Organisatie | Nijmegen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels geluidhinder als gevolg van werkzaamheden 2024 |
Citeertitel | Beleidsregels Geluidhinder als gevolg van werkzaamheden 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregels geluidhinder als gevolg van werkzaamheden 2022.
Algemene plaatselijke verordening gemeente Nijmegen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 05-12-2023 |
In de gemeente Nijmegen worden jaarlijks een groot aantal bouw- onderhoud en sloopwerkzaamheden uitgevoerd. In de meeste gevallen wordt het geluid van deze werkzaamheden niet direct als overlast ervaren. Dit komt omdat het vaak om kortdurende werkzaamheden in de dagperiode (07.00 - 19:00 uur) gaat. Het ook aanwezige omgevingsgeluid zal het geluid vanwege werkzaamheden grotendeels maskeren. Anders is dit als de werkzaamheden tijdens de avond- of nachtperiode, tijdens weekenden of tijdens feestdagen plaatsvinden. Lawaaiige werkzaamheden in deze perioden kunnen geluidsoverlast veroorzaken voor omwonenden waardoor het woon- en leefklimaat in meer of mindere mate wordt geschaad. In bepaalde omstandigheden is zelfs slaapverstoring mogelijk.
De laatste jaren is het aantal bouw- en sloopwerkzaamheden in de avond- en nachtelijke uren sterk toegenomen. Het is wenselijk dat voor dergelijke werkzaamheden op die momenten een melding of een aanvraag maatwerkvoorschrift bij het bevoegd gezag wordt gedaan.
Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet (Ow) zijn de regels voor het beperken van sloop- en bouwlawaai opgenomen in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) Artikel 7.17 lid 1. Als gevolg daarvan is de ‘Beleidsregel geluidhinder als gevolg van werkzaamheden 2022’ geactualiseerd.
Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
De algemene rijksregels voor geluid bij bouwwerkzaamheden in Bbl gaan over tijdstippen van bouwen en het geluidsniveau door de werkzaamheden.
De uitvoerder van sloop- of bouwwerkzaamheden kan bij het bevoegd gezag een verzoek doen om bij maatwerkvoorschrift meer ruimte te geven bij de uitvoering van de bouwwerkzaamheden door versoepeling van:
Een maatwerkvoorschrift is niet nodig als gemeente beleidsregels heeft vastgesteld voor geluidhinder bij sloopwerkzaamheden. De beleidsregels kunnen gaan over de dagwaarde, de blootstellingsduur voor geluidhinder en de tijdstippen en perioden waarop de bouwwerkzaamheden worden uitgevoerd.
Gemeentelijke beleidsregels fungeren dan als normen voor de avond- en nachtperiode en voor zon- en feestdagen. Als het bedrijf bij de uitvoering van de werkzaamheden voldoet aan bepaalde grenswaarden die voor een bepaalde blootstellingsduur gelden, dan is er geen ontheffing meer nodig. Het bedrijf moet wel de aanvang van de werkzaamheden twee dagen van tevoren melden bij het bevoegd gezag. Hetgeen geldt voor de dagperiode gaat dan ook gelden voor de avond- en nachtperiode alsmede voor de zon- en feestdagen.
Met betrekking tot beleidsregels bevat het Bbl een procedurele eis. De uitvoerder moet de gemeente hierover minimaal 2 werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden informeren.
Gelet op het voorgaande is het wenselijk om beleidsregels vast te stellen voor bouw- en slooplawaai. Dat betekent dat een bedrijf in gevallen dat niet aan het gemeentelijk beleid voor bouw- en sloopwerkzaamheden wordt voldaan maatwerkvoorschriften op grond van Bbl moet aanvragen. Het verzoek tot maatwerk moet onderbouwd worden door een akoestisch onderzoek. De noodzaak van de werkzaamheden buiten de dagperiode moet worden beoordeeld. Maatwerk kan, zonodig, worden geweigerd, en er kunnen specifieke voorschriften aan worden verbonden, zodat het belang van omwonenden in de afweging kan worden betrokken. Afhankelijk van de geluidbelasting op geluidgevoelige gebouwen en de tijd dat omwonenden hieraan worden blootgesteld, kan als voorschrift worden opgenomen dat aan omwonenden binnen een bepaalde straal vervangend verblijf moet worden aangeboden.
Het is en blijft wel wenselijk om beleidsregels te hebben voor beoordeling van bouwwerkzaamheden voor geluidhinder op grond van artikel 4:6 lid 2 van de Algemene plaatselijke verordening. De APV, anders dan het Besluit bouwwerken leefomgeving, maakt het wel mogelijk door beleidsregels bouwwerkzaamheden te reguleren.
Ruimtelijke Planvorming (SR30) heeft, in overleg met Afdeling Juridisch Advies van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen deze beleidsregels opgesteld.
Beoordeling in het kader van de APV.
Artikel 4:6 van de Algemene plaatselijke verordening bepaalt dat het verboden is om geluidhinder te veroorzaken. Denk hierbij aan werkzaamheden aan wegen, kanalen, rivieren, spoorwegen en degelijke. Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van dit verbod. In deze beleidsregels geven we aan in welke situaties we een ontheffing verlenen.
Het verbod van artikel 4:6 APV geldt niet als de beperking van geluidsoverlast is geregeld in de Omgevingswet, de Wegen- verkeerswet, de Zondagswet, het Wetboek van Strafrecht, de Luchtvaartweg of het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels.
De Woningwet (en het Besluit bouwwerken leefomgeving) worden hier niet genoemd. Echter omdat er in een hogere regeling een specifieke vorm van geluidhinder is geregeld (namelijk bouw- en slooplawaai) prevaleert de hogere regeling. Artikel 4:6 APV is niet van toepassing voor bouw- en slooplawaai waarvoor een omgevingsvergunning is verleend (of vereist). Ook voor bouw- en slooplawaai als gevolg van bouw- en sloopactiviteiten waarvoor op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of op grond van het Besluit bouwwerken leefomgeving geen vergunning of maatwerkvoorschriften vereist zijn, is artikel 4:6 APV niet van toepassing.
Op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen Burgemeester en Wethouders beleidsregels vaststellen en daarmee ontheffingsverzoeken en meldingen consequent en consistent beoordelen. Dit is in het belang van de rechtszekerheid en de rechtsgelijkheid en voorkomt willekeur.
De volgende publicaties zijn in ogenschouw genomen:
Overlast gevende, lawaaiige werkzaamheden zoveel mogelijk overdag laten plaatsvinden.
Een eenvoudiger, eenduidiger en meer samenhangende aanpak voor geluidhinder realiseren.
Versterken van milieuvriendelijk gedrag.
Duidelijkheid creëren voor alle betrokkenen.
Samenwerking tussen alle betrokken partijen optimaliseren.
In het beleid wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende etmaalperioden (dag-avond-nacht). Per etmaalperiode zijn toegestane geluidniveaus vastgesteld. Daarbij wordt ook aangegeven hoeveel avonden of nachten deze geluidniveaus mogen aanhouden.
De geluidniveaus gelden op de gevel van geluidgevoelige gebouwen en locaties, op een hoogte waar de hinder kan worden ondervonden. De geluidsniveaus gelden alleen voor geluidsgevoelige gebouwen die ook daadwerkelijk worden bewoond/gebruikt.
Alle metingen en berekeningen moeten plaatsvinden conform de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (HMRI 1999).
Normstelling op werkdagen in de avondperiode (19:00-23:00 uur)
Normstelling op weekend- en feestdagen in de avondperiode (19:00-23:00 uur)
Normstelling op werkdagen in de nachtperiode (23:00-07:00 uur)
Normstelling op weekend- en feestdagen in de nachtperiode (23:00-07:00 uur)
De grenswaarden uit artikel 2 en artikel 3 gelden op gevels van geluidgevoelige gebouwen en op de grens van geluidgevoelige locaties zoals bedoeld in Artikel 3.21 Bkl en 3.22 Bkl.
De maximaal toelaatbare blootstellingsduur is per etmaalperiode gebaseerd op één normstellingsregime.
De periode tussen twee blootstellingsperiodes is minimaal gelijk aan de blootstellingsduur waarop het normstellingsregime betrekking heeft, met een minimum van 5 avonden en 5 nachten.
In het geval dat niet aan Artikel 2, Artikel 3 of aan Artikel 7.17 lid 1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) kan worden voldaan, kan een maatwerkbesluit genomen worden.
Paragraaf 3 Melding of verzoek maatwerkvoorschrift
Een melding of een verzoek tot maatwerkvoorschrift wordt schriftelijk of als webformulier ingediend bij het College van Burgemeester en Wethouders.
Een melding moet minimaal 2 weken voor aanvang van de geluidhinder veroorzakende activiteiten worden ingediend.
In de melding moeten de volgende gegevens staan
Een aanvraag voor een maatwerkvoorschrift moet minimaal 6 weken voor aanvang van de geluidhinder veroorzakende activiteiten worden ingediend.
In de aanvraag voor een maatwerkvoorschrift moeten de volgende gegevens staan:
Het verzoek voor een maatwerkvoorschrift moet worden gemotiveerd.
Aangeven moet worden waarom het noodzakelijk is om af te wijken van het gestelde in Artikel 2, Artikel 3, of aan Artikel 7.17 lid 1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). De verzoeker moet daarbij ingaan op de risico’s van extra hinder en de wijze waarop dit zoveel mogelijk wordt tegengegaan. Ook moeten compenserende maatregelen worden aangeboden.
Aldus besloten in de vergadering van 5 december 2023.
De Gemeentesecretaris,
A.P.W. van de Klift
De Burgemeester,
H.M.F. Bruls
Bbl: Besluit bouwwerken leefomgeving
Toelichting artikel 2 en artikel 3
Deze beleidsregels voorzien in grenswaarden voor de avond- en nachtperiode. Voor lawaai gedurende de avond- en nachtperiode gelden strengere grenswaarden dan voor de dagperiode. Ook is de maximale blootstellingsduur per grenswaarde beperkt ten opzichte van de dagperiode.
In afwijking van de HMRI1999 wordt geen rekening gehouden met een toeslag voor impulsgeluid. Impulsgeluiden worden beoordeeld als maximaal geluidsniveau (LAmax).
Bij handhaving door, of in opdracht van, de gemeente wordt gebruik gemaakt van een gekalibreerde integrerende geluidmeter, klasse I.
Een normstellingsregime is een combinatie van een grenswaarde (LAr,LT en LAmax) én een maximale blootstellingsduur.
Alleen indien de aanvraag zich beperkt tot de grenswaarden uit artikel 2, ontheffingsregime II, kan het een verzoek om ontheffing tot minimaal 5 werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden die geluidhinder kunnen veroorzaken worden ingediend.