Organisatie | Leiden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld Leiden 2024 |
Citeertitel | Verordening binnenhavengeld Leiden 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Deze regeling vervangt de Verordening binnenhavengeld 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-12-2023 | nieuwe regeling | 30-11-2023 | Z25CB9739BD |
De raad van de gemeente Leiden:
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (Raadsvoorstel RV 23.0098 van 24 oktober 2023), mede gezien het advies van de commissie Werk en Middelen,
Gelet op artikel 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld Leiden 2024
In deze verordening wordt verstaan onder:
bedrijfsvaartuig: een vaartuig dat voornamelijk wordt gebruikt en bestemd is voor het uitoefenen van een beroep of bedrijf, of daarvoor bestemd is, waaronder begrepen: goederenvervoer, goederenopslag, rondvaarten en/of verhuur ten behoeve van de pleziervaart. Hieronder vallen ook vaartuigen die feitelijk niet geschikt zijn om zich door het water te verplaatsen, met uitzondering van terrasboten waar een terrasvergunning voor is verleend en waarvan de locatie de aanduiding “terrasboot” heeft in het vigerende bestemmingsplan;
Onder de naam binnenhavengeld worden rechten geheven ter zake van het gebruik van het havengebied en ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten in verband met dat gebruik.
Belastingplichtig is de houder van een ligplaatsvergunning en bij gebreke van een ligplaatsvergunning de eigenaar van het vaartuig, de reder, de schipper, de kapitein, degene aan wie het schip in gebruik is gegeven, of degene die als vertegenwoordiger voor één van dezen optreedt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
Het binnenhavengeld wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het binnenhavengeld wordt geheven naar de tarieven, die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en bijzondere bepalingen en van het bepaalde in artikel 6.
Artikel 6 Tariefberekening en toepassing
Voor de toepassing van de tarieven voor de bedrijfsvaartuigen geldt dat:
in die gevallen dat er bij het begin van het belastingjaar bij de gemeente bekende vaartuigen van een vergunninghouder en na het rangschikken per box van vaartuigen per tariefgroep een situatie ontstaat dat er een box overblijft die vaartuigen uit meerdere tariefgroepen bevat, dan wordt voor dat belastingjaar het tarief gehanteerd van het vaartuig dat de meeste oppervlakte binnen de box inneemt.
Binnenhavengeld wordt niet geheven ter zake van:
vaartuigen, welke het havengebied binnenkomen en doorvaren naar een binnen het havengebied aan het water gelegen scheepsmakerij, machinefabriek of motorherstelplaats, teneinde aldaar een herstelling te ondergaan, mits het betreffende bedrijf precariobelasting betaalt voor het gebruik of genot van gemeentegrond.
Het binnenhavengeld wordt geheven bij wege van aanslag, indien een vaste ligplaatsvergunning is afgegeven. In alle overige gevallen bij wege van voldoening op aangifte.
Artikel 11 Aangifte; aanslag; betaling
Het binnenhavengeld moet overeenkomstig de aangifte aan de manager van de afdeling Vergunningen behorende bij het Cluster Publiekszaken, Handhaving en Veiligheid, of diens rechtsopvolger, worden betaald op de eerste werkdag volgende op de dag van aankomst van het vaartuig in het havengebied, doch vóór het tijdstip waarop het vaartuig uit het havengebied vertrekt.
In afwijking van het bepaalde in het tweede lid kan het binnenhavengeld worden betaald binnen 14 dagen na de dag van aankomst van het vaartuig in het havengebied, mits ten genoegen van de manager van de afdeling Vergunningen behorende bij het Cluster Publiekszaken, Handhaving en Veiligheid, of diens rechtsopvolger, zekerheid tot betaling van het binnenhavengeld is gesteld.
Indien het vaartuig in de loop van een termijn, die in de tarieventabel is aangeduid als een termijn per reis, uit het havengebied vertrekt en daar in de loop van die termijn terugkeert, begint bij de terugkeer een nieuwe termijn en neemt met betrekking tot de laatstbedoelde termijn het gebruik van het havengebied opnieuw een aanvang.
Bij voortgezet verblijf in het havengebied, na afloop van de termijn waarvoor binnenhavengeld is betaald, begint een nieuwe termijn en neemt met betrekking tot de laatstbedoelde termijn het gebruik van het havengebied opnieuw een aanvang. Alsdan moet opnieuw aangifte en betaling overeenkomstig het 2e lid plaatsvinden.
Artikel 12 Teruggaaf en overschrijving
Van het binnenhavengeld dat wordt betaald naar een termijn van een jaar wordt, indien het gebruik van het havengebied is geëindigd voor het verstrijken van de termijn, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige, restitutie verleend voor zoveel twaalfden van het betaalde bedrag als er in dat jaar na de beëindiging van het gebruik van het havengebied volle maanden overblijven, met dien verstande dat bedragen beneden € 11,48 niet worden teruggegeven.
Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig wordt deze wijziging ingevoerd met ingang van het nieuwe kalenderjaar. De voor het lopende belastingjaar opgelegde aanslag blijft in stand. De situatie op 1 januari, dan wel bij aanvang belastingplicht gedurende het belastingjaar, vormt de grondslag voor het vaststellen van de aanslag.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening binnenhavengeld 2023" van 1 december 2022 met de daarbij behorende tarieventabel wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Gedaan in de openbare raadsvergadering van 30 november 2023,
de Griffier,
dhr. G.F.C. Van Leiden
de Voorzitter,
dhr. P.A.C.M. van der Velden
Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de verordening binnenhavengeld Leiden 2024
Toelichting op de wijzigingen in de verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld 2024
De tarieventabellen onder a. en b. zijn aangepast.
Vergoedingen voor verblijf van de passagiersschepen, bedrijfsvaartuigen en pleziervaartuigen in de passantenhaven dienen te worden betaald via apps (Aan.Uit.net; Walstroom), die gebruik maken van tarieven op basis van de oppervlakte van de schepen, in plaats van de lengte. De tarieven onder a. en b. zijn hierop aangepast, mede rekening houdende met de index voor kostenstijging van diensten.
Voor het verblijf in de passantenhaven in de winterperiode zijn de tarieven aangepast, na vergelijk van de tarieven van passantenhavens in de regio rondom Leiden. Uit nader onderzoek bleek dat de Leidse tarieven aanmerkelijk lager zijn, dan die van vergelijkbare passantenhavens. De aanpassing van de tarieven onder a. en b. lopen daarmee in de pas met de tarieven van de overige tabellen, waar ook gerekend wordt met m2 oppervlakte.