Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogheemraadschap van Delfland

Verordening Nadeelcompensatie Hoogheemraadschap van Delfland 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoogheemraadschap van Delfland
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingVerordening Nadeelcompensatie Hoogheemraadschap van Delfland 2024
CiteertitelVerordening Nadeelcompensatie Hoogheemraadschap van Delfland 2024
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening Nadeelcompensatie Hoogheemraadschap van Delfland.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 78, eerste lid, van de Waterschapswet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

30-11-2023

wsb-2023-15396

3002

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Nadeelcompensatie Hoogheemraadschap van Delfland 2024

De verenigde vergadering van Delfland,

 

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van dinsdag 24 oktober 2023, dossiernummer 3002;

 

gelezen het positieve advies van de commissie Bestuur, Financiën en Organisatie;

 

Overwegende dat

 

  • -

    Bij Besluit van 20 maart 2023 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet is bepaald dat de Omgevingswet per 1 januari 2024 in werking treedt;

  • -

    Op datzelfde tijdstip titel 4.5 van de Algemene Wet Bestuursrecht in werking treedt;

  • -

    De Verordening Nadeelcompensatie Hoogheemraadschap van Delfland, vastgesteld op 15 december 2016, Waterschapsblad 2016, nr. 10281, 22 december 2016, daardoor aanpassing behoeft;

  • -

    De verordening verder op een aantal punten wordt verbeterd en verduidelijkt.

Gelet op:

 

  • -

    Artikel 78 lid 1 Waterschapswet

  • -

    Titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht

  • -

    Afdeling 15.1 van de Omgevingswet

Besluit:

 

  • 1.

    De navolgende nieuwe Verordening nadeelcompensatie Hoogheemraadschap van Delfland 2024 vast te stellen;

  • 2.

    De Verordening nadeelcompensatie Hoogheemraadschap van Delfland 2024 op 1 januari 2024 in werking te laten treden of zoveel later als de Omgevingswet in werking treedt.

Artikel 1 Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze verordening heeft betrekking op de behandeling van aanvragen om vergoeding van schade als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarvan de aanvrager stelt dat die wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van Delfland.

  • 2.

    Deze verordening heeft geen betrekking op de behandeling van aanvragen om vergoeding van schade als bedoeld in artikel 4:126 eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarvoor een bijzondere procedureregeling geldt.

Artikel 2 Bevoegd bestuursorgaan

Een besluit op een aanvraag als bedoeld in artikel 1, eerste lid, wordt genomen door dijkgraaf en hoogheemraden.

Artikel 3 Advisering door adviescommissie

  • 1.

    Dijkgraaf en hoogheemraden winnen slechts advies in bij een adviescommissie voor zover dat naar hun oordeel noodzakelijk is om op de aanvraag om schadevergoeding te kunnen beslissen.

  • 2.

    Indien geen advies wordt ingewonnen bij een adviescommissie, doen dijkgraaf en hoogheemraden, onder vermelding van de reden(en), hiervan mededeling in het besluit op de aanvraag.

Artikel 4 Bevoegdheid stellen regels berekening schade

Dijkgraaf en hoogheemraden kunnen nadere regels stellen voor de berekening van bepaalde types schade.

Artikel 5 De adviescommissie

  • 1.

    Indien dijkgraaf en hoogheemraden een advies als genoemd in artikel 3 noodzakelijk achten, stellen dijkgraaf en hoogheemraden de aanvraag in handen van een adviescommissie.

  • 2.

    De adviescommissie heeft tot taak dijkgraaf en hoogheemraden van advies te dienen over de op de aanvraag te nemen beslissing.

  • 3.

    De adviescommissie bestaat uit een of meer onafhankelijke deskundigen, die door dijkgraaf en hoogheemraden worden benoemd. Indien de commissie uit twee of meer leden bestaat, wijzen dijkgraaf en hoogheemraden een voorzitter aan.

  • 4.

    De adviescommissie wordt ingesteld uiterlijk vier weken na ontvangst van de aanvraag of, indien toepassing is gegeven aan artikel 4:5 lid 1 onder c Awb, uiterlijk binnen vier weken nadat de aanvullende gegevens en bescheiden zijn ontvangen.

  • 5.

    Het secretariaat van de adviescommissie wordt gevoerd door een door dijkgraaf en hoogheemraden aan te wijzen ambtenaar in dienst van Delfland.

Artikel 6 Procedure adviescommissie

  • 1.

    Dijkgraaf en hoogheemraden stellen de aanvrager en overige belanghebbenden in kennis van het feit dat de aanvraag in handen is gesteld van de adviescommissie.

  • 2.

    De adviescommissie stelt de aanvrager, belanghebbenden en dijkgraaf en hoogheemraden in de gelegenheid tot het geven van een mondelinge toelichting in een te houden hoorzitting. Partijen kunnen zich laten bijstaan of laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. Meegebrachte deskundigen worden in de gelegenheid gesteld een toelichting te geven.

  • 3.

    Het horen geschiedt door de commissie. Van de hoorzitting wordt een verslag opgemaakt. Het verslag wordt aan de aanvrager, overige belanghebbenden en dijkgraaf en hoogheemraden toegezonden.

  • 4.

    De adviescommissie kan een plaatsopneming houden, indien zij dit nodig acht. De aanvrager, overige belanghebbenden en dijkgraaf en hoogheemraden worden in de gelegenheid gesteld daarbij aanwezig te zijn.

  • 5.

    Alvorens de adviescommissie haar definitieve advies opstelt, maakt zij een conceptadvies op. Dit conceptadvies wordt aan de aanvrager, belanghebbenden en dijkgraaf en hoogheemraden toegezonden.

  • 6.

    De aanvrager, overige belanghebbenden en dijkgraaf en hoogheemraden maken eventuele bedenkingen tegen het conceptadvies schriftelijk aan de adviescommissie kenbaar, uiterlijk vier weken na de datum van de verzending daarvan.

  • 7.

    De adviescommissie stelt haar definitieve advies vast. Zij zendt het definitieve advies terstond toe aan dijkgraaf en hoogheemraden.

  • 8.

    Indien de adviescommissie adviseert aan de aanvrager schadevergoeding toe te kennen, adviseert de adviescommissie tevens over de hoogte van de uit te keren schadevergoeding en doet, indien dijkgraaf en hoogheemraden daarom hebben verzocht, voorstellen voor maatregelen of voorzieningen waardoor de schade, anders dan door een vergoeding in geld, kan worden beperkt of ongedaan gemaakt.

Artikel 7 Bevoegdheden en verplichtingen

  • 1.

    Dijkgraaf en hoogheemraden stellen de adviescommissie, al dan niet op verzoek, de gegevens ter beschikking die nodig zijn voor een goede vervulling van haar taak. Artikel 5.1 van de Wet open overheid is van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    De aanvrager verschaft de adviescommissie de gegevens en bescheiden die voor de advisering nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking heeft of kan krijgen.

  • 3.

    De adviescommissie kan inlichtingen en adviezen inwinnen bij derden. Indien met het verstrekken van inlichtingen of het verlenen van adviezen door derden kosten gemoeid zijn, oefent de adviescommissie deze bevoegdheid eerst uit na instemming van dijkgraaf en hoogheemraden.

  • 4.

    De door de adviescommissie naar het oordeel van dijkgraaf en hoogheemraden in redelijkheid te maken kosten worden door Delfland vergoed.

Artikel 8 Uitbetaling

Bij geheel of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om schadevergoeding, wordt de toegewezen schadevergoeding uiterlijk binnen vier weken na bekendmaking van het besluit op de aanvraag betaald.

Artikel 9 Aanvraag voorschot

  • 1.

    Dijkgraaf en hoogheemraden kunnen, vooruitlopend op de beslissing op een aanvraag om schadevergoeding, een voorschot verlenen als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een verplichting tot betaling zal worden vastgesteld.

  • 2.

    De artikelen 4:95 en 4:96 van de Algemene wet bestuursrecht zijn op dit voorschot van toepassing.

Artikel 10 Inwerkingtreding, citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024 of zoveel later als de Omgevingswet in werking treedt, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Nadeelcompensatie Hoogheemraadschap van Delfland, vastgesteld op 15 december 2016, Waterschapsblad 2016, nr. 10281, 22 december 2016.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Nadeelcompensatie Hoogheemraadschap van Delfland 2024’.

Aldus besloten in de openbare vergadering van donderdag 30 november 2023.

De verenigde vergadering voornoemd,

de secretaris,

ir. P.C. Janssen

de voorzitter,

dr. P.H.W.M. Daverveldt

Toelichting bij Verordening nadeelcompensatie Hoogheemraadschap van Delfland 2024

Algemene toelichting

 

Nadeelcompensatieregeling Algemene wet bestuursrecht en Omgevingswet

 

Op 1 januari 2024 treden de wettelijke nadeelcompensatieregeling van titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) en (afdeling 15.1 van) de Omgevingswet in werking.

 

Titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) voorziet in een algemene regeling over de vergoeding (of tegemoetkoming) van schade door rechtmatig overheidshandelen. In deze titel staan de grondslagen, inhoudelijke eisen en procedurele bepalingen over toekenning van nadeelcompensatie. Het doel van titel 4.5 van de Awb is om te komen tot een eenduidig en overzichtelijk nadeelcompensatierecht.

 

In afdeling 15.1 van de Omgevingswet is een nadeelcompensatieregeling opgenomen die betrekking heeft op schade die wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan in de rechtmatige uitoefening van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid of taak op grond van de Omgevingswet. Een aantal van de bestaande nadeelcompensatieregelingen, waaronder die van artikel 7.14 e.v. Waterwet, gaat op in afdeling 15.1 van de Omgevingswet.

 

Afdeling 15.1 sluit aan op de algemene regeling uit titel 4.5 Awb, hetgeen betekent dat de grondslagen, materiele eisen en procedurele bepalingen van titel 4.5 Awb in beginsel van toepassing zijn op de toekenning van nadeelcompensatie die het gevolg is van de rechtmatige uitoefening van de publiekrechtelijke bevoegdheid of taak door een bestuursorgaan op grond van de Omgevingswet.

 

Echter, daar waar afdeling 15.1 van de Omgevingswet de regeling in de Awb aanvult dan wel van de regeling afwijkt, gaat afdeling 15.1 voor op de Awb: de afbakening van schadeoorzaken in artikel 15.1 Omgevingswet ten opzichte van titel 4.5 Awb is limitatief en exclusief. Dit betekent dat als een schadeoorzaak wel is gelegen in de uitoefening van een bevoegdheid op grond van de Omgevingswet, maar die bevoegdheid niet is genoemd in artikel 15.1 Omgevingswet, niet alsnog op grond van de Awb kan worden verzocht om nadeelcompensatie. Op schadeoorzaken die hun grondslag vinden in andere wetgeving dan de Omgevingswet is titel 4.5 Awb wel van toepassing. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan besluiten, maatregelen enz. op grond van de Scheepvaartverkeerswet, welke wet van toepassing is op het door Delfland uit te voeren nautische beheer.

 

Intrekken Verordening nadeelcompensatie en inwerkingtreding nieuwe verordening.

Gekozen is voor een geheel nieuwe verordening, die is toegesneden op de hiervoor geschetste ontwikkelingen en waarin een aantal verbeteringen en verduidelijkingen ten opzichte van de thans geldende Verordening nadeelcompensatie Hoogheemraadschap van Delfland zijn opgenomen.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Toepassingsbereik

In lid 1 is bepaald dat deze verordening van toepassing is op aanvragen tot nadeelcompensatie als genoemd in artikel 4:126 lid 1 Awb.

In lid 2 is bepaald dat deze verordening niet van toepassing is op situaties waarin voor de betreffende schade een bijzondere regeling is opgesteld. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als verschillende bestuursorganen aansprakelijk (kunnen) zijn, waartoe voor de afhandeling van de schadeverzoeken een schadeschap in het leven is geroepen. Een schadeschap is een gemeenschappelijke regeling (op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen) die namens de betrokken bestuursorganen alle verzoeken om nadeelcompensatie afhandelt. De aan de gemeenschappelijke regeling deelnemende bestuursorganen dragen alle bevoegdheden in verband met beslissingen omtrent nadeelcompensatie over aan het schadeschap. Dit betekent dat een verzoek om nadeelcompensatie niet bij de afzonderlijke bestuursorganen, maar enkel bij het betreffende schadeschap kan en moet worden ingediend. In dit lid wordt duidelijk gemaakt dat in deze gevallen de bijzondere regeling voor gaat op deze verordening.

 

Artikel 2 Bevoegd bestuursorgaan

Lid 1 wijkt af van artikel 4:126 lid 1 Awb in die zin dat de aanvraag altijd wordt behandeld door dijkgraaf en hoogheemraden, ook indien de schade is veroorzaakt door een ander bestuursorgaan van Delfland. In de meeste gevallen zal dit artikel als overbodig gelden, gelet op artikel 15.8 Omgevingswet, waarin is opgenomen dat als de aanvraag om schadevergoeding betrekking heeft op een besluit van het algemeen bestuur van een waterschap, als bestuursorgaan dat de schadevergoeding toekent, wordt aangemerkt het dagelijks bestuur van het waterschap. Er kunnen echter gevallen zijn die niet onder artikel 15.8 Omgevingswet vallen, zoals besluiten die niet op grond van de Omgevingswet worden genomen. Om die reden is dit artikel opgenomen.

 

Artikel 3 Advisering door adviescommissie

Dijkgraaf en hoogheemraden winnen alleen advies in bij een adviescommissie voor zover dat naar hun oordeel noodzakelijk is om op de aanvraag om schadevergoeding te kunnen beslissen. Redenen waarom door dijkgraaf en hoogheemraden geen advies bij een adviescommissie wordt ingewonnen, kunnen onder andere zijn dat de aanvraag kennelijk ongegrond is, het gestelde schadebedrag laag is, in een vergelijkbare zaak reeds advies is gegeven door een adviescommissie of binnen Delfland voldoende deskundigheid aanwezig is om op de aanvraag te kunnen besluiten. In het besluit op de aanvraag doen dijkgraaf en hoogheemraden hiervan mededeling onder vermelding van de reden(en).

 

Artikel 4 Bevoegdheid stellen regels berekening schade

Door dijkgraaf en hoogheemraden kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de berekening van de schade. Dijkgraaf en hoogheemraden zullen hier voornamelijk toe overgaan bij categorieën die met enige regelmaat voorkomen. Een voorbeeld hiervan is de ‘Beleidsregel nadeelcompensatie kabels en leidingen Delfland’. In deze beleidsregel zijn nadere regels gesteld over het bepalen van de vergoeding voor schade die ontstaat bij het verleggen of verwijderen van kabels en leidingen als gevolg van de aanleg of wijziging van waterstaatswerken door of namens Delfland.

 

Artikel 5 De adviescommissie

Dit artikel voorziet erin dat een (ad hoc) adviescommissie wordt ingesteld wanneer niet op grond van artikel 5 lid 1 door dijkgraaf en hoogheemraden wordt geoordeeld dat op de aanvraag zonder advisering door een adviescommissie kan worden besloten. Er is niet voorzien in een vaste commissie teneinde dijkgraaf en hoogheemraden in de gelegenheid te stellen de samenstelling van de commissie af te stemmen op de specifieke aanvraag. Het artikel biedt tevens de mogelijkheid om meerdere aanvragen tot nadeelcompensatie die betrekking hebben op hetzelfde onderwerp/project in handen te stellen van dezelfde adviescommissie.

 

Artikel 6 Procedure adviescommissie

In dit artikel is de procedure bij de adviescommissie opgenomen. Dijkgraaf en hoogheemraden informeren de aanvrager en belanghebbenden dat de aanvraag in handen is gesteld van een adviescommissie.

 

Naast de aanvrager worden ook eventuele (andere) belanghebbenden betrokken. Op grond van artikel 13.3c lid 2 Omgevingswet is dit in ieder geval degene die de schadeveroorzakende activiteit verricht en met wie een overeenkomst als genoemd in artikel 13.3c lid 1 Omgevingswet is gesloten. Daarnaast kan worden gedacht aan de aanvrager van het schadeveroorzakende besluit of degene die de toegestane schadeveroorzakende activiteit verricht en op wie dijkgraaf en hoogheemraden op grond van artikel 13.3d Omgevingswet een eventuele toe te kennen schadevergoeding willen verhalen.

 

De commissie houdt een hoorzitting, waarin partijen de gelegenheid wordt geboden mondeling hun standpunt toe te lichten. Tevens kan de adviescommissie de hoorzitting benutten om vragen te stellen aan partijen.

 

Voordat de commissie haar definitieve advies opstelt, stelt zij partijen in de gelegenheid om te reageren op het conceptadvies.

 

Artikel 7 Bevoegdheden en verplichtingen

In het eerste lid is bepaald dat dijkgraaf en hoogheemraden aan de commissie de gegevens verschaffen die nodig zijn voor een goede vervulling van haar taak. Tot die gegevens behoren niet alleen het verzoek met de daarbij behorende, eventueel later toegevoegde, bescheiden, maar ook de zich onder dijkgraaf en hoogheemraden bevindende gegevens over de schadeoorzaak. Artikel 5 lid 1 van de Wet openbaarheid van bestuur is van overeenkomstige toepassing.

Het tweede lid legt een soortgelijke verplichting op aan de aanvrager. Ook de aanvrager dient de gegevens te verschaffen die de adviescommissie nodig heeft voor een goede vervulling van haar taak. De aanvrager zal waarschijnlijk al gegevens hebben overgelegd bij het indienen van de aanvraag, maar het is niet onvoorstelbaar dat de commissie het overleggen van nadere gegevens nodig acht.

Het derde en vierde lid stelt de adviescommissie in de gelegenheid inlichtingen in te winnen bij derden. Indien daarmee kosten zijn gemoeid, bijvoorbeeld omdat een deskundigenadvies wordt gevraagd, is met het oog op die kosten voorafgaande instemming van dijkgraaf en hoogheemraden nodig.

 

Artikel 8 Uitbetaling

In deze bepaling is de uiterste betaaltermijn vastgelegd. Als een aanvraag om schadevergoeding geheel of gedeeltelijk wordt toegekend, wordt het betreffende bedrag uiterlijk vier weken na bekendmaking van het besluit op de aanvraag betaald.

 

Artikel 9 Aanvraag voorschot

In dit artikel is vastgelegd dat het bestuursorgaan op een daartoe strekkende aanvraag kan beslissen een voorschot te verlenen op het eventueel uit te betalen bedrag aan schadevergoeding. Dit kan worden gedaan als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een verplichting tot betaling zal worden vastgesteld. Hiertoe kan door de aanvrager een verzoek worden gedaan. Het voorschot kan ook ambtshalve worden verleend. De artikelen 4:95 en 4:96 van de Awb zijn op onder meer van toepassing op dit voorschot. Dit betekent dat onverschuldigde voorschotten kunnen worden teruggevorderd.

 

Artikel 10 Inwerkingtreding, citeertitel

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024. Op datzelfde moment wordt de ‘Verordening nadeelcompensatie Hoogheemraadschap van Delfland’ ingetrokken. De nieuwe verordening wordt aangehaald als ‘Verordening nadeelcompensatie Hoogheemraadschap van Delfland 2024’.