Organisatie | Rijssen-Holten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Horecanota |
Citeertitel | Horecanota |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-12-2023 | nieuwe regeling | 14-11-2023 |
De regels die van toepassing zijn op een horeca ondernemer zijn vastgelegd in diverse stukken, namelijk de Algemene Plaatselijke Verordening, Bestemmingsplannen, het horecasanctiebeleid met bijbehorende tabel, het Horecaconvenant, de beleidsregel tijdelijke ontheffing artikel 35 van de Drank- en Horecawet en de Drank- en horecaverordening. Dit zorgt voor onduidelijkheid bij ondernemers. Daarnaast is een deel van de regelgeving verouderd, nemen we afscheid van het horecaconvenant en moet de pilot terrastijden en de eindtijden uit het horecaconvenant worden geformaliseerd. Ook willen wij met deze horecanota aansluiten bij de in 2021 vastgestelde ruimtelijke horecavisie.
Door geïntegreerde uitvoeringsregels wordt voorkomen dat ad-hoc beleid ten aanzien van horeca inrichtingen wordt gevoerd, wordt willekeur voorkomen en bieden we duidelijkheid voor zowel de horeca ondernemers als toezichthouders over het te voeren (handhavings)beleid.
Elke horeca ondernemer is individueel benaderd om met de gemeente in gesprek te gaan over het vormgeven van de nieuwe horecanota. Onderwerpen zoals sluitingstijden, terrassen en andere wensen en ideeën zijn hierbij aan de orde gekomen.
Deze horecanota moet bijdragen aan het behouden en versterken van de aanwezige horeca en dient als toetsingskader voor vergunningverlening en handhaving. Het uitgangspunt hierbij is dat er meer maatwerk wordt toegepast en duidelijkheid wordt gegeven. Afhankelijk van nieuwe ontwikkelingen en wensen van het bestuur, horeca of inwoners wordt de nota geëvalueerd en zo nodig elke bestuursperiode bijgesteld.
Met het uitgangspunt ‘meer maatwerk’ zijn wij na alle gesprekken tot de conclusie gekomen dat maatwerk betekent dat een gebiedsgerichte aanpak wenselijk is. De ene locatie laat meer toe dan een andere. Terrassen op pleinen kunnen bijvoorbeeld groter zijn, dan terrassen in winkelstraten. In de centrumgebieden zijn de belangen anders dan in woongebied of het buitengebied. Het is van belang dat ondernemers zich hiervan bewust zijn. Het kan namelijk voorkomen dat de ene ondernemer wel een terrasscherm mag of langer open mag zijn, dan een ander. Dit is locatie- en omstandigheden gebonden.
Samen werken aan veiligheid en een gezonde fysieke leefomgeving
Wij willen als gemeente samenwerken met ondernemers aan een balans tussen veiligheid, levendigheid en een goed vestigings- en leefklimaat waarbij kwaliteit boven kwantiteit gaat. Ondernemers en inwoners moeten kunnen rekenen op een duidelijk kader en heldere regels.
Wij werken op basis van vertrouwen met onze ondernemers. We passen meer maatwerk toe en bieden ruimte waar het kan. Hier staat wel een duidelijk handhavingskader tegenover.
Hoofdstuk 2 Sluitingstijden horeca en terrassen
Voor de horeca gelden de sluitingstijden zoals genoemd in de Algemene Plaatselijke Verordening. Gedurende de week is de sluitingstijd 01:00 uur en in het weekend is dit 02:00 uur. Naast de reguliere sluitingstijden is het mogelijk, voor horecagelegenheden die in de centra van Rijssen en Holten liggen, een ontheffing aan te vragen bij de burgemeester. Zij kunnen dan één uur langer open blijven. Dit is een formalisering van één van de afspraken uit het horecaconvenant nu is gebleken dat het extra uur niet voor aantoonbaar meer overlast heeft gezorgd de afgelopen jaren.
Om willekeur te voorkomen en duidelijk beleid te voeren zijn nadere regels ontheffing sluitingstijden openbare inrichtingen opgesteld. Een ontheffing wordt op aanvraag verleend, mits wordt voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in de nadere regels. De ontheffing wordt verwerkt in de exploitatievergunning. De ontheffing is alleen geldig binnen de inrichting, dus niet op het terras.
Ook voor de sluitingstijden van de terrassen geldt de sluitingstijd zoals genoemd in de Algemene Plaatselijke Verordening, namelijk 24.00 uur. Voor de horeca gelegen in het centrum van Rijssen en Holten geldt in de periode van april tot en met september op de vrijdag en zaterdag een uitzondering. Zij mogen dan geopend zijn tot 01:00 uur. De regels wanneer het is toegestaan voor een horecagelegenheid om zijn terras langer open te houden staan in het besluit afwijkende sluitingstijden terrassen.
Bij de keuze voor het gebied is aansluiting gezocht bij de horecavisie1. Hierin is vastgelegd op welke locatie dag, avond- en nachthoreca gewenst is. Om die reden vallen alleen de centrumhoreca onder de reikwijdte van het besluit. Horecagelegenheden die buiten het centrumgebied liggen moeten hun terrassen sluiten om 00:00 uur. Dit heeft te maken met de locatie van deze inrichtingen in woonwijken of natuurgebieden.
Er zijn horecaondernemers die een horecaconvenant hadden, maar volgens de regels in deze nota niet vallen binnen het centrumgebied en daarom geen ontheffing krijgen voor de terrastijden en sluitingstijden. Voor deze ondernemers geldt de uitsterfconstructie. Zij krijgen een ontheffing gedurende de periode dat zij feitelijk de horecagelegenheid exploiteren.
Zodra de exploitatie wordt overgenomen, behoudens overname door een familielid in de eerste graad, vervalt de ontheffing. Zij kunnen dan alleen nog in aanmerking komen als zij voldoen aan de op dat moment geldende regels.
Het meldingssysteem voor terrassen zoals voorheen vastgelegd in de APV wordt vervangen door een vergunningsplicht. Een vergunning wordt afgegeven als wordt voldaan aan de regels zoals vermeld in het Reglement terrassen gemeente Rijssen-Holten. In het regelement staan onder andere regels over de locatie, inrichting, gebruik en openingstijden van terrassen. Er is gekozen voor een vergunningsplicht omdat de gemeente een bepaalde kwaliteit wil voor terrassen (ruimtelijke uitstraling) die via een meldingsplicht niet mogelijk is.
Hoofdstuk 4 Tijdelijk alcohol schenken
De burgemeester kan voor het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank een ontheffing verlenen voor een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard. Hiermee wordt in de regel evenementen bedoeld. Bij detailhandel bestaat deze behoefte ook. Bij een opening, jubilea of een ladiesnight bieden de ondernemers hun klanten graag een drankje aan. Omdat de wet geen definitie geeft van het begrip ‘een bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard’ zijn de beleidsregels ontheffing artikel 35 van de Alcoholwet opgesteld. In deze beleidsregel staat onder andere welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor een ontheffing en hoeveel ontheffingen aangevraagd kunnen worden.
Onderdeel van deze nota is de aanpak van overtredingen bij alcoholverstrekkers. Een uniforme aanpak draagt bij aan het rechtvaardigheidsbeginsel, verschaft duidelijkheid aan de handhavingspartners en ondernemers en zorgt voor een betere handhaving en het terugdringen van oneerlijke concurrentie. De handhavingsregels zijn een uitwerking van de ‘Landelijke handhavingsstrategie’, welke ook van toepassing is verklaard op APV & Bijzondere wetten. Deze sanctieregels met daarbij behorende sanctietabel beperken zich tot horeca- en alcoholgerelateerde zaken.
De beginselplicht tot bestuurlijk handhaven is gelegen in artikel 125 van de Gemeentewet en in hoofdstuk vijf van de Algemene wet bestuursrecht, in het bijzonder in de artikel 5:21 en 5:32 (last onder dwangsom en last onder bestuursdwang). Verder zijn in artikel 172 t/m 178 van de Gemeentewet diverse bevoegdheden toegekend aan de burgemeester in het kader van handhaving van de openbare orde. In enkele bijzondere gevallen is de handhavingsbevoegdheid geregeld in een bijzondere wet zoals bijvoorbeeld in artikel 44a van de Alcoholwet. Dit artikel geeft de burgemeester de mogelijkheid om in bepaalde gevallen een bestuurlijke boete op te leggen. De hoogte van de boetebedragen zijn vastgelegd in het Alcoholbesluit.
De genoemde sancties zijn een hulpmiddel bij het bepalen van de aanpak, sanctiehoogte en de begunstigingtermijnen. Uiteraard blijft het mogelijk om in bijzondere, individuele gevallen, af te wijken van de zwaarte van de sanctie, hoogte van de dwangsom en de duur van de termijnen. Als er wordt afgeweken moet dit in het besluit gemotiveerd worden.
Uitgangspunten handhavend optreden
* Hiermee wordt bedoeld dat wordt gekozen voor de minst ingrijpende sanctie en de sanctie die het best passend is met het oog op het te bereiken doel.
De handhaver bepaalt in welk segment van bovenstaande tabel hij/zij de bevinding positioneert. Hierbij kijkt hij/zij naar de gevolgen van de overtreding versus het gedrag van de overtreder. Tot slot bepaalt de handhaver of er sprake is van verzachtende of verzwarende omstandigheden.
Een eenmaal opgestart handhavingstraject zal ook worden afgerond. Het handhavend optreden moet immers effectief en geloofwaardig zijn. Bovendien is de samenleving gebaat bij een rechtvaardige en doortastende uitvoering van het handhavingsbeleid. Het handhavend optreden moet uiteraard wel stroken met de prioriteitenstelling van de toezichthouders.
De opgelegde bestuurs- en strafrechtelijke maatregelen dienen daadwerkelijk ten uitvoer te worden gelegd. Dit betekent het daadwerkelijk invorderen van de verbeurde dwangsommen en het effectueren van de bestuursdwang. Indien er proces-verbaal is opgemaakt, dient dit bij voorkeur te leiden tot een strafrechtelijke vervolging.
Het bevoegd gezag kan diverse sancties inzetten ter voorkoming of voortduren van overtredingen. Deze zijn:
De opgelegde sancties moeten daadwerkelijk ten uitvoering worden gelegd. Dit betekent het daadwerkelijk invorderen van de verbeurde dwangsommen en het effectueren van de bestuursdwang.
De zwaarte van de sanctie moet proportioneel zijn (in redelijke verhouding staan) tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsomoplegging.
Voor het bepalen van de dwangsom kunnen bijvoorbeeld de kosten voor het ongedaan maken van de overtreding(en) als uitgangspunt worden genomen. De hoogte van de dwangsom mag in het kader van de beoogde werking worden verhoogd. Dit is volgens jurisprudentie toegestaan. De dwangsom mag immers niet worden gezien als een afkoopsom.
Ook bij het inzetten van een last onder bestuursdwang moet de zwaarte van de dwangmaatregel in proportie te staan tot de aard, de gevaarzetting en de urgentie van de overtreding. Als de maatregel is gericht op een tijdelijke sluiting van een bedrijf, dan moet zowel de sluiting zelf, als de duur van de sluiting in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van de overtreding.
Het opleggen van sancties is geen doel op zich. Sancties zijn bedoeld als pressiemiddel om de overtredingen ongedaan te maken en hebben daarnaast een preventieve werking. Blijft een ondernemer of burger echter volharden in zijn overtreding, dan wordt de sanctie ook daadwerkelijk toegepast of uitgevoerd.
In de tabel, die als bijlage bij deze nota is gevoegd, zijn overtredingen op grond van de Alcoholwet, APV, Wet milieubeheer (geluid) en Wet op de kansspelen uitgewerkt. Bij het bepalen van de hoogte moet rekening worden gehouden met recidive (artikel 7.3 Alcoholbesluit).
Degene die de overtreding pleegt of medepleegt (artikel 5:1 Awb).
Wanneer iemand een overtreding begaat en daarvoor een sanctiebeschikking krijgt, wordt dezelfde overtreding van de dezelfde overtreder binnen 1 jaar na de 1e sanctiebeschikking beschouwd als recidive.
Voor zover de periode van 2 jaar verstrijkt zonder overtreding, vervalt deze termijn en wordt bij een nadien gepleegde overtreding in beginsel weer gestart met de eerste stap in de sanctiestrategie in de oorspronkelijke sanctiecategorie.