Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemert-Bakel

Bindend advies, delegatie en participatie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGemert-Bakel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBindend advies, delegatie en participatie
CiteertitelBindend advies, delegatie en participatie
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156 van de Gemeentewet
  2. afdeling 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

26-10-2023

gmb-2023-524564

39358-2023

Tekst van de regeling

Intitulé

Bindend advies, delegatie en participatie

De raad van de gemeente Gemert-Bakel,

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 juli 2023,

 

gelet op de artikel 156 Gemeentewet,

 

de artikelen 16.15 a onder b, 16.55, 2.8 en 4.14 Omgevingswet,

 

afdeling 15.1 van de Omgevingswet en afdeling 10.1.2 Algemene wet bestuursrecht,

 

met in achtneming van het aangenomen amendement tijdens de raadsvergadering van 26 oktober 2023.

 

Besluit

 

  • 1.

    In te stemmen met lijst A waarin gevallen zijn opgenomen waarin het college verplicht is om bindend advies te vragen aan de raad.

  • 2.

    In te stemmen met lijst B waarin gevallen zijn opgenomen waarvoor de raad heeft besloten de bevoegdheden te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Te besluiten om:

    • I.

      Initiatiefnemers bij een vergunningaanvraag voor een binnenplanse omgevingsactiviteit te stimuleren dat afstemming plaatsvindt met de omgeving.

    • II.

      Participatie verplicht te stellen en deze verplichtstelling op te nemen in het op te stellen omgevingsplan voor zover sprake is van een ontwikkeling die is opgenomen in bijlage 1 Lijst A, waarin zijn opgenomen de gevallen waarin het bindend adviesrecht van toepassing is.

    • III.

      Initiatiefnemers bij ontwikkelingen die niet in bijlage 1 Lijst A zijn opgenomen ook te verplichten om afstemming plaats te laten vinden met de omgeving, specifiek m.b.t. de volgende onderwerpen:

      • a.

        Vormverandering van een bouwblok bij de bestemming “Agrarisch bedrijf”;

      • b.

        Vergroting van een bouwblok bij de bestemming “Agrarisch bedrijf”;

      • c.

        Ruimtelijke procedure waarbij een toename van het aantal dieren is beoogd of mogelijk wordt gemaakt in de toekomst;

      • d.

        Wijziging van een bouwblok binnen de bestemming van een agrarisch bedrijf met het oog op nieuwvestiging of uitbreiding van het agrarisch bedrijf voor het houden van meer dieren dan wel andere diersoorten.

  • 4.

    Eén jaar na inwerkingtreding van de Omgevingswet de onder 1, 2 en 3 genomen besluiten te evalueren, met als doel te leren waar loslaten kan en waar vasthouden nodig blijft.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering 26 oktober 2023.

de raad van de gemeente Gemert-Bakel,

de griffier,

MCP Laurenssen

de voorzitter,

ing. M.S. van Veen

Bijlage 1: Lijst A waarin zijn opgenomen de gevallen waarin het bindend adviesrecht van toepassing is

 

A. Activiteiten binnen het stedelijke gebied:

  • 1.

    Activiteiten voor woonfuncties die zijn gesitueerd op het bedrijventerrein;

  • 2.

    Het bouwen vanaf 12 woningen, met daaraan inherente voorzieningen, binnen het “Stedelijk gebied” en “Zoekgebied verstedelijking” van de Omgevingsverordening Noord-Brabant;

  • 3.

    Het splitsen van een bestaand hoofdgebouw in minimaal zes appartementen met daaraan inherente voorzieningen;

  • 4.

    Activiteiten voor recreatieve doeleinden en maatschappelijke doeleinden die zijn gesitueerd op een bedrijventerrein;

  • 5.

    Activiteiten voor kleinschalige werkfuncties (detailhandel, kantoor, maatschappelijke voorzieningen, horeca, dienstverlening) met een milieucategorie hoger dan 2, die zijn gesitueerd op een bedrijventerrein;

  • 6.

    Activiteiten voor bedrijfsfuncties op een bedrijventerrein indien er een overschrijding van de toegestane milieucategorie plaatsvindt;

  • 7.

    Andere activiteiten dan bedrijfsfuncties op een bedrijventerrein, niet passend binnen de Omgevingsverordening Noord-Brabant en het gemeentelijke beleid, ten behoeve van het voorkomen van leegstand;

  • 8.

    Activiteiten voor evenementen met een minimale tijdsduur langer dan 2 weken;

  • 9.

    Bouwwerken geen gebouw zijnde die niet passen binnen de doeleinden van de bestemming;

  • 10.

    Een wijziging van het gebruik van gebouwen en/of onbebouwde gronden, ten behoeve van bouwen, voor zover gelegen binnen het stedelijke gebied.

B. Activiteiten buiten het stedelijke gebied:

  • 1.

    Andere activiteiten dan nieuwvestiging, uitbreiding en wijziging van grondgebonden landbouwbedrijven, extensieve recreatie of behoud en ontwikkeling van natuur;

  • 2.

    Activiteiten voor evenementen langer dan 2 weken;

  • 3.

    Het wijzigen van het gebruik van vrijkomende agrarische bebouwing in een woon- en/of recreatieve functie dan wel andere gepaste functie dat niet past binnen het VAB beleid;

  • 4.

    Activiteiten voor het wijzigen van agrarisch gebruik toestaan anders dan extensief recreatief gebruik met uitzondering van de ontwikkeling van natuur en bos;

  • 5.

    Een wijziging van het gebruik van onbebouwde gronden, ten behoeve van bouwen, niet passend bij de hoofdfunctie van het terrein of gebied;

  • 6.

    Ingrepen in de openbare ruimte, met uitzondering van:

    • -

      De aanleg van een fietspad, trottoir of parkeerplaatsen;

    • -

      De verbreding of verlegging van een openbare weg;

    • -

      De aanleg van groen, natuur of water;

    • -

      De aanleg van openbare nutsvoorzieningen;

    • -

      Een niet ingrijpende herinrichting in het openbaar gebied.

C. Overige onderwerpen:

indien sprake is van maatschappelijke onrust of anderszins politiek gevoelige initiatieven.

 

D. De leden A en B zijn niet van toepassing voor:

  • 1.

    Een activiteit die in overeenstemming is met een door de gemeenteraad vastgestelde omgevingsvisie, ontwikkelvisie, gebiedsvisie, een door de gemeenteraad vastgestelde stedenbouwkundig programma van eisen, een door de gemeenteraad vastgesteld woningbouwprogramma, een anterieure overeenkomst die voor wensen en bedenkingen aan de gemeenteraad is voorgelegd, of een door de gemeenteraad ter inzage gelegd ontwerpbestemmingsplan of ontwerp-omgevingsplan;

  • 2.

    Een activiteit genoemd in ‘Bijlage II, artikel 4 Besluit omgevingsrecht’ (Bor) zoals dat luidde op de dag voor de dag van inwerkingtreding van de Omgevingswet (‘zgn. Kruimelgevallen’), of;

  • 3.

    Indien het college van burgemeester en wethouders voornemens is de aanvraag om omgevingsvergunning te weigeren.

 

Bijlage 2: Lijst B gevallen waarvoor de raad besluit de bevoegdheden te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders conform artikel 2.8 Omgevingswet

 

De raad delegeert zijn bevoegdheid aan het college van burgemeester en wethouders in de volgende gevallen:

  • 1.

    Verwerken van wijzigingen die noodzakelijk zijn vanwege gewijzigde hogere wet- of regelgeving;

  • 2.

    Wijzigen van de toelichting van het omgevingsplan;

  • 3.

    Wijzigen van begripsbepalingen;

  • 4.

    Opnemen of wijzigen van maatwerkvoorschriften en procedureregels;

  • 5.

    Verwerken van wijzigingen van technische aard, zoals het corrigeren van omissies, verschrijvingen en onjuiste verwijzingen;

  • 6.

    Verwerken van verleende omgevingsvergunningen die onherroepelijk in werking zijn getreden, in het omgevingsplan;

  • 7.

    Nemen van een voorbereidingsbesluit;

  • 8.

    Wijziging van delen van het omgevingsplan die krachtens het overgangsrecht als omgevingsplan gelden en betrekking hebben op delen van bestemmingsplannen of beheersverordeningen die een wijzigingsbevoegdheid en/of een uitwerkingsplicht (art. 3.6 Wet ruimtelijke ordening) bevatten, met inachtneming van de hieraan gestelde voorwaarden;

  • 9.

    Het actualiseren en aanpassen op waarden die uit onderzoek zijn gebleken;

  • 10.

    Het aanpassen van het omgevingsplan op basis van een vastgestelde aanwijzing of aanpassing van erfgoed volgens de Erfgoedverordening Gemert-Bakel.