Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoorn

Parkeerverordening gemeente Hoorn 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingParkeerverordening gemeente Hoorn 2024
CiteertitelParkeerverordening Gemeente Hoorn 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

17-10-2023

gmb-2023-526223

2079472

Tekst van de regeling

Intitulé

Parkeerverordening gemeente Hoorn 2024

(versie geldig vanaf 01-01-2024)

 

Zaaknummer: 2079472

 

De raad van de gemeente Hoorn gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 september 2023;

 

  • gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende Parkeerverordening gemeente Hoorn 2024.

 

Afdeling I. Definities en begripsomschrijvingen

 

Artikel 1 definities en begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • b.

    Motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • c.

    Parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • d.

    Houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

  • e.

    Parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • f.

    Parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur;

  • g.

    Belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die

  • a.

    Is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of

  • b.

    Gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9(Zone) uit bijlage 1 van het RVV 1990, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • h.

    Vergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- of belanghebbendenplaatsen;

  • i.

    Vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

  • j.

    Autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan één huishouden;

  • k.

    Autodateplaats: een parkeerplaats aangewezen voor een motorvoertuig bestemd voor autodate.

 

Afdeling II. Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen

 

Artikel 2 Aanwijzing en regulering vergunninghoudergebied

  • 1.

    Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten in de gebieden Centrum, Venenlaankwartier/Hoorn-Noord en Grote Waal aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders;

  • 2.

    Het college kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan;

  • 3.

    Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het betaald parkeren middels parkeerapparatuur.

 

Artikel 3 Verstrekken parkeervergunningen

  • 1.

    Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen;

  • 2.

    Het college kan regels stellen voor het aanvragen en verlenen van een vergunning;

  • 3.

    Een vergunning kan worden verleend aan:

  • a.

    een eigenaar of houder van een motorvoertuig of ingeschreven bewoner die woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn;

  • b.

    een eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren;

  • c.

    een eigenaar of houder van een motorvoertuig bestemd voor autodate, waarvan de autodateplaats is gelegen in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn;

  • d.

    een houder van een geldig abonnement van de Nederlandse Spoorwegen;

  • 4.

    Het college kan in bijzondere gevallen een vergunning ook verlenen aan een eigenaar of houder van een motorvoertuig die niet voldoet aan één van de in het derde lid genoemde vereisten;

  • 5.

    Het college kan, bij openbaar te maken besluit, een maximumaantal uit te geven vergunningen per aaneengesloten gebied en per vergunning vaststellen;

  • 6.

    In het geval het maximaal aantal te verstrekken parkeervergunningen is bereikt, wordt een aanvrager op een wachtlijst geplaatst. Om de rangorde op de wachtlijst te bepalen, stelt het college een datum en tijdstip van ontvangst van een volledig ingediende aanvraag vast;

  • 7.

    Het college kan aan een vergunningvoorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte. Aan een vergunning kan het college voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik.

 

Artikel 4 Beslistermijn aanvraag

  • 1.

    Het college beslist binnen vier weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning;

  • 2.

    Het college kan de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste vier weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk of digitaal in kennis gesteld.

 

Artikel 5 Voorwaarden aan een vergunning

  • 1.

    Een vergunning wordt per kalenderjaar verstrekt of voor zoveel kalendermaanden als er in het kalenderjaar resten;

  • 2.

    Het college kan het in het eerste lid genoemde termijn verlengen;

  • 3.

    De bezoekersvergunning wordt voor onbepaalde tijd verstrekt;

  • 4.

    Een vergunning is geldig in één vergunninghoudergebied, met uitzondering van de functionele vergunningen die geldig zijn voor alle vergunninghoudergebieden en/of straatdelen betaald parkeren;

  • 5.

    Het college stelt een lijst vast waarop adressen staan die geen recht hebben op een parkeervergunning (GROP). Adressen die op deze GROP-lijst staan hebben geen recht op een parkeervergunning of het aantal te verstrekken vergunningen wordt verminderd met het aantal stallingsplaatsen wat vermeld staat op de GROP-lijst.

  • 6.

    De digitale vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:

  • a.

    de periode waarvoor de vergunning geldt;

  • b.

    het gebied waarvoor de vergunning geldt;

  • c.

    de naam van de vergunninghouder of het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend.

 

Artikel 6 Intrekken of wijzigen van een vergunning

Het college kan een vergunning intrekken of wijzigen:

  • a.

    op verzoek van de vergunninghouder;

  • b.

    wanneer de vergunninghouder niet meer woonachtig is of geen beroep of bedrijf meer uitoefent in het gebied, waarvoor de vergunning is verleend;

  • c.

    wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

  • d.

    wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;

  • e.

    wanneer de vergunninghouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor zijn vergunning heeft voldaan;

  • f.

    wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

  • g.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • h.

    om redenen van openbaar belang.

Afdeling III. Verbodsbepalingen

 

Artikel 7 Verbodsbepalingen

  • 1.

    Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats of een autodateplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:

  • a.

    zonder vergunning;

  • b.

    in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel;

  • 3.

    Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen;

  • 4.

    Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan:

  • a.

    op een parkeerapparatuurplaats;

  • b.

    op een belanghebbendenplaats;

  • 5.

    Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het vierde lid van dit artikel;

  • 6.

    Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd.

 

Afdeling IV. Strafbepaling

 

Artikel 10. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.

 

Afdeling V. Overgangs- en slotbepalingen

 

Artikel 11. Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen personen;

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Parkeerverordening gemeente Hoorn 2024;

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024 of een door het college bij openbaar besluit bekend te maken datum;

  • 4.

    Bij inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Parkeerverordening 2022;

  • 5.

    Vergunningen die zijn verleend krachtens de Parkeerverordening 2022 worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 oktober 2023

 

 

De griffier,                                            De voorzitter,