Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Roosendaal

Beleidsregel voor de toepassing Wet Bibob Gemeente Roosendaal 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRoosendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel voor de toepassing Wet Bibob Gemeente Roosendaal 2024
CiteertitelBeleidsregel voor de toepassing Wet Bibob gemeente Roosendaal 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De “Beleidsregel Bibob” wordt ingetrokken op de dag dat de Beleidsregel voor de toepassing Wet Bibob gemeente Roosendaal 2024 in werking treedt.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4.81 van de Wijzigingswet Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten (nieuwe omgevingsrecht en nadeelcompensatierecht)
  2. Huisvestingswet 2014
  3. Algmene plaatselijke verordening
  4. Jeugdwet
  5. Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  6. http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR285104
  7. Wet op de kansspelen
  8. Aanbestedingswet 2012
  9. Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024Nieuwe regeling

05-12-2023

gmb-2023-525100

713277

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel voor de toepassing Wet Bibob Gemeente Roosendaal 2024

 

Het doel van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: Wet Bibob) is het waarborgen van de integriteit van het bestuursorgaan en het voorkomen van onbewust faciliteren van criminele activiteiten.

Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek kunnen bijvoorbeeld vergunningen of subsidies worden geweigerd of ingetrokken of kan de gemeente besluiten geen opdracht te verlenen aan een partij of geen vastgoedtransactie aan te gaan.

De Wet Bibob geeft de gemeente Roosendaal hierbij eigen beleidsruimte bij de besluitvorming omtrent het toepassen van de uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden.

Uitgaande van bovengenoemd doel zijn hieronder de beleidsuitgangspunten geformuleerd van gevallen waarin een Bibob-onderzoek wordt uitgevoerd.

 

De Burgemeester en het College van Burgmeester en Wethouders van de gemeente Roosendaal, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

 

Overwegende dat de gemeente Roosendaal alleen zaken wil doen met integere partijen;

 

Gelet op het bepaalde in de Wet Bibob, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, alsook de relevante bepalingen in de Alcoholwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Omgevingswet (na inwerkingtreding), de Huisvestingswet en Huisvestingsverordening, de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Roosendaal, de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en Subsidieverordening(en), de Wet op de Kansspelen, de Aanbestedingswet 2012 en het Burgerlijk Wetboek.

 

BESLUITEN

vast te stellen de Beleidsregel voor de toepassing Wet Bibob gemeente Roosendaal 2024.

 

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

  • 1.

    De definities uit paragraaf 1.1 van de Wet Bibob zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregel.

  •  

  • 2.

    In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      De Wet: de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob);

    • b.

      De gemeente: de gemeente Roosendaal;

    • c.

      Het RIEC: het Regionaal informatie- en expertisecentrum; het regionaal samenwerkingsverband zoals bedoeld in artikel 28 lid 2 onder d van de Wet;

    • d.

      Landelijk Bureau Bibob (verder LBB): het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur zoals bedoeld in artikel 8 van de Wet;

    • e.

      Bibob-vragenformulier: een formulier gebaseerd op de regeling als bedoeld in artikel 7a lid 5 van de Wet.

  •  

  • 3.

    Waar in deze beleidsregel “de gemeente” wordt genoemd, wordt hiermee zowel het bestuursorgaan als -wanneer van toepassing- de rechtspersoon met een overheidstaak bedoeld.

 

 

Publiekrechtelijke beschikkingen

 

Hoofdstuk 2 APV en bijzondere wetten

Artikel 2.1 Bibob-onderzoek bij aanvraag voor een vergunning

Uitvoering van de Bibob-onderzoek vindt plaats bij een aanvraag voor een:

  • a.

    Alcoholwetvergunning op grond van artikel 3 Alcoholwet;

  • b.

    Exploitatievergunning op grond van de Algemene plaatselijke verordening;

  • c.

    Huisvestingsvergunning;

  • d.

    Evenementenvergunning: In het geval van een aanvraag als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening blijft de toepassing van een Bibob-onderzoek beperkt tot de gevallen benoemd in Bijlage 1 van deze beleidsregel of de bij afzonderlijk besluit van de burgemeester aangewezen evenementenvergunningen.

Artikel 2.2 Uitzonderingen

  • 1.

    Wanneer een Alcoholwetvergunning of een exploitatievergunning wordt aangevraagd voor een slijtersbedrijf of door een para-commerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet vindt er in beginsel geen Bibob-onderzoek plaats;

  • 2.

    Bij het bijschrijven van leidinggevenden op het aanhangsel (artikel 30 Alcoholwet) vindt er in beginsel geen Bibob-onderzoek plaats, tenzij het een wijziging van (één van) bestuurder(s) van een horecabedrijf betreft.

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsactiviteit Bouw

Artikel 3.1 Bibob-onderzoek bij aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit

  • 1.

    Uitvoering van het Bibob-onderzoek kan plaatsvinden bij:

    • a.

      Aanvragen voor een beschikking als bedoeld in artikel 4.19b, eerste lid;

    • b.

      Aanvragen voor een beschikking als bedoeld in artikel 5.1 eerste lid aanhef en onder a van de Omgevingswet;

    • c.

      Aanvragen voor een beschikking als bedoeld in artikel 5.1 tweede lid aanhef en onder a van de Omgevingswet;

    • d.

      Aanvragen voor een beschikking als bedoeld in artikel 5.1 tweede lid aanhef en onder b van de Omgevingswet.

  • 2.

    Uitvoering van het Bibob-onderzoek zal plaatsvinden bij aanvragen zoals bedoeld in het eerste lid onder c in de onderstaande gevallen.

    • a.

      Bouwkosten

      Een Bibob-onderzoek vindt plaats in geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit waarbij de bouwkosten hoger of gelijk zijn aan € 500.000,- (exclusief btw). De bouwkosten worden door de gemeente berekend op basis van de vigerende Legesverordening.

    • b.

      Risicocategorieën

      Een Bibob-onderzoek vindt plaats in geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit waarbij de bouwkosten hoger of gelijk zijn aan € 50.000,- (exclusief btw) én waarbij sprake is van één of meerdere risicocategorieën zoals aangegeven in bijlage 1 van deze beleidsregel.

    • c.

      Risicogebied

      Een Bibob-onderzoek vindt plaats in geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit, waarbij de bouwkomsten hoger of gelijk zijn aan € 50.000,- (exclusief btw) en waarbij het een locatie betreft die gelegen is in een door het college bij afzonderlijk besluit aangewezen risicogebied zoals bepaald in bijlage 2 van deze Beleidsregel.

  • 3.

    Cumulatie

  • In het geval dat een aanvrager in het tijdvak van twee jaar, gerekend vanaf de ontvangstdatum van de eerste aanvraag, vier aanvragen (of meer) indient voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit, waarbij de bouwkosten meer dan € 50.000,- maar minder dan € 500.000,- (exclusief btw) bedragen, kan vanaf de vierde aanvraag voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit van dezelfde aanvrager een Bibob-onderzoek plaatsvinden.

Artikel 3.2 Uitzonderingen

Bij een aanvraag als bedoeld in artikel 3.1 zal in beginsel geen Bibob-onderzoek plaatsvinden in het geval dat de aanvraag afkomstig is van:

  • a.

    een overheidsinstantie;

  • b.

    een semi-overheidsinstantie;

  • c.

    een toegelaten woningcorporatie, waarmee wordt bedoeld dat de woningcorporatie is toegelaten door de Minister van Volkshuisvesting conform artikel 19 van de Woningwet;

  • d.

    (rechts-) personen die bouwactiviteiten namens of in opdracht van een toegelaten woningcorporatie verrichten én worden gefinancierd uit de eigen middelen van de toegelaten woningcorporatie.

 

Hoofdstuk 4 Omgevingsactiviteit Milieu

Artikel 4.1 Bibob-onderzoek bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning milieuactiviteit

Uitvoering van de Bibob-onderzoek vindt plaats bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning milieuactiviteit of een omgevingsvergunning beperkte milieutoets waarbij sprake is van een of meerdere risicocategorieën genoemd in bijlage 1 van deze Beleidsregel.

Artikel 4.2 Uitzonderingen

Bij een aanvraag of een reeds verleende omgevingsvergunning milieuactiviteit of een omgevingsvergunning beperkte milieutoets zal in beginsel geen Bibob-onderzoek plaatsvinden, in het geval dat de aanvraag afkomstig is van:

  • a.

    een overheidsinstantie;

  • b.

    een semi-overheidsinstantie.

 

Hoofdstuk 5 Bibob-onderzoek bij reeds verleende vergunningen

Artikel 5.1 Bibob-onderzoek bij verleende vergunningen

Uitvoering van het Bibob-onderzoek vindt plaats bij alle verleende vergunningen waarop deze Beleidsregel van toepassing is, indien:

  • a.

    er sprake is van een van de gevallen zoals benoemd in Hoofdstuk 9 van deze Beleidsregel.

  • b.

    er sprake is van een melding als bedoeld in artikel 5:37, tweede lid van de Omgevingswet (wijziging tenaamstelling) en de activiteit(en) waar deze beschikking op ziet in Bijlage 1 van deze Beleidsregel zijn aangewezen als een risicocategorie en/of vallen binnen een in Bijlage 2 van deze Beleidsregel genoemd risicogebied;

Artikel 5.2  

De gemeente kan een Bibob-onderzoek starten bij een verleende vergunning;

  • a.

    Wanneer de verstrekte vergunning betrekking heeft op een activiteit die op basis van een daartoe genomen besluit van de gemeente na de verstrekking van de beschikking in Bijlage 1 is aangewezen als risicocategorie.

  • b.

    Wanneer de locatie waarop de verstrekte vergunning betrekking heeft is gelegen in een concreet bepaald gebied dat op basis van een daartoe genomen besluit van de gemeente na de verstrekking van de beschikking valt binnen een in Bijlage 2 genoemd risicogebied.

 

Hoofdstuk 6 Subsidies

Artikel 6.1  

De gemeente kan een Bibob-onderzoek verrichten met betrekking tot een aanvraag om een subsidie dan wel een reeds verleende subsidie zoals bedoeld in de Algemene subsidieverordening.

Artikel 6.2  

De gemeente zal een Bibob-onderzoek starten met betrekking tot een aanvraag om een subsidie dan wel een reeds vastgestelde of verleende subsidie zoals bedoeld in de Algemene subsidieverordening wanneer sprake is van een van de gevallen zoals benoemd in Hoofdstuk 9 van deze Beleidsregel.

 

 

Privaatrechtelijke transacties

 

Hoofdstuk 7 Vastgoed

Artikel 7.1 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties

  • 1.

    De gemeente kan de Wet toepassen bij vastgoedtransacties waarbij de gemeente partij is.

  • 2.

    Bij de start van de onderhandelingen daartoe, zal de gemeente de wederpartij schriftelijk in kennis stellen dat een Bibob-onderzoek deel kan uitmaken van de procedure. Een negatieve uitkomst van dit onderzoek kan leiden tot het niet sluiten van de vastgoedovereenkomst.

  • 3.

    In de overeenkomst wordt een integriteitsclausule opgenomen, op basis waarvan kan worden overgegaan tot ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst bij een negatieve uitkomst van het Bibob-onderzoek.

  • 4.

    De gemeente zal een Bibob onderzoek starten indien:

    • a.

      in de toekomst een aanvraag voor een beschikking zoals genoemd in deze beleidsregel nodig is, ongeacht of hiervoor een afzonderlijk Bibob-onderzoek zal worden uitgevoerd;

    • b.

      de beoogde contractspartij een bedrijfsstructuur heeft die aanleiding geeft voor een onderzoek;

    • c.

      het vastgoedobject gebruikt wordt of gebruikt gaat worden voor één of meerdere activiteiten die genoemd zijn in Bijlage 1 van deze beleidsregel en/of het object gesitueerd is in een in Bijlage 2 bij deze beleidsregel genoemd risicogebied;

    • d.

      het een beeldbepalend vastgoedobject betreft;

    • e.

      het een pand betreft met een specifieke (voormalige) overheidsfunctie.

Artikel 7.2 Uitzonderingen

Bij een vastgoedtransactie zal in beginsel geen Bibob-onderzoek plaatsvinden, in het geval sprake is van een transactie met een van de volgende partijen:

  • a.

    een overheidsinstantie;

  • b.

    een semi-overheidsinstantie;

  • c.

    een toegelaten woningcorporatie, waarmee wordt bedoeld dat de woningcorporatie is toegelaten door de Minister van Volkshuisvesting conform artikel 19 van de Woningwet.

 

Hoofdstuk 8 Overheidsopdrachten

Artikel 8.1 Toepassingsbereik bij overheidsopdrachten

  • 1.

    De gemeente kan de wet toepassen bij overheidsopdrachten zoals bedoeld in de Aanbestedingswet 2012, dan wel een overeenkomst zorg vanuit de Jeugdwet en/of de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Conform inkoop- en aanbestedingsbeleid van de gemeente Roosendaal.

  • 2.

    In de aanbestedingsdocumenten wordt opgenomen dat inschrijvende partijen er rekening mee moeten houden dat de gemeente, alvorens tot definitieve gunning wordt overgegaan, een Bibob onderzoek kan starten, dan wel advies kan inwinnen als bedoeld in artikel 9 lid 2 van de Wet. Dit onderzoek kan zich ook richten op eventuele onderaannemers.

  • 3.

    In de aanbestedingsdocumenten wordt een integriteitsclausule opgenomen op basis waarvan kan worden overgegaan tot uitsluiting van de inschrijvende partij indien zich een van de situaties zoals bedoeld in artikel 9 tweede lid van de Wet voordoet danwel een situatie zoals bedoeld in artikel 10.3 van deze Beleidsregel.

  • 4.

    In de conceptovereenkomst wordt een integriteitsclausule opgenomen waarin wordt aangegeven dat de overeenkomst kan worden ontbonden indien één van de situaties zoals bedoeld in artikel 9, tweede lid van de Wet zich voordoet.

  • 5.

    De gemeente zal een Bibob-onderzoek starten indien de activiteit(en) waarop de overheidsopdracht ziet genoemd zijn in Bijlage 1 van deze beleidsregel en/of de opdracht wordt uitgevoerd in een gebied die in Bijlage 2 bij deze beleidsregel genoemd is als risicogebied.

 

Hoofdstuk 9 Algemene uitzonderingen

In deze beleidsregel staat een aantal gevallen genoemd waarin de gemeente de Wet kan toepassen danwel in beginsel geen Bibob-onderzoek zal verrichten. Echter, kan de gemeente toch overgaan tot het starten van een Bibob-onderzoek indien:

  • a.

    er sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC;

  • b.

    er door het LBB een zogenaamde tip wordt gegeven als bedoeld in artikel 11 van de Wet;

  • c.

    er door de Officier van Justitie gebruik wordt gemaakt van zijn tipfunctie bedoeld in artikel 26 van de Wet.

  • d.

    er door een bestuursorgaan dat of een rechtspersoon met een overheidstaak die bevoegd is tot toepassing van de Wet, gebruik wordt gemaakt van zijn tipfunctie bedoeld in artikel 26 van de Wet.

 

Hoofdstuk 10 weigeren volledig invullen Bibob-vragenformulieren

Artikel 10.1 Aanvraag beschikking

Bij een weigering om de Bibob-vragenformulieren (inclusief de gevraagde bescheiden) volledig ingevuld te retourneren, zal de aanvraag ingevolge artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling worden gesteld.

Artikel 10.2 Verleende beschikking

Bij verleende beschikkingen zal een weigering op grond van artikel 4 lid 1 van de Wet worden beschouwd als een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet. De verstrekte beschikking kan als gevolg daarvan worden ingetrokken.

Artikel 10.3 Vastgoed en overheidstransacties

Indien er sprake is van een vastgoedtransactie of een overheidsopdracht zal de weigering van betrokkene om de formulieren (inclusief de gevraagde bescheiden) als bedoeld in artikel 7a, vijfde lid van de Wet niet of niet volledig ingevuld te retourneren danwel de weigering om ingevolge artikel 12 lid 3 van de Wet aanvullende gegevens te verstrekken aan het LBB leiden tot het niet sluiten van de vastgoedovereenkomst danwel het uitsluiten van de overheidsopdracht.

 

Hoofdstuk 11 Slotbepalingen

Artikel 11.1  

De “Beleidsregel Bibob” wordt ingetrokken op de dag dat de Beleidsregel voor de toepassing Wet Bibob gemeente Roosendaal 2024 in werking treedt.

Artikel 11.2  

  • 1.

    De Beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2024, gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Omgevingswet en wordt bekendgemaakt in het Gemeenteblad;

  • 2.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregel voor de toepassing Wet Bibob gemeente Roosendaal 2024”.

 

 

Aldus vastgesteld door de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal op 5 december 2023.

De burgemeester,

De secretaris, de burgemeester,

Bijlage 1 risicocategorieën

 

In deze bijlage zijn categorieën/activiteiten opgenomen, waarbij er een risico aanwezig is dat met die activiteiten strafbare feiten worden gepleegd, dan wel dat die activiteit wordt gebruikt om onrechtmatig verkregen voordelen te benutten. In alle gevallen moet sprake zijn van een aanvraag om een beschikking (of een verleende vergunning) of een situatie waarbij een vastgoedtransactie wordt aangegaan of een overheidsopdracht wordt gegund.

 

Risicocategorieën waarbij de gemeente Roosendaal de Wet Bibob kan toepassen voor zover de beslissingsbevoegdheid bij de gemeente ligt:

  • Afvalbewerkings- en verwerkingsbedrijven

  • Afvalrecyclingbedrijven

  • Autodemontagebedrijven

  • Bedrijfsverzamelgebouwen

  • Belwinkels

  • Energieproducenten/-opslag (w.o. vergisters, windmolens, zonneparken, etc.)

  • Dark stores

  • Fitnessbedrijven/sportscholen/ winkels die voornamelijk gericht zijn op de verkoop van voedingsuplementen

  • Garageboxen/opslagruimtes

  • Horecabedrijven

  • Hotels/pensions

  • Huisvesting arbeidsmigranten

  • Inrichtingen voor het reinigen van drukhouders, insluitsystemen, ketels, vaten, mobiele tanks, tankauto's, tank- of bulkcontainers

  • Kamerverhuurbedrijven (alsmede omgevingsvergunningen voor kamerverhuur- en/ of logiespanden waarbij sprake is van vijf of meer kamers)

  • Kappers/Barbershops/Nagelstudio's/Tattooshops

  • Uitzendbureau's

  • Omzetten/splitsen van woningen/panden voor kamerverhuur of realisatie van (meerdere) woonruimten

  • PGB-bureaus

  • Prostitutie- en seksbedrijven, escortbedrijven, seksbioscopen, erotische massagesalons

  • Recreatieparken en jachthavens

  • Reïntegratiebedrijven en/ of activiteiten

  • Religieuze instellingen

  • Ride outs motorclubs (of vergelijkbare evenementen)

  • Scholen

  • Sekswinkels

  • Shisha-lounges

  • Sloopbedrijven/asbestverwijderingsbedrijven

  • Smartshops/headshops/giftshops

  • Speelautomatenhallen/gamecenters

  • Sporthallen/complexen

  • Transportbedrijven

  • Transformatie kantoorpanden (naar woningen en/of kamers)

  • Vastgoedbedrijven

  • Verhuur en verkoop van transportmiddelen (auto's, (bestel)bussen, deelvoertuigen)

  • Verhuur gemeentelijke vastgoed waarop één of meerdere van in deze bijlage 1 genoemde activiteiten plaatsvinden of zullen gaan plaatsvinden

  • Vechtsportgala's (of vergelijkbare evenementen)

  • Verkoop (voormalige) overheidsgebouwen

  • Verkoop van bedrijfskavels waarop één of meerdere van in deze bijlage 1 genoemde activiteiten plaatsvinden of zullen gaan plaatsvinden

  • Vuurwerkbranche

  • Wellnesscentra/zonnestudio's

  • Goud wisselkantoren

  • Woon-/ zorgkantoren waar bedrijfsmatig zorg wordt verleend

  • Zorgbureaus en zorgaanbieders (inclusief aanbieden van zorgwoningen)

 

Bovenstaande opsomming van risico categorieën is niet-limitatief, maar geeft een indicatie van mogelijke risicocategorieën. Deze opsomming kan aangepast worden, indien ontwikkelingen hiertoe aanleiding geven.

 

Bijlage 2: Risicogebieden

De gemeente kan bepaalde gebieden aanwijzen waarbij het wenselijk is dat in dat gebied een Bibob-onderzoek wordt gestart indien sprake is van een aanvraag om een beschikking, een verleende vergunning of een vastgoedtransactie wordt aangegaan of een overheidsopdracht wordt gegund.

Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn bij nieuw te ontwikkelen bedrijventerreinen, revitalisatie van gebieden, bepaalde gebieden waar is van (vermoedens van) ondermijnende activiteiten, en dergelijke.

 

Aangewezen risicogebieden: