Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zwolle

Verordening rechtspositie raadsleden en burgerleden 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZwolle
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rechtspositie raadsleden en burgerleden 2023
CiteertitelVerordening rechtspositie raadsleden en burgerleden 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur en organisatie
Externe bijlagebijlage 1

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://wetten.overheid.nl/BWBR0041522/2023-10-14

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-12-2023nieuwe regeling

10-11-2023

gmb-2023-523380

rb 10-11.2023

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rechtspositie raadsleden en burgerleden 2023

Gemeente Zwolle bekendmaking Verordening rechtspositie raadsleden en burgerleden 2023

De Raad van de gemeente Zwolle heeft in de vergadering van 10 november 2023 besloten de verordening rechtspositie raadsleden en burgerleden 2023 vast te stellen.

Deze verordening treedt 13 december 2023 in werking.

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Raadslid: lid van de gemeenteraad.

  • b.

    Burgerlid: door de fracties aangewezen leden, niet zijnde raadsleden, die het woord mogen voeren namens de fractie tijdens de informatie- en debatrondes van het Raadsplein.

  • c.

    Presidium: het overlegorgaan bestaande uit de fractievoorzitters.

  • d.

    Griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Vergoeding voor werkzaamheden

  • 1.

    Raadsleden ontvangen een vergoeding voor de werkzaamheden als vermeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Een raadslid dat in de loop van een maand is beëdigd of in de loop van een maand is afgetreden of overleden, ontvangt de vergoeding voor de werkzaamheden naar evenredigheid van de periode van uitoefening van het lidmaatschap in de bedoelde maand.

  • 3.

    Burgerleden ontvangen voor de duur van hun werkzaamheden de maximale vaste onbelaste vergoeding conform de door de belastingdienst gehanteerde vrijwilligersregeling.

Artikel 3 Toelage lid vertrouwensfunctie en rekenkamerfunctie

  • 1.

    Aan een raadslid dat lid is van de vertrouwenscommissie, bedoeld in artikel 61, derde lid, of artikel 61a, vierde lid, van de Gemeentewet, dan wel de rekenkamerfunctie uitoefent, bedoeld in artikel 81oa van de Gemeentewet, wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie of de duur van de uitoefening van de rekenkamerfunctie per jaar ten laste van de gemeente een toelage verleend, ter hoogte van het bedrag als vermeld in artikel 3.1.2, eerste lid, van Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers per maand.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid stelt de burgemeester de duur van de activiteiten vast.

Artikel 4 Toelage lid onderzoekscommissie

  • 1.

    Aan een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt, overeenkomstig artikel 3.1.3, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend ter hoogte van 1 maal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid stelt de burgemeester de duur van de activiteiten vast.

Artikel 5 Toelage lid bijzondere commissie

  • 1.

    Raadsleden die lid zijn van een door de gemeenteraad ingestelde bijzondere commissie waarvan de gemeenteraad vaststelt dat deze commissie een zodanig belang dient dat de belasting en tijdsbeslag redelijkerwijs niet geacht kunnen worden te behoren tot het reguliere werk van een raadslid, ontvangen ten laste van de gemeente een toelage als vermeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers per maand, voor de duur van de activiteiten van de commissie.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid stelt de burgemeester de duur van de activiteiten vast.

Artikel 6 Toelage fractievoorzitter

  • 1.

    De vergoeding voor de werkzaamheden, als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, wordt voor de fractievoorzitters voor de duur van de uitoefening van het fractievoorzitterschap verhoogd met een maandelijkse toelage, als vermeld in artikel 3.1.5, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Voor zover het fractievoorzitterschap in de loop van de maand begint of eindigt, wordt de toelage, bedoeld in het eerste lid, voor die maand naar evenredigheid van de duur van het fractievoorzitterschap toegekend.

  • 3.

    Voor de toepassing van het eerste lid stelt de burgemeester de duur van het fractievoorzitterschap en het ledenaantal van een fractie vast.

Artikel 7 Onkostenvergoeding

  • 1.

    Een raadslid ontvangt met ingang van de dag van de beëdiging gedurende het lidmaatschap van de gemeenteraad maandelijks een onkostenvergoeding voor de aan de uitoefening van het raadlidmaatschap verbonden kosten, ter hoogte van het bedrag als vermeld in artikel 3.1.6, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Een raadslid dat in de loop van een maand is beëdigd of in de loop van een maand is afgetreden of overleden, ontvangt de vergoeding, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van de periode van uitoefening van het lidmaatschap in de bedoelde maand.

Artikel 8 Reis- en verblijfkosten

Raadsleden en burgerleden hebben ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

  • a.

    Reiskosten voor het bijwonen van vergaderingen van de gemeenteraad en commissies, en;

  • b.

    Reis- en verblijfskosten voor reizen binnen en buiten de gemeente gemaakt voor de uitoefening van de functie.

Artikel 9 Loopbaanoriëntatie

  • 1.

    Raadsleden die zich in het laatste jaar van de zittingstermijn van de gemeenteraad oriënteren op hun verdere loopbaan of mobiliteit bevorderende activiteiten ontplooien, ontvangen ten laste van de gemeente een vergoeding voor de kosten die zij hiervoor maken overeenkomstig artikel 3.1.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Het presidium bepaalt in voorkomende gevallen of sprake is van oriënteren op een verdere loopbaan of het ontplooien van mobiliteit bevorderende activiteiten. De griffie is belast met de uitvoering.

Artikel 10 Verzekering arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden

  • 1.

    Raadsleden ontvangen eenmaal per jaar een bedrag ter hoogte van één maal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld als in artikel 3.1.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, waarmee zij voorzieningen kunnen treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.

  • 2.

    Voor zover het lidmaatschap van de gemeenteraad in de loop van een jaar begint of eindigt, wordt het bedrag, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van de duur van het raadslidmaatschap toegekend.

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op een raadslid dat is benoemd in een plaats die is opengevallen als gevolg van het tijdelijk ontslag van een raadslid wegens zwangerschap en bevalling of ziekte op grond van artikel X 12 van de Kieswet.

  •  

Artikel 11 Ziektekostenverzekering

  • 1.

    Raadsleden ontvangen eenmaal per jaar een tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering, ter hoogte van het bedrag als vermeld in artikel 3.1.10, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Voor zover het lidmaatschap van de gemeenteraad in de loop van een jaar begint of eindigt, wordt het bedrag, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van de duur van het lidmaatschap van de gemeenteraad toegekend.

Artikel 12 Informatie- en communicatievoorziening

  • 1.

    Raadsleden en burgerleden tekenen een bruikleenovereenkomst wanneer ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van de functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Een raadslid levert na beëindiging van de functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

  • 3.

    Onder informatie- en communicatievoorzieningen wordt ook verstaan de daarbij behorende abonnementen.

Artikel 13 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing

  • 1.

    Een raadslid of burgerlid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De griffier of het presidium beslist op de aanvraag op basis van de overeenkomstig het tweede lid aangeleverde informatie.

  • 4.

    De maximale vergoeding van de scholing waarover de griffier beslist bedraagt € 1000 per jaar per raads- of burgerlid.

  • 5.

    In gevallen hoger dan € 1000 beslist het presidium.

Artikel 14 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 15 Intrekking oude verordening

  • 1.

    De Verordening rechtspositie raadsleden en burgerleden 2019 wordt ingetrokken, met dien verstande dat deze zijn werking blijft behouden voor aanvragen, verzoeken en aanspraken die in 2023 zijn ingediend respectievelijk zijn ontstaan.

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raadsleden en commissieleden 2023.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 10 november 2023

P. Snijders, burgemeester

E. Meurs, griffier.