Organisatie | Zuid-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Beleidsregel ontzorgingsprogramma’s maatschappelijk vastgoed Zuid-Holland tweede tranche |
Citeertitel | Beleidsregel ontzorgingsprogramma’s maatschappelijk vastgoed Zuid-Holland tweede tranche |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Regeling ontzorgingsprogramma’s maatschappelijk vastgoed Zuid-Holland tweede tranche.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-12-2023 | nieuwe regeling | 28-11-2023 | PZH-2023-843157537 |
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland,
Gelet op de artikelen 158, eerste lid, onder a, van de Provinciewet en artikel 4:81, eerste lid van de Al- gemene wet bestuursrecht;
Overwegende dat de provincie Zuid-Holland op grond van de Regeling specifieke uitkering ontzorgingsprogramma maatschappelijk vastgoed tweede tranche middelen beschikbaar heeft gekregen, welke gedeputeerde staten wensen in te zetten voor de beschikbaarstelling van duurzaamheidscoaches en projectfacilitatoren aan kleine maatschappelijk vastgoedeigenaren, teneinde hen te ontzorgen bij de verduurzaming van de gebouwde onroerende zaken die zij in eigendom hebben;
Besluiten vast te stellen de volgende beleidsregel:
Beleidsregel ontzorgingsprogramma’s maatschappelijk vastgoed Zuid-Holland tweede tranche
Gedeputeerde staten kennen aan kleine maatschappelijke vastgoedeigenaren die statutair gevestigd zijn in de provincie Zuid-Holland een ontzorgingsprogramma toe.
Gedeputeerde staten nemen aanvragen in behandeling die vanaf de datum van inwerkingtreding van deze regeling tot en met 31 mei 2024 zijn ingediend.
Artikel 6 Beoordeling van de aanvraag
Gedeputeerde staten beoordelen een aanvraag, onverminderd artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht, op basis van de volgende ingediende gegevens:
Gedeputeerde staten nemen in het besluit tot het toekennen van een ontzorgingsprogramma de volgende voorschriften op:
Artikel 11 Intrekkings- en beëindigingsgronden
Gedeputeerde staten kunnen een toegekend ontzorgingsprogramma intrekken of beëindigen indien:
De Regeling ontzorgingsprogramma’s maatschappelijk vastgoed Zuid-Holland tweede tranche wordt ingetrokken.
De Regeling ontzorgingsprogramma’s maatschappelijk vastgoed Zuid-Holland tweede tranche, zoals die luidde op de dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreding van deze beleidsregel, blijft van toepassing op de ontzorgingsprogramma’s die voor die datum zijn toegekend.
Den Haag, 28 november 2023
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland
drs. M.J.A. van Bijnen MBA, secretaris
drs. J. Smit, voorzitter
Bijlage 1 Intentieverklaring ontzorgingsprogramma verduurzaming klein maatschappelijk vastgoed tweede tranche
De [naam vastgoedeigenaar] (hierna ondertekenaar) heeft zich voorgenomen om deel te nemen aan het ontzorgingsprogramma verduurzaming klein maatschappelijk vastgoed van de provincie Zuid-Holland tweede tranche.
De ondertekenaar spreekt de intentie uit om, met behulp van het door Provincie Zuid-Holland toe te kennen ontzorgingsprogramma:
De ondertekenaar geeft toestemming aan de Provincie Zuid-Holland om verkregen gegevens over de energieprestatie en verduurzamingskansen van het vastgoed in kwestie anoniem te delen met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en leden van het Kennis en Informatie Platform maatschappelijk vastgoed.
Toelichting behorende bij de Beleidsregel ontzorgingsprogramma’s maatschappelijk vastgoed Zuid-Holland tweede tranche
De beleidsregel ontzorgingsprogramma’s maatschappelijk vastgoed Zuid-Holland tweede tranche is bedoeld om kleine maatschappelijk vastgoedeigenaren te ondersteunen met het verduurzamen van gebouwen die zij in eigendom hebben.
Een adviseur is een door de provincie Zuid-Holland aangestelde persoon die een ontvanger van een ontzorgingsprogramma ondersteunt met de verduurzamingsopgave. Adviseurs kunnen bijvoorbeeld helpen met het verduidelijken van de verduurzamingsopgave, het begrijpbaar maken van technische details en het stellen of beantwoorden van de juiste vragen voor een financier. Een adviseur begeleid een maatschappelijk vastgoedeigenaar en betrekt de relevante projectfacilitator(en) met de juiste specialistische kennis.
Artikel 2 Ontzorgingsprogramma
Ontzorgingsprogramma’s kunnen inhoudelijk van elkaar verschillen. De verduurzamingsopgave van maatschappelijk vastgoed is namelijk niet altijd gelijk. In de onderdelen a tot en met e worden voorbeelden gegeven van hoe een ontzorgingsprogramma eruit kan zien. Deze lijst is dus niet limitatief. De ontvanger en de adviseur bepalen samen welke ondersteuning het beste past in het ontzorgingsprogramma.
Een kleine maatschappelijk vastgoedeigenaar die statutair gevestigd is in Zuid-Holland, maar ook een gebouw buiten de provincie grenzen heeft, kan ook voor dat gebouw ondersteuning ontvangen. Dit gebeurt in overleg met de adviseur en met de provincie waar het betreffende gebouw is gevestigd.
Artikel 6 Beoordeling van de aanvraag
De in bijlage 1 opgenomen intentieverklaring heeft als functie om de commitment van de aanvrager vast te leggen.
De voorschriften die in het besluit tot het toekennen van een ontzorgingsprogramma worden opgenomen hebben als doel om de geleverde ondersteuning goed te laten verlopen. Om een goed advies te kunnen geven over de verduurzaming van het betreffende vastgoed hebben de adviseurs de meest recente jaarverbruiken nodig. Daarnaast is het voor de adviseurs van belang om kennis te hebben van de financiële situatie van de kleine maatschappelijk vastgoedeigenaar die van invloed kan zijn op de verduurzaming van het betreffende vastgoed. Om aan de juiste informatie te komen geeft de ontvanger van een ontzorgingsprogramma een contactpersoon door aan de adviseurs.
Artikel 11 Intrekkings- en beëindigingsgronden
Zoals in de toelichting van artikel 2 beschreven, wordt de inhoud van een ontzorgingsprogramma vooral bepaald in overleg tussen de vastgoedeigenaar en de adviseurs. Ook het moment van beëindiging van het ontzorgingsprogramma gaat in overleg. Als de genoemde gronden zich voordoen zullen gedeputeerde staten het ontzorgingsprogramma intrekken of beëindigen afhankelijk van de fase waarin de advisering zich bevindt. Is een adviseur nog maar net betrokken en besluit een ontvanger geen gebruik meer te willen maken van het ontzorgingsprogramma kunnen gedeputeerde staten besluiten het ontzorgingsprogramma in te trekken en weer beschikbaar te stellen voor een nieuwe aanvrager. Besluit een ontvanger verderop in het traject geen gebruik meer te willen maken van het ontzorgingsprogramma dan kunnen gedeputeerde staten besluiten om het ontzorgingsprogramma te beëindigen. Het ontzorgingsprogramma wordt dan niet meer opnieuw beschikbaar gesteld voor een nieuwe aanvrager.