Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dinkelland

Verordening Inwonersparticipatie gemeente Dinkelland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDinkelland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Inwonersparticipatie gemeente Dinkelland
CiteertitelVerordening inwonersparticipatie gemeente Dinkelland
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Inspraakverordening Dinkelland.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 150 van de Gemeentewet
  2. artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-12-2023nieuwe regeling

28-11-2023

gmb-2023-525735

853267

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Inwonersparticipatie gemeente Dinkelland

De raad van de gemeente Dinkelland,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 oktober 2023, nr. 17 A;

 

gelet op het advies van de commissie Omgeving en Economie van 14 november 2023;

 

gelet op artikel 150 Gemeentewet, artikel 16.55 lid 7 Ow en artikel 4:81 lid 1 Algemene wet bestuursrecht;

 

besluit:

Vast te stellen van:

  • 1.

    de Verordening Inwonersparticipatie gemeente Dinkelland;

  • 2.

    het Participatiebeleid "Inwonersparticipatie gemeente Dinkelland"

     

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Onderwerp verordening

Deze verordening regelt de betrokkenheid van inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden bij de ontwikkeling – mede omvattend de voorbereiding, uitvoering en evaluatie - van gemeentelijk beleid en de rol van het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad in deze processen. Deze verordening is daarnaast van toepassing op de manier waarop het bestuursorgaan reageert of ondersteuning biedt aan initiatieven van inwoners, maatschappelijke organisaties of andere betrokkenen.

Artikel 2 Definities

  • a.

    beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.

  • b.

    bestuursorgaan: ieder bevoegd orgaan van de gemeente. Daartoe zijn te rekenen de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester.

  • c.

    inspraak: een door een bestuursorgaan georganiseerde gelegenheid voor inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden om hun mening over beleidsvoornemens te geven en daarover toelichting te geven en van gedachten te wisselen voorafgaand aan de definitieve besluitvorming door de gemeenteraad, of door het college van burgemeester en wethouders of door de burgemeester;

  • d.

    inwonersparticipatie: het op initiatief van het bestuursorgaan het betrekken van inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden bij de ontwikkeling van beleid met impact op de lokale samenleving. Inwonersparticipatie kan de vorm aannemen van informeren, meedenken (raadplegen/adviseren), meedoen (coproduceren), meebeslissen of combinaties hiervan.

Artikel 3 Doelstelling en reikwijdte

  • 1.

    Deze verordening beoogt de kwaliteit van lokale democratische processen te vergroten, de samenwerking tussen gemeente en bewoners te versterken, draagvlak te creëren en helderheid te scheppen over proces en rolverdeling.

  • 2.

    Inspraak of inwonersparticipatie wordt in beginsel toegepast wanneer het te verwachten is dat er belanghebbenden zijn die in aanzienlijke mate geraakt zullen worden door het betreffende beleid of besluit, ofwel wanneer te verwachten is dat betrokken bewoners of experts over relevante ervaringskennis of inzichten beschikken die bruikbaar zijn bij de ontwikkeling van het beleid of besluit.

  • 3.

    Inspraak en/of inwonersparticipatie wordt niet verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsruimte heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • f.

      indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

HOOFDSTUK 2 INSPRAAK

Artikel 4 Het inspraakproces

  • 1.

    Inspraak bij een bestuursorgaan vindt plaats overeenkomstig artikel 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan het bestuursorgaan een andere inspraakprocedure vaststellen.

Artikel 5 Eindverslag

  • 1.

    Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2.

    Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk zijn ingebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met reden omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3.

    Het bestuursorgaan maakt het eindverslag actief openbaar.

HOOFDSTUK 3 INWONERSPARTICIPATIE

Artikel 6 Het participatieproces

  • 1.

    Het bestuursorgaan stelt bij de start van elk participatieproces vast op welke manier inwonersparticipatie wordt toegepast en op welke wijze het bestuursorgaan zal omgaan met de uitkomsten van dit proces.

  • 2.

    Indien inwonersparticipatie wordt toegepast, neemt het bestuursorgaan in beginsel over de volgende punten een besluit:

    • a.

      het doel en de intentie van de inspraak;

    • b.

      de vorm van inwonersparticipatie;

    • c.

      de kernvragen, de beïnvloedingsruimte en/of de inhoudelijke, financiële, procedurele en overige kaders voor de inspraak en de wijze waarop deze kaders vooraf worden gecommuniceerd;

    • d.

      de wijze waarop en het tijdvak waarin inspraak kan worden geleverd;

    • e.

      de begroting van de kosten van het participatieproces.

  • 3.

    Het bestuursorgaan maakt voor de start van het participatieproces het voornemen hiertoe bekend op de voor dat proces geschikte wijze.

  • 4.

    Indien omstandigheden het noodzakelijk maken om de kaders als bedoeld in het eerste lid, onder c, of de inrichting van het proces aan te passen, zorgt het bestuursorgaan ervoor dat deelnemers hierover zo snel mogelijk worden geïnformeerd

  • 5.

    Het bestuursorgaan kan voor specifieke beleidsterreinen nadere regelingen treffen.

Artikel 7 Beleidsregel voor verschillende participatieprocessen

  • 1.

    Het bestuursorgaan stelt beleid vast waarin wordt aangegeven welke mogelijkheden van participatie kunnen worden toegepast en daarin zijn uitgewerkt.

Artikel 8 Eindverslag participatieproces

  • 1.

    Ter afronding van het participatieproces maakt het bestuursorgaan een eindverslag op. Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van het gevolgde participatieproces op hoofdlijnen;

    • b.

      een weergave van de belangrijkste uitkomsten van het participatieproces;

    • c.

      de reactie van de gemeente op deze uitkomsten en de wijze waarop de gemeente de inbreng heeft benut bij de uitwerking van het beleidsvoorstel of uitvoeringsplan;

    • d.

      een beknopte evaluatie van het participatieproces met de belangrijkste geleerde lessen.

  • 2.

    Het bestuursorgaan maakt het eindverslag actief openbaar.

HOOFSTUK 4 OMGEVINGSWET

Artikel 9 Participatie in kerninstrumenten Omgevingswet

  • 1.

    Vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet vindt participatie over de omgevingsvisie, omgevingsprogramma, het omgevingsplan en de omgevingsvergunning plaats overeenkomstig het bepaalde bij en krachtens de Omgevingswet.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt beleid vast voor de nadere invulling van de participatie over de omgevingsvisie, omgevingsprogramma en het omgevingsplan.

  • 3.

    Op grond van artikel 16.55 lid 7 van de Omgevingswet bepaalt de gemeenteraad dat, in alle gevallen dat sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, participatie van en overleg met derden verplicht is voordat een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, waarvoor het college van burgemeester en wethouders bevoegd gezag is, kan worden ingediend.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 10 Evaluatie en monitoring

  • 1.

    De uitvoering van deze verordening wordt tweejaarlijks samen met het beleid als bedoeld in artikel 7 van deze verordening per jaar geëvalueerd.

  • 2.

    Ten behoeve van de evaluatie verzamelt het college van burgemeester en wethouders voor twee tot vier casussen, die naar aard en omvang verschillen, informatie over de wijze waarop participatieprocessen zijn georganiseerd, het aantal betrokken bewoners, de rolinvulling door raad en college, het resultaat van de participatie, de belangrijkste ervaringen en geleerde lessen en de werking van deze verordening.

Artikel 11 Intrekken en overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Inspraakverordening Dinkelland’ wordt ingetrokken.

  • 2.

    Op inspraakprocedures die voortvloeien uit besluiten genomen voor de inwerkingtreding van deze verordening blijven de bepalingen van de in lid 1 genoemde verordening van toepassing.

Artikel 12 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als ‘Verordening inwonersparticipatie gemeente Dink

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 28 november 2023

de raadsgriffier,

mr. L.J.H Engelbertink

de voorzitter,