Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Beverwijk

Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Beverwijk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBeverwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Beverwijk
CiteertitelBeleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente 2023 gemeente Beverwijk
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze beleidsregels vervallen op 1 september 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 35 van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-12-2023nieuwe regeling

28-11-2023

gmb-2023-525076

D-108829 / Z-23-185404

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Beverwijk

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beverwijk

 

gelet op:

 

  • -

    titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 35 van de Participatiewet;

overwegende dat:

  • -

    het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden huishoudens in aanmerking kunnen komen voor een eenmalige energietoeslag 2023;

  • -

    het daarom wenselijk is voor dit doel aanvullende beleidsregels vast te stellen op de Beleidsregels bijzondere bijstand van de gemeente Beverwijk 2021.

besluit tot her vaststellen van:

Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Beverwijk.

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Participatiewet;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beverwijk;

  • c.

    inkomen: het inkomen zoals bedoeld in de artikelen 31 tot en met 33 van de wet (exclusief vakantietoeslag);

  • 1.

    voor zelfstandig ondernemers is bij het inkomen uit onderneming artikel 6 van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 van toepasing.

  • d.

    energielasten: kosten van energie voor een huishouden (aanvrager ontvangt de energienota);

  • e.

    energietoeslag: de eenmalige energietoeslag, zoals bedoeld in artikel 35, lid 4 van de wet;

  • f.

    huishouden: alleenstaande, alleenstaande ouder of het gezin, zoals bedoeld in artikel 4, lid 1 onderdeel a, b of c van de wet;

  • g.

    bijstandsnorm: de toepasselijke bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wet.

  • h.

    peildatum ambtshalve toekenning: 1 september 2023 (is de datum die het inlichtingenbureau hanteert te weten de datum twee maanden voor de dag van beoordeling);

  • i.

    peildatum overige aanvragen: eerste dag van de maand van de aanvraag;

  • j.

    referteperiode; de volledige kalendermaand voorafgaand aan de datum aanvraag. Voor huishoudens met een eigen onderneming geldt dat deze hun inkomsten in eerste instantie aannemelijk kunnen maken op basis van de aangifte omzetbelasting van de drie maanden, dan wel het kwartaal, voorafgaand aan de peildatum. Bij wisselende inkomsten wordt voor de bepaling van het inkomen uitgegaan van het gemiddelde inkomen over de referteperiode en de 3 daaraan voorafgaande kalendermaanden.

Artikel 2: Doelgroep eenmalige energietoeslag 2023

  • 1.

    De eenmalige energietoeslag 2023 van € 1.300 is bedoeld voor een huishouden met een laag inkomen en wordt ambtshalve of op aanvraag als bijzondere bijstand verleend.

  • 2.

    Voor de toepassing van deze regeling wordt het vermogen niet in aanmerking genomen.

  • 3.

    Een huishouden (alleenstaande of gezin) heeft een laag inkomen als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 4.

    Indien een huishouden enkel en alleen bestaat uit kostendelers, dan komt het recht op de energietoeslag toe aan de persoon op wiens naam het energiecontract staat.

  • 5.

    Tot een huishouden wordt niet gerekend de persoon die op de peildatum:

    • a.

      in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1 aanhef en onderdeel f van de wet, mits de inrichting voorziet in de energiekosten en deze energiekosten niet in rekening brengt bij de bewoners, of;

    • b.

      dak- en thuislozen vanwege het ontbreken van energielasten; inclusief personen op een briefadres, of;

    • c.

      jonger is dan 21 jaar, of;

    • d.

      Aanspraak maakt op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000;

  • 6.

    De energietoeslag wordt eenmaal per huishouden verstrekt.

Artikel 3. Kostendelers

Kostendelers komen in aanmerking voor de energietoeslag als:

  • a.

    het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm of AOW-norm en;

  • b.

    op woonadres een zelfstandige energieaansluiting is en;

  • c.

    het bijbehorende energiecontract op zijn/haar eigen naam staat of die van haar/zijn partner.

Artikel 4: Ambtshalve toekenning

Huishoudens die voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 2, en:

  • a.

    aan wie in 2022 of 2023 een energietoeslag 2022 door de gemeente Beverwijk is verstrekt en nog voldoen aan de voorwaarden zoals bedoeld in artikel 2; of

  • b.

    die een uitkering van de gemeente ontvangen; of

  • c.

    die algemene bijstand ontvangen van de Sociale Verzekeringsbank op grond van artikel 47a van de wet; of

  • d.

    een uitkering ontvangen op grond van de IOAW en IOAZ (met uitzondering van belanghebbende(n) die een kostendelersnorm ontvangen);

  • e.

    tussen 1 januari 2023 en 1 november minimaregelingen of bijzondere bijstand hebben gekregen;

ontvangen de eenmalige energietoeslag 2023 ambtshalve uiterlijk op 31 maart 2024.

Artikel 5: Aanvraag

  • 1.

    Huishoudens die niet in aanmerking komen voor een ambtshalve toekenning van de energietoeslag 2023 kunnen na de afhandeling van de ambtshalve toekenningen, of uiterlijk vanaf 1 januari 2024, een aanvraag indienen met gebruikmaking van het digitale aanvraagformulier Eenmalige energietoeslag 2023 via de website www.beverwijk.nl.

  • 2.

    Als een inwoner hulp nodig heeft bij het digitaal invullen van het aanvraagformulier, kan het Sociaal team hierbij helpen.

  • 3.

    In afwijking van deze digitale aanvraag is een schriftelijke aanvraag mogelijk indien naar het oordeel van het college bijzondere omstandigheden in het individuele geval hiertoe aanleiding geven.

  • 4.

    Een aanvraag voor de eenmalige energietoeslag kan worden ingediend tot en met 30 juni 2024.

Artikel 6: Hardheidsclausule

  • 1.

    Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 7. Inwerkingtreding en duur beleidsregels

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na datum bekendmaking.

  • 2.

    Deze beleidsregels vervallen op 1 september 2024.

  • 3.

    Voor aanvragen van de Eenmalige energietoeslag 2023 die zijn ingediend vóór 1 september, blijven de beleidsregels gelden tot het besluit op de betreffende aanvraag onherroepelijk is geworden.

Artikel 8. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als:

Beleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente 2023 gemeente Beverwijk.

Aldus vastgesteld op 28 november 2023.

Het college van burgemeester en wethouders,

Toelichting

De beleidsregel eenmalige energietoeslag 2023 staat niet op zich zelf, maar is gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Soms kan dat een hardheid inhouden. Daar voorziet artikel 6 in.

 

In artikel 2 wordt de doelgroep nader omschreven. Met vermogen wordt geen rekening gehouden. Voor het begrip ‘inkomen’ en ‘referteperiode’ is aansluiting gezocht bij het beleid dat daarvoor al in de gemeente geldt in de eigen beleidsregels bijzondere bijstand. Daar voorziet artikel 1 in.

 

Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de persoon op de peildatum recht heeft. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die in aanmerking kwamen voor een energietoeslag 2022 en volgens de toets op inkomen door het Inlichtingbureau ook voor de energietoeslag 2023 in aanmerking komen, die algemene bijstand ontvangen of een uitkering IOAW of IOAZ, of Bbz 2004 ontvangen of tussen 1 januari en 1 november minimaregelingen of bijzondere bijstand hebben gekregen.

 

In artikel 2 lid 4 en artikel 3 van deze beleidsregels wordt invulling gegeven wanneer een kostendeler recht heeft op de energietoeslag. De kostendeler die een energiecontract op naam heeft staan, komt het recht op de toeslag toe, mits er aan de overige voorwaarden worden voldaan. Indien er een medebewoner reeds de toeslag toegekend heeft gekregen, dan bestaat er op grond van artikel 2 lid 6 en artikel 3 geen recht op de toeslag.

 

In artikel 2 lid 5 onder b en c worden categorieën benoemd, die niet tot het huishouden behoren. Dit vereenvoudigt het proces om de generieke regeling te beoordelen. Echter, conform de landelijke richtlijnen van het ministerie kunnen zij gelet op hun individuele situatie wél in aanmerking komen voor de energietoeslag of bijzondere bijstand. Indien onder b en c genoemde doelgroep zelfstandig wonen en geconfronteerd worden met de kosten voor energie, kunnen zij op grond van artikel 5 van de beleidsregels in aanmerking komen voor de energietoeslag of bijzondere bijstand.

 

Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur was. De gemeente kan overwegen om in dergelijke situaties een toets op hardheid van de voorgenomen afwijzing uit te voeren (zie artikel 6) en hier zo nodig ook beleidsuitgangspunten voor te formuleren. De hardheidsclausule artikel 16 van de Participatiewet voorziet hier niet in.

 

Voor zelfstandig ondernemers die al dan niet een uitkering voor levensonderhoud op grond van het Bbz 2004 ontvangen geldt dat het definitieve (jaar)inkomen pas na afloop van het boekjaar kan worden vastgesteld. Of de ondernemer een inkomen heeft onder de voor de energietoeslag geldende inkomensgrens, kan daarom alleen achteraf worden vastgesteld. Aan de ondernemer met een uitkering levensonderhoud kan de energietoeslag ambtshalve worden toegekend. In dat geval kan het inkomen in eerste instantie aannemelijk worden gemaakt op basis van de aangifte omzetbelasting van de drie maanden, dan wel het kwartaal, voorafgaand aan de peildatum. Na afloop van het boekjaar kan worden getoetst of er daadwerkelijk recht bestond op de eenmalige energietoeslag en kan eventueel ten onrechte toegekende toeslag worden teruggevorderd.