwagen.

 

Standplaatsen behouden .

 

Standplaats 5 - Parkeerplaats bij de Binding in Zuid-Scharwoude

Op de parkeerplaatsen bij gebouw van de gemeente Langedijk. Deze standplaats is tijdelijk ingenomen voor kerstbomenverkoop. Als tijdelijke standplaats voor seizoenproducten als oliebollen en kerstbomen is deze plek geschikt. Vanwege de ligging nabij de school niet geschikt voor andere gebruik gedurende het gehele jaar.

 

Standplaats behouden en aanwijzen als tijdelijke standplaats.

 

Standplaats 6 - Parkeerplaats bij de Vomar in Zuid-Scharwoude, optioneel

Standplaats gelegen op een stoep bij de Vomar Voorburggracht 224 Zuid-Scharwoude. Recent niet ingenomen. De plaats op de stoep is niet ideaal. Voetgangers lopen daardoor op de weg en het zicht bij het inrijden en uitrijden van het parkeerterrein is beperkt. Voorgesteld wordt een plek op het parkeerterrein voor een kleine verkoopinrichting op twee parkeerplaatsen (5 bij 5,5 meter) aan te wijzen.

 

De standplaats wordt optioneel als vaste standplaats aangewezen.

 

Standplaats 8 - Parkeerplaats bij Winkelcentrum Broekerveiling Broek op Langedijk, optioneel

In de buurt van de Broekerveiling zijn 4 parkeerterreinen. Er is ruimte voor het innemen van een standplaats en er zijn voldoende parkeermogelijkheden. Standplaatsen rondom het winkelcentrum kunnen een goede bijdrage leveren aan de aantrekkelijkheid van het gebied en het winkelaanbod, zeker bij seizoenproducten. Voor zover deze niet op gemeentegrond liggen kunnen hier alleen verkoopwagens geplaats worden met uitdrukkelijke toestemming van de eigenaar van het terrein Van de Heerik B.V. en met toestemming van Broekerveiling B.V. In de nadere afspraken ter uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst van 11 september 2013, is opgenomen in artikel 5 dat aanvragen voor een standplaats rondom het winkelcentrum Broekerveiling door derden voor toekenning akkoord dienen te zijn bevonden door Winkelcentrum Broekerveiling B.V.

 

Er wordt in beginsel één optionele standplaats aangewezen rondom de Broekerveiling. Definitieve invulling en afmeting (maximaal 3 parkeerplaatsen, 5 bij 8 meter) wordt in overleg met en na akkoord van de Broekerveiling en de eigenaar bepaald.

 

Standplaats 9 - Parkeerplaats bij de Vomar in Oudkarspel

Standplaats is gelegen op de stoep bij de toegangsroute naar de Vomar (hoek Voorburggracht/Zaagmolenweg). Dit is een gewilde en goede plek. De standplaats wordt ingenomen door een viskraam op woensdag en een Loempiakar op donderdag. In de omgeving zijn voldoende parkeerplaatsen.

 

Standplaats behouden en aanwijzen als vaste standplaats.

 

Standplaats 12 – Grootdorst 6 in Broek op Langedijk

Standplaats op het voorerf bij een bedrijfsgebouw. Incidentele verkoop kerstbomen. Is een prima locatie.

 

Standplaats behouden en aanwijzen als tijdelijke standplaats.

 

Standplaats 13 – Karwei in Broek op Langedijk, optioneel nieuw

Hier is tot nu toe nog geen standplaats ingenomen. Het is wel een geschikte locatie en inname past binnen het standplaatsenbeleid. Grote parkeerplaats bij bedrijf Karwei. Is omringd met een hek en kan afgesloten worden.

 

Definitieve invulling en afmeting (maximaal 3 parkeerplaatsen, 5 bij 8 meter) wordt in overleg met en na akkoord van de eigenaar en met instemming van (het hoofdkantoor van) de Karwei bepaald.

 

Standplaats aanwijzen als vaste standplaats.

 

3.3.3 Overzicht standplaatsen Langedijk

Bovenstaande evaluatie en beoordeling van de standplaatsen in Langedijk leidt tot het volgende overzicht. Dit overzicht bevat ook de mutaties.

 

  • 1.

    Kerkplein in Sint Pancras

  • 2.

    Parkeerplaats veilingterrein Noord-Scharwoude (optioneel)

  • 3.

    Speelweide Noord-Scharwoude

  • 4.

    Gemeentelijke parkeerplaats tegenover Kloosterhof in Noord-Scharwoude

  • 5.

    Parkeerplaats bij de Binding in Zuid-Scharwoude

  • 6.

    Parkeerplaats bij de supermarkt, Voorburggracht 224 Zuid-Scharwoude (optioneel)

  • 7.

    Havenplein in Broek op Langedijk (vervallen)

  • 8.

    Parkeerplaats bij Winkelcentrum Broekerveiling Broek op Langedijk (optioneel)

  • 9.

    Parkeerplaats bij de Vomar in Oudkarspel

  • 10.

    Parkeerterrein bij de Krommebrug in Zuid-Scharwoude (vervallen)

  • 11.

    Deen in Noord-Scharwoude (vervallen)

  • 12.

    Grootdorst 6 in Broek op Langedijk (tijdelijk)

  • 13.

    Karwei in Broek op Langedijk (optioneel/nieuw).

4 Afwegingskader nieuwe initiatieven

 

Vooruitlopend op de Omgevingswet, die op 1 januari 2024 in gaat, wordt het verlenen van vergunningen en beoordelen van initiatieven voor standplaatsen anders:

 

  • Bij de beoordeling van een vergunningaanvraag of een initiatief voor een niet aangewezen standplaats wordt integraal naar alle aspecten van de fysieke leefomgeving gekeken;

  • Bij het aanvragen van een vergunning of initiatief moet de initiatiefnemer aangeven of en hoe er is / wordt geparticipeerd

  • De houding naar de initiatiefnemer verandert van 'nee, tenzij' naar 'ja, mits'. Dat betekent dat de gemeente meer gaat adviseren en denken in mogelijkheden.

Via een snelle beoordeling op de intaketafel krijgt een initiatiefnemer snel te horen op zijn initiatief kansrijk is en geeft de gemeente snel richtlijnen mee op de wijze waarop de initiatiefnemer zijn plan kan realiseren en welke ‘mitsen’ er ingevuld moeten worden.

 

De intaketafel werkt als volgt:

  • 1.

    De eerste belangrijke stap in deze nieuwe werkwijze bij een initiatief is de bespreking van het initiatief op de intaketafel. Daar wordt direct duidelijk of een initiatief wenselijk is en of de gemeente het initiatief mogelijk wil maken.

  • 2.

    Als een initiatief wenselijk is, volgt de tweede stap: de initiatiefnemer, de belanghebbenden en alle betrokken overheidspartijen komen bij elkaar aan tafel. Het initiatief wordt aan tafel besproken vanuit de gedachte om het mogelijk te maken. Deze dialoog levert de initiatiefnemer een passend ontwerp en een concept vergunning op.

  • 3.

    De derde en laatste stap is vervolgens het indienen van de vergunningaanvraag door de initiatiefnemer. Als de initiatiefnemer de aanvraag indient conform is besproken aan tafel, dan kan de vergunning eenvoudig in maximaal acht weken worden verleend.

Dit model wordt verder ontwikkeld in het kader van de uitwerking en implementatie van de Omgevingswet. Uiteindelijk maken ook standplaatsen onderdeel uit van het nieuwe stelsel onder Omgevingswet.

 

Algemene uitgangspunten voor nieuwe initiatieven:

  • De standplaats past of is complementair aan de “RETAILVISIE DIJK EN WAARD, VISIE, BELEID EN UITVOERINGSPROGRAMMA”.

  • De standplaats ondersteunt een sociaal, maatschappelijk of recreatieve (tijdelijke) ontwikkeling of initiatief voor inwoners van de gemeente.

  • Indien van toepassing is, bij de uitwerking van de standplaats, de relatie gelegd met de gebiedsvisie Grenzeloos Dijk en Waard, die in juni 2020 in beide colleges is vastgesteld. Deze gebiedsvisie is een overkoepelend project voor het hele gebied tussen Middenwaard en Winkelcentrum Broekerveiling. Hier zijn veel onafhankelijke ontwikkelingen gaande, waar de gemeenten meer samenhang in willen brengen: het Stationsgebied, het Stadshart en de Westdijk in Heerhugowaard, het kanaal Alkmaar Omval-Kolhorn en het Museum BroekerVeiling, het Havengebied Broek op Langedijk en het Oosterdelgebied in Langedijk.

  • De standplaats voldoet aan de ‘algemene beoordelingscriteria’ uit deze nota.

  • Voor Langedijk geldt dat er nog ruimte is voor een standplaats bij een tuincentrum of een bouwmarkt.

Na een positief advies op de intaketafel en een positief advies van de portefeuillehouder kan de standplaatsvergunning in mandaat door de vergunningenmanager verleend worden op basis van de uitgangspunten in dit beleid.

 

Verzoeken om een vaste standplaats worden als proef verleend voor één jaar. Tijdelijke en incidentele standplaatsen zijn ook beperkt voor de duur van één jaar. Na een positieve evaluatie vindt definitieve besluitvorming plaats, wat geformaliseerd wordt met een standplaatsvergunning.

5 Beleidsregels standplaatsen

 

Artikel 1. Toepassingsgebied

Deze beleidsregels zijn van toepassing op alle standplaatsen zoals bedoeld in de Algemene plaatselijke verordeningen Dijk en Waard 2022.

 

Artikel 2. Aanwijzing standplaatsen

  • 1)

    Burgemeester en wethouders stellen een maal per vijf jaar - in december - standplaatslocaties vast voor de gemeente, met dien verstande dat vaststelling eerder plaatsvindt wanneer omstandigheden of ontwikkelingen daarom vragen. Een locatie kan een vaste of tijdelijke standplaats zijn.

  • 2)

    Onder een vaste standplaats wordt verstaan: een standplaats die voor één of meer dagdelen voor onbepaalde tijd, doch maximaal 5 jaar, wordt aangewezen;

  • 3)

    Onder een tijdelijke standplaats wordt verstaan: een standplaats die voor één of meer dagdelen voor maximaal vier maanden per jaar wordt aangewezen;

  • 4)

    Burgemeester en wethouders kunnen, indien dringende omstandigheden daartoe aanleiding geven, aan een standplaatshouder tijdelijk een andere standplaats aanwijzen.

Artikel 3. Wachtlijst

  • 1)

    Wanneer alle vaste of tijdelijke standplaatsen bezet zijn wordt een wachtlijst aangelegd.

  • 2)

    De aanvragen voor een standplaats worden in volgorde van binnenkomst op een wachtlijst geplaatst.

  • 3)

    De inschrijving op de in lid 1 bedoelde wachtlijst wordt doorgehaald:

    • a)

      op verzoek van de ingeschrevene;

    • b)

      bij overlijden van de ingeschrevene;

    • c)

      wanneer aan de ingeschrevene een standplaats wordt toegewezen;

    • d)

      wanneer de ingeschrevene voor een standplaats in aanmerking komt, doch zonder geldige redenen weigert een standplaats te aanvaarden.

Artikel 4. Toewijzing standplaats

  • 1)

    Een standplaatsvergunninghouder dient elk jaar bij een tijdelijke en elke vijf jaar bij een vaste standplaats, schriftelijk een aanvraag om een standplaatsvergunning te doen).

  • 2)

    Voor vrijgekomen standplaatsen komen allereerst de ingeschreven op de in artikel 3 genoemde wachtlijst in aanmerking

  • 3)

    Burgemeester en wethouders kunnen besluiten een vrijgekomen standplaats niet meer uit te geven.

Artikel 5. Vervallen van een standplaatsvergunning

Het recht op een standplaats vervalt:

  • 1)

    op eigen verzoek;

  • 2)

    bij overlijden van de standplaatshouder;

  • 3)

    wanneer de standplaatshouder gedurende drie achtereenvolgende dagen of gedurende zes dagen binnen een tijdvak van drie maanden, geen gebruik heeft gemaakt van de standplaats en er geen sprake is van bijzondere omstandigheden zoals ziekte, vakantie of andere geldige reden en het college daarvan niet binnen een week schriftelijk op de hoogte is gebracht. Met achtereenvolgende dagen worden bedoeld de achtereenvolgende dagen waarop de standplaatsvergunning geldig is.

Artikel 6. Overschrijving vergunning

Bij het overlijden van de standplaatshouder wordt het recht op de standplaats respectievelijk op de inschrijving op de wachtlijst overgeschreven op de overblijvende echtgenoot/echtgenote of op met de standplaatshouder/ingeschrevene duurzaam samenlevend persoon, indien een daartoe strekkend verzoek binnen twee maanden na het overlijden bij burgemeester en wethouders wordt ingediend.

 

Artikel 7. Persoonlijk innemen van de standplaats

Een standplaats moet door de houder ervan persoonlijk of een bij hem in dienst zijnde werknemer worden ingenomen. In bijzondere gevallen, zoals bij ziekte en / of vakantie, kan door of namens burgemeester en wethouders aan standplaatshouders, op schriftelijk verzoek, tijdelijk ontheffing worden verleend van de verplichting om persoonlijk op de standplaats aanwezig te zijn.

 

Artikel 8. Markten en evenementen

Binnen een straal van 500 meter van een markt als bedoeld in artikel 160 Gemeentewet of een evenement als bedoeld in artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening Dijk en Waard 2022, worden op de dag waarop de markt of het evenement wordt gehouden, op- of afgebouwd, geen standplaatsen ingenomen.

6 Overige aspecten

6.1 Locaties voor algemeen nut, ideële doeleinden en tijdelijke objecten

Heerhugowaard

In Heerhugowaard is een locatie aan het Van Wijngaardenplein speciaal door Wijkbeheer geschikt gemaakt voor de plaatsing van een wagen voor o.a. bevolkingsonderzoeken. De locatie was niet aangewezen als standplaats het Standplaatsenbeleid 2015 en in het Standplaatsenbeleid 2015 was verder niets opgenomen over de afhandeling van deze verzoeken.

 

Het college heeft op 10 juni 2008 (BW08-0524) kennisgenomen van / ingestemd met de wijze van afhandeling van locaties voor wagens voor bevolkingsonderzoek. Een van die locaties is het Van Wijngaardenplein die exclusief bedoeld is voor dit soort wagens. Deze wagens zijn in genoemd besluit losgekoppeld van het Standplaatsenregime. Dit beleid wordt voortgezet. Er zijn in de afgelopen beleidsperiode geen andere verzoeken geweest voor dergelijke wagens. Deze verzoeken handelt de afdeling Wijkbeheer af op basis van de APV (Voorwerpen op of aan de weg of openbare plaatsen).

 

De plaatsing van tijdelijke objecten (in Middenwaard of voor winkels) wordt afgedaan via het objectenbeleid welke invulling geeft aan het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg of openbare plaatsen.

 

Langedijk

In Langedijk kunnen wagens voor o.a. bevolkingsonderzoeken op het parkeerterrein op de Oostwal in Sint Pancras, het parkeerterrein aan de Oeverzegge (DTS) in Oudkarspel en het Havenplein in Broek op Langedijk plaats innemen. Ze dienen zelfvoorzienend te zijn voor stroom en water en mogen vanwege de nabijheid van het sportcomplex en omdat ze veel parkeerplaatsen in gebruik nemen in beginsel niet in het weekeinde blijven staan. Deze verzoeken handelt de afdeling Wijkbeheer af op basis van de APV (Voorwerpen op of aan de weg of openbare plaatsen). Datzelfde geldt voor andere tijdelijke objecten (in de Broekerveilig of voor winkels).

 

6.2 Schenken en verstrekken van alcohol is niet toegestaan

Het is niet toegestaan om alcohol verkopen vanaf een standplaats. In artikel 18, lid 1 van de Alcoholwet staat vermeld dat het verboden is in de uitoefening van een ander bedrijf dan het slijtersbedrijf zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse aan particulieren te verstrekken.

 

In het tweede lid van genoemd artikel 18, wordt een aantal uitzonderingen op het bepaalde in het eerste lid beschreven, waardoor deze verbodsbepaling niet zou gelden voor de bedrijven zoals bedoeld in het tweede lid.

 

In de aanhef van het tweede lid van artikel 18 staat echter vermeld dat het “in het eerste lid vervatte verbod niet geldt ten aanzien van het verstrekken in”: Het gaat hier om het woordje “in”.

 

Er mag dus alleen maar zwak-alcoholhoudende drank worden verstrekt voor gebruik elders dan ter plaatse in een nader aangeduid type winkel. Voor de definitie van een winkel kan gebruik worden gemaakt van de omschrijving in de Winkeltijdenwet. In deze wet staat dat een winkel “een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht” is.

 

Het bovenstaande impliceert dat geen zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse aan particulieren mag worden verstrekt vanuit bijvoorbeeld kiosken of vanaf de standplaats op markten of braderieën.

 

Bij een standplaats is geen sprake van verkoop in een winkel. Er is alsdan sprake van loketverkoop. De klant staat buiten, vóór de standplaats, vóór het loket en niet in de winkel. Bij verkoop vanaf een marktkraam is uiteraard ook geen sprake van verstrekking in een winkel.

 

Bij de beoordeling of sprake is van een standplaats moet allereerst de vraag worden beantwoord of sprake is van een winkel in de zin van artikel 18, lid 2 Alcoholwet. De Alcoholwet geeft geen definitie van het begrip “winkel”. Voor de beoordeling kan worden aangesloten bij de definitie zoals die is opgenomen in artikel 1 van de Winkeltijdenwet, te weten: “een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht”.

 

Een standplaats kan niet als zodanig worden aangemerkt. Het gaat hier veeleer om een verkooppunt, waar door een loket goederen aan particulieren worden verkocht. Dat een standplaats deel uitmaakt van een grotere ruimte zoals bijvoorbeeld een station doet daaraan niet af. Waar vanuit een zwak-alcoholhoudende dranken worden verstrekt aan particulieren voor gebruik elders dan ter plaatse, wordt gehandeld in strijd met het verbod zoals dat is opgenomen in artikel 18 lid 1 van de Alcoholwet.

Bijlage I - Vergunningvoorschriften

Aan de standplaatsvergunning worden de volgende voorschriften verbonden.

 

  • 1.

    De vergunning staat op naam. De vergunning kan niet door iemand anders gebruikt worden.

  • 2.

    Een standplaats moet binnen de maximale afmeting van de standplaats blijven. Onder de maximale afmeting worden de fysieke middelen (kar, kraam, uitstallingen en objecten) gerekend, die van direct belang zijn voor het aanbieden van de goederen of diensten. De auto/vrachtwagen van de standplaatshouder moet worden geplaatst in de daartoe bestemde parkeervakken.

  • 3.

    De toezichthouder of een andere daartoe aangewezene bepaalt de maximale afmeting van de standplaats op het moment dat deze nog niet is vastgelegd in een GIS-tekening dan wel in het straatwerk is gemarkeerd.

  • 4.

    De standplaats mag u innemen volgens de regels uit de Winkeltijdenwet en de Verordening Winkeltijden Dijk en Waard 2022.

  • 5.

    U gebruikt de standplaats niet eerder dan één uur voor de verkoop.

  • 6.

    U ontruimt de standplaats binnen één uur na de verkoop. Bij een vergunning voor aaneengesloten dagen mag u de wagen laten staan onder de voorwaarde dat de verkoopwagen tenminste één dag per week niet aanwezig is en deze ook niet blijft staan als er geen verkoop is op de volgende dag. Uiteraard moeten losse voorwerpen zoals reclame-uitingen en prullenbakken wel dagelijks opgeruimd worden.

  • 7.

    Van de ontruimplicht vermeld in 6. kan een ruimere ontheffing worden gevraagd.

  • 8.

    U heeft de vergunning en deze voorwaarden aanwezig bij de standplaats. Dit mag ook een kopie zijn. Of u heeft ze digitaal op een tablet, telefoon of laptop. U volgt aanwijzingen van de gemeente, politie of brandweer goed en direct op.

  • 9.

    Wij behouden ons het recht voor wijziging te brengen in de standplaats, dan wel nadere voorwaarden te verbinden aan deze vergunning.

  • 10.

    U laat het terrein en de directe omgeving van het terrein in dezelfde staat achter als waarin u deze vond. U ruimt alles goed op. U haalt al het afval weg. En u voert het afval af naar een afvalinzamelaar. Is het terrein beschadigd? Dan maakt u dit of betaalt u de kosten om dit te maken.

  • 11.

    U dekt kabels en leidingen voor de verkoopinrichting af zodat niemand daarover kan vallen

  • 12.

    Indien u afvalwater loost dan doet u dit via het vuilwaterriool.

  • 13.

    De verkoopinrichting mag op geen enkele wijze aan opstallen of vaste voorwerpen zijn verbonden, noch zijn aangesloten op de openbare nutsvoorzieningen zonder dat daarvoor schriftelijk door burgemeester en wethouders toestemming is verleend.

  • 14.

    U of een bij u in dienst zijnde werknemer moet de standplaats innemen; u mag deze dus niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 15.

    U of een bij u in dienst zijnde werknemer mag zich laten bijstaan.

  • 16.

    De werknemer dient een verklaring van u te kunnen overleggen waaruit het dienstverband blijkt.

  • 17.

    U bent verplicht er zorg voor te dragen dat de standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt.

  • 18.

    Indien u op de standplaats eet- en drinkwaren voor de consumptie gereed maakt dan zet u aan de voorzijde van het verkooppunt twee korven of bakken van voldoende grootte voor het inwerpen van afval. Het is toegestaan om binnen de standplaatslocatie statafels en parasols voor het ter plaatse nuttigen van eet- en drinkwaren, alsook een reclame-uiting te plaatsen.

  • 19.

    Indien u voortijdig het gebruik van de vergunning beëindigt dan meldt u dat schriftelijk aan burgemeester en wethouders.

  • 20.

    De standplaats voldoet aan het Besluit Brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen. U zorgt dat u dit besluit goed kent. Ook houdt u zich hier goed aan. U vindt het besluit op http://wetten.overheid.nl/BWBR0040068/

    In het besluit leest u onder andere de (bouw)technische regels over brandveiligheid, elektrische installaties, organisatie en veilig gebruik. U leest hier ook de regels voor onder andere bijeenkomsttenten, kampeermiddelen, mobiele bakkramen, gasinstallaties, bluswatervoorzieningen, bereikbaarheid voor hulpdiensten en de basishulpverlening. Deze regels gelden in het hele land.

Optioneel: Toestemming laten staan verkoopwagen

  • 21.

    U mag uw verkoopinrichting laten staan. Wij verlenen u daarvoor toestemming op basis van het Standplaatsenbeleid. Ruimt u wel de losse objecten op?

 

Bijlage II – Beoordeling standplaatsen

 

Deze bijlage beschrijft de wijze waarop de bestaande en mogelijk nieuwe standplaatslocaties zijn / worden gescreend.

 

Criteria die een rol mogen spelen bij het maken van beleid

 

Bij de inventarisatie die de gemeente maakt van mogelijke geschikte locaties, moet er een duidelijke relatie blijven tussen de weigeringsgronden genoemd in de APV en het maximumstelsel. Alleen de aspecten die daar genoemd worden, mogen een rol spelen bij de keuze voor de standplaatslocaties. De gemeente moet zelf onderzoek doen naar mogelijk geschikte locaties en bovendien verlangt de rechter een onderbouwing van de inventarisatie. De weigeringsgronden, en daarmee de beoordelingsgronden, zijn, dan wel kunnen zijn:

 

  • de openbare orde;

  • de openbare veiligheid;

  • de volksgezondheid;

  • de bescherming van het milieu;

  • strijd met het geldende bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit;

  • redelijke eisen van welstand;

  • een kwantitatieve of territoriale beperking als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente noodzakelijk is in verband met een dwingende reden van algemeen belang.

  • wanneer de locatie waarvoor een vergunning wordt aangevraagd, niet door het college als standplaats is aangewezen.

Hieronder wordt ingegaan op de wijze waarop de genoemde aspecten een rol spelen bij het beleid.

 

Openbare orde, veiligheid en volksgezondheid

 

Deze weigeringsgronden hangen sterk samen met de weigeringsgronden overlast en verkeersvrijheid of -veiligheid. Bij het bepalen van standplaatslocaties moet rekening worden gehouden met eventuele hinder die kan ontstaan voor omwonenden en in de nabije omgeving gevestigde bedrijven. Bijvoorbeeld door verkeersoverlast, stankoverlast of overlast van weggeworpen verpakkingsmateriaal.

 

Standplaatsen waar goederen te koop worden aangeboden hebben een verkeersaantrekkende werking. Door deze verkeersaantrekkende werking ontstaan mogelijk ongewenste oversteek-bewegingen door voetgangers en ontoelaatbaar fietsverkeer in voetgangersgebieden. Ook parkerende en geparkeerde auto’s kunnen overlast veroorzaken in de omgeving. Om deze reden zijn woonwijken doorgaans niet geschikt als standplaatslocatie. Brede trottoirs en pleinen, in de nabije omgeving van winkels en andere voorzieningen in wijken, zijn doorgaans wel geschikt.

 

Het ontnemen van openbare parkeerplaatsen voor een standplaats nabij winkelcentra kan echter weer ongewenst zijn op drukke dagen. De doorstroming van het verkeer en de verkeersveiligheid moet worden gewaarborgd. De verkeersveiligheid is aan te merken als een dwingende reden van algemeen belang. Maar ook is er sprake van een belang dat te scharen valt onder de volksgezondheid als het voorkomen van verkeersslachtoffers het te beschermen belang betreft.

 

Bij de openbare orde kan ook gedacht worden aan het voorkomen van wanordelijkheden in de vorm van hangjongeren, vandalisme en het beschermen van plaatsen die voor andere doeleinden moeten worden gebruikt.

 

Deze weigeringsgrond biedt verder de mogelijkheid om een verdeling te realiseren, waarbij de af te geven vergunningen zodanig over de week en de diverse locaties verspreid worden, dat een concentratie van de in te nemen standplaatsen wordt voorkomen.

 

Ook is het aan de hand van dit criterium mogelijk om bepaalde type standplaatsen te weren van bepaalde locaties. Gedacht kan worden aan bakkramen die in verband met stankoverlast of brandgevaarlijkheid niet in de directe nabijheid van woningen of andere gebouwen gewenst zijn.

 

De bescherming van het milieu

 

Het milieubegrip omvat alle soorten van overlast die gerelateerd zijn aan de omgeving en het milieu. Te denken valt aan geluidsoverlast, geurhinder, overlast veroorzaakt door stof, afval e.d.

 

Strijd met het bestemmingsplan

 

In de APV is strijd met het bestemmingsplan als weigeringsgrond opgenomen. Uit jurisprudentie blijkt dat aan de voorschriften van het bestemmingsplan moet worden getoetst. Bij de beoordeling van de nieuwe en bestaande situaties zijn alle standplaatsen getoetst aan het bestemmingsplan. Door toepassing van het maximumstelstel en in de beoordeling de planologische toets mee te nemen, is het in principe overbodig om deze weigeringsgrond in de APV op te nemen. Wel is het zo dat bij nieuwe standplaatsen getoetst moet worden aan het bestemmingsplan en dat bij strijd met het bestemmingsplan deze strijdigheid ‘weggenomen kan worden met het verlenen van een omgevingsvergunning voor het ‘handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening’. Dit is overigens niet nodig voor elk soort standplaats, zoals bijvoorbeeld het innemen van een standplaats gedurende één dag (tijdelijke). In de rechtspraak is nog niet uitgekristalliseerd wanneer niet meer van “tijdelijk” kan worden gesproken. In Dijk en Waard worden alle soorten standplaatsen getoetst aan het bestemmingsplan.

 

Uiterlijk aanzien van de omgeving

 

Aan de hand van dit criterium kan het college bepalen dat geen standplaats mag worden ingenomen op plaatsen waar dit het straatbeeld ernstig verstoort. Marktvorming kan hiermee voorkomen worden. Ook kunnen standplaatsen geweerd worden bij monumentale gebouwen en waar dit anderszins vanuit stedenbouwkundig oogpunt niet voldoet aan redelijke eisen van welstand. Dit kan bijvoorbeeld worden beoordeeld door de welstandscommissie.

 

Redelijk verzorgingsniveau voor consument

 

In de rechtspraak is uitgemaakt dat het belang om een redelijk verzorgingsniveau voor de consument te waarborgen, op de volgende manieren een rol speelt bij het aanwijzen van de locaties.

 

De gemeente kan een distributieplanologisch onderzoek (laten) uitvoeren, om in kaart te brengen wat de minimale voorzieningen moeten zijn in (een deel van) de gemeente. Voor zover uit een dergelijk onderzoek volgt dat er in een wijk onvoldoende verkooppunten zijn voor bepaalde goederen, kan de gemeente besluiten om juist in deze wijk standplaatslocaties aan te wijzen. In een gemeente als Dijk en Waard, waar zich diverse winkelcentra bevinden, zal zich dit niet snel voordoen.

 

Ook kan de gemeente op grond van de resultaten van een distributieplanologisch onderzoek, besluiten om nieuw opgezette winkelcentra te beschermen tegen concurrentie door standplaatshouders. De rechter heeft namelijk aanvaard dat winkeliers gedurende een bepaalde periode, waarin de aanloopkosten nog hoog zijn, gevrijwaard worden van concurrentie, in het belang van het opzetten van een voldoende voorzieningenniveau voor de consument.

 

Een laatste manier waarop dit aspect een rol kan spelen, is wanneer een gevestigde ondernemer bezwaar maakt tegen verlening van een standplaatsvergunning, omdat er binnen een bepaald verzorgingsgebied in een bepaalde branche alleen zijn winkel nog is gevestigd en dat die winkel door de concurrentie van een standplaatshouder ten onder dreigt te gaan. Dit kan namelijk met zich meebrengen dat het verzorgingsniveau ter plaatse in het gedrang komt, als de standplaatshouder maar een paar dagen per week standplaats inneemt ter plaatse. Een dergelijk scenario kan er in een concreet geval toe leiden dat een standplaatsvergunning moet worden geweigerd, maar is niet van belang bij het op voorhand, in het kader van het maximumstelstel, aanwijzen van standplaatslocaties.

 

Met deze weigeringsgrond wordt overigens niet bedoeld dat rekening mag worden gehouden met de concurrentiepositie van een gevestigde winkelier. De rechter heeft uitgemaakt dat het reguleren van de concurrentieverhoudingen geen huishoudelijk belang van de gemeente vormt.

 

Geen aangewezen standplaats

 

Aanvullende uitgangspunten

 

Bij de inventarisatie die de gemeente maakt, dienen alle locaties binnen de gemeente in aanmerking te worden genomen die mogelijk geschikt kunnen zijn als standplaatslocatie. Uit jurisprudentie blijkt dat het onvoldoende is, als de gemeente zich beperkt tot de locaties waarvoor tot op heden aanvragen zijn ingediend.

 

Het spreekt voor zich dat bij het bepalen van de standplaatslocaties allereerst gekeken wordt welke locaties interessant zijn voor standplaatshouders. Dit betreft vooral de locaties die naar verwachting veel publiek trekken.

 

Uit jurisprudentie blijkt dat de gemeente bij haar inventarisatie overigens ook moet kijken naar mogelijke locaties op privéterrein. Het categorisch uitsluiten van plaatsen als mogelijke standplaatslocaties, om de enkele reden dat deze locaties geen gemeentegrond betreffen, is niet toegestaan. Dit zou namelijk betekenen dat een aanvraag wordt afgewezen op een grond die niet te herleiden is tot een van de weigeringsgronden genoemd in de APV. Om die reden zijn ook andere dan gemeentelijke locaties beoordeeld.