Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogheemraadschap van Rijnland

Nadeelcompensatieverordening Rijnland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoogheemraadschap van Rijnland
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingNadeelcompensatieverordening Rijnland
CiteertitelNadeelcompensatieverordening Rijnland
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 78 van de Waterschapswet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

29-11-2023

wsb-2023-15317

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadeelcompensatieverordening Rijnland

 

Bekendmaking

De verenigde vergadering van het hoogheemraadschap van Rijnland heeft op 29 november 2023 de Nadeelcompensatieverordening Rijnland vastgesteld.

 

Besluit

De verenigde vergadering van het hoogheemraadschap van Rijnland,

gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden d.d. 2 oktober 2023;

gelet op artikel 78 van de Waterschapswet, afdeling 15.1 van de Omgevingswet en titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

vast te stellen de navolgende Nadeelcompensatieverordening Rijnland.

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • aanvraag: een aanvraag als bedoeld in artikel 4:1 van de Awb en artikel 4:127 van de Awb waarin verzocht wordt om nadeelcompensatie toe te kennen;

  • adviseur: adviseur als bedoeld in artikel 3:5 van de Awb dan wel een adviescommissie als bedoeld in artikel 4:130, eerste lid, van de Awb;

  • Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • bestuursorgaan: de verenigde vergadering, dijkgraaf en hoogheemraden of de dijkgraaf van Rijnland;

  • derde: iemand anders dan de aanvrager die ook betrokken is bij het ontstaan van schade;

  • dijkgraaf en hoogheemraden: het dagelijks bestuur van Rijnland, bedoeld in artikel 8 van het Reglement van bestuur voor het hoogheemraadschap van Rijnland en artikel 40 van de Waterschapswet;

  • nadeelcompensatie: vergoeding als bedoeld in artikel 4:126 van de Awb.

 

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze verordening heeft betrekking op aanvragen die, rekening houdend met de in afdeling 15.1 van de Omgevingswet genoemde schadeoorzaken, met een beroep op artikel 4:126 van de Awb bij een bestuursorgaan worden ingediend.

 

Artikel 3 Inwinning advies

  • 1.

    Dijkgraaf en hoogheemraden kunnen advies inwinnen van een adviseur voordat op een aanvraag wordt beslist.

  • 2.

    Dijkgraaf en hoogheemraden winnen in ieder geval advies in van een adviseur indien het bedrag van de gevraagde schadevergoeding hoger is dan € 25.000, tenzij de aanvraag naar het oordeel van dijkgraaf en hoogheemraden:

    • a.

      kennelijk ongegrond is;

    • b.

      kennelijk gegrond is;

    • c.

      kennelijk niet-ontvankelijk is;

    • d.

      de gevraagde schadevergoeding onredelijk hoog is.

  • 3.

    De adviseur heeft tot taak onderzoek te doen naar de vraag of op grond van artikel 15.1 van de Omgevingswet en artikel 4:126 van de Awb recht bestaat op nadeelcompensatie en zo ja, wat de omvang van de compensatie zou moeten zijn.

  • 4.

    De adviseur rapporteert zijn bevindingen aan dijkgraaf en hoogheemraden.

 

Artikel 4 Procedure bij inwinning advies

  • 1.

    Dijkgraaf en hoogheemraden dan wel de adviseur delen de aanvrager mee dat eerst advies wordt ingewonnen, voordat op de aanvraag wordt beslist.

  • 2.

    Dijkgraaf en hoogheemraden en de aanvrager geven de adviseur de gegevens die voor de in artikel 3, derde lid, bedoelde advisering nodig zijn.

  • 3.

    De adviseur informeert de aanvrager over de te volgen procedure en kan zowel de aanvrager als dijkgraaf en hoogheemraden de mogelijkheid geven een mondelinge toelichting te geven.

  • 4.

    Wanneer schade het gevolg is van een door een bestuursorgaan genomen besluit op verzoek van een derde, zoals bedoeld in artikel 13.3c, eerste lid, van de Omgevingswet, en deze schade bij die derde in rekening kan worden gebracht, betrekt de adviseur bij het horen van de aanvrager en dijkgraaf en hoogheemraden ook die derde.

  • 5.

    Het bezoeken van de locatie waar de schade is ontstaan, kan onderdeel uitmaken van de advisering.

  • 6.

    Dijkgraaf en hoogheemraden kunnen bepalen dat de adviseur eerst een conceptadvies uitbrengt voordat een (definitief) advies wordt uitgebracht. De aanvrager en dijkgraaf en hoogheemraden worden door de adviseur in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het conceptadvies.

  • 7.

    De adviseur zendt zijn advies aan dijkgraaf en hoogheemraden en houdt daarbij rekening met de in artikel 4:130 van de Awb opgenomen beslistermijn.

 

Artikel 5 Inwerkingtreding, citeertitel, overgangsrecht

  • 1.

    Deze verordening treedt tegelijkertijd in werking met de Omgevingswet en wordt aangehaald als: Nadeelcompensatieverordening Rijnland.

  • 2.

    De Verordening Nadeelcompensatie Rijnland die in 2016 is vastgesteld, wordt ingetrokken.

  • 3.

    Op een aanvraag tot vergoeding van schade ingediend voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening blijft de Verordening Nadeelcompensatie Rijnland van toepassing.

 

Leiden, 29 november 2023

De verenigde vergadering

R.A.M. van der Sande, dijkgraaf

M. Middendorp, secretaris

Toelichting

Bij de uitoefening van een publiekrechtelijke taak of bevoegdheid door Rijnland kan schade ontstaan voor derden. De vraag of op verzoek nadeelcompensatie moet worden toegekend, en zo ja hoeveel, werd tot 1 januari 2024 beantwoord met behulp van artikel 7:14 van de Waterwet en de ‘Verordening nadeelcompensatie Rijnland’ uit 2016. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt de Waterwet ingetrokken en moet ook de nadeelcompensatieverordening worden aangepast. Omdat de inwerkingtreding van de Omgevingswet gepaard gaat met de inwerkingtreding van het nog niet eerder in werking getreden deel van de ‘Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten’ (WNS) wordt ook om die reden de nadeelcompensatieverordening uit 2016 herzien. De WNS leidt tot een aanpassing van titel 4.5 van de Awb. Afdeling 15.1 van de Omgevingswet verklaart titel 4.5 van de Awb van toepassing op de afhandeling van nadeelcompensatieverzoeken. De grondslagen, materiële eisen en procedurele bepalingen van titel 4.5 Awb zijn daarmee van toepassing op de afhandelingen van nadeelcompensatieverzoeken. Anders dan onder de Waterwet het geval was, betekent dit dat er beperkt ruimte is voor ‘eigen’ procedurele bepalingen.

 

Afdeling 15.1 is een aanvulling op de regeling voor nadeelcompensatie in de Awb. Daar waar afdeling 15.1 de regeling in de Awb aanvult, gaat afdeling 15.1 voor op de Awb.1 Dit betekent onder andere dat alleen nadeelcompensatie kan worden toegekend als schade het gevolg is van in artikel 15.1 van de Omgevingswet genoemde regels, besluiten en maatregelen. Deze afbakening van schadeoorzaken was er voorheen niet en is een verbijzondering van titel 4.5 Awb.

 

De noodzaak voor een ‘eigen’ nadeelcompensatieverordening is met inwerkingtreding van de WNS grotendeels weggevallen. Deze nadeelcompensatieverordening bevat daarom alleen procedurele bepalingen over advisering. In bepaalde gevallen wordt een onafhankelijk adviseur ingeschakeld over het al dan niet inwilligen van een nadeelcompensatieverzoek en de hoogte van eventueel toe te kennen nadeelcompensatie.


1

Aldus de Memorie van Toelichting bij de Invoeringswet Omgevingswet, TK 2017-2018, 34986, nr. 3, p. 19.