Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Uitgeest

Algemeen mandaat-, en machtigingsbesluit basistakenpakket gemeente Uitgeest- Omgevingsdienst IJmond 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUitgeest
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemeen mandaat-, en machtigingsbesluit basistakenpakket gemeente Uitgeest- Omgevingsdienst IJmond 2024
CiteertitelAlgemeen mandaat- en machtigingsbesluit gemeente Uitgeest – Omgevingsdienst IJmond 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Mandaat- en machtigingsbesluit handhaving gemeente Uitgeest, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 20 augustus 2013.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst IJmond
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

28-11-2023

gmb-2023-524341

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemeen mandaat-, en machtigingsbesluit basistakenpakket gemeente Uitgeest- Omgevingsdienst IJmond 2024

Burgemeester en wethouders van de gemeente Uitgeest

 

Gelet op

artikel 16 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst IJmond,

afdeling 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht,

 

Overwegende dat

  • -

    de Omgevingsdienst IJmond voor de gemeente onder meer het basistakenpakket uitvoert;

  • -

    het huidige mandaatbesluit in verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet geactualiseerd moet worden;

  • -

    daarnaast ook andere regelgeving, zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming en Wet open overheid, actualisatie nodig maken;

  • -

    gekozen wordt voor een algemeen geformuleerd mandaatbesluit, inhoudende dat – tenzij in dit mandaatbesluit uitzonderingen zijn beschreven – aan de omgevingsdienst alle mandaten worden verleend die nodig zijn voor het kunnen uitvoeren van het basistakenpakket.

Gezien de op voorhand gegeven schriftelijke instemming, bedoeld in artikel 10:4 eerste lid, Algemene wet bestuursrecht, van de directeur van de Omgevingsdienst IJmond;

 

BESLUITEN

 

Vast te stellen het:

 

Algemeen mandaat-, en machtigingsbesluit basistakenpakket gemeente Uitgeest- Omgevingsdienst IJmond 2024

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uitgeest;

    • b.

      directeur: directeur van de Omgevingsdienst IJmond;

    • c.

      mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen;

    • d.

      machtiging: de bevoegdheid om namens burgemeester en wethouders feitelijke handelingen te verrichten;

    • e.

      omgevingsdienst: Omgevingsdienst IJmond.

  • 2.

    Voor de toepassing van dit mandaatbesluit en de daarop rustende bepalingen wordt met mandaat en ondermandaat gelijk gesteld (onder)machtiging, tenzij de bepalingen van dit besluit anders aangeven.

  • 3.

    Het mandaat ziet tevens op de ondertekening, bekendmaking en elektronische publicatie van namens het college genomen besluiten.

Artikel 2 Mandaatverlening basistakenpakket

  • 1.

    Het college verleent aan de directeur mandaat tot het namens het college nemen van alle besluiten die voorvloeien uit het basistakenpakket zoals genoemd in artikel 13.12 en bijlage VI van het Omgevingsbesluit voorzover deze bevoegdheden niet overgedragen zijn aan de omgevingsdienst. Naast het nemen van besluiten in positieve of negatieve zin wordt hieronder ook mede verstaan:

    • a.

      het voeren van correspondentie van uitvoerende en/of informatieve aard;

    • b.

      het opschorten, verdagen en/of uitstellen;

    • c.

      het voeren van overige correspondentie die te maken heeft met het basistakenpakket;

    • d.

      het bekendmaken en toezenden van besluiten overeenkomstig wettelijke regels;

    • e.

      alle andere besluiten die genomen moeten worden en alle andere handelingen die verricht moeten worden voor de uitvoering van het basistakenpakket.

  • 2.

    Het mandaat ziet tevens op:

    • a.

      de uitoefening van bevoegdheden op grond van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet open overheid, de Wet hergebruik van overheidsinformatie, de Algemene verordening gegevensbescherming en de wet- en regelgeving die op de hiervoor genoemde wetten zijn gebaseerd. Dit voorzover de uitoefening van deze bevoegdheden samenhangt met de bevoegdheden uit het voornoemde basistakenpakket.

    • b.

      het maken van afspraken met Openbaar Ministerie, politie en landelijke inspectie- en opsporingsdiensten, waaronder het periodiek afsluiten van handhavingsarrangementen met OM en politie.

    • c.

      besluiten inzake milieueffectrapportages voor mer-beoordelingsplichtige projecten en besluiten inzake milieueffectrapportages voor mer-plichtige projecten als bedoeld in paragraaf 16.4.2 van de Omgevingswet en besluiten inzake passende beoordelingen voor projecten als bedoeld in afdeling 16.4A van de Omgevingswet, voor zover betrekking hebbend op omgevingsvergunningen voor milieubelastende activiteiten.

  • 3.

    Het mandaat, bedoeld in de voorgaande leden, ziet niet op:

    • a.

      de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaarschriften, bedoeld in artikel 6:4 Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      besluiten die leiden tot de vaststelling of wijziging van gemeentelijke beleidskaders of beleidsregels als bedoeld in artikel 1:3, vierde lid, Algemene wet bestuursrecht;

    • c.

      besluiten tot het al dan niet honoreren van schadeclaims van derden of het afkopen van mogelijke geschillen en schadeclaims die vallen onder de werking van een vastgestelde publiekrechtelijke regeling;

    • d.

      besluiten tot het instellen van (hoger) beroep en besluiten tot het instellen van incidenteel hoger beroep;

    • e.

      besluiten waarbij toepassing wordt gegeven aan artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

    • f.

      besluiten over een meervoudige aanvraag waarvan niet alle onderdelen onder de opdracht van de omgevingsdienst vallen;

    • g.

      het heffen en invorderen van leges voor besluiten die onder de opdracht van de omgevingsdienst vallen.

Artikel 3 Ondermandaat

  • 1.

    De directeur kan ter uitoefening van een krachtens artikel 2 van dit besluit aan hem gemandateerde bevoegdheid schriftelijk ondermandaat verlenen aan onder hem ressorterende functionarissen.

  • 2.

    Van ondermandaat zijn uitgesloten:

    • a.

      besluiten tot het aanwijzen van toezichthouders;

    • b.

      besluiten tot het aanwijzen van personen tot vertegenwoordiging van het college in rechte.

  • 3.

    De directeur kan instructies vaststellen over de wijze waarop van het ondermandaat gebruik mag worden gemaakt.

Artikel 4 Machtiging

  • 1.

    Het college verleent aan de directeur machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn ten behoeve van vervulling van de in artikelen 2 genoemde bevoegdheden.

  • 2.

    De directeur kan machtiging verlenen aan onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 5 Procesvertegenwoordiging

  • 1.

    De directeur is gemachtigd tot het vertegenwoordigen van het college in rechte.

  • 2.

    De directeur kan door hem aangewezen personen in ieder geval in de volgende situaties machtigen tot het in rechte vertegenwoordigen van het college:

    • a.

      zienswijzenprocedure;

    • b.

      bezwaar;

    • c.

      beroep of hoger beroep, behandeld door de Rechtbank of de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State;

    • d.

      verzoeken om voorlopige voorziening, behandeld door de Voorzieningenrechter van de Rechtbank of de Voorzieningenrechter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

  • 3.

    De directeur brengt een aanwijzing als bedoeld in het tweede lid ter kennis van het college

Artikel 6 Aanwijzing toezichthouders

  • 1.

    De directeur wijst toezichthouders aan voor de vervulling van de in artikel 2 genoemde bevoegdheden.

  • 2.

    De directeur brengt een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid ter kennis van het college.

Artikel 7 Ondertekening

  • 1.

    De ondertekening van besluiten, als bedoeld in artikel 2, luidt:

  •  

  • ‘Burgemeester en Wethouders van [naam gemeente],

  • namens deze,

  •  

  • [naam directeur], directeur

  • Omgevingsdienst IJmond,

  •  

  • gevolgd door de handtekening van de directeur.

  • 2.

    Indien ondermandaat is verleend, als bedoeld in artikel 3, luidt de ondertekening:

  •  

  • ‘Burgemeester en Wethouders van de gemeente Uitgeest,,

  • namens deze,

  •  

  • gevolgd door de naam, functie en handtekening van de functionaris.

  • 3.

    Indien gebruik wordt gemaakt van machtiging als bedoeld in artikel 4, zijn bij ondertekening het eerste en het tweede lid overeenkomstig van toepassing.

  • 4.

    In gevallen waarin besluitvorming en communicatie met derden langs elektronische weg plaatsvindt, kan ook gebruik worden gemaakt van een elektronische handtekening.

  • 5.

    Degene die bevoegd is de gemandateerde te vervangen geeft in de ondertekening aan dat hij deze bevoegdheid uitoefent als plaatsvervanger.

Artikel 8 Instructies

De directeur neemt bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden algemene instructies en instructies per geval van het college in acht, bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 9 Toepasselijk beleid

  • 1.

    De directeur neemt bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden de door het college beleidsregels en de door de gemeenteraad van Uitgeest vastgestelde verordeningen en beleidskaders in acht, tenzij het tweede lid van dit artikel van toepassing is.

  • 2.

    Indien de directeur op zwaarwegende gronden voornemens is af te moeten wijken van de beleidskaders of beleidsregels, bedoeld in het eerste lid, treedt hij hierover vooraf in overleg met -een gemachtigde van – het college.

Artikel 10 Informatieplicht

  • 1.

    De directeur betrekt vooraf de betrokken portefeuillehouder bij de opgedragen bevoegdheden als hij van mening is dat bij een te nemen besluit (beleids)aspecten aan de orde zijn die buiten het werkterrein van de omgevingsdienst vallen.

  • 2.

    Het bepaalde in lid 1 is in elk geval aan de orde indien:

    • a.

      een te nemen besluit een aanvulling of afwijking van het tot dan gevoerde beleid inhoudt, waarvan precedentwerking te verwachten is of indien beleid ter zake moet worden vastgesteld;

    • b.

      een te nemen besluit bestuurlijk gevoelig is, waarbij er rekening mee gehouden moet worden, dat de betrokken portefeuillehouder, het college of gedeputeerde staten op zijn of haar verantwoordelijkheid zal worden aangesproken;

    • c.

      uit een te nemen besluit financiële, politieke of andere belangrijke consequenties kunnen voortvloeien.

Artikel 11 Verantwoording

De directeur geeft in het jaarverslag informatie over de uitoefening van de in dit besluit bedoelde bevoegdheden.

Artikel 12 Intrekking

Het Mandaat- en machtigingsbesluit handhaving gemeente Uitgeest, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 20 augustus 2013 wordt ingetrokken.

Artikel 13 Citeertitel en Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit wordt aangehaald als Algemeen mandaat- en machtigingsbesluit gemeente Uitgeest – Omgevingsdienst IJmond 2024.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uitgeest in de vergadering van 28 november 2023.

de secretaris,

M. Enthoven

de burgemeester,

S.M. Nieuwland