Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Fryslân

Verordening nadeelcompensatie provincie Fryslân 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieFryslân
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingVerordening nadeelcompensatie provincie Fryslân 2023
CiteertitelVerordening nadeelcompensatie provincie Fryslân 2023
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening nadeelcompensatie provincie Fryslân.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 145 van de Provinciewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

13-07-2022

prb-2023-14587

01992663

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening nadeelcompensatie provincie Fryslân 2023

Provinciale staten van Fryslân,

Gelet op artikel 145 van de Provinciewet, titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 15.1 van de Omgevingswet,

 

Overwegende dat het gewenst is de rechtszekerheid te bevorderen en transparantie te bieden voor aanvrager en derde belanghebbenden over nadeelcompensatie,

 

Gelezen het voorstel van gedeputeerde staten van Fryslân, van 24 mei 2022, kenmerk 01992663;

 

Besluiten de navolgende verordening vast te stellen:

 

 

Verordening nadeelcompensatie provincie Fryslân 2023

Artikel 1 Toepassingsbereik

Deze verordening is van toepassing op aanvragen om vergoeding van schade als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Indieningsvereisten

  • 1.

    In aanvulling op de artikelen 4:2 en 4:127 Algemene wet bestuursrecht bevat een aanvraag om vergoeding van schade:

    • a.

      als het schade in de vorm van winst- of inkomensderving betreft:

      • i.

        de jaarrekeningen en maandcijfers, inclusief de winst- en verliesrekening, over het jaar waarin de schade is geleden en over de drie daaraan voorafgaande jaren, desgevraagd voorzien van een accountantsverklaring, en;

      • ii.

        desgevraagd de aanslagen vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting over het jaar waarin de schade is geleden en over de drie voorafgaande jaren;

    • b.

      als het schade in de vorm van gederfde huurinkomsten betreft: een afschrift van de huurovereenkomst of gebruiksovereenkomst en een eigendomsakte;

    • c.

      als het schade in de vorm van een toename van kosten betreft:

      • i.

        de jaarrekeningen en maandcijfers, inclusief de winst- en verliesrekening, over het jaar waarin de schade is geleden en over de drie daaraan voorafgaande jaren, desgevraagd voorzien van een accountantsverklaring, en;

      • ii.

        een opgaaf van de kostenstijging en een specificatie ervan;

    • d.

      als het schade betreft als gevolg van de aanpassing van kabels en leidingen: een specificatie van de schade, met inachtneming van hoofdstuk 3 van de Beleidsregel nadeelcompensatie infrastructurele maatregelen en kabels en leidingen Fryslân 2023 en ingediend aan de hand van het model in bijlage 1 van deze verordening.

  • 2.

    De aanvrager maakt bij het indienen van de aanvraag gebruik van een door gedeputeerde staten vastgesteld formulier.

Artikel 3 Minimale hoogte van de schade

Om voor een vergoeding van schade in aanmerking te komen, moet de hoogte van de schade tenminste bedragen:

  • a.

    € 500 voor een particulier;

  • b.

    € 1.500 voor een onderneming.

Artikel 4 Heffen recht

Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om vergoeding van schade wordt een recht van € 300 geheven.

Artikel 5 Benoeming adviescommissie

Het bestuursorgaan kan een adviescommissie benoemen, zijnde een commissie als bedoeld in artikel 4:130 van de Algemene wet bestuursrecht, bestaande uit één of meerdere deskundigen, met een maximum van drie, die tot taak heeft het bestuursorgaan te adviseren over de op de aanvraag om vergoeding van schade te nemen besluit.

Artikel 6 Wraking adviescommissie

  • 1.

    Voordat aan de adviescommissie opdracht tot advisering wordt verstrekt, informeert het bestuursorgaan de aanvrager, andere betrokken bestuursorganen en andere belanghebbenden, schriftelijk over het voornemen tot benoeming van de adviescommissie.

  • 2.

    De aanvrager, andere betrokken bestuursorganen en andere belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken na de bekendmaking van het voornemen tot benoeming, een wrakingsverzoek in te dienen. Het wrakingsverzoek geschiedt schriftelijk en is gemotiveerd.

  • 3.

    Het bestuursorgaan beslist binnen vier weken na afloop van de termijn waarbinnen een wrakingsverzoek kan worden ingediend.

Artikel 7 Bevoegdheden en verplichtingen

  • 1.

    Op verzoek van de adviescommissie verstrekken het bestuursorgaan, de aanvrager, andere betrokken bestuursorganen en andere belanghebbenden, de gegevens die voor de advisering nodig zijn en waarover zij in redelijkheid de beschikking kunnen krijgen.

  • 2.

    De adviescommissie kan inlichtingen en adviezen inwinnen bij derden. Wanneer hiermee kosten zijn gemoeid, wordt deze bevoegdheid pas uitgeoefend na instemming van het bestuursorgaan.

  • 3.

    De adviescommissie kan een plaatsopneming houden.

Artikel 8 Onderzoeksprocedure

  • 1.

    De adviescommissie stelt de aanvrager, de betrokken bestuursorganen en andere belanghebbenden in kennis van de te volgen procedure.

  • 2.

    De adviescommissie stelt de aanvrager in de gelegenheid tot het geven van een mondelinge toelichting op de aanvraag. De adviescommissie kan de betrokken bestuursorganen en andere belanghebbenden vragen naar hun standpunt over de aanvraag. De aanvrager, de betrokken bestuursorganen en andere belanghebbenden, kunnen zich laten bijstaan of vertegenwoordigen.

  • 3.

    Van de mondelinge toelichtingen wordt een verslag gemaakt. Het verslag wordt aan de aanvrager, de betrokken bestuursorganen en andere belanghebbenden toegezonden, als onderdeel van of bijlage bij het conceptadvies.

  • 4.

    De adviescommissie kan de aanvrager, de betrokken bestuursorganen en andere belanghebbenden binnen een door de adviescommissie vast te stellen termijn om overlegging van nadere gegevens of stukken verzoeken.

  • 5.

    De adviescommissie stelt een conceptadvies op en zendt dat aan de aanvrager, de betrokken bestuursorganen en andere belanghebbenden.

  • 6.

    De aanvrager, de betrokken bestuursorganen en andere belanghebbenden, kunnen binnen vier weken na de dag van verzending van het conceptadvies, schriftelijk bedenkingen tegen het conceptadvies aan de adviescommissie kenbaar maken.

  • 7.

    De adviescommissie stelt het advies vast binnen zestien weken na de dag van verstrekking van de opdracht aan de adviescommissie. De adviescommissie kan deze termijn onder opgaaf van redenen met ten hoogste vier weken verlengen. Op verzoek van de adviescommissie kan het bestuursorgaan deze termijn nog eens met ten hoogste zes maanden verlengen.

  • 8.

    De adviescommissie zendt het advies terstond toe aan de aanvrager, de betrokken bestuursorganen en andere belanghebbenden.

Artikel 9 Uitbetaling

Bij gehele of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om vergoeding van schade, wordt de vastgestelde vergoeding van de schade zo spoedig mogelijk uitgekeerd, nadat het besluit op de aanvraag is genomen.

Artikel 10 Voorschotten

  • 1.

    Het bestuursorgaan kan op een daartoe strekkend verzoek van de aanvrager beslissen een voorschot, als bedoeld in de artikelen 4:95 en 4:96 Algemene wet bestuursrecht, te verlenen op het eventueel uit te betalen bedrag aan schadevergoeding. Alvorens op een dergelijk verzoek te beslissen, kan het bestuursorgaan de adviescommissie om advies vragen.

  • 2.

    Een besluit tot het verlenen van een voorschot is geen erkenning van enig recht op vergoeding van de schade als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze Verordening treedt in werking met ingang van de datum van inwerkingtreding van titel 4.5 Algemene wet bestuursrecht. Voor zover bekendmaking van deze Verordening in het Provinciaal Blad na die datum plaatsvindt, werkt zij terug tot en met de datum waarop titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht in werking is getreden.

  • 2.

    De Verordening nadeelcompensatie provincie Fryslân wordt ingetrokken.

  • 3.

    Op een aanvraag om vergoeding van schade waarbij de schadeveroorzakende gebeurtenis plaatsvond vóór de inwerkingtreding van deze verordening, blijft de Verordening nadeelcompensatie provincie Fryslân van toepassing.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening nadeelcompensatie provincie Fryslân 2023’.

Sa fêststeld troch Provinsjale Steaten fan Fryslân yn harren iepenbiere gearkomste fan 13 july 2022.

drs A.A.M. Brok,

foarsitter

A.G. Rosier,

griffier

Bijlage 1  

 

Aanvrager:

Verplichtingennummer:

Kabel/leiding (kenmerk):

Diameter:

Leeftijd:

Type/materiaal:

 

Omschrijving

Eenheid

Prijs per eenheid

Aantal

Bedrag

1. Materiaalkosten

 

Subtotaal

2. Voordeeltoerekening materiaalkosten

Subtotaal

(1-2)

Totaal materiaalkosten

€ ...

1. Kosten van uit en in bedrijf stellen

 

Subtotaal

2. Voordeeltoerekening uit en in bedrijf stellen

Subtotaal

(1-2)

Totaal uit en in bedrijf stellen

€ ...

1. Kosten van ontwerp en begeleiding

 

Subtotaal

2. Voordeeltoerekening ontwerp en begeleiding

Subtotaal

(1-2)

Totaal ontwerp en begeleiding

€ ...

1. Uitvoeringskosten

 

Subtotaal

2. Voordeeltoerekening uitvoeringskosten

Subtotaal

(1-2)

Totaal uitvoeringskosten

€ ...

Totaal eindspecificatie

€ ...

 

Toelichting  

Wat is nadeelcompensatie?

Nadeelcompensatie betreft een vergoeding van schade die de overheid soms verschuldigd is, hoewel haar handelen niet onrechtmatig was. Bij nadeelcompensatie is deze schade het gevolg van de uitoefening van publiekrechtelijke taken en bevoegdheden door de overheid. Een voorbeeld daarvan is de nadeelcompensatie die wordt toegekend als door een omgevingsvergunning of projectbesluit er veranderingen in de omgeving plaatsvinden die leiden tot schade. Bij dit type schade is meestal sprake van vermogensschade door waardevermindering van woning, bedrijf of grond. Daarnaast kan het voorkomen dat er sprake is van inkomensschade, bijvoorbeeld als een onderneming tijdelijk niet of beperkt te bereiken is als gevolg van de reconstructie van een weg.

 

Rechtmatig overheidshandelen leidt in de praktijk regelmatig tot schade. Dat is niet te voorkomen en de overheid is ook niet verplicht om elke schade te vergoeden. Dat dit overheidsingrijpen voor sommige particulieren en ondernemingen nadelige gevolgen kan hebben, is namelijk onvermijdelijk. Tot op zekere hoogte moeten deze gevolgen dus worden geaccepteerd; die schade behoort tot het normaal maatschappelijk risico van elke particulier en onderneming.

 

In sommige gevallen moet dergelijke schade echter wel worden vergoed. Het is een algemeen aanvaard beginsel dat degene die in vergelijking met anderen onevenredig zwaar wordt getroffen door rechtmatig overheidshandelen, de zogenaamde ‘speciale last’, en de schade uitstijgt boven het normaal maatschappelijk risico, de zogenaamde ‘abnormale last’, daarvoor een vergoeding dient te ontvangen. Dit is het beginsel van de gelijkheid voor de openbare lasten of het égalitébeginsel. De hoogte van de compensatie moet in zo’n geval redelijk zijn. De vergoeding dekt dus niet de volledige schade.

 

Nieuwe regeling in de Algemene wet bestuursrecht over nadeelcompensatie

Titel 4.5 Algemene wet bestuursrecht voorziet in een algemene regeling voor vergoeding van of tegemoetkoming in de schade door rechtmatig overheidshandelen. In die regeling zijn bestaande wettelijke regelingen voor nadeelcompensatie in verschillende wetten en buitenwettelijke regelingen samengevoegd en geharmoniseerd.

Afdeling 15.1 Omgevingswet bevat ook een regeling over nadeelcompensatie en schade. Deze regeling neemt titel 4.5 Algemene wet bestuursrecht als uitgangspunt en vult deze op onderdelen aan. Daarom zijn de grondslagen, materiële eisen en procedurele bepalingen van titel 4.5 Algemene wet bestuursrecht eveneens van toepassing op de toekenning van nadeelcompensatie als gevolg van besluiten die worden genomen op grond van de Omgevingswet.

 

Afdeling 15.1 Omgevingswet bevat een limitatieve en exclusieve opsomming van schadeoorzaken. In artikel 15.7 is de invulling van het normaal maatschappelijk risico geregeld voor die schadeoorzaken.

 

Wat regelt deze verordening

Er bestaat behoefte om in aanvulling op de Algemene wet bestuursrecht procedureregels vast te stellen. Dit maakt het voor aanvragers, betrokken bestuursorganen en andere belanghebbenden inzichtelijk hoe het proces verloopt om te komen tot een besluit op een aanvraag om vergoeding van schade en wat daarbij de rechten en verplichtingen zijn.

 

In deze verordening worden als betrokken partijen de aanvrager, betrokken bestuursorganen en andere belanghebbenden beschouwd. Onder betrokken bestuursorganen valt het bestuursorgaan waaraan de aanvraag is gericht. Daarnaast kan er ook sprake zijn van andere betrokken bestuursorganen of andere belanghebbenden. De uitbreiding met deze twee laatstgenoemde groepen kan zich voordoen bij aanvragen om vergoeding van schade op basis van een besluit op grond van afdeling 15.1 Omgevingswet. Bij dergelijke besluiten worden soms afspraken gemaakt met andere bestuursorganen of de initiatiefnemer over toedeling van de kosten van de schade.

 

Voor de beoordeling van aanvragen om vergoeding van schade, met uitzondering van aanvragen die vallen onder afdeling 15.1 Omgevingswet, past het bestuursorgaan of de adviescommissie de Beleidsregel nadeelcompensatie infrastructurele maatregelen en kabels en leidingen Fryslân 2023 toe. Deze beleidsregel is van toepassing op de behandeling van aanvragen om vergoeding van schade in verband met infrastructurele maatregelen en de hiermee samenhangende overheidsbesluiten en -handelingen, waaronder de aanpassing van kabels en leidingen. De beleidsregel bevat enkele drempels die in eerste instantie bepalen of de schade al dan niet onder het normaal maatschappelijk risico valt en voor rekening van benadeelde blijft.

 

Kabels en leidingen vallen onder de vergunningplicht van de Omgevingswet. Als echter schade bij de aanpassing van kabels en leidingen het gevolg is van infrastructurele werken, ligt de schadeoorzaak in de eerste plaats bij het verzoek tot aanpassing, doorgaans VTA genoemd. Dit formele verzoek tot het doen van aanpassingen, wordt gezien als het schadeveroorzakende besluit. Op de berekening van de toe te kennen vergoeding van schade voor de aanpassing van kabels en leidingen, is daarom de hiervoor genoemde beleidsregel van toepassing.

 

Wat regelt deze verordening niet

Deze verordening is niet van toepassing op schadevergoeding anders dan bedoeld in titel 4.5 Algemene wet bestuursrecht en afdeling 15.1 van de Omgevingswet. Te denken valt aan schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als de overheid schade moet vergoeden omdat ten onrechte een vergunning werd geweigerd.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1Toepassingsbereik

De reikwijdte van de verordening beperkt zich tot de afhandeling van aanvragen om vergoeding van schade als gevolg van rechtmatige overheidsbesluiten of overheidshandelingen. De verordening ziet op nadeelcompensatie als bedoeld in titel 4.5 Algemene wet bestuursrecht en afdeling 15.1 Omgevingswet.

 

Artikel 2 Indieningsvereisten

De artikelen 4:2 en 4:127 Algemene wet bestuursrecht bevatten een grondslag voor de aanvraagvereisten voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergoeding van schade. In artikel 4:2 Algemene wet bestuursrecht is vastgelegd dat een aanvraag wordt ondertekend en ten minste bevat: (a) de naam en het adres van de aanvrager, (b) de dagtekening en (c) een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd. In artikel 4:127 Algemene wet bestuursrecht is vastgelegd dat de aanvraag mede bevat: (d) een aanduiding van de schadeveroorzakende gebeurtenis, (e) een opgave van de aard van de geleden of te lijden schade en, (f) voor zover redelijkerwijs mogelijk, het bedrag van de schade of een specificatie daarvan. Verder verschaft de aanvrager de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. Het gaat hier om gegevens en bescheiden die ten minste worden verstrekt. In aanvulling op de Algemene wet bestuursrecht zijn in artikel 2 van deze verordening aanvullende vereisten gesteld over bescheiden en gegevens die, afhankelijk van het type schade waarop de aanvraag ziet, moeten worden ingediend bij de aanvraag.

 

Onder c wordt schade door toename van kosten genoemd. Onder meer bij transportbedrijven is het kostenaspect relevant, als door overheidsbesluiten of -handelingen moet worden omgereden. Dit vertaalt zich in een toename van de kosten.

 

Onder d gaat het om schade die ontstaat doordat kabels en leidingen moeten worden aangepast voor infrastructurele maatregelen. Bij een aanpassing kan onder meer worden gedacht aan een verlegging, tijdelijke verplaatsing of aan beschermingsmaatregelen zoals een overkluizing.

 

Als niet aan de aanvraagvereisten wordt voldaan, kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen, op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad om de aanvraag binnen de door het bestuursorgaan te stellen termijn aan te vullen.

 

Artikel 3 Minimale hoogte van de schade

In dit artikel zijn zogenaamde bagatelgrenzen opgenomen. De bagatelgrens houdt in dat een aanvraag om vergoeding van schade direct wordt afgewezen als de schade lager is dan € 500 voor een particulier, dan wel lager is dan € 1.500 voor een onderneming. Voor het begrip onderneming wordt aangesloten bij de Nederlandse belastingwetgeving. In de jurisprudentie is algemeen aanvaard dat bagatelschade niet voor vergoeding in aanmerking komt. Daarnaast wordt in de jurisprudentie schade die minder is dan 2% inkomensderving, ook als bagatelschade aangemerkt.

 

Artikel 4Heffen recht

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergoeding van schade wordt een recht geheven. De mogelijkheid een recht te heffen is vastgelegd in artikel 4:128 Algemene wet bestuursrecht. Het recht is bedoeld om te voorkomen dat er al te lichtvaardig wordt overgegaan tot indiening van een aanvraag om vergoeding van schade. Het recht bedraagt € 300. Als het recht niet wordt voldaan, wordt de aanvraag op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling gesteld. Bij het toewijzen van de aanvraag wordt het toe te kennen bedrag verhoogd met het geheven recht, conform artikel 4:129, aanhef en onder c, Algemene wet bestuursrecht.

 

Artikel 5Benoeming adviescommissie

In dit artikel is voorzien in de mogelijkheid om de provinciale deskundigheid naar aanleiding van een ingekomen aanvraag om vergoeding van schade aan te vullen. Uitgangspunt is dat er voldoende deskundigheid aanwezig is om aanvragen om vergoeding van schade te kunnen beoordelen. Als die deskundigheid niet, of onvoldoende aanwezig is, of als het een complexe zaak betreft, heeft het bestuursorgaan de mogelijkheid om een adviescommissie te benoemen die het bestuursorgaan adviseert over de betreffende aanvraag. De grondslag hiervoor is te vonden in artikel 4:130 van de Algemene wet bestuursrecht, in samenhang met afdeling 3.3, artikel 3:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Deze verordening voorziet niet in een vaste adviescommissie, zodat de deskundigheid van de adviescommissie kan worden afgestemd op de feiten en omstandigheden van het geval. In complexe gevallen kan een adviescommissie worden ingesteld die uit maximaal drie onafhankelijke adviseurs bestaat. Die adviseurs maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan en zijn niet betrokken bij de schadeveroorzakende gebeurtenis waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

Artikel 6Wraking adviescommissie

Dit artikel maakt het voor betrokken partijen mogelijk om een wrakingsverzoek in te dienen. Een wrakingsverzoek kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als een betrokken partij meent dat een adviseur niet objectief kan oordelen over de aanvraag om vergoeding van schade. Er kunnen uiteraard ook andere redenen aan een wrakingsverzoek ten grondslag liggen.

 

Artikel 7Bevoegdheden en verplichtingen

In artikel 7, eerste lid, is bepaald dat het betrokken bestuursorgaan en aanvrager zorgen dat de adviescommissie alle gegevens krijgt die nodig zijn voor de advisering. Het is aan de aanvrager om aan te tonen dat hij schade heeft geleden.

 

Artikel 8Onderzoeksprocedure

Artikel 8 bevat de procedure die de adviescommissie volgt alvorens een advies over de aanvraag om vergoeding van schade uit te brengen. Aanvullend op hetgeen al is geregeld in de Algemene wet bestuursrecht, is bepaald dat het bestuursorgaan de aanvrager en andere belanghebbenden informeert als advies wordt ingewonnen bij een adviescommissie.

 

De procedure bevat onder meer bepalingen over beslistermijnen. De totale beslistermijn voor de afhandeling van een aanvraag om vergoeding van schade moet uiteraard passen binnen de beslistermijn van artikel 4:130 Algemene wet bestuursrecht. In dit artikel is bepaald dat het bestuursorgaan binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag beslist en binnen zes maanden in het geval een adviescommissie is ingesteld. Verlenging van de beslistermijn is eenmalig mogelijk voor ten hoogste acht weken of, indien de adviescommissie is ingeschakeld, voor ten hoogste zes maanden.

 

In het derde lid van art. 4:130 Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat, indien de schade mede is veroorzaakt door een besluit waartegen beroep kan worden ingesteld, het bestuursorgaan de beslissing kan aanhouden totdat het besluit onherroepelijk is geworden.

 

Als er recht bestaat op toekenning van een schadevergoeding, komen op grond van artikel 4:129 Algemene wet bestuursrecht de redelijke kosten die een aanvrager heeft gemaakt voor rechtsbijstand of andere deskundige bijstand, voor vergoeding in aanmerking. Uit de rechtspraak blijkt dat in het geval een adviescommissie is benoemd, kosten van deskundigenbijstand die zijn gemaakt alvorens een conceptadvies door de adviescommissie is uitgebracht, over het algemeen niet als redelijkerwijs noodzakelijk worden beschouwd.

 

Artikel 9Uitbetaling

 

In deze bepaling is de uitbetaling geregeld. Als een aanvraag om vergoeding van schade geheel of gedeeltelijk wordt toegekend, wordt het betreffende bedrag aan schadevergoeding zo snel mogelijk uitbetaald. Eventuele bezwaar- of beroepsprocedures worden daarbij niet afgewacht.

 

Artikel 10Voorschotten

De Algemene wet bestuursrecht bevat in de artikelen 4:95 en 4:96 bepalingen over voorschotten. Dat betekent onder andere dat het bestuursorgaan op een daartoe strekkende aanvraag, kan beslissen om een voorschot te verlenen op het eventueel uit te betalen bedrag aan schadevergoeding. Ook kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht onverschuldigde voorschotten worden teruggevorderd.

Artikel 9 regelt in aanvulling op de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht in het eerste lid dat als een adviescommissie is benoemd, deze om advies kan worden gevraagd over het toekennen van een voorschot. Het tweede lid geeft aan dat een voorschot in geen geval kan worden beschouwd als een erkenning van een aanspraak op schadevergoeding op grond van deze verordening.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

De Verordening nadeelcompensatie provincie Fryslân 2023 heeft als basis titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht en is voor de werking afhankelijk van het moment waarop deze wet in werking treedt.

 

Voor schades die onder de Verordening nadeelcompensatie provincie Fryslân 2023 vallen, is een overgangsbepaling opgenomen. Hierin is aansluiting gezocht bij het moment waarop de schadeveroorzakende gebeurtenis plaatsvindt.