Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Almere

Nadere regels hardheidsclausule onderwijshuisvesting gemeente Almere 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlmere
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels hardheidsclausule onderwijshuisvesting gemeente Almere 2023
CiteertitelNadere regels hardheidsclausule onderwijshuisvesting gemeente Almere 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op het primair onderwijs
  2. Wet op de expertisecentra
  3. Wet voortgezet onderwijs 2020
  4. Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Almere 2017
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-12-202301-01-2023nieuwe regeling

07-11-2023

gmb-2023-525048

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels hardheidsclausule onderwijshuisvesting gemeente Almere 2023

Het college van burgemeester en wethouders van Almere,

 

  • Gelezen het verslag van het gevoerde op overeenstemming gerichte overleg met de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen d.d. 14 april 2023;

  • gelet op de Wet op het primair onderwijs (WPO), de Wet op de expertisecentra (WEC) en Wet op het voortgezet onderwijs (WVO);

  • gelet op de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Almere (2017);

  • gelet op het Integraal Huisvestingsplan Integraal (IHP) PO, VO en (V)SO Almere (2021);

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de navolgende Nadere regels hardheidsclausule onderwijshuisvesting gemeente Almere 2023.

1. Inleiding

De gemeenten in Nederland hebben de wettelijke plicht om te zorgen voor schoolgebouwen voor alle leerlingen in de leerplichtige leeftijd. Dit is vastgelegd in bovengenoemde wetgeving en de (lokale) gemeentelijke verordening voorzieningen huisvesting onderwijs. Sinds de decentralisatie van de onderwijshuisvesting van het Rijk naar gemeenten in 1997 moeten de gemeenten beschikken over een verordening waarin de regels en procedures betreffende voorzieningen huisvesting onderwijs zijn vastgelegd. Ook de gemeente Almere kent (vanzelfsprekend) deze lokale verordening. Daarbij is net als de meeste gemeenten voor het opstellen van de verordening gebruik gemaakt van een daartoe door de VNG opgestelde modelverordening. Gemeenten kunnen in overleg met de schoolbesturen echter afwijken van de zogenaamde modelverordening. Lokale overwegingen en situaties kunnen hiertoe aanleiding zijn.

 

De gemeente Almere streeft naar een integrale en beleidsrijke invulling van de gemeentelijke taak op het gebied van de onderwijshuisvesting. Gezamenlijk met de bevoegde gezagsorganen streeft de gemeente naar een toekomstgericht en toekomstbestendig voorzieningenniveau. In 2017 en 2018 zijn hiertoe een gezamenlijk ‘Beleidskader’ en een eerste uitvoeringsagenda opgesteld. In het beleidskader zijn gezamenlijke uitgangspunten opgenomen voor de verdere ontwikkeling van de onderwijshuisvesting in de gemeente Almere. De uitvoeringsagenda is verder uitgewerkt naar een viertal prioriteitswijken en de vernieuwing van twee scholen voor voortgezet onderwijs. Met de opstelling van het IHP PO, VO en (V)SO Almere worden de huisvestingsprojecten voor de komende periode geagendeerd die samen met het onderwijsveld worden uitgewerkt. Deze doorkijk zal frequent worden geagendeerd om te beoordelen of de koers nog goed is. Almere kent immers een forse opgave, waarin ze enerzijds de verdere groei moet blijven accommoderen door nieuwe schoolgebouwen en ze anderzijds de bestaande scholen daar waar noodzakelijk moet vernieuwen door levensduurverlenging of vervangende nieuwbouw.

 

In de bespreking van het IHP is ook aandacht gevraagd voor de vernieuwing van scholen die geen onderdeel zijn van de vier prioriteitswijken. Overeengekomen is dat conform het opgestelde beleidskader in 2017 ook hier sprake moet kunnen zijn van vernieuwing indien sprake is van huisvestingssituaties die gezien de technische en functionele staat niet kunnen wachten tot de periode 2035 en verder. In overleg met het onderwijsveld is overeengekomen dat de scholen die geen onderdeel zijn van de vernieuwing van de prioriteitswijken dan wel onderdeel zijn van een prioriteitswijk, maar de vernieuwing nog te lang op zich laat wachten, een beroep kunnen op de hardheidsclausule uit de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Almere (artikel 30 lid 1). Voor genoemde scholen dient sprake te zijn van een ‘schrijnende’ huisvestingssituatie. Er kunnen redenen zijn voor individuele scholen om een beroep te doen op de hardheidsclausule om eerder in aanmerking te (willen) komen voor vernieuwing dan op basis van de planning van de prioriteitswijken. Op basis van overleg met de betrokken schoolbesturen over de betreffende schrijnende huisvestingssituatie, kan het college besluiten tot een gewijzigde prioritering en/of planvorming om de slechte huisvesting op te heffen.

 

In overleg met het onderwijsveld is de situatie van een beroep op hardheidsclausule door scholen die geen onderdeel zijn van de vernieuwing in de prioriteitswijken dan wel onderdeel zijn van een prioriteitswijk, maar de vernieuwing nog te lang op zich laat wachten, en te maken hebben met een ‘schrijnende’ huisvestingssituatie, inhoudelijk en procedureel verder uitgewerkt in regels. Overeengekomen is om deze regels niet te verwerken in de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Almere, maar de vorm te geven van Nadere regels hardheidsclausule onderwijshuisvesting, waarmee aldus door het college wordt vastgelegd op welke wijze het gebruik maakt van zijn bevoegdheid de hardheidsclausule toe te passen in gevallen van ‘schrijnende’ huisvestingssituaties. Het college mag op grond van artikel 30 lid 2 van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Almere deze Nadere regels vaststellen.

 

Bij een schrijnende huisvestingssituatie gaat het in algemene zin om een technische en functionele zeer slechte huisvesting, die aantoonbaar niet verwijtbaar is vanwege ontoereikend uitgevoerd onderhoud door het schoolbestuur. Een beroep op de hardheidsclausule is niet van toepassing indien scholen als gevolg van groei een ruimtetekort hebben. Bij autonome groei van scholen en een toenemende ruimtevraag is artikel 2 en hoofdstuk 2 van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Almere van toepassing en kan een aanvraag uitbreiding worden ingediend.

2. Begripsomschrijving

In de Nadere regels wordt verstaan onder:

Raad

de raad van Almere;

College

het college van Burgemeester en Wethouders van Almere;

Gemeente

gemeente Almere;

Bevoegd gezag:

bevoegd gezag van een volgens de WPO, WEC en WVO bekostigde openbare of bijzondere school, die geheel of gedeeltelijk gehuisvest is in een gebouw dat zich bevindt op het grondgebied van de gemeente Almere;

School:

  • school voor basisonderwijs: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de WPO;

  • school voor (voortgezet) speciaal onderwijs: een school voor speciaal onderwijs of een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de WEC of een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de WEC;

  • school voor voortgezet onderwijs: school of scholengemeenschap voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor hoger en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, voor voorbereidend beroepsonderwijs en voor praktijkonderwijs als bedoeld in artikel 1, 2 en 5 van de WVO;

Verordening:

de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Almere 2017;

Voorziening:

één van de voorzieningen in de huisvesting als bedoeld in artikel 2 van de Verordening;

Aanvrager:

het bevoegd gezag dat een aanvraag indient;

Aanvraag:

verzoek om beroep op toepassing van artikel 30 lid 1 van de Verordening;

WPO:

Wet op het primair onderwijs;

WEC:

Wet op de expertisecentra;

WVO:

Wet op het voortgezet onderwijs;

OOGO:

Op Overeenstemming Gericht Overleg; bestuurlijk overleg gemeente en bevoegd gezagsorganen onderwijs.

3. Aanvraag toepassing hardheidsclausule

  • 1.

    Het bevoegd gezag kan bij het college een aanvraag indienen waarbij een beroep wordt gedaan op de toepassing van artikel 30 lid 1 van de Verordening voor de betreffende onderwijshuisvesting. Een aanvraag wordt conform de Verordening onderwijshuisvesting van de gemeente ingediend voor 1 februari van een kalenderjaar. Leidend voor het in behandeling nemen is de datum van binnenkomst bij de gemeente.

  • 2.

    Aanvragen na 1 februari van het vigerende kalenderjaar neemt het college niet in behandeling.

4. Inhoud aanvraag

  • 1.

    Een door het bevoegd gezag ingediende aanvraag omvat in ieder geval:

    • de naam en het adres van de aanvrager

    • de dagtekening van de aanvraag met inachtneming van het onder artikel 3.1 bepaalde

    • de naam van de school waarop de aanvraag voor toepassing van de hardheidsclausule onderwijshuisvesting betrekking heeft

    • de voorziening die conform artikel 2 van de Verordening wordt aangevraagd.

  • 2.

    Het bevoegd gezag onderbouwt de aanvraag met de in bijlage 1 van deze Nadere regels genoemde aspecten en documenten op basis waarvan beoordeling plaatsvindt of sprake is van een schrijnende huisvestingssituatie voor de betreffende school. Het is derhalve aan het bevoegd gezag om te beoordelen of het van mening is dat er in voldoende mate wordt voldaan aan deze aspecten voor de indiening van een aanvraag voor toepassing van de hardheidsclausule.

  • 3.

    Het college stelt voor 15 februari de aanvrager op de hoogte als gegevens met betrekking tot de in bijlage 1 genoemde aspecten en de in deze bijlage genoemde documenten ontbreken. De aanvrager heeft tot 15 maart de gelegenheid de ontbrekende gegevens aan te reiken.

  • 4.

    Indien alle benodigde gegevens en documenten door het bevoegd gezag zijn aangeleverd, deelt het college het bevoegd gezag schriftelijk mee dat de aanvraag in behandeling wordt genomen.

  • 5.

    Indien voor 15 maart de aanvullende gegevens en documenten ontbreken, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

5. Beoordeling van- en overleg over de aanvraag

  • 1.

    De gemeente beoordeelt de aanvraag met behulp van de beoordelingsmatrix zoals weergegeven in bijlage 2 van deze Nadere regels. Naast de beoordeling via deze matrix wordt de aanvraag beoordeeld op volledigheid en juistheid met gemeentelijke informatie over het betreffende schoolgebouw. Indien nodig vindt er aanvullend onderzoek plaats in en na overleg met de aanvrager. De kosten hiervan zijn voor rekening van de aanvrager.

  • 2.

    Het ambtelijk advies met betrekking tot de aanvraag en de onderliggende stukken worden door de gemeente besproken in een technisch overleg met de huisvestingsadviseurs/-medewerkers van de bevoegde gezagsorganen van het Almeerse onderwijsveld voor PO, VO en (V)SO. Toekenning van aanvragen kan immers leiden tot een andere prioritering van de vernieuwingsprojecten tot 2035 met eventuele gevolgen voor huisvestingsprojecten van overige schoolbesturen.

  • 3.

    Afhankelijk van het eventueel benodigd aanvullend onderzoek vindt het technisch overleg uiterlijk 1 juli van het betreffende kalenderjaar plaats.

  • 4.

    De bevoegde gezagsorganen die niet deelnemen aan het overleg genoemd in lid 2 kunnen hun zienswijzen schriftelijk kenbaar maken aan het college. Van het onder lid 2 genoemde overleg en de eventueel schriftelijk ingediende zienswijzen wordt een verslag gemaakt zodat de zienswijzen van het onderwijsveld op de aanvraag zijn vastgelegd.

  • 5.

    Het ambtelijk advies, het verslag van het overleg met de bevoegd gezagsorganen onderwijs in de gemeente Almere, de aanvraag en de onderliggende onderbouwing worden geagendeerd in het OOGO.

6. Besluitvorming

  • 1.

    De aanvraag met verzoek om toepassing van artikel 30 lid 1 van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Almere en onderliggende onderbouwing en het verslag van het OOGO worden conform de procedure onderwijshuisvesting van de gemeente ter besluitvorming voorgelegd aan het college. Het college besluit uiterlijk 31 december van het jaar waarin de aanvraag met verzoek om toepassing van artikel 30 lid 1 van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs is ingediend over de aanvraag.

  • 2.

    Na besluitvorming van het college over het verzoek om toepassing van artikel 30 lid 1 van de Verordening wordt de aanvrager binnen twee weken geïnformeerd over de uitkomsten. Gelijktijdig stelt het college de overige bevoegd gezagsorganen in kennis van het genomen besluit.

7. Citeertitel

Deze Nadere regels worden aangehaald als Nadere regels hardheidsclausule onderwijshuisvesting gemeente Almere 2023.

8. Inwerkingtreding

Deze Nadere regels treden in werking op de dag van bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2023.

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 7 november 2023,

de secretaris,

A. van Mazijk

de burgemeester,

W.H.J.M. van der Loo

Bijlage 1. Aspecten onderbouwing aanvraag hardheidsclausule

 

  • a.

    Leeftijd gebouw

    Het gebouw is in beginsel 35 jaar of ouder (uitgangspunt is het bouwjaar van de betreffende school). Er kunnen echter situaties voordoen dat het gebouw jonger is en er sprake is van een zeer slechte technische kwaliteit gebaseerd op een technische schouw conform NEN 2767 (zie onderdeel d). Het verzoek om beroep op toepassing van artikel 30 lid 1 van de Verordening dient dan vanuit die invalshoek onderbouwd te worden. De technische kwaliteit weegt zwaarder dan de leeftijd van het gebouw.

  • b.

    Renovatie & boekwaarde

    Er heeft in de laatste 20 jaar geen renovatie/levensduurverlenging plaatsgevonden. Een renovatie in de laatste 20 jaar is een uitsluitingsgrond voor een aanvraag voor toepassing artikel 30 lid 1 van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Almere. Wanneer er in de laatste 20 jaar een renovatie/levensduurverlenging heeft plaatsgevonden, zal er veelal geen sprake zijn van een schrijnende huisvestingssituatie. Onder renovatie/levensduurverlenging wordt hier verstaan het realiseren van technische en functionele verbeteringen/maatregelen waardoor de levensduur van het gebouw met circa 20 jaar wordt verlengd (e.e.a. conform de voorstellen van de VNG, PO- en VO-raad). Indien in de laatste 20 jaar een renovatie/levensduurverlenging heeft plaatsgevonden, is veelal ook sprake van een hoge boekwaarde. Een lage boekwaarde is veelal een indicatie dat er sinds stichting c.q. realisatie van het gebouw geen sprake is geweest van grootschalige investeringen.

  • c.

    MJOP

    Er is sprake van een in opdracht van het bevoegd gezag door een extern bureau opgesteld MJOP voor het betreffende gebouw en er heeft in de exploitatieperiode regulier/planmatig onderhoud plaatsgevonden conform het MJOP voor het gebouw. Het niet hebben van een MJOP is een uitsluitingsgrond voor een aanvraag voor toepassing van artikel 30 lid 1 van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Almere. Zo mogelijk wordt door de aanvrager een overzicht gegeven van het in de laatste 10 jaar uitgevoerde onderhoud, onderbouwd door facturen.

  • d.

    Technische staat

    Er is een in opdracht van de aanvrager recent opgestelde onafhankelijke technische schouw c.q. conditiemeting (NEN 2767) van de technische staat van de bouw- en installatiedelen van het schoolgebouw. Ondanks planmatig/regulier onderhoud laten de conditiescores op diverse onderdelen van het gebouw (isolatie, energie, bouwkundig etc.) een score hoger dan 3 zien (scores 4 en/of 5). Op basis van de technische schouw dient ook eventueel achterstallig onderhoud in beeld te worden gebracht (ten behoeve van onderdeel c.) en vindt een nadere analyse plaats in hoeverre op basis van de meting daadwerkelijk sprake is van een schrijnende huisvesting dan wel dat de gesignaleerde tekortkomingen (scores 4 en 5 op onderdelen) hersteld kunnen worden naar een acceptabel niveau 3 of 2. Indien dit van toepassing is op een groot aantal onderdelen, kan geconcludeerd worden dat op het moment van meting weliswaar sprake is van een slechte technische staat, maar dat deze door een aantal maatregelen structureel verbeterd kan worden.

  • e.

    Functionele staat

    Er is een in opdracht van de aanvrager recent opgestelde onafhankelijke technische schouw c.q. conditiemeting (NEN 2767) van de technische staat van de bouw- en installatiedelen van het schoolgebouw. Ondanks planmatig/regulier onderhoud laten de conditiescores op diverse onderdelen van het gebouw (isolatie, energie, bouwkundig etc.) een score hoger dan 3 zien (scores 4 en/of 5). Op basis van de technische schouw dient ook eventueel achterstallig onderhoud in beeld te worden gebracht (ten behoeve van onderdeel c.) en vindt een nadere analyse plaats in hoeverre op basis van de meting daadwerkelijk sprake is van een schrijnende huisvesting dan wel dat de gesignaleerde tekortkomingen (scores 4 en 5 op onderdelen) hersteld kunnen worden naar een acceptabel niveau 3 of 2. Indien dit van toepassing is op een groot aantal onderdelen, kan geconcludeerd worden dat op het moment van meting weliswaar sprake is van een slechte technische staat, maar dat deze door een aantal maatregelen structureel verbeterd kan worden.

  • f.

    Exploitatie energie en onderhoud

    Er is sprake van een negatieve exploitatie wat betreft de energie- en onderhoudslasten van het schoolgebouw in de laatste 5 jaar; de energie- en onderhoudslasten wijken sterk af van de MI-vergoeding die het bevoegd gezag voor het betreffende gebouw ontvangt voor de materiële instandhouding.

    Indien mogelijk en/of beschikbaar is er een energielabel voor het gebouw lager dan energielabel C.

    Voor wat betreft de component onderhoud wordt ook de onderhoudssituatie voor de komende 10 jaar in beeld gebracht. Hierbij worden de kosten van het planmatig onderhoud op basis van een actueel MJOP afgezet tegen de Rijksinkomsten voor onderwijs in de MI-vergoeding (groepsafhankelijke MI-vergoeding).

    Wat betreft de beoordeling van de component onderhoudssituatie zal ook een relatie worden gelegd met de capaciteit van een school. Immers hoge onderhoudskosten kunnen ook ontstaan doordat sprake is van overcapaciteit die a. in stand moet worden gehouden maar b. waarvoor de betreffende school i.c. schoolbestuur geen vergoeding van de Rijksoverheid voor krijgt. De school c.q. het schoolbestuur moet dan in beginsel meer ruimte onderhouden dan ze op basis van de leerlingenaantallen normatief nodig heeft en waarvoor zij middelen ontvangt van de Rijksoverheid. Deze situatie kan een vertekend beeld geven van de onderhoudssituatie van de betreffende school. In de beoordeling van een schrijnende situatie van de onderhoudssituatie zal dan ook onderzocht worden in hoeverre dit komt doordat de betreffende school in een te groot gebouw is gehuisvest dan wel dat sprake is van een daadwerkelijk schrijnende onderhoudssituatie. Indien de negatieve onderhoudssituatie het gevolg is van een overcapaciteit zal in overleg met de school c.q. het schoolbestuur overlegd worden over het realiseren van een meer bij het aantal leerlingen passende huisvesting.

    N.B. Met de invoering in 2023 van de vereenvoudiging van de bekostiging in het primair en (voortgezet) speciaal onderwijs verdwijnt het onderscheid in personele en materiële bekostiging. Het Programma van Eisen bekostiging basisonderwijs 2022 blijft echter van toepassing om te kunnen bepalen in hoeverre de energie- en onderhoudslasten afwijken van de Rijksbekostiging. Indien aan de orde worden de bekostigingsnormen geïndexeerd.

  • g.

    Tijdelijke huisvesting

    Er is sprake van tijdelijke huisvesting die reeds langer dan 15 jaar dan wel langer dan de voor het gebouw geldende gebruiks-, vergunnings- en/of afschrijvingstermijnen in gebruik is (de levensduur van tijdelijke huisvesting is bepalend en niet het (toevallige) gebruik door een school van het gebouw. Het kan immers zijn dat tijdelijke huisvesting opeenvolgend is gebruikt door verschillende scholen).

  • h.

    Overige aspecten/omstandigheden

    Er is eventueel sprake van overige gebouw- en/of locatiespecifieke aspecten. Zo kan sprake zijn van een “kritische” omgeving om het schoolgebouw wat betreft de infrastructuur voor brengen en halen, kort en lang parkeren, snel en langzaam verkeer. De schoolomgeving is sinds de start van de school aanzienlijk gewijzigd waardoor er sprake is van een onveilige en onoverzichtelijke verkeerssituatie en een toename van de verkeersbewegingen.

Bijlage 2: Beoordelingsformulier/-matrix

 

Het beoordelingsformulier/-matrix ‘scoort’ door middel van de kleuren rood, oranje en groen de diverse aspecten ten behoeve van de beoordeling of sprake is van een schrijnende huisvesting. De score – het aantal rode, oranje of groene scores - is echter niet op zich bepalend voor de vaststelling van een schrijnende huisvestingssituatie, maar vormt de basis voor het overleg met de aanvrager en de bespreking van de aanvraag in het in artikel 5 lid 2 genoemde overleg.